NL8100204A - Vloer alsmede werkwijze voor het isoleren van een vloer en daarbij toegepaste draagbeugel. - Google Patents

Description

4.__Ja 4 805165/vdV/kd * ·\ —

Korte aanduiding: Vloer alsmede werkwijze voor het isoleren van een vloer en daarbij toegepaste draagbeugel.

De uitvinding heeft betrekking op een vloer omvattende draagbalken in T-profiel en daartussen gelegen vulelementen.

Dergelijke vloeren ook wel combinatievloeren genoemd zijn algemeen bekend en worden gevormd door steeds tussen twee, 5 zich op regelmatige afstand evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, balken in T-profiel vulelementen aan te brengen, waarna men deze vulelementen met behulp van mortel fixeert ten opzichte van deze draagbalken en vervolgens het geheel afdicht met een dekvloer.

Deze wijze van werken heeft het grote voordeel, dat men op betrek-ÏO kelijk eenvoudige wijze een vloer voor een gebouw kan vervaardigen zonder gebruik te maken van een bekisting.

Een dergelijke vloer heeft het nadeel dat zij niet geïsoleerd is, waardoor veel warmte verloren gaat.

De uitvinding beoogt nu een vloer van het bovenstaande 15 type te verschaffen, welke uitstekend geïsoleerd is en waarbij derhalve warmteverliezen tot een minimum beperkt worden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat plaatvormige isolatielementen verwijderbaar aan de draagbalken opgehangen zijn.

20 Een dergelijke vloer heeft het grote voordeel dat zij vervaardigd kan worden zonder belangrijke wijzigingen in het ver-vaardigingsproces. Hen kan namelijk voor het aanbrengen van de vulelementen eerst de plaatvormige isolatieelementen aan de draagbalken ophangen, daarna de vulelementen tussen de draagbalken 25 plaatsen en vervolgens deze vulelementen fixeren. Hierdoor kunnen de kosten voor het isoleren van dergelijke vloeren zeer laag blijven.

Bij voorkeur bezitten de plaatvormige isolatielementen tenminste een breedte die gelijk is aan de kleinste afstand tus-30 sen naburige draagbalken, waardoor de ruimte tussen twee naburige 8 1 00 20 4 I · - ·· 'V.. ' ' ' - ‘· - 2 - afgesloten kan worden.

Doelmatig vormen de plaatvormige isolatieelementen een aaneengesloten oppervlak voor het verkrijgen van een optimale warmteisolatie. Dit bereikt men zeer eenvoudig door plaatvormige 5 elementen passend, bij voorkeur klemmend, met elkaar te laten samenwerken, waardoor geen warmtelekken optreden.

Volgens een zeer aan te bevelen uitvoeringsvorm zijn de plaatvormige isolatieelementen opgehangen door met draagbalken in T profiel klemmend samenwerkende draagbeugels. Dit biedt de 10 mogelijkheid om zeer snel de draagbalken van middelen te voorzien om de plaatvormige isolatieelementen op te hangen.

Het verdient aanbeveling om plaatvormige isolatieelementen uit mineraal vezelmateriaal toe te passen om een volkomen brandvrije vloer te verschaffen.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een vloer, omvattende draagbalken en daartussen gelegen vulelementen, door óp,geplaatste draagbalken vul- i 1 elementen te plaatsen, merr piaatvormige isolatielementen verwijder aan de .draagbaikerr ophangt. ~ " 20 - - -v

Een dergelijke werkwijze is zeer eenvoudig uit te voeren, daar men zonder belangrijke wijzigingen in de bekende werkwijze voor het vormen van een dergelijke vloer deze kan iso-25 leren. De plaatvormige isolatissLementen hangt men namelijk eerst op aan de draagbalken en brengt vervolgens de vulelementen aan. Hierdoor is tijdens het ophangen van de plaatvormige isolatieelementen alle ruimte onder en tussen de draagbalken beschikbaar zodat men eenvoudig zelfs zeer grote plaatvormige isolatielemen-30 ten kan aanbrengen.

Bij voorkeur klemt men op draagbalken in T profiel draagbeugels voor het dragen van de plaatvormige isolatieelemen- 8 1 0 0 20 4 - 3 ^ ten.

De uitsluitende rechten omvatten tenslotte een draag-beugel geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding.

5 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een doorsnede toont van een eerste uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding?

Fig. 2 een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm 70 van een vloer volgens de uitvinding;

Fig. 3 een draagbeugel voor het op een draagbalk ophangen van een plaatvormig isolatie-element.

In fig. 7 is een combinatievloer 7 weergegeven, omvattende draagbalken in T-profiel 2.

75 De vlakken 3 van de draagbalken 2 dragen vulelementen 4a die ten opzichte van de draagbalken 2 gefixeerd zijn door middel van een mortel 5, wellezich bevindt in de ruimte 79 tussen een draagbalk 2 en een afgeschuinde zijde 6 van een vuleiement 4a. Op de bovenzijde van de draagbalken 2 en de vulelementen4a bevindt 20 zich een dekvloer 7.

De ruimte 8 tussen twee tegen elkaar aan gelegen draagbalken 2 is eveneens opgevuld met mortel 5.

De draagbalken 2 dragen door middel van bevestigings-beugels 9, isolatieplaten 70 uit mineraal vezelmateriaal, in de 25 vorm van een bij voorkeur onbrandbaar materiaal, bijvoorbeeld steenwolvezels. De isolatieplaat is bijvoorbeeld 5 tot 8 cm dik.

Door het aanbrengen van de platen 10 van minerale vezels, vormt zich een aaneengesloten isolerende laag onder de vloer. Ruimten tussen draagbeugels op twee direkt naast elkaar 30 gelegen draagbalken 2 worden opgevuld met isolatieplaten 70a.

Voor het eenvoudig bevestigen van de isolerende platen 70 uit mineraal vezelmateriaal maakt met gebruik van draag- 8 1 00 2 0 4 - 4 - X - · ♦ l . ' ' beugels 9 omvattende een vertikale beugelplaat 11 met ter weerszijden daarvan gelegen beugeldraagvlakken 12 waarop een isolatieplaat 10 kan rusten.

De beugelplaat 11 draagt aan het andere einde een be-5 vestigingsplaat 13 met aan weerszijden flappen 14, met naar binnen omgezette einden ,15.

De draagbeugels 9 bestaan doelmatig uit kunststof, waardoor het mogelijk is de flappen 14 enigszins uit te buigen, zodanig dat deze flappen ter weerszijden van de flanken 20 van 10 de draagbalken 2 geplaatst kunnen worden. De naar binnen omgezette randen 15 leggen zich dan aan tegen de vlakken 3 van de draagbalken 2.

Door deze bevestiging is het mogelijk om de isolerende platen 10 in de ruimten te schuiven tussen draagvlakken 12 15 en bevestigingsplaat 13.

Om het inschuiven van de isolatieplaten 10 te vergemakkelijken en het uit de beugels vallen van de isolatieplaten te voorkomen zijn de randen van de draagvlakken 12 voorzien van zoekranden resp. haken 16.

20 In fig. 2 is een andere uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de vulelementen 4b afwijken van de vulelementen 4a. De onderzijde 12 van de vulelementen 4a blijft op belangrijke afstand van de onderzijde 18 van de draagbalken 2, terwijl de onderzijde 17 van de vulelementen 25 4b ongeveer in een vlak komt te liggen met de onderzijde 18 van de draagbalken 2.

De isolatieplaten 10 bezitten doelmatig een asdanige breedte dat zij via de draagbeugels klemmend met elkaar samenwerken onder vorming van een aaneengesloten isolerend opper^vlak.

30 De isolatieplaten 10 bezitten tenminste een iets grotere breedte 2 dan de kleinste afstand tussen twee naburige draagbalken/waardoor de isolatieplaten 10 steeds aan de onderzijde van de draagbalken 8 1 0 0 20 4 j * - 5 - hangen.

Opgemerkt wordt dat isolatieplaten van mineraal vezel-materiaal het grote voordeel bezitten dat zij niet beschadigd worden bij het plaatsen van jukken bij grote overspanningen, 5 dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld kunststofschuimplaten. De jukken kunnen bovendien normaal toegepast worden daar de draagbeugels op afstand van elkaar op de draagbalken 2 aangebracht zijn.

Voor het isoleren van een vloer tijdens zijn vervaar-10 diging gaat men als volgt te werk.

Na het plaatsen van de draagbalken 2 met T-profiel, brengt men de draagbeugels 9 aan en schuift in de ruimten tussen draagvlakken 12 en bevestigingsplaten 13 de isolatieplaten 10.

Daarna brengt men de vulelementen 4a of 4b aan, ver-15 volgens mortel 5, en laat uitharden. Tenslotte brengt men een afdekvloer 15 aan.

Wanneer men werkt met twee naast elkaar gelegen draagbalken, wordt de ruimte tussen de draagbeugels 9 op twee tegen elkaar aanliggende draagbalken 2, eveneens opgevuld met een 20 plaat TOa van mineraal vezelmateriaal.

8 1 0 0 20 4

Claims (9)

1. Vloer omvattende draagbakken in T-profiel en daar tussen gelegen vulelementen, met het kenmerk/ dat plaatvormige isolatieelementen (10) verwijderbaar aan de draagbakken (2) opgehangen zijn.

2. Vloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de isolatieelementen tenminste een breedte bezitten die gelijk is aan de kleinste afstand tussen naburige draagbakken (2).

3. Vloer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat plaatvormige isolatie-elementen (10 en 10a) een aaneengesloten 10 oppervlak vormen.

4. Vloer, volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de plaatvormige isolatieelementen opgehangen zijn door met draag-balken in T-profiel klemmende(samenwerkende draagbeugels.

5. Vloer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 15 draagbeugels een om een draagbalk 2 in T-profiel klemmend boven- / bezitten gedeelte (13, 14, 15/ welk bovengedeelte via een beugelplaat (11) verbonden is met isolatieélementdraagvlakken (12), welke al z * *n dan niet voorzien/van een zoekrand of haak (16).

6. Werkwijze voor het isoleren van een vloer omvattende 20 draagbakken en daartussen gelegen velelementen door op* geplaatste draagbalken vulelementen te plaatsen, met het kenmerk, dat men plaatvormige isolatieelementen (10) verwijderbaar aan de draagbalken (2) ophangt.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 25 men de plaatvormige isolatieelementen (10) ophangt vóór het plaatsen van de vuleieménten (4a, 4b).

8. Werkwijze volgsns conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat men de plaatvormige isolatieelementen (10, 10a) tot een aaneengesloten oppervlak vormt. 30 9. -Werkwijze volgens conclusie 6 tot 8, met het kenmerk, 8 1 00 20 4 r“ - 7 - dat men isolatieelementen (10) toepast met een breedte die tenminste gelijk is aan de kleinste afstand tussen twee naburige draagbalken (2).

10. Werkwijze volgens conclusie 6 tot 9, met het kenmerk, 5 dat men de isolatieelementen ophangt met draagbeugels die klemmend samenwerken met draagbalken (2) in T-profiel. •11. Draagbeugel geschikt voor toepassing bij een vloer of werkwijze volgens conclusie 1 tot 10. 81 00 20 4