NL8020519A - Metaalsamenstelling en werkwijze ter bereiding ervan. - Google Patents

Metaalsamenstelling en werkwijze ter bereiding ervan. Download PDF

Info

Publication number
NL8020519A
NL8020519A NL8020519A NL8020519A NL8020519A NL 8020519 A NL8020519 A NL 8020519A NL 8020519 A NL8020519 A NL 8020519A NL 8020519 A NL8020519 A NL 8020519A NL 8020519 A NL8020519 A NL 8020519A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
alloys
metals
starting
metal composition
composition according
Prior art date
Application number
NL8020519A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184576C (nl
NL184576B (nl
Original Assignee
Univ Tomsky
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Tomsky filed Critical Univ Tomsky
Publication of NL8020519A publication Critical patent/NL8020519A/nl
Publication of NL184576B publication Critical patent/NL184576B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184576C publication Critical patent/NL184576C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C22METALLURGY; FERROUS OR NON-FERROUS ALLOYS; TREATMENT OF ALLOYS OR NON-FERROUS METALS
    • C22CALLOYS
    • C22C1/00Making non-ferrous alloys
    • C22C1/04Making non-ferrous alloys by powder metallurgy
    • C22C1/05Mixtures of metal powder with non-metallic powder
    • C22C1/051Making hard metals based on borides, carbides, nitrides, oxides or silicides; Preparation of the powder mixture used as the starting material therefor
    • C22C1/053Making hard metals based on borides, carbides, nitrides, oxides or silicides; Preparation of the powder mixture used as the starting material therefor with in situ formation of hard compounds
    • C22C1/056Making hard metals based on borides, carbides, nitrides, oxides or silicides; Preparation of the powder mixture used as the starting material therefor with in situ formation of hard compounds using gas

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Metallurgy (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Powder Metallurgy (AREA)
  • Manufacture And Refinement Of Metals (AREA)
  • Manufacture Of Metal Powder And Suspensions Thereof (AREA)
  • Ceramic Products (AREA)
  • Treatment Of Steel In Its Molten State (AREA)

Description

1 802 ÓS 1 δ N.O. 30.Mf0 . - w i -
Metaalsamenstelling en werkwijze ter bereiding ervan» <*
Aanvraagsters noemen als uitvinders: 1. Jury Mikhailovich MAXIMOV,
2. Mansur Khuziakhmetovich ZIATDINOV
3. Anatoly Dmitrievich KOLMAKOV k· Larisa Grigorievna RASKOLENKO
I 5. Alexander Grigorievich MERZHANOV 6. Inna Petrovna BOROVINSKAYA 7· Fedor Ivanovich DUBOVITSKY
Gebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding betreft metaalsamenstellingen en werkwijzen voor de bereiding ervan.
Achtergrond van de uitvinding
: 5 Thans bekende legeringen op basis van metalen van groep VIII
en nitriden van metalen van groep III tot en met VII toegepast als : legeringsmaterialen hebben slechte onbevredigende eigenschappen. Gewoonlijk bevatten deze legeringen 3 tot 17 % stikstof, hebben een dichtheid van 2 tot 5 g/cm^, een poreusheid van 30 tot 60 °A, breek-10 sterkte beneden 2 kg/mm . Deze legeringen bevatten hetzij een poe- : der hetzij een los gesinterde briket. Stikstofverdeling in deze legeringen is buitengewoon ongelijkmatig. De stikstof is gewoonlijk j ' gecombineerd in nitriden van grote afmeting met deeltjes tot 2 mm, die in de legering aanwezig zijn als daartussen niet gebonden af-15 ! zonderlijke insluitingen.
j i |
Een lage dichtheid van de hiervoor vermelde legeringen, hun : j grote poreusheid en een niet-gelijkmatige verdeling van stikstof | in de vorm van nitriden met grote afmeting veroorzaken een lage ! ; 1 assimilatiegraad van stikstof door staal en een niet gelijkmatige 20 verdeling daarvan in het ingot-volume. Een geringe mechanische I sterkte van de legeringen en hun poederachtige toestand resulteren | in aanzienlijke verliezen van de legering tijdens de handelingen : legeren, transporteren en conditioneren, alsmede in een scherp ver- ! laagde graad en stabiliteit van assimilatie van stikstof door staal. 25 Ter bereiding van de hiervoor vermelde legeringen worden thans legeringen verkregen, die metalen van de groepen III-VII en ijzer bevatten. Gewoonlijk worden de uitgangslegeringen gedesintegreerd tot poeder, in de stikstof bevattende atmosfeer geplaatst, tot een : i temperatuur binnen het traject van 500 tot 1100°C verhit en enkele 8020519
ÖM0221C
< 2 op deze temperatuur gehouden.
Deze bekende processen worden gekenmerkt door een hoge mate | van verbruik van elektrisch vermogen, een lange duur van de werkwijze en een lage kwaliteit van de verkregen legeringen. De volgens 5 deze werkwijzen bereide legeringen vereisen gewoonlijk een additionele verwerking, dat wil zeggen briketteren en sinteren.
Derhalve is in de techniek een legering bekend op basis van ijzer en nitriden van mangaan en chroom. Voor de bereiding van dit ; materiaal wordt gebruik gemaakt van een legering van ijzer met man-10 i gaan en chroom, die tot poeder gedesintegreerd wordt met een deeltjesgrootte kleiner dan 2 mm en aan een nitrideringsbehandeling ' wordt onderworpen gedurende if uren bij een temperatuur van 900°C. Het stikstofgehalte is if tot 6 %, Het verkregen poeder wordt bovendien gebriketteerd (zie Japans octrooischrift 27.321, conclusies 15 : 10 tot 12, 1965).
Voor het verkrijgen van een hoger stikstofgehalte in de legering wordt een trapsgewijze nitrideringsproces toegepast. Volgens i | deze werkwijze wordt de uitgangslegering van ijzer met mangaan gemalen tot een poeder met een deeltjesgrootte kleiner dan 5 mm, 20 2 tot if uren verhit tot een temperatuur van 1000°C; de verkregen gesinterde massa wordt opnieuw fijngemaakt tot poeder en aan een nitrideringsbehandeling onderworpen door 6 tot 10 uren ammoniak door te leiden bij een temperatuur binnen het traject van 500 tot 700°C. Het aldus bereide poeder bevat 9 tot 11 % stikstof (zie 25 Zweeds octrooischrift 335*235* 1971)·
In de techniek bekend is een werkwijze ter bereiding van legeringen op basis van ijzer en nitriden van metalen van de groepen III-VII, waarbij de uitgangslegering, die twee metalen van de groepen III-VII bevat, wordt toegepast voor de intensivering van de 30 ; werkwijze en een hoog stikstofgehalte. Bijvoorbeeld wordt de uitgangslegering van ijzer met chroom en aluminium tot een poeder ge- : malen met een deeltjesgrootte kleiner dan 60 mm en aan een nitrideringsbehandeling onderworpen in een atmosfeer van stikstof of ammoniak gedurende 5 uren bij een temperatuur van 1000°C. Na de i35 nitridering bevat het poeder tot 9*8 % stikstof (zie Japans oc-| trooischrift 25.892, conclusies 10 tot 16, 196if).
; Bekend is een andere werkwijze voor de bereiding van legerin- ! gen op basis van ijzer en nitriden van metalen van de groepen III- j VII, waarbij gebruik gemaakt wordt van de uitgangslegering, die 1f0 I twee metalen van de groepen III-VII bevat. De uitgangslegering van 8020519 OKior.'t.c 3 ijzer met vanadium en mangaan wordt tot poeder gemalen en tot een temperatuur verhit binnen het traject van 900 tot 1100°C met een stikstoftoevoer gedurende 8 uren zonder smelten. Het verkregen poeder bevat 6 tot 17 % stikstof. Vervolgens wordt het poeder aan 5 I een brikettering onderworpen onder toepassing van 2 tot 10 % van een bindmiddel (zie Amerikaans octrooischrift 3*304.175* 1967/·
Bekend is een werkwijze ter bereiding van legeringen op basis van ijzer en nitriden van vanadium, niobium, chroom en mangaan. De uitgangslegeringen van ijzer met vanadium, niobium, chroom en man-10 gaan worden tot poeder gemalen met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,3-0,6 mm en met stikstof bij een temperatuur boven 800°C verzadigd. De verkregen poederachtige legering bevat 3*4 tot 11,1 % stikstof (zie Duits octrooischrift 1.558.500, 1971).
De hiervoor besproken legeringen op basis van ijzer en nitri-15 den van de groepen III tot VII worden bereid als een poederachtig materiaal met een buitengewoon ongelijkmatige verdeling van stikstof.
!
In de techniek bekend is een werkwijze voor de bereiding van hiervoor vermelde legeringen, waarbij voor de gelijkmatige verde-20 ling van stikstof de werkwijze wordt uitgevoerd in roterende buis- : ovens bij een temperatuur binnen het traject van 700 tot 1100°C. i In dit geval echter wordt het materiaal ook bereid als een poeder, dat nauwelijks geschikt is voor gebruik zonder additionele verwerking (zie Oost-Duits octrooischrift 54*815* 1967).
25 De hiervoor vermelde werkwijzen laten zien, dat er thans een te kort is aan werkwijzen, die resulteren in de bereiding van le-' geringen op basis van metalen van groep VIII en nitriden van meta- z len van de groepen III-VII met een dichtheid groter dan 5 g/cm , 2 een poreusheid beneden 30 %, een breeksterkte groter dan 5 kg/mm , : |30 een relatieve slijtage beneden 15* een nitride deeltjesgrootte beneden 0,1 mm bij een stikstofgehalte van meer dan 5 % en een gelijkmatige verdeling van de laatstgenoemde.
Er is een werkwijze bekend voor de bereiding van hoogsmeltendé anorganische verbindingen, waarbij ten minste een metaal van de :35 groepen IV-VI gemengd wordt met een van de niet metalen gekozen uit de groep bestaande uit koolstof, stikstof, boor en silicium, zuurstof, fosfor, fluor, chloor en een ontstekingsmiddel wordt in het verkregen mengsel gebracht om de temperatuur voort te brengen die noodzakelijk is om de verbranding van de begincomponenten te ;40 Ί initiëren, die verder op elkaar inwerken tengevolge van de tijdens 8 0 2 0 5 1 οι·;η?;:αΓ.
it de reactie ontwikkelde warmte (zie Amerikaans octrooischrift | 3.726.643, 1973).
Deze werkwijze dekt de bereiding van poeders van vuurvaste anorganische verbindingen, zoals nitriden van zirkonium, titaan, ' 5 niobium. Het smeltpunt van deze nitriden is aanzienlijk hoger dan hun verbrandingstemperatuur, dat wil zeggen de temperatuur, die ontwikkeld wordt in de reactie van de onderlinge inwerking tussen titaan, niobium en zirkoon met stikstof volgens de hiervoor ver-melde werkwijze, waarvoor het belangrijk is een compact materiaal ;10 volgens deze werkwijze te verkrijgen. Op zijn hoogst is het mogelijk briketten te verkrijgen met een dichtheid, die gelijk is aan I die van het uitgangspoeder (2-4 g/cm^).
Het is zelfs niet mogelijk een compact materiaal volgens de werkwijze van de stand der techniek te verkrijgen door invoering 15 , van metalen van groep VIII in het begin-mengsel van poeders. In dit geval kan tengevolge van de vorming van plaatselijk gesmolten gebieden, de dichtheid van de verkregen briketten vergroot worden tot 4»5-310 g/cm , die echter resulteert in een zeer ongelijkmatige verdeling van stikstof, die 50-100 % bereikt. De gesmolten gebie-20 ' den wisselen gewoonlijk af met omhulsels en ledige ruimten, waar-, door de breeksterkte van de verkregen briketten zeer gering is en 2 zelfs niet 5 g/mm bereikt.
Daarom waarborgt de hiervoor vermelde werkwijze niet de bereiding van legeringen op basis van metalen van groep VIII en ni-j25 triden van metalen van de groepen III-VII met een dichtheid groter : dan 5 g/cm , een poreusheid beneden 30 ¢, een breeksterkte boven j 2 5 kg/mm , een relatieve slijtage beneden 15 eenheden (1 eenheid -relatieve slijtage van wolfiaamcarbide), een nitride-deeltjesgrootte beneden 0,1 mm, bij een stikstofgehalte boven 5 °/° en een niet-ge-|30 j lijkmatigheid van stikstofverdeling van 10 % met niet-gelijkmatig- : heid van stikstofverdeling beneden 10 % in het geval van toepassing van de uitgangsmetalen als afzonderlijke elementen.
Beschrijving van de uitvinding
De onderhavige uitvinding is gericht op de voorziening, door 35 middel van de werkwijze voor de bereiding van hoogsmeltende anorganische verbindingen, van een metaalsamenstelling, die eigenschappen bezit, die aanzienlijk verschillen van eigenschappen van bekende legeringen en zonder extra behandeling gebruikt kunnen worden voor het legeren van staal en legeringen.
;40 : Dit oogmerk wordt tot stand gebracht, doordat bij de bekende 8020519
ÖV.02.UC
\ · 5 werkwijze voor de bereiding van hoogsmeltende anorganische verbin- ; dingen volgens de onderhavige uitvinding gebruik wordt gemaakt als uitgangsprodukten,van legeringen, die metalen van groep VIII en metalen van de groepen III-VII bevatten, die gedesintegreerd worden 5 tot poeder, in een stikstof bevattende atmosfeer met een overmaat stikstof worden geplaatst, plaatselijk worden ontstoken en de overmaat stikstof wordt gehandhaafd tot voltooiing van het verbran- j | dingsproces; de onderhavige uitvinding stelt eveneens optimale pa- ! > rameters vast van de stikstofdruk, de dispersieteit van het poeder, 10 de voorverhitting en de samenstelling van de uitgangslegeringen, die het mogelijk maken metaalsamenstellingen voort te brengen met een dichtheid van 5i0 tot 8,0 g/crn^, een poreusheid van 1 tot J>0 %, een breeksterkte van 5 tot 300 kg/mm , een relatieve slijtage van 1,5 tot 15 eenheden, een stikstofgehalte van 5 tot 17 $, een ni- 15 tride-deeltjesgrootte kleiner dan 0,1 mm, een niet-gelijkmatigheid van stikstofverdeling binnen het volume van minder dan 10 %*
Derhalve heeft een metaalsamenstelling, die nikkel en nitri-den van vanadium bevat en bereid is volgens de onderhavige uitvin-ding een dichtheid van 5»8 tot 6,g/cm^, een poreusheid van if,5 ;20 tot 19 °/°% een breeksterkte van 18 tot 250 kg/mm , een relatieve slijtage van 1,9 tot 1if, een stikstofgehalte van 8,1 tot 1if,5 een nitride-deeltjesgrootte kleiner dan 0,02 mm, een niet-gelijk- I .
! matigheid van stikstofverdeling binnen het samenstellingsvolume van minder dan 5 °/°· 1 ; 25 ! Een bekende legering, die nikkel en nitriden van vanadium be- | ! vat en bereid is volgens een werkwijze van de stand der techniek zoals hiervoor besproken, heeft een dichtheid van 3»2 tot if,8 g/cm^, p een poreusheid van 3if tot 51 een breeksterkte beneden 1 kg/mm , een relatieve slijtage groter dan 25 eenheden, een stikstofgehalte 30 van 8,9 tot 13»8 %y een grootte van vanadiumnitridedeeltjes van ten hoogste 0,5 mm, een niet-gelijkmatigheid van stikstofverdeling ; over het samenstellingsvolume tot 50 %· \ j I Een hoge dichtheid van de compacte metaalsamenstelling bereid I volgens de onderhavige uitvinding bij een lage poreusheid, een hoog |35 stikstofgehalte, een gelijkmatige verdeling van stikstof over het totale volume van de samenstelling waarborgen een grote, in hoofdzaak totale assimilatie van stikstof bij het legeren van staal. Een hoge dichtheid van de compacte metaalsamenstelling, een geringe deeltjesgrootte van nitriden en een gelijkmatige verdeling daarvan j | tifO | waarborgt een hoge thermische geleidbaarheid van de samenstelling, ; 8020519
ClK022i,C
6 de snelle oplossing ervan in staal en een gelijkmatige verdeling van nitriden over de ingot massa.
Een hoge dichtheid van de compacte metaalsamenstelling, een lage poreusheid, een grote mechanische sterkte en een grote slijt-5 weerstand elimineren verliezen van het materiaal tijdens het transport, het conditioneren en het legeren van staal.
Een grote mechanische sterkte bij een grote slijtweerstand van 1 de compacte metaalsamenstelling volgens de uitvinding maakt het mogelijk de samenstelling te gebruiken voor de vervaardiging van 10 slijtvaste onderdelen van machines en mechanismen.
Het was tamelijk onverwacht te veronderstellen dat vervanging ; van een mengsel van poeders van metalen van groep VIII met poeders van metalen van de groepen III-VII met legeringen van deze metalen zou resulteren in het gewenste effect. Het thermische effect van de 15. nitrideringsreactie van de legering is niet groter dan het thermische effect uit de nitridering van het mengsel, het specifieke oppervlak van de reactie is niet wezenlijk veranderd en de samenstelling van de uitgangsmaterialen met betrekking tot de afzonderlijke elementen is dezelfde.
20 Het bleek echter, dat bij het gebruik van legeringen van me talen van groep VIII met metalen van de groepen III-VII, een maximum gelijkmatige verdeling verschaft wordt van het metaal van groep VIII | en nitriden van de metalen van de groepen III-VII in de samenstelling. Dit wordt bereikt tengevolge van het feit, dat in de uit-i 25 gangslegeringen metalen van groep VIII onderling gemengd worden met metalen van de groepen III-VII bij het atoom-niveau. In de ver-· | brandingszone worden fijne deeltjes van de uitgangslegering gedis-; pergeerd tijdens de vorming van nitriden van metalen van de groe-' pen III-VII met ontwikkeling van metalen van groep VIII, die daarna 30 ! beginnen te smelten. Als resultaat wordt een dunne laag van een vaste stof-vloeistof massa gevormd, die bestaat uit vaste micro-korrels van nitriden en microdruppels van het vloeibare metaal van | groep VIII, die verder word®, verdicht onder het effect van opper- vlakte-spanningskrachten. De in de vloeistof gesuspendeerde (meta- . 35; len van groep VIII) vaste deeltjes (nitriden van metalen van de groepen III-VII) worden door de vloeistof meegesleept en worden dicht gepakt. Op het volgende moment wordt de verkregen dichte mas-I sa vast en de compacte metaalsamenstelling begint af te koelen.
i | | Derhalve betreft de onderhavige uitvinding een metaalsamen-
IfO ! stelling op basis van nitriden van metalen van de groepen III-VII,
OVI-Xl'S.C
802 0 5 1 9 7 die gekenmerkt wordt, doordat ten minste een legering, die ten minste een metaal van de groep VIII en ten minste een metaal van de groepen III-VII bevat, wordt gedesintegreerd tot poeder, wordt geplaatst in een stikstof bevattende atmosfeer met een overmaat : 5 stikstof, de verbranding van het mengsel wordt geïnitieerd door middel van plaatselijke ontsteking en de overmaat stikstof wordt gehandhaafd tot voltooiing van de reactie.
Als uitgangsmaterialen wordt in hoofdzaak gebruik gemaakt van ! legeringen, die volgende bestanddelen bevatten: :10 metalen van groep VIII 2 tot 70 gew.$; metalen van de groepen III-VII 98 tot 30 gew.$.
; Het is raadzaam als de uitgangsmaterialen de legeringen te gebruiken, die ijzer, nikkel en kobalt, bij voorkeur ijzer bevatten als de metalen van groep VIII, |15 Als uitgangsmaterialen wordt gebruik gemaakt van legeringen, die als metalen van de groepen III-VII aluminium, titaan, zirkoon, vanadium, niobium, tantaal, chroom, molybdeen, wolfraam en mangaan bevatten, bij voorkeur aluminium, vanadium, niobium, chroom en mangaan, in het bijzonder vanadium, chroom en mangaan en het meest 20 : bij voorkeur vanadium.
Het is het meest raadzaam een mengsel te gebruiken van twee legeringen, waarvan ten minste één ten minste een metaal van de groepen III-V bevat.
De metaalsamenstelling volgens de onderhavige uitvinding dient 25 zodanig te zijn samengesteld, dat de samenstelling verwerkt kan worden onder een druk van 1 tot 1000 bar, bij voorkeur van 1 tot | : 500 bar, in het bijzonder 1 tot 300 bar en het meest bij voorkeur 2 tot 160 bar.
De uitgangslegeringen dienen voorafgaand gedesintegreerd te 30 worden tot poeder met een deeltjesgrootte beneden 0,01-2 mm, in ! het bijzonder 0,01-0,6 mm, bij voorkeur 0,02-0,3 mm en het meest bij voorkeur van 0,01* tot 0,13 mm.
Poeders van de uitgangslegeringen dienen bij voorkeur bij voorbaat samengeperst of gebriketteerd te worden.
35 : Het verdient de voorkeur het poeder te verhitten tot een tem- : | peratuur binnen het traject van 100 tot 700°C voorafgaande aan een ! verdere behandeling.
| Tenslotte worden poeders van de 'uitgangslegeringen ontstoken | een | door middel van elektrische spiraal, een elektrische vonk of een 1*0 ; elektrische boog met poeders van metalen van de groepen III-V of
oi^or'LC
8 02 0 5 1 9 8 een mengsel van poeders van metalen van de groepen III-V met oxiden of van metalen van de groepen VI-VIII.
Om de werkwijze onder de verbrandingsomstandigheden uit te voeren, is het noodzakelijk, dat de uitgangslegeringen een voldoen-5 de grote hoeveelheid metalen van de groepen III-VII moeten bevatten, waarvan de wisselwerking met stikstof vergezelfd gaat van warmteontwikkeling, dat wil zeggen boven 50 %, In bepaalde legeringen echter kan het gehalte van metalen van de groepen III-VII beneden ,50 % zijn. De vermindering van hun gehalte tot 50 % is gewoonlijk 10 | toegelaten in het geval van gebruik van een mengsel van twee of meer legeringen als het uitgangsmateriaal of bij het gebruik van een voorafgaande verhitting van het uitgangspoeder, zowel als in het geval dat een metaal van de groepen III-VII een hoog smeltpunt heeft en er een behoefte is in het verlagen van het smeltpunt van 15 de legering, die dit metaal bevat.
Anderzijds is het om een compact dicht gesinterd materiaal voort te brengen noodzakelijk, dat de uitgangslegeringen een voldoende hoeveelheid van een metaal van groep VIII bevatten, dat smelt tijdens de nitrideringstrap en het vereiste dichtheidsniveau 20 met 50 tot 70 % op het geheel voortbrengt. Er zijn echter legeringen, die zelfs bij een concentratie van metalen beneden 50 % (tot 2 %) het mogelijk maken voldoende dichte metaalsamenstellingen te verkrijgen. Dergelijke legeringen bevatten gewoonlijk metalen van de groepen III-VII met smeltpunten dichtbij het smeltpunt van daar-25 : uit bereide nitriden (bijvoorbeeld vanadiumnitriden). Dergelijke nitriden worden ten dele in de verbrandingszone gesmolten, aldus 1 bijdragend tot toename van de vloeistoffase en verdichting van het I produkt.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt als de uitgangsmate-50 : rialen gebruik gemaakt van legeringen, die als metalen van groep VIII ijzer, nikkel en kobalt bevatten, aangezien de samenstelling in hoofdzaak bestemd is voor de legering van staal en legeringen, waarin geen elementen van groep VIII anders dan de hiervoor vermelde drie elementen worden toegepast. IJzer wordt in vergelijking 55 met nikkel en kobalt in een veel grotere mate gebruikt in een aanzienlijk groter aantal staalsoorten en legeringen. Bekend is een groot traject van staalsoorten voor legering waarvan slechts lege- : ringen op ijzerbasis geschikt zijn.
In de uitgangslegeringen volgens de onderhavige uitvinding lifO' wordt als metalen van de groepen III-VII gebruik gemaakt van alu- 8 02 0 5 1 9 9 minium, titaan, zirkoon, vanadium, niobium, tantaal, chroom, I molybdeen, wolfraam en mangaan. Drie van deze metalen, namelijk titaan, zirkoon en tantaal, worden toegepast voor het legeren van een beperkte groep staalsoorten en legeringen; de eerste twee me-| 5 talen - vanwege de specifieke eigenschappen van hun nitriden, het laatstgenoemde - tengevolge van het enigszins minder bestudeerde karakter ervan. Aluminium en niobium worden, hoewel zij een uit-gebreidere toepassing hebben in vergelijking tot de hiervoor vermelde drie metalen, enigszins zeldzamer toegepast, beide voor het 10 legeren van staal tezamen met stikstof, aangezien zij daarmee uitsluitend hoogsmeltende nitriden vormen, waarop men zich slechts in zeer bijzondere gevallen verlaat.
Het meest frequente gebruik wordt genoten door legeringen op basis van nitriden van vanadium, chroom en mangaan in hoofdzaak j15 tengevolge van het feit, dat legeringen van deze metalen op ruime schaal beschikbaar zijn en in hoofdzaak worden toegepast in alle klassen met stikstof gelegeerde staalsoorten; legeringen op basis van vanadiumnitriden verdienen in bepaalde gevallen meer de voorkeur vanwege een grotere thermische stabiliteit ervan.
20 Naast het gebruik in bepaalde gevallen van een legering als het uitgangsmateriaal bestaat de noodzaak een mengsel van twee of meer legeringen te gebruiken. Om staal van een complexe samenstel-j ling te legeren is het buitengewoon belangrijk een gelijkmatige | verdeling van eigenschappen over het totale volume te verkrijgen.
25 ! Dit wordt bereikt door gelijkmatigheid van verdeling van alle elementen, die in het metaal zijn opgenomen. Dit probleem kan gemakke-: lijk worden opgelost tengevolge van legeren door middel van multi-component legeringen. Het is zeer raadzaam als uitgangsmaterialen mengsels van twee legeringen te gebruiken, met dien verstande, 30 dat ten minste een daarvan ten minste een metaal van de groepen III-V bevat. In dit geval is het mogelijk een samenstelling voort te brengen van een complexe formulering met de meest bevredigende dichtheid en vereiste gelijkmatigheid van verdeling van nitriden.; ! Afhankelijk van de formulering van de samenstelling voortge- |35 bracht volgens de onderhavige uitvinding verdient het de voorkeur de plaatselijke ontsteking uit te voeren en een overmaat stikstof | te handhaven binnen een ruim traject van stikstofdrukken, dat wil j zeggen van 1 tot 1000 bar; het ontstekingspunt is geen kritische j factor. De ontsteking kan worden bewerkstelligd op zowel het op- ifO pervlak als in het inwendige deel, alsmede op twee of meer punten 8020519
Oi-wrii o 10 gelijktijdig. De ontsteking kan evenzeer met succes worden uitgevoerd door middel van een elektrische spiraal, een elektrische vonk en een elektrische boog. Alle gemakkelijk ontvlambare exother-me samenstellingen kunnen voor het ontstekingsdoel worden toege|)ast.
5 Om echter het materiaal niet te verontreinigen met bijprodukten, verdient het zeer de voorkeur voor dit doel hetzij poeders van metalen van de groepen III-V hetzij mengsels van poeders van metalen van de groepen III-V met oxiden van metalen van de groepen VI-VIII te gebruiken.
10 ' Om het stationaire karakter van het nitrideringsproces onder de verbrandingsomstandigheden vanaf het moment van ontsteking tot de voltooiing van de verbranding te waarborgen, is het vereist een overmaat hoeveelheid stikstof binnen het omgevende volume te handhaven. Het is een zeer eenvoudige en geschikte techniek voor oplos-15 sing van dit probleem de werkwijze onder een superatmosferische druk uit te voeren. In dit geval wordt stikstof aan de reactiezone geleverd door middel van filtratie door een poreus milieu van het uitgangspoeder tengevolge van de drukval in de werkruimte en de reactiezone, waarin een continue absorptie van stikstof uit de 20 legeringen plaats heeft.
In het algemeen kan stikstof in de verbrandingszone niet al- i leen door het aanhouden van een superatmosferische druk, maar ook door het inblazen van stikstof door een orgaan, dat een hoge stroomsnelheid van blazen waarborgt, worden toegevoerd.
25 Het meest geschikt voor de onderhavige uitvinding is echter het handhaven van een overdruk binnen het traject van 2 tot 160 atmosfeer. Onder dergelijke relatiefolage drukken wordt het overwegende deel van de legeringen genitrideerd zonder voorafgaande samenpersing en brikettering. In dit geval worden de filtratie-omstan-50 digheden in de reactiezone 'behadeeld, waardoor het voor het waarborgen van een stationair verbrandingskarakter noodzakelijk is hogere drukken te gebruiken, in bepaalde gevallen tot 1000 bar.
!
Om een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding voort te brengen is de deeltjesgrootte van het poeder een zeer belangrij-'35 ke factor. Elk materiaal heeft zijn eigen optimale deeltjesgrootte, die de bereiding van het produkt met de vereiste eigenschappen waarborgt, meestal binnen het traject van 0,01f tot 0,15 mm. Deze deeltjesgrootte waarborgt een voldoende groot specifiek oppervlak | voor de reactie en maakt de uitvoering van de werkwijze onder ver- 4-0 | brandingsomstandigheden mogelijk. In bepaalde gevallen bestaat de 8020519
0 i d02I?LC
11 i" ..........
I noodzaak poeders te gebruiken met een deeltjesgrootte kleiner dan ; 0,02 en zelfs kleiner dan 0,01 mm. Het gebruik van super-fijn poeder is verbonden met hetzij het lage exotherme karakter van de reactie van sommige legeringen hetzij met de noodzaak de werkwijze 5 onder lagere stikstofdrukken uit te voeren, hetzij met de noodzaak de sinteringsomstandigheden en de vorming van een dichter produkt te verbeteren.
In een aantal gevallen is het daarentegen gewenst een poeder te gebruiken met grotere deeltjes - gewoonlijk in het geval van 10 : nitridering van een mengsel van verschillende legeringen. Een legering met een grovere deeltjesgrootte, gewoonlijk minder exotherm, wordt gemengd met een legering met een kleinere deeltjesgrootte, .gewoonlijk meer exotherm. Bij een dergelijke nitridering draagt het grovere poeder bij aan het voortbrengen van een produkt met grotere 15 dichtheid, dat wil zeggen, fungeert als een middel met een zwaargewicht.
Bij de bereiding van de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding bestaat in bepaalde gevallen de behoefte aan een voorafgaande verhitting van het uitgangspoeder, aangezien sommige lege-20 ; ringen een laag exotherm karakter hebben en niet aan nitridering onderworpen kunnen worden onder verbrandingsomstandigheden zonder een voorafgaande verhitting. De verhitting wordt tot zodanige temperaturen uitgevoerd, waarbij de wisselwerking van de uitgangsle-gering met stikstof nog afwezig is. De verhittingstemperatuur is 25 gewoonlijk aanzienlijk lager dan de temperaturen die bij de nitri- : dering volgens gebruikelijke methoden zonder het gebruik van ver-i branding gehandhaafd worden.
: De beste wijze van uitvoeren van de uitvinding
De metaalsamenstelling uit ijzer en vanadiumnitride en de be- : 50 ! reiding daarvan.
Als uitgangsmateriaal wordt gebruik gemaakt van een legering, j die ijzer, vanadium en verontreinigingen bevat. Deze legering wordt tot een poeder met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,08 mm gedesintegreerd. Het verkregen poeder wordt in een reservoir gebracht, i ! 35 i dat vervaardigd is uit met polysiloxan behandeld grafiet en in een afdichtbare reactor is geplaatst. De reactor wordt met stikstof gevuld tot een druk van ten hoogste 200 atmosfeer. De wisselwer-kingsreactie van de uitgangslegering met stikstof wordt geïnitieerd dooi* middel van een elektrisch boog en een afgewogen gedeelte ti-h0 ; taanpoeder. Als gevolg van de reactie wordt warmte ontwikkeld, die 8020519
014022LC
12 gebruikt wordt voor een verdere nitridering in de verbrandingszone, die langs de uitgangslegering beweegt. De temperatuur in de ver-| brandingszone is 1470°C, de transportsnelheid van de verbrandingszone is 0,12 m/sec.
5 Voorbeeld I
Metaal bevattende samenstelling uit nikkel en vanadiumnitride en de bereiding ervan.
' Als uitgangsmateriaal wordt gebruik gemaakt van een legering, die 48,31 % nikkel, 51*15 °/° vanadium en 0,54 °/° verontreinigingen 10 bevat. Deze legering wordt gedesintegreerd tot een poeder met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,2 mm. Het verkregen poeder wordt in een reservoir gebracht, dat vervaardigd is uit met polysiloxan : behandeld grafiet en in een afdichtbare reactor is geplaatst. De reactor wordt met stikstof gevuld tot een druk van ten hoogste 15 100 atmosfeer. De wisselwerkingsreactie van de uitgangslegering met stikstof wordt geïnitieerd door middel van een verhitte wolfrsam-spiraal en een afgewogen deel poeder van aluminium en ijzeroxide.
Als resultaat van de reactie wordt warmte ontwikkeld, die een ver-! dere nitridering in de verbrandingszone, die langs de uitgangsle-20 gering beweegt, vergemakkelijkt. De temperatuur in de verbrandingszone is 1550°C, de transportsnelheid van de verbrandingszone is 0,35 cm/sec.
Het verkregen materiaal bevat een compacte metaal bevattende i samenstelling bestaande uit nikkel en vanadiumnitride. Het stik- 25 stofgehalte is 11,50 %, de dichtheid 6,12 g/cnr'*, de poreusheid p 7,6 %, de breeksterkte 112,1 kg/mm , de relatieve slijtage 2,99, de deeltjesgrootte van het nitride kleiner dan 0,01 mm en de niet gelijkmatigheid van de stikstofverdeling over het volume kleiner dan 4 %* jq Andere voorbeelden worden in de volgende tabellen gegeven.
De hoeveelheid verontreinigingen in de aldus voortgebrachte metaalsamenstellingen kan 3,5 °/° zijn.
De verontreinigingen bestaan in het algemeen uit aluminium, I silicium, koolstof, zuurstof, zwavel en fosfor.
8020519 o\W2?.\c
Tabel A
13
No. Uitgangs- Gehalte Gehalte Hoeveel- Dispersiteit legeringen metalen metalen heid ver- van poeders, van groep van de ontreini- mm, kleiner VIII, % groepen gingen, dan III-VII, % :__;__%_ 1 2 3 4 5 6 I. nikkel- 48,31 51,15 0,5½ 0,20 vanadium 2. ijzer- 58,14 40,66 1,20 0,08 vanadium 3. ijzer- 44,61 54,50 0,89 0,14 vanadium i 4- ijzer- 38,24 60,09 1,67 0,05 vanadium 5· ijzer- 18,69 80,22 1,09 0,04 vanadium 6. ijzer- 7,21 90,29 2,50 0,10 vanadium I 7· ijzer- 33,64 65,88 0,48 0,05 niobium 8. kobalt- 28,13 71,21 0,64 0,30 titaan ; 9- kobalt- 14,07 70,15 1,72 0,10 nikkel- zirkoon 14·06 10. ijzer- 32,98 niobium- 33,58 32,96 0,48 0,08 tantaal II. ijzer-vanadium, ijzer- 44,61 54,50 0,89 0,05 chroom , 12. ijzer- 33,64 65,88 0,48 0,05 aluminium- 17,73 17,69 0,57 0,10 chroom 64,01 , 13· ijzer- vanadium, 67,70 32,21 0,09 0,04 ijzer- mangaan 2,0 97,^4 0,36 0,10 14. ijzer- 18,69 80,22 1,09 0,04 vanadium, ijzer- 28,94 70,51 0,45 0,08 chroom 15. ijzer- 8,87 44,92 chroom- 1,27 0,01 mangaan 44,94 : 8020519 u
Tabel A (vervolg) , - 2 3 4 5 6 16. ijzer- vanadium, 18,09 80,22 1 ,09 0,01+ ijzer- wolfraam i+if, 69 54»60 0,79 2,00 17· ijzer- vanadium, 2,00 97*64 0,36 0,10 ijzer- mangaan, 28,94 70,51 0,45 0,08 | ijzer- chroom ' 18. ijzer- 18,69 80,22 1,09 0,04 vanadium, 35,12 63,14 1,74 1,00 ijzer-molybdeen i [ i ; !
ü'·'022LC
i 8020519
Tabel A (vervolg) 15
Stikstof- Initiële Ontste- Ontste- Temperatuur, Opdruk, tempera- kings- kings- C_ mer- atm. , tuur van middel materiaal Verbran- kin- poeders; dingssnel- gen _25___heid, cm/sec ._; 7 89 10 11 12 100 20 wolfraam mengsel van 1-550 spiraal aluminium - en ijzeroxide 0,35 200 100 elektri- titaan 1*470 sche boog - 0,12 1.000 20 elektri- vanadium 1.580 briket- sche spi- tering raai 0,65 150 20 elektri- vanadium 1.560 sche boog - 0,24 1 300 elektri- vanadium 1.450 sche spi- - raai 0,16 250 20 elektri- vanadium 1.720 sche vonk - 0,70 100 20 elektri- niobium 1.650 sche spi- - raai 0,09 300 20 elektri- titaan 1.770 samen- sche vonk - pers- 0,25 sing 120 20 elektri- zirkoon 1.820 sche spi- - raai 0,85 80 20 elektri- mengsel van 1.620 sche boog aluminium met - nikkeloxide 0,14 500 20 elektri- niobium 1.610 samen- sche spi- - pers- raal 0,22 sing 150 20 elektri- mengsel van 1*470 sche vonk aluminium met - ijzeroxide 0,21 120 7OO elektri- vanadium 1.420 sche boog - 0,15 8020519
Tabel A (vervolg) 16
Stikstof- Initiële Ontste- Ontste- Temperatuur, Opdruk, tempera- kings- kings- °C_ mer- atm. tuur van middel materiaal Verbran- kin- poeders; dingssnel- gen __;_heid,cm/sec._ 7 8 9 10 11 12 200 300 elektri- vanadium 1.520 sche spi- - raai 0,30 150 7OO elektri- titaan 1.510 sche vonk - 0,11 120 20 elektri- vanadium 1.580 sche spi- - raai 0,28 150 20 elektri- vanadium 1.510 sche boog - ; 0,13 300 20 elektri- vanadium 1.550 sche spi- - raai 0,20 8020519 17
Tabel B
No. Stikstof- Dichtheid, Poreusheid, Breeksterkte, _gehalte, % g/cm3_%_kg/mm^_ 12 3 4 5 1 11,50 6,12 7,6 112,1 2 8,6if 6,52 1,0 300,0 3 10,72 6,29 2,9 91,it 4 12,11 5,84 12,1 15,2 5 16,11 5,29 15,12 7,9 6 17,00 5,21 18,1 if 10,1 : 7 6,51 7,12 21,13 12,1 8 11,51 5,00 15,1 7,4 ; 9 ^ 7,40 7,51 10,4 21,1 ' 10 5,00 8,00 18,9 11,9 : 11 8,63 6,59 9,1 39,1 : 12 14,53 6,11 24,3 6,12 ; 13 9,91 5,61 15,4 19,4 ; 14 13,13 5,94 12,1 33,4 15 7,6 5,12 30,0 5,1 : 16 12,1 8,00 20,4 12,7 17 11,2 5,44 18,9 15,9 ; 18 9,4 6,91 22,4 41,1 : ! ; I ; i _ :
014022LC
18
Tabel B (vervolg) ; Relatieve Deeltjesgrootte Niet-gelijkmatigheid Opmerkin- slijtage van nitriden, van stikstofverdeling gen mm 6 7 8 9 2.9 0,01 4 1,5 0,005 3 1.9 0,008 5 8.4 0,02 5 9.5 0,05 7 7,7 0,02 6 8.9 0,01 10 15,0 0,10 9 5.9 0,05 6 ; 4,8 0,02 8 4.9 0,008 5 12,4 0,°8 6 11,9 0.02 if 8.5 0,01 7 14,8 0,08 9 4,1 0,1 4 8,3 0,04 6 ; 7,4 0,06 5 ! Industriële toepasbaarheid
De samenstelling en de werkwijze voor de bereiding daarvan kunnen volgens de onderhavige uitvinding . gebruikt worden voor de bereiding van harde legeringen op basis van vuurvaste of hoogsmel-: 5 tende verbindingen.
i ! 8020519 0ι<!022Ι Γ.

Claims (32)

1. Metaalsamenstelling op basis van metalen van de groep VIII . van metalen ; en mtndeny'van de groepen III-VII, met het kenmerk, dat ten minste een legering, die ten minste een metaal van groep 5; VIII en ten minste één metaal van de groepen III-VII bevat, tot poeder wordt gedesintegreerd, in een stikstof bevattende atmosfeer wordt geplaatst met een overmaat stikstof, de verbranding van het mengsel geïnitieerd wordt door middel van een plaatselijke ontsteking op een willekeurig punt van het mengsel en de overmaat stik-10 stof gehandhaafd wordt tot voltooiing van de reactie.
2. Metaalsamenstelling volgens conclusie 1, met het | kenmerk, dat als uitgangsmaterialen gebruik wordt gemaakt van legeringen, die de volgende bestanddelen in de hierna gespecificeerde hoeveelheden in gewichtsprocenten bevatten: 15 metalen van de groep VIII 2 tot 70 metalen van de groepen III-VII · 98 tot 30.
3· Metaalsamenstelling volgens conclusie 1, met het ; kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik wordt gemaakt van verbindingen, die als de metalen van groep VIII ijzer, nikkel en 20 kobalt bevatten.
4· Metaalsamenstelling volgens conclusie 3» m e t het kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik wordt gemaakt van ' verbindingen, die ijzer als de metalen van groep VIII bevat.
5· Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot en : 25 met met het kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik is gemaakt van een legering, die als de metalen van de I groepen III-VII aluminium, titaan, zirkoon, vanadium, niobium, ; tantaal, chroom, molybdeen, wolfraam en mangaan bevat.
6. Metaalsamenstelling volgens conclusie 5i net het 30' kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik wordt gemaakt van een legering, die als de metalen van de groepen III-VII aluminium, ! vanadium, chroom, niobium en mangaan bevat.
7· Metaalsamenstelling volgens conclusie 6, met het kenmerk, daf als uitgangsmateriaal gebruik is gemaakt van 35; een legering, die als de metalen van de groepen III-VII vanadium, ! chroom en mangaan bevat.
8. Metaalsamenstelling volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik is gemaakt van 1 i ! een legering, die als het metaal van de groepen III-VII vanadium 40 bevat. 8020519 maq??lc ' 20 a.
9· Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot 8, : met het kenmerk, dat als uitgangsmateriaal gebruik wordt gemaakt van een mengsel van twee legeringen, waarvan ten min- j,' .·* f / ste een legering ten minste een metaal van de groepen III-VII bevat.
10. Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot en met 9* met het kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof worden gehandhaafd onder een druk van 1 tot 1.000 bar.
11. Metaalsamenstelling volgens conclusie 10, met het 10 kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof worden gehandhaafd onder een druk van 1 tot 500 bar.
12. Metaalsamenstelling volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehandhaafd worden onder een druk van 1 tot 300 bar. 15 15· Metaalsamenstelling volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehandhaafd worden onder een druk van 2 tot 160 bar, 1if. Metaalsamenstelling volgens een van de conclusies 1 tot j 13» met het kenmerk, dat de uitgangslegeringen voor-20 ! af gedesintegreerd worden tot poeder met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,01 - 2 mm.
15· Metaalsamenstelling volgens conclusie 14» met het kenmerk, dat de uitgangslegeringen vooraf gedesintegreerd worden tot poeder met een deeltjesgrootte van 0,01 - 0,6 mm.
16. Metaalsamenstelling volgens conclusie 15» met het kenmerk, dat de uitgangslegeringen vooraf gedesintegreerd worden tot poeder met een deeltjesgrootte van 0,02 tot 0,3 mm.
17· Metaalsamenstelling volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de uitgangslegeringen vooraf gedesintegreerd 30' worden tot poeder met een deeltjesgrootte kleiner dan 0,04-0,15 mm.
18. Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot ΐ ! 17» met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangs- ; ! legeringen vooraf samengeperst worden. i :
19· Metaalsamenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 35 17» met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangs legeringen vooraf gebriketteerd worden, j : 20. Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot 19» met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangslegeringen vooraf verhit worden tot een temperatuur binnen het 4.0 traject van 100 tot 700°C. 8020518
21. Metaalsamenstelling volgens elk van de conclusies 1 tot en' met 20, met het kenmerk, dat de poeders van de uit-gangslegeringen ontstoken worden door middel van een elektrische spiraal, een elektrische vonk of een elektrische boog onder toepas- 5 sing van poeders van metalen vah de groepen III-V of mengsels van poeders van metalen van de groepen III-V met oxiden van metalen van de groepen VI-VIII.
22. Werkwijze ter bereiding van een metaalsamehstelling, met het kenmerk, dat ten minste één legering met ten : 10 minste een metaal van de groep VIII en ten minste een metaal van de groepen III-VII gedesintegreerd wordt tot poeder, in een stikstof bevattende atmosfeer wordt geplaatst, verbranding van het mengsel • wordt geïnitieerd door plaatselijke ontsteking op een willekeurig : punt van het mengsel en een overmaat stikstof wordt gehandhaafd tot 15 voltooiing van de reactie.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het k e n - | merk, dat als uitgangsmaterialen gebruik wordt gemaakt van legeringen, die de volgende bestanddelen in de hierna gespecificeerde hoeveelheden in gewichtsprocenten bevatten: 20 metalen van de groep VIII 2 tot170, ! metalen van de groepen III-VII 98 tot 30. 2-k· Werkwijze volgens elk van de voorafgaande conclusies 22 en 23, met het kenmerk, dat als uitgangsmaterialen ge- : bruik wordt gemaakt van legeringen, die als de metalen van groep 23: VIII ijzer, nikkel en kobalt bevatten.
25. Werkwijze volgens conclusie 2if, met het kenmerk, dat als uitgangsmaterialen gebruik wordt gemaakt van legeringen die als het metaal van groep VIII ijzer bevatten.
26. Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot 25, met 30, het kenmerk, dat als uitgangsmaterialen gebruik wordt ge- \ maakt van legeringen, die als de metalen van de groepen III-VII i I aluminium, titaan, zirkoon, vanadium, niobium, tantaal, chroom, j : molybdeen, wolfraam en mangaan bevatten.
27· Werkwijze volgens conclusie 26, met het ken-35 merk, dat als uitgangsmaterialen in overwegende mate gebruik : wordt gemaakt van legeringen, die als de metalen van de groepen i III-VII aluminium, vanadium, niobium, chroom en mangaan bevatten. i O j ; 28. Werkwijze volgens conclusie 27i met het ken- i merk, dat als uitgangsmaterialen in overwegende mate gebruik IΛ0 wordt gemaakt van legeringen, die als de metalen van de groepen 8020518 01d0?2L.C III-VII vanadium en mangaan bevatten.
29. Werkwijze volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat als uitgangsmaterialen in overwegende mate gebruik wordt gemaakt van legeringen, die vanadium als het metaal van de 5 groepen III-VII bevatten.
30· Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot en met 29» met het kenmerk, dat als uitgangsmaterialen gebruik wordt gemaakt van een mengsel van twee legeringen, waarvan ten minste een ten minste een metaal van de groepen III-V bevat. 10
31. Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot en met 30, met het kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehandhaafd worden onder een druk van 1 tot 1.000 bar.
32. Werkwijze volgens conclusie 31» met het kenmerk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehand- 15 ^ haafd worden onder een druk van 1 tot 500 bar. i i 33* Werkwijze volgens conclusie 32, met het ken- i ! merk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehand- 1 haafd worden onder een druk van 1 tot 300 bar.
34· Werkwijze volgens conclusie 33» met het ken- 20 merk, dat plaatselijke ontsteking en overmaat stikstof gehandhaafd worden onder een druk van 2 tot 160 bar. j ; 35* Werkwijze volgens elk van de voorgaande conclusies 22 tot en met 34» met het kenmerk, dat de uitgangslegerin-; gen vooraf gemalen zijn tot poeder met een deeltjesgrootte van 0,01 - 2 mm. j ;
36. Werkwijze volgens conclusie 35» met het ken-; | merk, dat de uitgangslegeringen vooraf gemalen zijn tot poeder l met een deeltjesgrootte van 0,01 tot 0,6 mm.
37· Werkwijze volgens conclusie 36» met het ken- I30 ; merk, dat de uitgangslegeringen vooraf gemalen zijn tot poeder i met een deeltjesgrootte van 0,02 tot 0,3 mm.
38. Werkwijze volgens conclusie 37» met het ken-j m e r k, dat de uitgangslegeringen vooraf gemalen zijn tot poeder met een deeltjesgrootte van 0,0if tot 0,15 mm. j 39« Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot en met 38» met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangsmaterialen vooraf zijn samengeperst.
40. Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot en met 38, met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangsle-;Z|0 : geringen vooraf zijn gebriketteerd. 8020519 CM 40221.0 #· V lf1. Werkwijze volgens elk van de conclusies 22 tot en met 40, met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangslege-ringen vooraf zijn verhit tot een temperatuur binnen het traject van 100 tot 700°C. ! 5 42· Werkwijze volgens elk van de voorgaande conclusies 22 tot en met 41» met het kenmerk, dat de poeders van de uitgangslegeringen ontstoken zijn door middel van een elektrische spiraal, een elektrische vonk of een elektrische boog onder toepassing van poeders van metalen van de groepen III-V of mengsels 10 van poeders van metalen van de groepen III-V met oxiden van metalen ! van de groepen VI-VIII. j i i * * * * * * ' ! · : ! : i : ! i ' i ! I i I ; I i I J 8020519 0140221C
NLAANVRAGE8020519,A 1980-01-25 1980-12-25 Werkwijze voor het bereiden van een samengesteld materiaal, bestaande uit metaalnitriden. NL184576C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SU802865652A SU928831A1 (ru) 1980-01-25 1980-01-25 Сплав дл легировани стали
SU2865652 1980-01-25
PCT/SU1980/000217 WO1981002168A1 (en) 1980-01-25 1980-12-25 Metallic composition and method of its manufacture
SU8000217 1980-12-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8020519A true NL8020519A (nl) 1981-12-01
NL184576B NL184576B (nl) 1989-04-03
NL184576C NL184576C (nl) 1989-09-01

Family

ID=20870514

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8020519,A NL184576C (nl) 1980-01-25 1980-12-25 Werkwijze voor het bereiden van een samengesteld materiaal, bestaande uit metaalnitriden.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4623402A (nl)
JP (1) JPS6340855B2 (nl)
AT (1) AT377783B (nl)
GB (1) GB2080785B (nl)
NL (1) NL184576C (nl)
SE (1) SE451200B (nl)
SU (1) SU928831A1 (nl)
WO (1) WO1981002168A1 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4836982A (en) * 1984-10-19 1989-06-06 Martin Marietta Corporation Rapid solidification of metal-second phase composites
US4915902A (en) * 1984-10-19 1990-04-10 Martin Marietta Corporation Complex ceramic whisker formation in metal-ceramic composites
US4917964A (en) * 1984-10-19 1990-04-17 Martin Marietta Corporation Porous metal-second phase composites
US4985202A (en) * 1984-10-19 1991-01-15 Martin Marietta Corporation Process for forming porous metal-second phase composites
SE454059B (sv) * 1985-09-12 1988-03-28 Santrade Ltd Sett att framstella pulverpartiklar for finkorniga hardmateriallegeringar
US4800065A (en) * 1986-12-19 1989-01-24 Martin Marietta Corporation Process for making ceramic-ceramic composites and products thereof
RU1702836C (en) * 1987-05-26 1993-11-15 Inst Strukturnoj Makrokinetiki Process of production of superconducting oxide material
WO1991012349A1 (en) * 1990-02-14 1991-08-22 Institut Strukturnoi Makrokinetiki Akademii Nauk Sssr Method for obtaining ferrites
WO1991013044A1 (en) * 1990-02-20 1991-09-05 Tomsky Filial Instituta Strukturnoi Makrokinetiki Akademii Nauk Sssr Chromium-based nitrified baked material and method of obtaining it
SE9201928D0 (sv) * 1992-06-22 1992-06-22 Sandvik Ab Sintered extremely fine-grained titanium based carbonitride alloy with improved toughness and/or wear resistance
US6042949A (en) * 1998-01-21 2000-03-28 Materials Innovation, Inc. High strength steel powder, method for the production thereof and method for producing parts therefrom
US7360488B2 (en) * 2004-04-30 2008-04-22 Aerojet - General Corporation Single phase tungsten alloy
CN100357465C (zh) * 2004-08-31 2007-12-26 承德金科科技开发有限责任公司 一种燃烧合成制备含氮80钒铁的生产方法
DE102013201104A1 (de) 2013-01-24 2014-07-24 H.C. Starck Gmbh Verfahren zur Herstellung von Chromnitrid-haltigen Spritzpulvern

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE54815C (de) * H. jessen in Flensburg, Harrisleeweg Nr. 59 Zuckerstangen-Abschneidemaschine
GB767855A (en) * 1953-10-01 1957-02-06 Electric Furnace Prod Co Nitrogen-bearing ferrochromium
FR1391109A (fr) * 1964-01-22 1965-03-05 Electrochimie Soc Alliages nitrurés à l'aluminium
US3304175A (en) * 1964-07-14 1967-02-14 Shieldalloy Corp Nitrogen-containing alloy and its preparation
DE1225678C2 (de) * 1964-11-23 1967-04-20 Elektrometallurgie M B H Ges Verfahren zur Herstellung stickstoffhaltiger Stahlveredler
GB1241591A (en) * 1968-01-12 1971-08-04 Albright & Wilson Chromising of steel strip
US3650729A (en) * 1969-03-07 1972-03-21 Allegheny Ludlum Steel Internally nitrided steel powder and method of making
US3726643A (en) * 1970-04-09 1973-04-10 I Khim Fiz Akademii Nauk Method of producing refractory carbides,borides,silicides,sulfides,and nitrides of metals of groups iv,v,and vi of the periodic system
US4004891A (en) * 1973-03-22 1977-01-25 Gte Sylvania Incorporated Superalloys containing nitrides and process for producing same
US3857695A (en) * 1973-06-21 1974-12-31 Int Minerals & Chem Corp Production of vanadium composition
US4043839A (en) * 1975-04-03 1977-08-23 Allegheny Ludlum Industries, Inc. Internal nitridation of cobalt-base superalloys
SU584052A1 (ru) * 1975-05-04 1977-12-15 Отделение ордена Ленина института химической физики АН СССР Способ получени тугоплавких соединений
US3998666A (en) * 1975-07-30 1976-12-21 United States Steel Corporation Subscale reaction strengthening of low carbon ferrous metal stock
US4126317A (en) * 1976-05-24 1978-11-21 Garlock Inc. Seal for installing seal over splined shaft

Also Published As

Publication number Publication date
NL184576C (nl) 1989-09-01
SU928831A1 (ru) 1986-03-23
JPS6340855B2 (nl) 1988-08-12
GB2080785A (en) 1982-02-10
NL184576B (nl) 1989-04-03
ATA913480A (de) 1984-09-15
AT377783B (de) 1985-04-25
GB2080785B (en) 1985-04-24
WO1981002168A1 (en) 1981-08-06
US4623402A (en) 1986-11-18
JPS57500293A (nl) 1982-02-18
SE451200B (sv) 1987-09-14
SE8105392L (sv) 1981-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8020519A (nl) Metaalsamenstelling en werkwijze ter bereiding ervan.
US4834963A (en) Macrocrystalline tungsten monocarbide powder and process for producing
US5194237A (en) TiC based materials and process for producing same
WO1988007593A2 (en) Process for forming metal-second phase composites utilizing compound starting materials, and products thereof
CN102905822A (zh) 配合铜粉、铬粉或铁粉而成的钛合金复合粉、以其为原料的钛合金材料及其制造方法
EP0550725B1 (en) Process for producing an alloy having hard particles comprising Ti carbide
US4055742A (en) Hard facing rod
EP0413747A1 (en) Arc-melting process for forming metallic-second phase composites and product thereof
JPS6289803A (ja) 硬質合金物品製造用チタン基硬質合金粒子の調製方法
US4650722A (en) Hard faced article
US4077108A (en) Process for producing dense machinable alloys from particulate scrap
US5422069A (en) Master alloys for beta 21S titanium-based alloys and method of making same
US4312894A (en) Hard facing of metal substrates
Fan et al. Microstructural evolution of the titanium particles in the in-situ composition of TiC–Fe by the combustion synthesis
Merzhanov et al. Self-propagating high-temperature synthesis of carbides, nitrides, and borides
US4443255A (en) Hard facing of metal substrates
US5364587A (en) Nickel alloy for hydrogen battery electrodes
WO2012172279A1 (en) Production of metal or alloy objects
FI58792C (fi) Anvaendning av ett haerdningsfoerfarande varvid ett haort oeverdrag appliceras pao en metallyta
RU2365467C2 (ru) Способ получения борсодержащего сплава для легирования стали
JPH1046269A (ja) チタン−モリブデン母合金の製造方法及びチタン−モリブデン母合金
Jiang et al. Synthesis of tungsten carbide–cobalt composites by the field-activated combustion synthesis method
EP0324799B1 (en) Isothermal process for forming porous metal-second phase composites and porous product thereof
Prokudina Titanium carbide
RU2218440C2 (ru) Легирующий материал на основе нитрида кремния и способ его получения

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee