NL8006935A - In water oplosbaar scheerhulpmiddel voor scheermesjes. - Google Patents

Description

A? i · * - < v ir , r ? S 1530-45 P & C I %;r

In water oplosbaar scheerhulpmiddel voor scheermesjes'^

1 H9D£ CI^U

Bij de nomale scheerpraktijk bereidt mow do·· baard voor door aanbrengen van een scheercrême. Een doel hiervan is de baard zacht te maken door water op het gezicht vast te houden. Een tweede doel van de scheercrême is om als smeermiddel te dienen, zodat het scheerelement vlot 5 over het gezicht glijdt. Tijdens het scheren is het echter vaak nodig het scheermesje herhaaldelijk over hetzelfde deel van het gelaat te laten strijken nadat de scheercrême met de eerste streek is verwijderd; zodoende ontberen daaropvolgende streken met het mesje de hulp van de smering, die door de scheercrême verschaft wordt. Daarom is het vaak nodig verdere hoe-10 veelheden scheercrême op te brengen.

Ook is het bekend, dat een vermindering van de wrijvingskrach-ten, die optreden tussen mes en bakkebaarden tijdens het scheren althans in zekere mate verkregen kan worden door op de snijrand deklagen aan te brengen van bepaalde polymeren, bijv. polytetrafluoretheen, zoals beschre-15 ven in het Amerikaanse octrooischrift 3.071.856 en organosiloxanen als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.937.976. Het Amerikaanse octrooischrift 2.292.417 beschrijft deklagen voor scheermesjes, die een was en een "capillairaktief materiaal" bevatten. Dit Amerikaanse octrooischrift vermeldt, dat bestanddelen van de was en het "capillairaktieve 20 materiaal" "enigszines oplosbaar in water" kunnen zijn.

Het is ook bekend, dat het aanbrengen van bepaalde, in water oplosbare polymeren polymeren op het gelaat dient om het scheren te vergemakkelijken .

Gevonden werd nu, dat deklagen, die in water oplosbaar poly-25 ethyleenoxide bevatten, direkt op een scheermesje kunnen worden aangebracht, wat bij bevochtiging tijdens het scheren een continue stroom smerend werkend scheerhulpmiddel op het gelaat verschaft. Deze vondst staat in tegenstelling met wat in de bovengenoemde literatuur geleerd wordt, aangezien nu deklagen voor scheermesjes verschaft worden, die in water 30 oplosbaar zijn om smering tijdens het scheren te verschaffen.

De bijgevoegde tekening is een dwarsdoorsnede van een stalen scheermesje, dat volgens de uitvinding bekleed is met polyethyleenoxide.

Hieronder worden enkele voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven.

35 Handelskwaliteiten van polyethyleenoxide bezitten gewoonlijk een molecuulgewicht in het trajekt van circa 100.000-4.000.000 en zij worden geleverd in de vorm van witte droge poeders. Dit in de handel verkrijgbare polyethyleenoxide kan op iedere gebruikelijke wijze, die geen 8 0 069 3 5 - 2 - ontleding veroorzaakt, volgens de uitvinding worden aangebracht als deklaag op een scheermesje. Een voorkeursraethode voor het vormen van de hechtende bekleding is, dat men het scheermesje met het polyethyleenoxide bekleedt in de vorm van een visceuze waterige oplossing. Andere wijzen 5 voor het aanbrengen van polyethyleenoxide als deklaag zijn mogelijk volgens de vormtechnieken, die beschreven zijn in een publikaite van Union Carbide Corporation uit Mei 1972, getiteld "Polyox, Water soluble Resins: Thermoplastic Processing: Calendaring, Extrusion, and Injection Molding". Aange-zien het polyethyleenoxide-polymeer een slechte hechting vertoont aan het 10 metalen oppervlak van het mesje, wordt bij voorkeur een kleine hoeveelheid van een de hechting bevorderend middel, bijv. een hydantoine-formaldehyde-hars, met het polyethyleenoxide-polymeer gemengd.

De deklaag kan het gehele mesje bedekken of slechts het gebied aangrenzend aan de snijrand. De deklaag kan zich ook om de snijrand uit-15 strekken zonder dat dit enig nadelig effekt heeft i.v.m. de in water oplosbare aard van de deklaag. Bovendien wordt, zoals in de tekening is weergegeven, het mesje of de rand van het mesje bij voorkeur eerst op bekende wijze bekleed met een de wrijving verminderend materiaal, bijv. tetrafluor-etheen, en de in water oplosbare smerende deklaag van de uitvinding wordt 20 daarna daar omheen aangebracht.

De deklaag van de uitvinding kan het polyethyleenoxide gemengd met andere capillairaktieve middelen, andere in water oplosbare polymeren en zelfs met in water onoplosbare polymeren bevatten. Een de voorkeur verdienend bekledingsmengsel is een oplossing van 10 gew.% van 25 een mengsel van 50 gew.% "Polyox" (handelsprodukt Union Carbide Corporation) en 50 gew.% "Pluronic" (handelsprodukt van Wyandotte Chemicals Corporation) in een mengsel van 50 volume % isopropanol en 50 volume % water. De bij voorkeur toegepaste "Pluronic" materialen zijn vast of pasteus en kunnen worden weergegeven met de formule ARB, waarin "A" het molecuulgewicht 30 (in honderden) voorstelt van het poly(oxypropyleen) deel van het molecuul en gelijk is aan of groter dan 25 (d.w.z. molecuulgewicht, MW^»2500) en "B" het poly(oxyethyleen) deel van het molecuul voorstelt en gelijk is aan of groter dan 4 (honderd). Een "25R8 Pluronic" verdient de voorkeur en een "31 R4 Pluronic" is eveneens geschikt. Het bij voorkeur toegepaste 35 "Polyox" voor een dergelijk preparaat is kwaliteit WRPA 1354 of WSR 1105 van Union Carbide, die elk een molecuulgewicht van circa 900.000 bezitten.

Na aanbrengen van een dergelijk waterig preparaat op het scheermesje wordt het gedroogd onder vorming van een droge deklaag met een dikte van circa 125 ^im.

8 0 069 3 5 - 3 -

De voorkeur verdienende preparaten bevatten waterige oplossingen van polyethyleenoxide en ten minste één ander capillairaktief middel met hoog molecuulgewicht. Het mengsel van opgeloste stoffen kan tot 60 gew.% van het andere capillairaktieve middel met hoog molecuulge-5 wicht bevatten.

Bij het scheren met een mesje met een bovenbeschreven deklaag wordt het gelaat eerst bevochtigd en een deel van het polyethyleenoxide (en eventueel verder capillairaktief middel) wordt tijdens het scheren opgelost en verschaft zodoende een smerend effekt.

10 Uiteraard zijn binnen het raam van de uitvinding talrijke wijzigingen mogelijk.

80 OS9 35

Claims (6)

1. Scheermesje met een daar aanhechtende vaste deklaag, die polyethyleenoxide bevat.

2. Scheermesje volgens conclusie 1, met het kenmerk,, dat de deklaag tevens een verder capillairaktief middel met hoog molecuulgewicht 5 bevat.

3. Scheermesje volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het verdere capillairaktieve middel weergegeven kan worden met de formule: AKB, waarin: A een (poly(oxypropyleen) rest met een molecuulgewicht^» 2500 en B een poly (oxyethyleen) rest met een molecuulgewicht van^5» 400 voor- 10 stelt.

4. Scheermesje volgens conclusies 1-3,-met het kenmerk, dat de deklaag tevens een middel ter bevordering van de hechting bevat.

5. Scheermesje volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het middel ter bevordering van de hechting hydantoine-formaldehyde is. 15

6· Scheermesje volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de deklaag van polyethyleenoxide is aangebracht over een deklaag van poly-tetrafluoretheen. 8 0 0593 5