NL8006576A

NL8006576A - Werkwijze voor het verbeteren van de oppervlakte- -eigenschappen van een grammofoonplaat, vervaardigd uit een polymeer op basis van vinylchloride.

Info

Publication number: NL8006576A
Application number: NL8006576A
Authority: NL
Original assignee: Shinetsu Chemical Co
Priority date: 1979-12-06
Filing date: 1980-12-03
Publication date: 1981-07-01
Also published as: DE3045961A1; JPS6313241B2; US4307045A; GB2064555A; JPS5680802A; FR2471722A1; FR2471722B1; GB2064555B

Description

i i i

Werkwijze voor het verbeteren van de oppervlakte-eigenschappen van een grammofoonplaat, vervaardigd uit een polymeer op basis van vinylchloride.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbeteren van een grammofoonplaat. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze, waardoor de elektrostatische lading op het oppervlak van een grammofoonplaat 5 sterk wordt verminderd en de slijtvastheid van de grammofoonplaat belangrijk wordt verbeterd, hetgeen leidt tot een verminderd optreden van ruis bij het af spelen van de plaat, zelfs nadat dit afspelen vele malen is herhaald.

Zoals bekend worden de meeste moderne grammofoon-10 platen vervaardigd uit een copolymeer van vinylchloride en vinyl-acetaat. Ondanks de vele voordelen, die door toepassing van een dergelijk polymeer op basis van vinylchloride worden bereikt, geven anderzijds grammofoonplaten op basis van een dergelijk polymeer verschillende problemen als gevolg van de betrekkelijk slechte 15 slijtvastheid en de grote gevoeligheid voor elektrostatische lading, hetgeen leidt tot een snelle vervuiling van het oppervlak door het afzetten en ophopen van stof, met als gevolg een snelle toeneming van de ontwikkeling van ruis bij het afspelen van de plaat.

Er bestaat derhalve een dringende behoefte aan 20 de ontwikkeling van een doeltreffende methode voor het verbeteren van grammofoonplaten, vervaardigd uit een polymeer op vinylchloride-basis, met betrekking tot de hierboven genoemde problemen; Er zi'jn bijvoorbeeld verschillende chemische methoden voorgesteld voor het behandelen van het plaatoppervlak om aldus de oppervlaktesterkte 25 of in het bijzonder de slijtvastheid te verbeteren. Helaas is tot dusver nog geen bevredigende methode ontwikkeld, niet alleen als gevolg van een onvoldoende doeltreffendheid van de methode, maar ook om economische redenen omdat de kosten in belangrijke omvang toenemen.

30 Om elektrostatische lading, dat wil zeggen het Q Λ Λ E 7 Ct 2 ophopen van statische elektriciteit, op het oppervlak van een grammofoonplaat te verhinderen, is een werkwijze bekend voor het bekleden van het oppervlak met een antistatisch middel en een werkwijze om een antistatisch middel in het polymeermengsel op te nemen door 5 het hierin in te mengen voordat het polymeermengsel tot een grammofoonplaat wordt verwerkt. De eerstgenoemde bekledingsmethode is doeltreffend als het ogenblikkelijk optreden van het antistatische effect gewenst wordt. De bekledingsmethode heeft echter een nadeel als gevolg vein de slechte duurzaamheid van het emtistatische effect 10 en de kleverigheid van het beklede oppervlak, die tenslotte kan leiden tot het "blokkeren" van de op het oppervlak beklede grammofoonplaten, die op elkaar zijn gestapeld of naast elkaar staan. De laatstgenoemde methode van het impregneren van het polymeermengsel met een antistatisch middel is onvoldoende met betrekking tot de 15 doeltreffendheid van het antistatische gedrag, zelfs hoewel deze duurzamer is dan de eerstgenoemde methode. Het verhogen van de hoeveelheid antistatisch middel voor het compenseren van het onvoldoende antistatisch effect kan leiden tot het optreden van kleverigheid op het oppervlak met als gevolg blokkeren of een toenemende 20 vervuiling van het oppervlak, naast de nadelen van een slechte warmtebestendigheid en een slechte bewerkbaarheid van het polymeermengsel .

De uitvinding beoogt derhalve een betrekkelijk eenvoudige en doelmatige werkwijze te verschaffen met het oog op de 25 hierboven beschreven problemen bij de bekende werkwijzen, waardoor een grammofoonplaat, vervaardigd uit een polymeer op basis van vinylchloride, een belangrijk verbeterde oppervlaktesterkte verkrijgt en in het bijzonder een verbeterde slijtvastheid, terwijl de elektrostatische lading op het oppervlak sterk wordt verminderd, 30 De werkwijze volgens de uitvinding voor het ver beteren van de oppervlakte-eigenschappen van een grammofoonplaat, vervaardigd uit een polymeer op basis van vinylchloride, omvat een trap voor het bestralen van het oppervlak van de grammofoonplaat met ultraviolet licht met een aanzienlijke energie-inhoud in het 35 golflengtegebied van 200 nm of korter in een atmosfeer van zuurstof 8006576 > ( 3 of een zuurstof-bevattend gasmengsel, waarvan de druk of partiële druk van de zuurstof tenminste 15 Torr bedraagt.

De hierboven beschreven methode is voldoende doeltreffend gedurende tenminste een zekere tijd na de bestraling, 5 maar de duurzaamheid kan verder worden verbeterd als het met ultraviolet bestraalde oppervlak van de grammofoonplaat wordt behandeld of bekleed met een oplossing, die een oppervlak-actief middel bevat.

De werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast op iedere grammofoonplaat, die is vervaardigd uit een 10 polymeer op basis van vinylchloride, dat wil zeggen een homopolymeer van vinylchloride of een vinylchloride-copolymeer, in hoofdzaak samengesteld uit vinylchloride, hoewel een homopolymeer van vinylchloride zelden wordt gebruikt voor het vervaardigen van grammofoonplaten. De copolymeren worden verkregen door copolymerisatie van 15 één of meer monomeren, zoals vinylacetaat, etheen, propeen en acryl- en methacrylzuur en esters daarvan met belangrijke hoeveelheden vinylchloride. Verschillende ent-copolymeren, in hoofdzaak bestaande uit vinylchloride, zijn ook geschikt als uitgangsmateriaal voor grammofoonplaten, die door de werkwijze volgens de uitvinding 20 kunnen worden verbeterd.

Zoals bekend worden grammofoonplaten vervaardigd uit een polymeer, bestaande uit de hierboven beschreven vinylchlo-ride-polymeren of copolymeren, als hoofdbestanddeel, gemengd met een reeks toevoegsels, zoals weekmakers, antistatische middelen, 25 stabilisatoren, glijmiddelen, vulstoffen, anti-oxydanten, ultra- violet-absorptie middelen, pigmenten, kleurstoffen, verknopingsmidde-len en dergelijke. Deze toevoegsels hebben geen bijzondere ongun-stige invloed als de grammofoonplaat volgens de werkwijze van de uitvinding moet worden behandeld. In het bijzonder.het opnemen van 30 een antistatisch middel is soms doeltreffend voor het versterken van de doelmatigheid van de werkwijze volgens de uitvinding met betrekking tot het antistatische gedrag. De hoeveelheid antistatisch middel, die in het polymeermengsel wordt opgenomen, ligt eventueel in het traject van 0,03-1 gew.dl. per 100 gew.dln. van het polymeer 35 op basis van vinylchloride. De types antistatische middelen, die in O Λ Λ ü C *7 & 4 het algemeen tot de oppervlak-actieve middelen behoren, zijn niet bijzonder beperkt en omvatten kationische, anionische, niet-ionische en amfotere oppervlak-actieve middelen.

De uit de hierboven beschreven polymeermengsels 5 vervaardigde grammofoonplaten worden bestraald met ultraviolet licht met een aanzienlijke energie-inhoud in het golflengtegebied van 200 nm of korter in een bepaalde atmosfeer. De lichtbron van het ultraviolette licht, die het licht met de golflengte korter dan 200 nm uitstraalt, is niet aan bijzondere beperkingen gebonden en omvat 10 zowel die, welke lijnenspectra emitteren als die welke ultraviolet licht met een continue band in het golflengtegebied van 200 nm of korter emitteren. In het bijzonder lage-druk-kwiklampen zijn geschikt voor het emitteren van lijnspectra bij 185 nm, 254 nm, 313 nm en 365 nm, met een aeinzienlijke energie-inhoud bij 185 nm.

15 Als het ultraviolette licht geen aanzienlijke energie-inhoud heeft in het golflengtegebied van 200 nm of korter leidt zelfs een langdurige bestraling met het licht niet tot het gewenste antistatische effect en tot de gewenste slij tvastheid vein het oppervlak van de grammofoonplaat en de ruisontwikkeling bij het 20 afspelen van de plaat wordt nauwelijks onderdrukt. In dit verband is het van wezenlijk belang dat de ultraviolet lamp of in het bijzonder het venster van de lamp is vervaardigd uit een materiaal, dat sterk transparant is voor ultraviolet licht met kortere golflengte, zoals kwarts, zeer zuiver kwartsglas, synthetische saffier en dergelijke. 25 " Bij de werkwijze volgens de uitvinding is het van wezenlijk belang dat de bestraling met ultraviolet licht wordt uitgevoerd in een atmosfeer van zuurstof of een gasmengsel, dat i zuurstof bevat, waarvan de druk of de partiële druk vein de zuurstof tenminste 15 Torr of bij voorkeur tenminste 50 Tors bedraagt. Als 30 aan deze atmosferische voorwaarde niet wordt voldaan, wordt het antistatisch gedrag van de grammofoonplaat nauwelijks verbeterd door de ultraviolette bestraling, hoewel de slijtvastheid in belangrijke mate kan worden verbeterd, zodat als gevolg daarvan de ruisontwikkeling bij het afspelen van de plaat onvoldoende kan worden 35 verminderd. Uit het oogpunt van de praktische doelstelling is het 8 00 6 5 7 δ 'i · 5 het meest doelmatig de ultraviolette bestraling uit te voeren in lucht onder atmosferische druk met een voldoende sterk effect met betrekking tot de verbetering van het antistatisch gedrag en de slijtvastheid van de grammofoonplaat.

5 Zoals duidelijk zal zijn is het in de meeste gevallen van een bestraling met ultraviolet van een materiaal ter verbetering van bepaalde eigenschappen daarvan, in het algemeen gebruik dat het behandelde materiaal zo dicht mogelijk bij de ultraviolet lamp wordt gebracht, voor zover geen moeilijkheden optreden 10 bij het behandelen van het materiaal en de lamp, hierbij overwegende dat de intensiteit van de lichtenergie snel afneemt als de afstand tussen het materiaal en de lamp toeneemt. Daarentegen is verrassenderwijs gevonden dat het effect van het verschaffen van antistati-sche eigenschappen aan de grammofoonplaat onverwacht afneemt als de 15 afstand tussen de lamp en de plaat te klein is beneden een bepaalde grens, met een tamelijk versterkte ruisontwikkeling bij het afspelen van de plaat. Zoals kan worden afgeleid uit elektronen-microscopische foto’s van het gebarsten oppervlak van de behandelde platen en uit andere verschijnselen, is dit onverwachte verschijnsel een gevolg 20 van de ongewenste ontleding of afbraak, die in de oppervlaktelaag optreedt, gelijktijdig met het modificeren van de oppervlakte-eigenschappen door het ultraviolette licht in de gewenste richting.

Hoewel de hierboven beschreven, omgekeerde verhouding tussen de stralingsafstand en de doelmatigheid van de stra-25 lingsbehandeling een proefondervindelijk vastgesteld feit is, is het zeer moeilijk een vast kriterium te geven voor de optimale intensiteit van het ultraviolet licht, die in het algemeen«op alle gevallen van toepassing is en wel als gevolg van het ontbreken van geschikte en nauwkeurige technische middelen voor het dosereq van het ultra-30 violette licht, in het bijzonder in het gebied met kortere golflengten. Het is derhalve praktisch en aan te bevelen, dat de afstand tussen de behandelde grammofoonplaat en de ultraviolette lamp en de tijdsduur van de bestraling worden bepaald door een voorafgaand onderzoek voor de afzonderlijke gevallen, overwegende het type en 35 het vermogen van de lamp, alsmede de geometrie van de plaatsing van 8006576 6 de lamp en de plaat. Ruwweg gezegd ligt de afstand tussen de lamp en de plaat tussen 0,5 en 50 cm en de bestralingstijd ligt in het traject van enkele tientallen seconden tot verscheidene tientallen minuten.

5 Als een duurzaam resultaat van het effect, ver kregen door de stralingsbehandeling met ultraviolet licht gewenst is, wordt de door bestraling behandelde grammofoonplaat verder onderworpen aan een behandeling met een oplossing, die een oppervlak-actief middel bevat, dat wil zeggen de plaat wordt met de oplossing 10 in contact gebracht door sproeien, dompelen of op een andere geschikte wijze. Deze behandeling met een oppervlak-actief middel is doeltreffend voor het versterken van het antistatische effect en de slijtvastheid van de bestraalde grammofoonplaat, hetgeen leidt tot een sterke vermindering van de ruisontwikkeling naast de verlenging Γ5 van het antistatisch effect gedurende een lange tijdsduur.

Oppervlak-actieve middelen, die geschikt zijn om te worden gebruikt bij de hierboven genoemde tweede behandeling na de bestraling met ultraviolet licht, zijn anionische oppervlak-actieve middelen, bijvoorbeeld gesulfoneerde oliën, metaalzepen, 20 gesulfoneerde esteroliën, gesulfoneerde amide-oliën, gesulfoneerde esterzouten van alkenen, gesulfoneerde esterzouten van alifatische alcoholen, zouten van alkylsulfonzure esters, ethylsulfonaat-zouten van vetzuren, zouten van alkylsulfonzuren, zouten van alkylnaftaleen-sulfonzuren, zouten van alkylbenzeensulfonzuren, reactieprodukten 25 van naftaleensulfonzuur en formaline, ester-sulfonzuur-zouten van barnsteenzuur, esterzouten van fosforzuur en dergelijke? niet-ionische oppervlak-actieve middelen, zoals vetzuur&sters van veel-waarèige alcoholen, ethyleenoxyde-additieprodukten van alifatische alcoholen, ethyleenoxyde-additieprodukten van vetzuren, ethyleenoxy-30 de-additieprodukten van alifatische aminen of vetzuuramiden, ethyleenoxyde-additieprodukten van alkylfenolen, ethyleenoxyde-additieprodukten van alkylnaftolen, ethyleenoxyde-additieprodukten van partiële esters van vetzuren en veelwaardige alcoholen, polyethy-leenglycolen en dergelijke, alsmede amfotere oppervlak-actieve mid-35 delen, zoals die van het carbonzuurtype, bijvoorbeeld van het 8-type 8006576 7 die van het zwavelzuuresterzout-type, bijvoorbeeld hydrozyethyl-imidazoline-zwavelzuuresters en dergelijke, die van het sulfonzuur-type, bijvoorbeeld taurine-condensatie-barnsteenzuuresters, imidazo-line-sulfonzuren en dergelijke.

5 De genoemde oppervlak-actieve middelen worden gewoonlijk gebruikt in de vorm van een waterige oplossing, maar de oplossing kan een met water mengbaar organisch oplosmiddel bevatten, bijvoorbeeld alcoholen, ketonen, esters en dergelijke, indien dit noodzakelijk is. De met ultraviolet bestraalde grammofoonplaat wordt 10 met de oplossing van het oppervlak-actieve middel in contact gebracht door bekleden, bijvoorbeeld borstelen of besproeien, dompelen of op iedere andere geschikte wijze, zonodig gevolgd door wassen met water en drogen.

Hierna worden de werkwijze en het resultaat hier-15 van nader beschreven aan de hand van voorbeelden en vergelijkende voorbeelden. Bij elk van de volgende proeven bestond de bron voor ultraviolet licht steeds uit een lage-druk-kwiklamp, bestaande uit een afgesloten buis van een kwartsglas van hoge kwaliteit (Suprasil glas, een handelsnaam van Heraeus co,, West Duitsland), gevuld met 20 kwikdamp en argongas met verschillend vermogen, geplaatst op een wisselende afstand boven de te bestralen grammofoonplaat.

De samenstellingen van de harsmengsels, die werden gebruikt voor het vervaardigen van de grammofoonplaten, toegepast bij de proeven nrs. 1 tot 9, nr. 10 en nr. 11 tot 13, waren 25 de volgende.

De grammofoonplaten, die werden gebruikt bij de proeven 1-9 werden vervaardigd met een pol'ymeermenggel, bestaande uit 100 gew.dln. van een copolymeer van vinylchloride en vinylace-taat (SC-400G, een handelsnaam van de Shin-Etsu Chemical Co., Japan), 30 0,8 dln. van een met epoxy gemodificeerde sojabonenolie, 0,2 gew.

dln. van een kationisch oppervlak-actief middel van het type quater-nair ammoniumzout (Catanac SN, een handelsnaam van de American Cyanamid Co., U.S.A.), 1,5 gew.dln. dibutyltinmercaptide en 0,1 gew. dl. roet, waarbij het polymeermengsel na voorverhitting bij 140° C 35 werd geperst in een platenpers bij 165° C.

a rtrt r s 7 s 8

De bij proef 10 gebruikte grammofoonplaat werd vervaardigd uit een polymeermengsel, bestaande uit 100 gew.dln. van een copolymeer van vinylchloride en vinylacetaat (SC-500T, een handelsnaam van Shin-Etsu Chemical Co., zie hierboven), 1 gew.dl.

van een met epoxy gemodificeerde sojaolie, 1 gew.dl. dibutyltin- 5 mercaptide, 0,2 gew.dln. calciumstearaat en 0,2 gew.dln. bariumstea- o raat, welk polymeermengsel na voorverhitting bij 145 C in een platenpers bij 170° C werd geperst.

De grammofoonplaten, die werden gebruikt bij de proeven 11-13, werden vervaardigd uit een polymeermengsel, bestaande 10 uit 100 gew.dln. van een copolymeer van vinylchloride en vinylacetaat (SC-400G, zie hierboven), 1 gew.dl. van een met epoxy gemodificeerde sojaolie, 0,8 gew.dln. dibutyltinmercaptide, 0,5 gew.dln. calciumstearaat en 0,1 gew.dl. roet, welk polymeermengsel na voorverhitting bij 140° C in een platenpers bij 160° c werd geperst.

15 De atmosfeer, waarin de grammofoonplaat bij elk van de proeven 2-10 met ultraviolet licht werd bestraald, is hieronder aangegeven in tabel A, tezamen met het vermogen van de lage-druk-kwiklamp in watt, de afstand tussen de lamp en de plaat in cm en de lengte van de bestralingstijd in min.. Bij proef nr. 10 20 werd de houder waarin de lamp en de plaat werden geplaatst, eerst geëvacueerd tot een vacuum van 0,001 Torr en zuurstof werd daarna in het reservoir gebracht tot een druk van 200 Torr.

Bij proef nr. 3 werd een Vycor glas-filter geplaatst tussen de lamp en de bestraalde plaat, zodat ultraviolet 25 licht met een golflengte van 200 nm of korter de plaat niet bereikte.

t 8006576 9

TABEL A

Proef Vermogen Afstand Bestralings- Bestralingsatmosfeer nr. UV-lamp tussen tijd, min.

watt lamp en plaat, cm 5 “““ 2 20 2,0 10 Lucht, atmosferische druk 3 20 2,0 10 Lucht, atmosferische druk* 4 500 30 5 Lucht, atmosferische druk 5 500 70 15 Lucht onder verlaagde druk, partiële zuur stof - 10 druk 50 Torr 6 50 2,0 5 Lucht onder verlaagde druk, partiële zuurstof-druk 10 Torr 7 50 0,5 5 Lucht onder verlaagde druk, partiële zuurstof- g druk 100 Torr 8 50 2,0 5 Lucht onder verlaagde druk, partiële zuurstof-druk 100 Torr 9 50 0,2 5 Lucht onder Verlaagde druk, partiële zuurstof-druk 100 Torr 20 10 20 5,0 15 Zuurstof, 20 Torr

Een Vycor glasilfter was geplaatst tussen de UV lamp en de plaat.

De grammofoonplaten werden hetzij vóór de be-25 straling met ultraviolet licht (proef no. 1) of nd deze bestraling (proeven no. 2-10), zoals aangegeven in tabel A, onderworpen aan meting van de elektrostatische ladingsspanning in volts door het * oppervlak te wrijven met een katoenen doek gedurende 30 sec. met een snelheid van 12,5 maal per seconde en het vaststellen van de 30 signaal/ruis verhouding in dB in het invoerdeel of in het uitvoer-deel, hetzij direkt na de bestraling of na slijtage door de plaat 100 maal af te spelen. De resultaten zijn samengevat in tabel B.

8006570 35 10

TABEL B

Proef Ladings- Invoer Uitvoer Anti- Slijt- nr. scanning _ „ ... „ ... stati- vast- door B!~ "a SliJ- f sli3-sch heid wrijven, straald ten straald ten gedrag g volts 1 3400 56,0 53,0 57,0 53,5 slecht slecht 2 450 58,0 58,0 59,0 59,0 goed goed 3 2950 55,0 52,0 55,5 53,0 slecht slecht 4 900 57,5 57,5 59,0 59,0 goed goed 10 5 3500 55,5 53,0 56,5 53,5 slecht slecht 6 3100 56,0 56,0 57,0 57,0 slecht 7 1050 55,0 55,0 56,5 56,5 (x) 8 600 58,0 58,0 59,0 59,0 goed goed 9 2650 53,0 50,5 54,0 51,0 slecht slecht 15 10 550 58,0 58,0 59,0 59,0 goed goed £

De signaal-ruisverhoudingen na UV-bestraling waren nogal slecht

Vervolgens werd de doelmatigheid van de tweede 20 behandeling van de met ultraviolet bestraalde grammofoonplaat met een oplossing van een oppervlak-actief middel onderzocht (proeven 11-13).

Bij proef nr. 11 werd de grammofoonplaat bestraald met een 20 watt lage-druk-kwiklamp, die 2,0 cm van de plaat 25 was geplaatst en wel gedurende 10 min. in lucht onder atmosferische druk en de aldus bestraalde plaat werd onmiddellijk bekleed met een 2 %'s waterige oplossing van een kationisch oppervlak-actief middel (Catanac SN, zie hierboven), onmiddellijk gevolgd door wassen met water en drogen.

30 De aldus verkregen grammofoonplaat werd onder worpen aan een meting van de ladingsspanning door deze als hiervoor te wrijven en wel direkt na de behandeling, alsmede na 1 maand, 3 maanden of 6 maanden bewaren in een atmosfeer met een relatieve vochtigheid van 60 % bij 25° C. De resultaten zijn vermeld in tabel 35 C.

8006576 11

Bij proef 12, die vergelijkend was, werd de grammofoonplaat op dezelfde wijze als bij proef 11 met ultraviolet licht bestraald, maar de behandeling met de oplossing van het oppervlak-actieve middel had niet plaats. De resultaten van de metingen van de 5 ladingsspanning door wrijving zijn ook in tabel C vermeld.

Bij proef 13 werd de grammofoonplaat eerst bestraald met een 50 watt lage-druk-kwiklamp, die op een afstand van 5,0 cm van de plaat was geplaatst en wel gedurende 10 min. in lucht onder een verlaagde druk met een partiële zuurstofdruk van 70 Torr. 10 Vervolgens werd een 1 %'s waterige oplossing van een anionisch oppervlak-actief middel (Emal TD, een handelsnaam van Kao Atlas Co., Japan) op het bestraalde oppervlak van de plaat gesproeid, onmiddellijk gevolgd door wassen met water en drogen. De resultaten van de meting van de oppervlaktespanning door wrijven, 15 uitgevoerd als bij proef 11, zijn aangegeven in tabel C.

TABEL C

Proef Ladingsspanning door wrijven, volt nr. Behandeld Na 1 maand Na 3 maanden Na 6 maanden 11 370 660 690 760 20 12 680* 2600 3500 3800 13 420 720 730 780 * Direkt na bestraling met ultraviolet licht 25 t 8006576

Claims

1. Werkwijze voor het verbeteren van «ie opper-vlakte-eigenschappen van een grammofoonplaat, vervaardigd uit een polymeer od basis van vinylchloride met het kenmerk, dat men het 5 oppervlak bestraalt met ultraviolet licht met een aanzienlijke energie-inhoud in het golflengtegebied van 200 nm of korter, in een atmosfeer van zuurstof of een zuurstof-bevattend gasmengsel, waarvan de druk of partiële druk van de zuurstof tenminste 15 Torr bedraagt. 10

2, Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken merk, dat men het bestraalde oppervlak na de bestraling met ultraviolet licht in contact brengt met een oplossing, die een oppervlak -actief middel bevat en droogt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat de druk of partiële druk van de zuurstof in de atmos feer tenminste 50 Torr bedraagt. 20 8006576