NL8005900A - Verre voedingsinrichting voor een transmissiestelsel. - Google Patents

Verre voedingsinrichting voor een transmissiestelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8005900A
NL8005900A NL8005900A NL8005900A NL8005900A NL 8005900 A NL8005900 A NL 8005900A NL 8005900 A NL8005900 A NL 8005900A NL 8005900 A NL8005900 A NL 8005900A NL 8005900 A NL8005900 A NL 8005900A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
loop
power supply
relay
controlled
power
Prior art date
Application number
NL8005900A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cit Alcatel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cit Alcatel filed Critical Cit Alcatel
Publication of NL8005900A publication Critical patent/NL8005900A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04BTRANSMISSION
    • H04B3/00Line transmission systems
    • H04B3/02Details
    • H04B3/44Arrangements for feeding power to a repeater along the transmission line

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Remote Monitoring And Control Of Power-Distribution Networks (AREA)
  • Cable Transmission Systems, Equalization Of Radio And Reduction Of Echo (AREA)
  • Direct Current Feeding And Distribution (AREA)

Description

i\ ' *
80333A/Ti/AA/CP
Korte aanduiding: Verre voedingsinrichting voor een transmis-siestelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een verre voedingsinrichting voor een toestel dat gelegen is in een punt van een transmissielijn waardoor in dit punt een verre voedingslus gaat, die zich sluit in een elektrische verre voedingsbron.
5 De voeding met energie van langs een transmissielijn aan gebrachte inrichting vindt plaats door middel van onafhankelijke verre voedingssecties. Elk van deze secties omvat een verre voedingslus gevormd door de geleiders van de lijn en afgesloten door een voedingsbron. De voor de werking van langs 10 een verre voedingssectie geplaatste toestellen benodigde e-nergie wordt meestal afgenomen met lokale voedingsinrichtingen die ter zijde van elk toestel in serie in de voedingslus opgenomen zijn.
Een onderbreking van een verre voedingslus, bijvoorbeeld 15 als gevolg van kabelbreuk, onderbreekt door het wegvallen van een voeding de werking van de in de betreffende verre voedingssecties opgenomen lijntoestellen. Diagnostisch verre meetin-richtingen, die niet meer werken, kunnen de onderbreking binnen de verre voedingssectie niet lokaliseren en de verbinding 20 tussen een uiteinde van de lijn en de onderbreking, hetgeen bezwaarlijk is in het geval waarbij een aftakketen verbonden is met dit lijnendeel en een hulpverbinding verzorgt.
Voor het opheffen van deze nadelen wordt de verre voedingsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door 25 - een gestuurde eerste onderbreker, - een lusimpedantie, die in serie met de eerste onderbreker parallel over de verre voedingslus verbonden is aan de zijde van het toestel en deze laatste in twee deellussen verdeelt, waarvan de een gesloten wordt over de voedingsbron, 30 - twee lokale voedingsketens opgenomen in de verre voedingslus aan de zijde van het toestel aan weerszijden van de lusimpedantie, waarvan de ene, eerste, "lokale voedingsketen” genaamd, opgenomen is in de deellus die gesloten wordt over de voedingsbron en de normale voeding van het toestel verzorgt, 35 en de andere, "tweede lokale voedingsketen" genaamd, in de andere deellus is opgenomen, o η n r on Π -2- - en een controleketen voor de eerste gestuurde onderbreker gestuurd door twee bedrijfstoestanden van de twee lokale voedingsketens en die het sluiten van de eerste gestuurde onderbreker stuurt, in het.geval waarin de eerste lokale voedings-5 keten niet werkt en de eerste gestuurde onderbreker doet openen in het geval van gelijktijdig werken van de twee lokale voedingsketens.
De uitvinding verschaft verder een variant van genoemde inrichting, welke geschikt is voor het voeden van een toestel 10 dat gelokaliseerd is in een punt langs de transmissielijn en dat in dit punt doorlopen wordt door een in het geval van onderbreking door haar twee uiteinden gevoede verre voedingslus. Deze variant heeft dezelfde structuur maar omvat twee lokale voedingsketens waarmee zonder onderscheid de voeding van het 15 toestel verzorgd wordt en een gestuurde onderbrekercontrole-keten, die de gestuurde schakelaar doet sluiten in het geval dat een der twee lokale voedingsketens niet werkt en het doet openen in het tegengestelde geval.
Bij onderbreking van een verre voedingslus wordt door het 20 automatisch tussenvoegen van een lusimpendantie in het toestel of in de teostellen, die zich het dichtst bij de onderbreking bevinden bovenloops daarvan ten opzichte van de nergiebron of energiebronnen een of twee verre voedingslussen gedeeltelijk hersteld, waardoor de voeding van de tussen de onderbreking 25 en de energiebron of energiebronnen gehandhaafd wordt.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening:
Fig. 1 toont het schema van een wisselstroom verre voedings-sectie van een transmissieverbinding door een coaxiaal paar met versterkers; 30 Fig. 2 toont een verre voedingsinrichting volgens de uitvinding welke geschikt is voor de verre voedingssectie van Fig. 1;
Fig. 3 toont een variant van de verre voedingsinrichting van Fig. 2, welke geschikt is voor een voedingssectie, die in geval van onderbreking wordt gevoed door haar twee uiteinden.
35 Fig. 1 toont een deel van een bi-directionele transmissielijn van de soort n+n met een coaxiaal paar 1 waarmee achtereenvolgens zijn verbonden de versterkerstations A, B, C en D die op afstand door wisselstroom worden gevoed. De stations 80 0 5 90 0 + 4 -3- A en D zijn hoofdstations, die een verre voedingssectie van bekende uitvoering begrenzen en waartoe de stations B en C behoren, waarvan het aantal hier duidelijkheidshalve is beperkt tot twee. Deze verre voedingssectie omvat een wisselstroombron 5 2 in het hoofdstation A, dat wil zeggen aan het uiteinde E en een verre voedingslus, die eindigt in deze bron en zich uitstrekt over het deel van de lijn tussen de hoofdstations A en D. De verre voedingslus beslaat, naast de stations, de binnen-en buitengeleiders van het coaxiaal paar 1 en in de stations 10 aftakgeleiders, die met de ,,uitgang-ingang,,s klemmen van deze laatste via de filters "voeding-signaal” 3 zijn verbonden. In het hoofdstation D wordt zij gesloten door een kortsluitketen 4.
De "voedings-signaal" filters 3 zijn bekend. Zij hebben 15 drie klemmen: een gemeenschappelijke klem voor het signaal en de verre voedingsstroom, die verbonden is met de binnengelei-der van een coaxiaal paar, een klem voor het signaal die verbonden is met de ingang-uitgang van een bi-directionele versterker voor het signaal 5 en een klem voor de verre voedings-20 stroom. Zij hebben een hoog doorlaatfilter ,* dat verbonden is met een gemeenschappelijke klem en hun signaalklem en een laag-doorlaatfilter, dat verbonden is met een gemeenschappelijke klem en een verre voedingsstroomklem.
De voor de toestellen van de stations A, B, C benodigde 25 energie en in het bijzonder die voor een bi-directionele sig-naalversterker 5 wordt afgenomen van de verre voedingsbron via lokale voedingsketens, die in serie zijn opgenomen in de af-takwegen die in de stations samenkomen op de verre voedings-stroomklemmen van de voeding-signaalfilters 3. Deze lokale voe-30 dingsketens hebben, zoals bekend, een stroomtransformator 6 waarvan de primaire wikkeling verbonden is met de klemmen voor de verre voedingsstroom van de voeding-signaalfilters 3, die de bi-directionele signaalversterkers 5 van het betreffende station omringen, en waarvan de secundaire wikkeling een ge-35 lijkrichtketen 7 voedt, die de verschillende gewenste spanningen levert.
Een zelfinductie 8 is in elk station B en C parallel over de verre voedingslus verbonden voor het compenseren van de re- 8005900 -4- actieve verliezen tengevolge van de capaciteit van het coaxiaal paar 1 en van de samenwerkende toestellen en voor het verbeteren van de vermogensfactor van de verre voedingslus voor wisselstromen.
5 Bij een verre voedingssectie zoals die in Fig. 1 heeft een onderbreking van de verbinding, bijvoorbeeld achter een verbreking van het coaxiaal paar 1, tot gevolg dat de voeding van de lijntoestellen wegvalt ei, zoals eerder gezegd, de werking der telediagnostische systemen en van de eventuele aftak- 10 kingesverbindingen met door de onderbreking gaan wordt gestopt. Ter vermijding van deze opheffing van de voeding moet ten minste voor de toestellen van de stations tussen de onderbreking en de wisselstroomvoedingsbron in het geval van onderbreking een sluiting gemaakt worden waardoor de verre voedings- 15 stroom op het niveau van het station voorafgaand aan de onderbreking hersteld kan worden.
Fig. 2 toont op het niveau van een verre voedingsstation op het einde E, het schema van een verre voedingsinrichting, waarmee deze koppeling is te realiseren.
20 In deze Fig. 2 zijn getoond: - de bi-directionele signaalversterker 5, die schematisch de toestellen van een station voorstelt, - de twee "voeding-signaal" filters 3, die tussen de in/ uitgangen van de bi-directionele signaalversterker 5 en de 25 binnengeleiders van de coaxiale paren 1 zijn geschakeld, - een lokale voedingsketen gevormd door een gelijkrichter 7, die op de klemmen 9 de voor de toestellen van het betreffende station benodigde instelspanningen levert en een stroom-transformator 6, waarvan de primaire wikkeling in serie ver- 30 bonden is tussen de voedingsstroomklemmen van de "voeding-signaal" filters 3 en waarvan de secundaire wikkeling de gelijk-richtketen 7 voedt, - en de zelfinductie 8, die parallel over de verre voedingslus tussen de primaire wikkeling van de stroomtransfor- 35 mator 6 en de onderling verbonden buitengeleiders van de coaxiale paren 1 verbonden is.
In deze Fig. 2 zijn verder getoond: - een serieschakeling gevormd door een koppelweerstand 10 80 0 5 90 0 -5- en een gestuurde onderbreker met een beweegbaar contact 11 en het rustcontact 12, en van een relais 13, waarbij de serie-schakeling parallel over een deel van de spoel 8 is verbonden, 5 - een tweede lokale voedingsketen met een gelijkrichter 14, die gevoed wordt door de spanning die aanwezig is aan de klemmen van een weerstand 15, die is opgenomen in de verre voe-dingslus volgend op de primaire wikkeling van de stroomtrans-formator 6 aan de kant van de zelfinductie 8, 10 - een tweede gestuude onderbreker, die parallel over de weerstand 15 verbonden is en wordt gevormd door het beweegbare contact 11 en het werkcontact 20 van het relais 13 - en een gestuurde onderbrekercontroleketen gevormd door de bekrachtigingsspoel van het relais 13 en haar bekradatigings-15 keten, die gevoed wordt vanuit de lokale voedingsketen bestaande uit de gelijkrichter 7, waarbij deze bekrachtigingsketen bestaat uit een tussenweerstand 16 en een relais 17, die wordt gevoed door de gelijkrichtketen 14 van de tweede lokale voedingsketen en waarvan het beweegbare contact 18 en het werk-20 contact 19 de weerstand 16 kortsluiten.
De koppelweerstand 10 vormt, omdat zij parallel over een deel van de zelfinductie 8 is verbonden, een shunt door middel waarvan de verre voedingswisselstroom weer gesloten kan worden. Haar waarde moet zodanig gekozen, dat, rekening houdend met de 25 werking van de stroomtransformator door haar parallel verbinding over een deel van de zelfinductie 8, zij voor de wissel-stroomvoedingsbron een im-pedantie vertoont die ongeveer gelijk is aan die van het deel van de kortgesloten verre voedings-lus.
30 De weerstand 16 heeft een zodanige waarde, dat zij indien het in de bekrachtigingsketen van het relais 13 is opgenomen dit relais in de werkpositie kan vasthouden maar niet de werking van de rustpositie raar de werkpositie door de gelijk-richtketen 7 kan verzorgen.
35 De weerstand 15 heeft een kleine maar zodanig voldoende waarde opdat de aan haar klemmen door verre voedingsstroom ontwikkelde spanning wanneer het niet kortgesloten is het mogelijk maakt na gelijkrichting het relais 17 te bekrachtigen 80 05 90 0 -6- en dat bij voorkeur met een verre voedingsstroomsterkte die kleiner is dan die waarmee het relais 13 bekrachtigd wordt wanneer de weerstand 16 is kortgesloten.
Bij afwezigheid van de verre voedingswisselspanning af-5 komstig van het uiteinde E, in de richting waarvan de wissel-stroomvoedingsbron wordt geacht zich te bevinden, werkt geen der gelijkrichtketens 7 en 11 van de lokale voedingsketens, zijn de relais 13 en 17 in rust, is de weerstand 15 in de verre voedingslus opgenomen en is de koppelweerstand 10 verbonden 10 met de klemmen van de zelfinductie 8.
Het optreden, aan het uiteinde E, van een wisselspanning afkomstig van de voedingsbron veroorzaakt in de primaire wikkeling van de stroomtransformator 6 het vloeien van een wisselstroom waarvan een deel de koppelweerstand 10 en de zelf-15 inductie 8 doorloopt om via de binnengeleider van het coaxiale paarl naar het uiteinde E terug te keren en waarvan het andere deel de weerstand 15 in de richting van het voedings-signaal-filter 3 van het uiteinde 0 doorloopt.
Bij geen defect in de verre voedingssectie tussen de voe-20 dingsbron en het beschouwde versterkerstation is het gedeelte van het wisselstroom dat de stroomtransformator 6 doorloopt en terugkeert naar het uiteinde E via de koppelweerstand 10 en de zelfinductie 8 voldoende voor het goed te doen werken van de eerste lokale voedingsketen gevormd door de stroomtransfor- .
25 mator 6 en de gelijkrichtketen 7·
Bij geen onderbreking in de verbinding met het volgende met het uiteinde 0 verbonden versterkerstation bereikt het gedeelte van de stroom door de weerstand 15 een voldoende grootte om het relais 17 te bekrachtigen door tussenkomst van de ge-30 lijkrichtketen 14 van de tweede lokale voedingsbron. Het relais 17 slaat dan om naar de werkpositie en sluit de weerstand 16 kort, waardoor het relais 13 bekrachtigd kan worden uitgaande van de gelijkrichtketen 7 van de eerste lokale voedingsbron.
Het relais 13 slaat op haar beurt om naar de werkpositie waar-35 door de koppelweerstand 10 vrijgemaakt wordt en de weerstand 15 wordt kortgesloten. De primaire wikkeling van de stroomtransformator 6 is dan direct verbonden met de voeding-sig-naalfilter 3. Onder andere de kortsluiting van de weerstand 8005900 -7- 15 veroorzaakt de stopzetting van de werking van de tweede lokale voedingsketen, het terugvallen in de rustpositie van het relais 17 en het terugbrengen van de weerstand 16 in de bekrach-tigingsketen van het relais 13 die in de werkpositie gehouden 5 wordt met een verlaagde bekrachtigingsstroom.
Bij een onderbreking in de verbinding met het volgende met het uiteinde 0 verbonden versterkerstation is het gedeelte van de stroom door de weerstand 15 klein en onvoldoende om de tweede lokale voedingsketen en de bekrachtiging van het re-10 lias 17 te verzorgen. De laatste blokkeert het relais 13 in de rustpositie waardoor de koppelweerstand 10 verbonden blijft met klemmen van de zelfinductie 8, die onder deze voorwaarden als spaartransformator werkt. De koppelweerstand 10 hersluit de verre voedingslus en doet in de .primaire wikkeling van de 15 stroomtransformator 6 een verre voedingsbron vloeien met een voldoende sterkte om de gelijkrichtketen 7 naar wens te laten werken.
Indien de verre voedingssectie niet in werking is, dat wil zeggen indien de wisselstroomvoedingsbron niet werkzaam 20 is, worden de koppelweerstanden van de versterkerstations die het op afstand voedt parallel over de verre voedingslus verbonden.
Bij het in bedrijf stellen van de verre voedingssectie stijgt de door de wisselstroomvoedingsbron geleverde spanning 25 tot de nominale waarde, waarbij het eerste versterkerstation dat normaal gevoed wordt zich het dichtst bij de bron bevindt, terwijl de andere onderling en tussen de bron koppelweerstanden hebben die een meer of minder belangrijk gedeelte van de verre voedingsstroom afnemen. In dit eerste station verzorgt een 30 bepaald gedeelte van de verre voedingsstroom naar de volgende station het vrijmaken van de koppelweerstand. Het volgende station wordt normaal gevoed en een bepaald deel van de verre voedingsstroom naar de verder van de voedingsbron gelegen versterkerstations verzorgt het vrijmaken van de koppelweerstand 35 enzovoort. Het vrijmaken van de koppelweerstanden vindt bij het verder komen van de bron steeds meer plaats tot bij het laatste versterkerstation van de verre voedingssectie.
Een onderbreking van de veri-binding in een verre voedings- g η n k ο η n -8- sectie heeft stilstand tot gevolg van de versterkerstations van de sectie en dientengevolge de verbinding van alle kop-pelweerstanden. Deze verbinding levert een verre voedingsstroom die voldoende groot is voor het dichtst bij de voedingsbron 5 gelegen versterkerstation indien de onderbreking zich niet bevindt tussen dit station en de bron. Indien daarentegen de onderbreking zich niet bevindt tussen dit station en het volgend station is er in dit versterkerstation een verre voedingsstroora-sterkte naar de volgende stations waardoor de koppelweerstand 10 vrij gemaakt kan worden. Het vrijmaken van de koppelweerstan-den gaat voort tot het direct aan de onderbreking voorafgaande versterkerstation. In dit laatste stadium is de verre voe-dingsstroomsterkte naar de ten opzichte van de voedingsbron verder gelegen versterkerstations nul of onvoldoende voor het 15 vrijmaken van de koppelweerstand, die dan de enige is voor het sluiten van de verre voedingslus.
Met de aan de hand van Fig. 2 beschreven verre voedings-inrichting verkrijgt men slechts het herstel van de verre voeding voor de versterkerstations van een verre voedingssectie 20 achter de onderbreking ten opzichte van de wisselstroomvoe-dingsbron. Dit is een des te groter nadeel naar mate de onderbreking zich dichter bij de voedingsbron bevindt. Fig. 3 toont het schema, op het niveau van een verre voedingsstation, van een inrichting waarmee dit te vermijden is.
25 Deze verre voedingsinrichting is bedoeld voor de stations van een verre voedingssectie die normaal gevoed wordt vanuit een uiteinde en bij onderbreking vanaf twee uiteinden, waarbij een hulpwisselstroomvoedings-bron geplaatst is aan het uiteinde van de verre voedingsbron tegenover die waar zich de 30 normale wisselstroomvoedingsbron bevindt. Indien evenals bij Fig. 1 aangenomen wordt, dat de verre voedingssectie ligt tussen de hoofdstations A en D en dat de normale voedingsbron zich bevindt bij het hoofdstation A, dan is de hulpvoedings-bron geplaatst in het hoofdstation D en wordt zij in geval 35 van onderbreking automatisch verbonden in de plaats van ..de kortsluiting 4 onder controle van een keten dat de verre voe-dingsstroomsterkte in de kortsluiting 4 meet.
Fig. 3 toont een signaalversterker 5 die het toestel van 80 05 90 0 J 4 -9- een op afstand gevoed versterkerstation voorstelt en waarvan de in/uitgangsklemmen via de voeding-signaalfilters 3 verbonden zijn met de binnengeleiders van de coaxiaal paren 1 die met het station verbonden zijn.
5 De voeding vindt plaats van de een of van de andere van de twee gelijke lokale voedingsketens, die in serie in de verre voedingslus zijn opgenomen tussen de verre voedingsstroom-klemmen van de filters 3, waarbij de een bestaat uit een eerste gelijkrichtketen 30, die gevoed wordt door de primaire wikke-10 ling van een stroomtransformator 31, en de ander bestaat uit een tweede gelijkrichtketen 32, die gevoed wordt door de primaire wikkeling van een tweede stroomtransformator 33. De een of de ander der gelijkrichtketens 30, 32 levert de spanningen die benodigd zijn voor het toestel van het beschouwde verster-15 kerstation via een niet getoonde diode-koppelketen waarmee vermeden wordt, dat de enen der gelijkrichtketens de andere voedt en welke is verbonden met de uitgangsklemmen, bijvoorbeeld 34, 35, van de gelijkrichtketens 35, 32. De primaire wikkelingen van de stroomtransformators 31, 33 zijn in serie verbonden 20 tussen de verre voedingsstroomklemmen van de filters 3.
Ook hier is een zelfinductie 8 parallel verbonden over de verre voedingslus voor een verbetering van de vermogensfactor. Zij is verbonden tussen het knooppunt van de primaire wikkelingen van de stroomtransformators 31 en 33 en de buitengelei-25 ders van de coaxiale paren 1 die onderling elektrisch met elkaar verbonden zijn.
Een serieschakeling gevormd door een koppelweerstand 10 en een gestuurde onderbreker gevormd door het beweegbaar con-.tact 36 en het rustcontact 37 van een relais 38 is parallel 30 geplaatst over een deel van de zelfinductie 8.
De bekrachtigingsketen voor de bekrachtigingsspoel van het relais 38, die de koppeling of de vrijmaking van de koppelweerstand 10 bepaalt, wordt gevoed door de eerste gelijkrichtketen 30 of de tweede gelijkrichtketen 32 van de lokale voe-35 dingsketens via een diodekoppelketen 39 waarmee vermeden wordt dan een der lokale voedingsketens de andere voedt. De keten bestaat uit een serieweerstand 40 met daaraan parallel twee gestuurde onderbrekers die inserie verbonden zijn, waarbij 8005900 -10- een der beweegbare contacten 41 en het werkcontact 42 van een relais 43, die slechts gevoed wordt door de eerste gelijk-richtketen 30 en de andere van het beweegbare contact 44 en het werkcontact 45 van een relais 46 wat slechts gevoed wordt 5 door de tweede gelijkrichtketen 32.
De weerstand 40 heeft een zodanige waarde, dat indien deze in de bekrachtigingsketen van het relais 38 gebracht wordt dit relais in haar werkpositie kan houden maar niet vanuit haar rustpositie naar haar werkpositie kan komen door de 10 ene of de andere der lokale voedingsketens.
De koppelweerstand 10 wordt zodanig gekozen, dat indien deze verbonden is als shunt voor een verre voedingsstroom de afgenomen stroom voldoende is voor het normaal doen werken van een lokale voedingsbron.
15 Bij afwezigheid van wisselspanning met de verre voedings- frequentie, die optreedt tussen de buitengeleiders van de coaxiale paren 1 van het beschouwde versterkerstation werkt geen der eerste en tweede gelijkrichtketens 30 en 32 van de lokale voedingsketens; de relais 38, 43 en 46 bevinden zich 20 steeds in de rusttoestand en de koppelweerstand 10 wordt niet parallel verbonden over de verre voedingslus via spoel 8. Dit heeft tot gevolg, dat indien de verre voedingssectie niet in bedrijf is, het stel koppelweerstanden van de versterkersta-tions die het voedt, parallel over de verre voedingslus ver-25 bonden worden.
Het beschouwde versterkerstation wordt op afstand gevoed vanaf een van haar uiteinden en wel: tijdens normaal bedrijf of indien geïsoleerd door een onderbreking vanaf het uiteinde E indien de energie geleverd wordt door de normale wissel-30 stroomvoedingsbron, waarbij de hulpwisselstroomvoedingsbron afgeschakeld is, en vanaf het uiteinde 0 indien de energie wordt geleverd door de hulpwisselstroomvoozieningsbron waarbij de normale voedingsbron door een onderbreking van het be schouwde versterkerstation is afgesneden.
35 Indien het versterkerstation op afstand wordt gevoed vanaf haar uiteinde E geeft de normale voedingsbron een wisselspanning met de verrevoedingsfrequentie tussen de buitengeleider en de binnengeleider van het coaxiale paar 1 bij het 8005900 uiteinde E. Het optreden van deze wisselspanning veroorzaakt in de primaire wikkeling van de stroomtransformator 31 het vloeien van een wisselstroom waarvan een gedeelte de kop-pelweerstand 10 en de zelfinductie 8 doorloopt waarna de 5 stroom in de richting van het uiteinde E via de buitengeleider - van het coaxiale paar 1 terugkeert en waarna een ander gedeelte primaire wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 doorloopt in de richting van het voeding-signaalfilter 3 van het uiteinde 0. Indien deze spanning hoger wordt voor het 10 bereiken van haar nominale waarde neemt de sterkte van stroom gaande door de primaire wikkeling van de stroomtransformator 31 toe, overschrijdt een eerste waarde waardoor de eerste ge-lijkrichtketen 30 het relais 43 voldoende kan voeden voor het omslaan naar de werkpositie, vervolgens een tweede waarde 15 waardoor de eerste gelijkrichtketen 30 onder andere een normale voeding van het toestel van het beschouwde station en van de bekrachtigingsketen van het relais 38 kan verzorgen, waarbij het relais op grond van de weerstand 40 in rust blijft, en waarbij de tweede waarde die noodzakelijkerwijs bereikt 20 wordt door de parallel geschakelde koppelweerstand 10, zodra de wisselspanning met de verre voedingsfrequentie haar nominale waarde aan het uiteinde E innneemt.
Bij geen onderbreking van de verbinding met het volgende ver-sterkerstation dat ten opzichte van de normale voedingsbron ver-25 der gelegen is, is de door de primaire wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 .gaande stroomsterkte voldoende voor het bekrachtigen van het relais 46 via de tweede gelijkrichtketen 32, het kortsluiten van de weerstand 40 die bekrachtiging van o_ het relais 38 toelaat via de tweede gelijkrichter 30 en het vrijmaken van de lus-weerstand 10.
Bij . verbreking met het volgende station dat ten opzichte van de normale voedingsbron verder gelegen is, is de door de primaire wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 gaande stroom onvoldoende voor het bekrachtigen van het 35 relais 46, die de bekrachtiging van het relais 38 via de twee-'ΗΓ de gelijkrichtketen 30 tegenwerkt. De lusweerstand 10 blijft \\ verbonden, waardoor een zodanige stroom in de eerste wikke-Y ling van de' eerste stroomtransformator 31 kan gaan, dat de -12- eerste gelijkrichtketen 30 het toestel van het betreffende ver-sterkerstation normaal kan voeden.
Indien het versterkerstation op afstand wordt gevoed vanaf haar uiteinde 0 levert de hulpvoedingsbron een wissel-5 spanning met de verre voedingsfrequentie tussen de buiten en binnengeleiders van het coaxiale paar 1 bij het uiteinde 0.
Het optreden van deze wisselspanning veroorzaakt in de primaire wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 het vloeien van een wisselstroom, waarvan een gedeelte de lusweerstand 10 10 en de zelfinductie 8 doorloopt waarna het in de richting van het uiteinde 0 terugkeert via de buitengeleider van het coaxiale paar 1 en waarvan een ander gedeelte de primaire wikkeling van de eerste stroomtransformator 33 in de richting van het voeding-signaalfilter 3 van het uiteinde E doorloopt. Indien 15 deze wisselspanning toeneemt tot de nominale waarde neemt de sterkte van de stroom door de primaire wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 toe waardoor een eerste waarde bereikt wordt zodat de tweede gelijkrichtketen 32 het relais 46 voldoende kan voeden voor het omslaan naar de werkpositie 20 en vervolgens een tweede waarde waardoor de tweede gelijkrichtketen 32 voor een normale voeding kan zorgen van het toestel van het betreffende versterkerstation en de bekrachtigingsketen van het relais 38, door door de tussengeschakelde weerstand 40 in rustpositie is, waarbij de tweede waarde door de parallel-25 schakeling van de lusweerstand 10 noodzakelijkerwijs bereikt wordt zodra de wisselspanning met de verre voedingsfrequentie haar nominale waarde aan het uiteinde 0 bereikt.
Bij geen verbreking naar het naburige versterkerstation, dat ten opzichte van de hulpvoedingsbron voor de wissel-30 spanning verder ligt, is de sterkte van de door de primaire wikkeling van de stroomtransformator gaande stroom voldoende voor het bekrachtigen van het relais 43 via de eerste gelijkrichtketen 30, het kortsluiten van de weerstand 40, die de bekrachtiging van het relais 38 toelaat via de tweede gelijk-35 richtketen 32 en het vrijmaken van de lusweerstand 10.
Bij verbreking met het naburige versterkerstation, dat ten opzichte van de hulpvoedingsbron verder gelegen is, blijft de sterkste van de door de primaire wikkeling van de eerste 8005900 -13- stroomtransformator 31 gaande stroom onvoldoende voor het kunnen bekrachtigen van het relais 43, die bekrachtiging van het relais 38 via de tweede gelijkrichtketen 32 tegenwerkt. De lusweerstand 10 blijft verbonden, waardoor in de primaire 5 wikkeling van de tweede stroomtransformator 33 een stroom vloeit, die voldoende is om de tweede gelijkrichtketen 31 met het toestel van het betreffende versterkerstation normaal te voeden.
Bij het in werking stellen van een voedingssectie veroor-10 zaakt de aftakking van de normale voedingsbron, wanneer de hulp-voedingsbron is afgeschakeld en vervangen door een kortsluiting, het na elkaar vrijmaken van de lusweerstanden, te beginnen met die van het op afstand gevoede station dat het dichtst bij de normale voedinsbron ligt, en volgens een proces analoog 15 aan dat beschreven in het voorgaande geval aan de hand van de Fig. 2.
Een onderbreking in de verbinding van de voedingssectie doet de verre voedingsstroom stoppen, waardoor tegelijkertijd alle lusweerstanden van de op afstand gevoede versterkersta-20 tions verbonden worden en het aftakken van de hulpvoedings-bron aan het uiteinde van de verre voedingslus tegenover die waar zich de normale voedingsbron bevindt.
Het verbinden van de lusweerstanden geeft een voldoende verre voedingsstroom in het meest nabij de normale voedings-25 bron gelegen versterkerstation indien de breuk niet tussen deze twee stations is opgetreden. Indien daarentegen de breuk niet aanwezig is tussen dit versterkersfetion en het volgende zorgt de verre voedingsstroomsterkte naar de volgende stations voor het vrijmaken van de lusweerstand in dat station. De lus-30 weerstanden worden na elkaar vrijgemaakt door het zich verwijderen van de normale voedingsbron totaan die van het laatste versterkerstation onmiddellijk voorafgaand aan de breuk, waarvan de verbinding wordt gehandhaafd ten gevolge van de te kleine- verre stroomsterkte in de richting van de volgende 35 versterkerstations. Een eerste deellus voor verre voeding is uitgaande van de normale voedingsbron dan gevormd door de versterkerstations gelegen tussen de breuk en de normale voedingsbron.
8005900 -14-
Het verbinden van de lusweerstanden en de hulpvoedings-bron geeft een voldoende grote verre voedingsstroora voor het meest nabij de hulpvoedingsbron gelegen versterkerstation indien de breuk niet tussen deze twee ligt. Indien daarentegen 5 de breuk zich niet tussen dit versterkerstation en het voorafgaande bevindt zorgt de verre voedingsstroom naar de voorafgaande versterkerstations voor het vrijmaken van de lus-weerstand in dit station. De lusweerstanden worden na elkaar vrijgemaakt bij het zich verwijderen van de hulpvoedingsbron 10 tot aan die van het versterkerstation volgend onmiddellijk op de breuk waarvan de verbinding gehandhaafd blijft ten gevolge van de te kleine verre voedingsstroomsterkte naar de voorafgaande versterkerstations. Er is dan een tweede deellus voor verre voeding verkregen uitgaande van de hulpvoedingsbron voor de 15 versterkerstations gelgen tussen de breuk en de hulpvoedingsbron.
De twee verrevoedingsdeellussen zorgen voor de voeding van alle versterkerstations van de verre voedingssectie waarin zich de verbindingsonderbreking heeft voorgedaan.
20 Indien de verre voeding met een constante stroom plaats vindt en de lusweerstanden alle gelijk zijn, is het gemakkelijk het versterkerstation van de defecte lijnsectie te bepalen door middel van eenvoudige spanningsmeting over de klemmen van de normale voedingsbron.
25 De aan de hand van Fig. 3 beschreven verre voedingsin- richting kan onder behoud van de werking verschillende wijzigingen ondergaan. De relais 43 en 46, waarvan de stroomop-name klein is, kunnen voorzien worden van afzonderlijke voedingsketens, die elk, zoals getoond in de verre voedingin-30 richting van Fig. 2, bestaan uit een gelijkrichtketen die gevoed wordt uitgaande van de spanning over de klemmen van een weerstand in de verre voedingsstroomketen tussen de primaire wikkeling van de eerste stroomtransformator 31 en de spoel 8 voor het relais 43 en tussen de primaire wikkeling van de 35 tweede stroomtransformator 33 en de spoel 8 voor het relais 46, waarbij de twee weerstanden kortgesloten worden door een paar hulpcontacten van het relais 38, die in rust open zijn.
De in de verre voedingsinrichtingen volgens Fig. 2 en 3 8005900 -15- gebruikte relais kunnen vervangen worden door halfgeleider-inrichtingen zoals bijvoorbeeld door thyristors die gestuurd worden met behulp van logische ketens, door stroomopnemers, die geplaatst zijn over het verre voedingsstroomtaject tus-5 sen de klemmen van de verre voedingsstroom van de voeding-signaalfilters aan weerszijden van de spoel 8 of in het algemeen van het knooppunt met de lusweerstand 10.
8005900

Claims (10)

1. Verre voedingsinrichting voor een toestel dat gelegen is in een punt van een transmissielijn waardoor in dit punt een verre voedingslus gaat, die zich sluit in een elektrische verre voedingsbron, gekenmerkt door 5. een gestuurde eerste onderbreker, - een lusimpedantie, die in serie met de eerste onderbreker parallel over de verre voedingslus verbonden is aan de zijde van het toestel en deze laatste in twee deellussen verdeelt, waarvan de een gesloten wordt over de voedingsbron, 10. twee lokale voedingsketens opgenomen in de verre voedings lus aan de zijde van het toestel aan weerszijden van de lusimpedantie, waarvan de ene, eerste, "lokale voedingsketen" genaamd, opgenomen is in de deellus die gesloten wordt over de voedingsbron en de normale voeding van het toestel ver-15 zorgt, en de andere "tweede lokale voedingsketen" genaamd, in de andere deellus is opgenomen, - en een controleketen voor de eerste gestuurde onderbreker gestuurd door twee bedrijfstoestanden van de twee lokale voe-dingesketens en die het sluiten van de eerste bestuurde onder- 20 breker stuurt in het geval waarin de eerste lokale voedingsketen niet werkt en de eerste gestuurde onderbreker doet openen in het geval van gelijktijdig werken van de twee lokale voedingsketens .
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt 25 door een tweede gestuurde onderbreker in de verre voedingslus parallel aan de tweede lokale voedingsketen en gestuurd door de controleketen van de gestuurde eerste onderbreker echter ten opzichte van deze in tegengestelde zin.
3. Inrichting volgens conclusie 1 voor het op afstand voe-30 den van een toestel op een punt van een transmissielijn die wordt doorlopen door een verre voedingslus die gesloten wordt over een wisselstroomvoedingsbron en in dit punt bestaat uit een parallel geschakelde zelfinductie waarmee de vermogensfac-tor verbeterd wordt, met het kenmerk, dat de lus-35 impedantie is verbonden in serie met de eerste gestuurde onderbreker, parallel over de verre voedingslus via een gedeelte 8005900 φ ί -17- van de zelfinductie, die dan de functie vervult van een auto-transformator indien de eerste gestuurde onderbreker wordt gesloten.
4. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken- 5 merk, dat de eerste gestuurde onderbreker bestaat uit het beweegbaar contact (11) en het rustcontact (12) van een eerste relais (13) en dat de controleketen van de eerste gestuurde onderbreker bestaat uit de bekrachtigingsketen van het eerste relais (13) die wordt gevoed uitgaande van de eerste 10 lokale voedingsketen en die bestaat uit een serieweerstand (16) parallel over het beweegbaar contact (18) en het werkcontact (19) van een tweede relais (17) die wordt gevoed door de tweede lokale voedingsketen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt 15 door een tweede gestuurde onderbreker in de verre voedings-lus parallel over de tweedelokale voedingsketen en bestaande uit het beweegbaar contact (11) en het werkcontact (20) van het eerste relais (13).
6. Verre voedingsinrichting voor een toestel in een punt van 20 een transmissielijn dat in dit punt wordt doorlopen door een verre voedingslus die in geval van onderbreking wordt gevoed vanaf haar twee uiteinden gekenmerkt door - een eerste gestuurde onderbreker, - een lusimpedantie die verbonden is in serie met de eerste 25 gestuurde onderbreker parallel over de verre voedingslus aan de zijde van het toestel, - twee lokale voedingsketens in de verre voedingslus aan de zijde van het toestel aan weerszijden van de lusimpedantie waarvan een of de andere onafhankelijk de normale voeding van 30 het toestel verzorgt, - en een controleketen van de gestuurde onderbreker die gevoelig voor de bedrijfstoestanden van de twee lokale voedingsketens, waarmee de gestuurde onderbreker gesloten wordt in het geval van het niet werken van een der lokale voedingsketens 35 en de gestuurde onderbreker wordt geopend in het tegenovergestelde geval.
7. Inrichting volgens conclusie 6 voor het op afstand voeden van een toestel in een punt van een transmissielijn dat wordt 8005900 -18- doorlopen door een verre voedingslus voor wisselstroom, die in geval van onderbreking wordt gevoed door haar twee uiteinden en in dit punt voorzien is van een parallel impedantie, waarmee de vermogensfactor verbeterd wordt, met het 5 kenmerk, dat de lusimpedantie in serie met de eerste gestuurde onderbreker parallel is verbonden over de verre voedingslus via een gedeelte van de zelfinductie die dan de functie vervult van autotransformator indien de gestuurde onderbreker wordt gesloten.
8. Inrichting volgens conclusie 6,met het ken merk, dat de gestuurde onderbreker bestaat uit het beweegbaar contact (36) en het rustcontact (37) van een eerste re-' lais (38) en dat de controleketen van de eerste gestuurde onderbreker bestaat uit de bekrachtigingsketen van het eerste 15 relais (38) die wordt gevoed door een der lokale voedingsketens via een koppelketen (39) en die bestaat uit een serie-weerstand (40) parallel over het beweegbaar contact (41) en het werkcontact (42) van een tweede relais (43) die zelf in serie staan met het beweegbare contact (44) en het werkcontact 20 (45) van een derde relais (46), waarbij het tweede relais (43) slechts wordt gevoed door de eerste lokale voedingsketen en het derde relais slechts wordt gevoed door de tweede lokale voedingsketen.
9. Inrichting volgens conclusie 6,met het ken-25 merk, dat de eerste gestuurde onderbreker bestaat uit het beweegbaar contact en het rustcontact van het eerste relais en dat de controleketen van de gestuurde eerste onderbreker bestaat uit de bekrachtigingsketen van dit laatste relais, die wordt gevoed door een der lokale voedingsketens via een kop-30 pelketen bestaande uit een serieweerstand waaraan parallel het beweegbare contact en het werkcontact van een tweede relais die zelf in serie staan met het beweegbare contact en het werkcontact van een derde relais, waarbij het tweede relais en het derde relais zijn voorzien van afzonderlijke voedings-35 ketens, die beide zijn opgenomen in de verre voedingslus, waarbij die van het tweede relais zich bevindt tussen de eerste lokale voedingsketen en serieketen gevormd door de lusimpedantie en de gestuurde onderbreker en die van het derde 8005900 -19- relais zich bevindt tussen de tweede lokale voedingsketen en de serieketen gevormd door de lusimpedantie en de gestuurde onderbreker.
10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt 5 door een tweede gestuurde onderbreker, die parallel verbonden is over de afzonderlijke voedingen van de tweede en derde relais en gevormd wordt door een extra paar beweegbare en werkcontacten voor het eerste relais. απω ς on o
NL8005900A 1979-10-26 1980-10-27 Verre voedingsinrichting voor een transmissiestelsel. NL8005900A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7926614 1979-10-26
FR7926614A FR2469053A1 (fr) 1979-10-26 1979-10-26 Dispositif de telealimentation d'un equipement d'une ligne de transmission

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005900A true NL8005900A (nl) 1981-04-28

Family

ID=9231083

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005900A NL8005900A (nl) 1979-10-26 1980-10-27 Verre voedingsinrichting voor een transmissiestelsel.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4357545A (nl)
CA (1) CA1156323A (nl)
DE (1) DE3039575A1 (nl)
FR (1) FR2469053A1 (nl)
GB (1) GB2063029B (nl)
NL (1) NL8005900A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1163691A (en) * 1982-02-26 1984-03-13 David E. Dodds Dataset apparatus
DE3211497A1 (de) * 1982-03-29 1983-10-06 Siemens Ag Schaltungsanordnung zum selbsttaetigen schliessen einer ersatzweisen fernspeiseschleife
DE3461046D1 (en) * 1983-03-15 1986-11-27 Bbc Brown Boveri & Cie Method and arrangement for monitoring repeaters
US5125077A (en) * 1983-11-02 1992-06-23 Microsoft Corporation Method of formatting data from a mouse
US4788448A (en) * 1984-12-06 1988-11-29 Ferranti Subsea Systems, Ltd. Power transfer of direct current with inductive couplings
US4673826A (en) * 1984-12-20 1987-06-16 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Air Force Autonomous uninterruptable power supply apparatus
US4629905A (en) * 1985-07-01 1986-12-16 Siemens Aktiengesellschaft Circuit arrangement comprising two feed circuits connectable to a load having mutually opposite poling
JPH0632517B2 (ja) * 1985-07-19 1994-04-27 ホーチキ株式会社 異常監視装置
US5267120A (en) * 1987-05-04 1993-11-30 Digital Appliance Controls, Inc. Relay control apparatus
US4950916A (en) * 1988-08-25 1990-08-21 Westinghouse Electric Corp. Line voltage regulator
US5055962A (en) * 1989-02-21 1991-10-08 Digital Appliance Controls, Inc. Relay actuation circuitry
JP2952112B2 (ja) * 1992-07-15 1999-09-20 株式会社日立製作所 多線式フィールドバスシステム
WO1996012354A2 (en) * 1994-10-18 1996-04-25 Philips Electronics N.V. Communication network comprising a transceiver
US6657416B2 (en) * 2001-06-15 2003-12-02 Generac Power Systems, Inc. Control system for stand-by electrical generator
DE10156694B4 (de) * 2001-11-17 2005-10-13 Semikron Elektronik Gmbh & Co. Kg Schaltungsanordnung
JP2008502881A (ja) * 2004-05-13 2008-01-31 コーニンクレッカ フィリップス エレクトロニクス エヌ ヴィ シールド接続操作方法、および通信ネットワーク
EP3998688A1 (en) * 2021-02-19 2022-05-18 Lilium eAircraft GmbH Power distribution network

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1381545A (en) * 1921-06-14 Repeater-controlling system for pour-wire telephone-circuits
DE1267267B (de) * 1966-03-17 1968-05-02 Siemens Ag Schaltung zur UEberwachung der Stromversorgungsschleife fuer in Reihe geschaltete Transistorverstaerker
DE1762599B1 (de) * 1968-07-17 1970-11-05 Siemens Ag Schaltung zum Schliessen der Fernspeiseschleife fuer reihengespeiste,aus je zwei parallel gespeisten Verstaerkern fuer beide Richtungen bestehende,unbemannte Unterstationen bei Streckenunterbrechungen
CH497805A (de) * 1969-10-09 1970-10-15 Agie Ag Ind Elektronik Verfahren und Vorrichtung zum schnellen Umschalten mindestens eines Wechselstromverbrauchers von einer Spannungsquelle oder Stromquelle auf eine andere Spannungsquelle oder Stromquelle beim Auftreten eines Fehlers in der mit dem Verbraucher verbundenen Quelle

Also Published As

Publication number Publication date
GB2063029A (en) 1981-05-28
CA1156323A (fr) 1983-11-01
DE3039575A1 (de) 1981-05-07
US4357545A (en) 1982-11-02
GB2063029B (en) 1984-07-25
FR2469053A1 (fr) 1981-05-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005900A (nl) Verre voedingsinrichting voor een transmissiestelsel.
CN101900790A (zh) 继电器异常检测装置
US5768077A (en) Earthing wire disconnection detection apparatus and leakage detection apparatus having an earthing wire disconnection detection function conductor
US20020136161A1 (en) Grounded isolation system
FR2558014A1 (fr) Systeme de transport d'energie
US9124087B2 (en) Arc suppression circuit
US1007480A (en) Alternating-electric-current-distribution system.
US4346422A (en) Power-distribution network for telecommunication system
US4309577A (en) Circuit for closing the remote feed loop of a series-supplied repeater
US2376215A (en) Alternating current control apparatus
US2444168A (en) Voltage reducer for arc welding circuits and the like
US2534110A (en) Remote-control device
US1597865A (en) Alternating-current system of distribution
US4489360A (en) Circuit for automatically closing a backup remote feed loop
US1281826A (en) Electric switching device.
US2006997A (en) Circuit breaker control system
US2041643A (en) Voltage regulator
US2855546A (en) Method and circuit techniques to deactivate a generator after a fault
SU1515247A1 (ru) Устройство дл сигнализации о повреждени х трехфазной сети
US1791327A (en) Automatic switching equipment
US1320074A (en) Electrical system
US2399351A (en) Control system
SU46295A1 (ru) Устройство дл блокировани балансовой защиты параллельных линий
SU36511A1 (ru) Устройство дл получени помаршрутного управлени на рассто нии транспортерами элеватора
US771347A (en) Control system for parallel lines.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed