NL8005457A

NL8005457A - Demodulatieschakeling voor het verkrijgen van een lijnsequentieel signaal uit een frequentiegemoduleerd kleurinformatiesignaal.

Info

Publication number: NL8005457A
Application number: NL8005457A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1980-10-02
Filing date: 1980-10-02
Publication date: 1982-05-03
Also published as: GB2085691B; JPS6312433B2; DE3138768C2; BE890567A; FR2491710B1; FR2491710A1; JPS5789389A; GB2085691A; DE3138768A1

Description

. * 4 .

-e*s.

EHN 9856 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Demcdulatieschakeling voor het verkrijgen van een lijnsequentieel signaal uit een frequentiegemoduleerd kleurinformatiesignaal.

De uitvinding heeft betrekking qp een demcdulatieschakeling voor het verkrijgen van een lijnsequentieel signaal uit een freguentie-gemoduleerd kleurinformatiesignaal van een Secam kleurentelevisie-signaal waarin twee kleurverschilsignalen van lijn tot lijn afwisselend 5 in frequentie elk op een draaggolf van een andere frequentie zijn gemoduleerd welke demcdulatieschakeling een enkele demodulator bevat voor het demoduleren van het frequentiegemoduleerde kleurinformatiesignaal en een nïveaucorrectieschakeling voor het verminderen van een door de verschillende draaggolf frequenties veroorzaakte component 10 van de halve lijnfrequentie in het uitgangssignaal van de demodulatie-schakeling.

Uit het Duitse Auslegeschrift 2221888 is een dergelijke demcdulatieschakeling bekend die wordt toegepast in een Secam-Pal transcoder. De halflijnfreguente component wordt daarbij verminderd 15 door een van lijn tot lijn veranderende afstemming van een kring in de demodulator. De resterende halflijnfrequente component blijkt in de praktijk in het algemeen ontoelaatbaar groot te zijn of dit na enige tijd ten gevolge van veranderingen in de afsteiming van de kring te worden.

20 De uitvinding heeft ten doel dit nadeel op te heffen.

Een demodulatieschakeling van de in de aanhef genoemde soort heeft volgens de uitvinding daarom tot kenmerk, dat de niveaucorrec-tieschakeling een tweetal met een uitgang van de demodulator gekoppelde parallelle signaalwegen bevat met elk een klemschakeling en een half-25 lijnfrequent cmschakelnetwerk waardoor van lijn tot lijn een ander van de twee klemschakelingen wordt ingeschakeld.

Door de maatregel volgens de uitvinding wordt de storende halflijnfreguente component praktisch geheel onderdrukt. Een eventuele verandering van de afstemming van een afgestemde kring in de demodu-30 lator heeft geen invloed meer qp de grootte van de starende halflijnfrequente component.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening warden toegelicht.

80 05 45 7 I - = « EHN 9856 2 __________ De tekening bevat slechts één figuur die met een blokschema.

een mogelijke uitvoering van een demodulatieschakeling volgens de uitvinding illustreert.

m de figuur wordt aan een ingang 1 van een frequentie-5 demodulator 3 een te demoduleren Secam-kleurinformatiesignaal toegevoerd waarin gedurende een eerste lijntijd een eerste kleurverschil-signaal in frequentie qp een draaggolf van een eerste frequentie en gedurende een tweede lijntijd een tweede kleurverschilsignaal in frequentie op een draaggolf van een tweede frequentie is gemoduleerd.

10 De draaggolffrequenties wisselen van lijn tot lijn evenals de daarop gemoduleerde kleurverschilsignalen.

Aan een uitgang 5 van de frequentiedemodulator 3 ontstaat een gedemoduleerd signaal dat van lijn tot lijn afwisselend het eerste en het tweede kleurverschils ignaal bevat en een halflijn-15 frequente component veroorzaakt door de van lijn tot lijn verschillende draaggolffrequenties.

Dit signaal aan de uitgang 5 van de frequentie demodulator 3 wordt via een niveaucorrectieschakeling 7 aan een uitgang 9 van de demodulatieschakeling, die tevens de uitgang van de niveaucorrectie- 20 schakeling 7 is, toegevoerd.

De uitgang 5 van de frequentiedemodulator 3 ligt aan een ingang 11 van een omschakelaar 13 waarvan een uitgang 15 via een halfllijnfrequente cmschakelaar 17 afwisselend met een ingang 19 van een eerste signaalweg en een ingang 21 van een tweede signaalweg kan 25 worden verbonden. Een uitgang 23 van de eerste signaalweg en een uitgang 25 van de tweede signaalweg vormen de ingangen van een optel-schakeling 27 waarvan de uitgang aan de uitgang 9 van de demodulatieschakeling ligt. De eerste en de tweede signaalweg worden parallelle signaalwegen genoemd. De cmschakelaar 13 staat gewoonlijk in de ge-30 tekende stand. Cp de functie ervan zal later warden ingegaan.

. In de eerste respektievelijk tweede signaalweg ligt de uitgang 19 respektievelijk 21 van de cmschakelaar 17 aan een ingang 29 respektievelijk 31 van een versterker 33 respektievelijk 35 waarvan een uitgang 37 respektievelijk 39 aan de ingang 23 respektievelijk 25 35 van de optelschakeling 27 ligt. De uitgang 37 respektievelijk respectievelijk 39 van de versterker 33 /. 3b ligt verder via een schakelaar 41 respektievelijk 43 aan een condensator 45 respektievelijk 47 en aan een verdere ingang 49 respektievelijk 51 van de versterker 33 respektieve- 80 05 45 7 ► t - S~ ... * HÏN 9856 3 .33 ________lijk 35. De vecstetka:/ respektievelijk 35 vormt met de schakelaar 41 respektievelijk 43 en de condensator 45 respektievelijk 47 een klemschakeling.

De schakelaar 41 respektievelijk 43 wordt bediend door een 5 aan een ingang 55 respektievelijk 57 toegevqerd signaal dat van een uitgang 59 respektievelijk 61 van een omschakelaar 63 afkomstig is waarvan een ingang 65 via een golfvormcorrectieschakeling 67 aan een ingang 69 van de schakeling ligt. Aan deze ingang 69 wordt een impulssignaal van de lijnfrequentie toegevoerd.

10 De schakelaar 41 respektievelijk 43 wordt door het signaal aan de ingang 55 respektievelijk 57 ervan gesloten als de omschakelaar 17 in de getekende respektievelijk niet getekende stand staat en als een referentiesignaal aan de ingang 19 respektievelijk 21 van de eerste respektievelijk tweede signaalweg aanwezig is dat is ontstaan 15 door de demodulatie van een signaal van de eerste respektievelijk tweede draaggolf frequentie. Tengevolge hiervan wordt in de ene lijntijd het referentieniveau van het eerste kleurverschilsignaal aan de uitgang 23 van de eerste signaalweg en in de andere lijntijd het referentieniveau van het tweede kleurverschilsignaal aan de 20 uitgang 25 van de tweede, signaalweg cp een bepaalde waarde geklemd die voor beide signaalwegen gelijk wordt gékozen. Verder neemt in de getekende stand van de omschakelaar 17 de uitgang 25 van de tweede signaalweg een bepaald niveau aan dat gelijk is aan het niveau dat in de niet getekende stand van de omschakelaar 17 aan de uitgang 23 25 van de eerste signaalweg optreedt. Als er nu een halflijnfrequente signaalcomponent optreedt doordat het niveau aan de uitgang van de eerste en tweede signaalweg in de getekende stand van de omschakelaar 17 aneers is dan in de niet-getekende, zijn deze componenten in de beide signaalwegen in tegenfaze en heffen elkaar in de pptelschakeling 30 27 qp. In het bovenstaande werd verondersteld dat de omschakelaar 13 voortdurend in de getekende stand staat.

Om ook als er in het Secamsignaal in de lijnterugslagtijden geen referentiesignaal aanwezig is de half lijnfrequentie componenten in de beide signaalwegen te kunnen compenseren, wordt via een 35 omschakelaar 71 een halflijnfrequente referentiespanning aan een verdere ingang 73 van de omschakelaar 13 toegevoerd. Die ontstaat door de ene lijntijd een gelijkspanning afkomstig van een bron 75 en de andere lijntijd een andere gelijkspanning afkomstig van een bron.

80 0545 7 EHN 9856 4 _________77 aan die ingang 73 te leggen. Met deze referentiespanning wordt in de beide kleurverschilsignalen aan de uitgang 15 van de onschake-laar 13 een referentieniveau ingevuld aider invloed van een via een in dat geval gesloten schakelaar 78 aan de anschakelaar 13 toe 5 te voeren signaal van de lijnfrequentie afkomstig van de golfvorm-correctieschakeling 67 zodat de klemschakelingen dan qp dat referen-tiesignaal kunnen kleumen.

De halflijnfrequente anschakelaars 17, 71 en 63 warden bediend door een halflijnfrequent omschakelsignaal afkomstig van 10 een uitgang 79 van een bistabiele multivibrator 81 die door het impulssignaal van de lijnfrequentie aan de ingang 69 wordt gestuurd en door een signaal aan een ingang 83 in de juiste schakeltoestand wordt gehouden. Dit signaal aan de ingang 83 van de rtultivibrator 81 is afkomstig van een identificatieschakeling 85 die een identificatie-15 signaal aan de uitgang 5 van de demodulator verwerkt dat optreedt tengevolge van bepaalde in een Secamsignaal aanwezige hulpsignalen.

Het is ook mogelijk de ingangen 19 en 31 van de beide signaalwagen met elkaar te verbinden en in plaats van de optelsehake-ling 27 de omschakelaar 17 aan te brengen die dan afwisselend de 20 uitgangen 23 en 25 van de beide signaalwegen met de uitgang 9 van de schakeling verbindt.

Als klemschakelingen zijn in dit geval regelschakelingen toegepast zodat geen condensatoren hoeven te worden toegepast cm een gelijkstrocmccmponent te onderdrukken. Desgewenst kunnen echter ook 25 andere klemschakelingen zoals bijvoorbeeld een condensator gevolgd door een kortsluitschakelaar worden gebruikt.

De cmschakelaars 13 en 76 en de schakelaar 78 kunnen desgewenst worden weggelaten als de demodulatie-schakeling alleen geschikt hoeft te zijn voor Secamsignalen waarin in de lijnterug-30 slagtijden een referentiesignaal optreedt.

35

80 0545 T

Claims

2, Demodulatieschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat van de parallelle signaalwegen de ingangen via een halflijn-frequente cmschakelaar net de uitgang van de demodulator en de uitgangen via een optelschakeling met een uitgang van de demodulatie-20 schakeling zijn gekoppeld. 25 30 80 05 45 7 35