NL8005267A

NL8005267A - Put met deksel.

Info

Publication number: NL8005267A
Application number: NL8005267A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1980-09-22
Filing date: 1980-09-22
Publication date: 1982-04-16
Also published as: EP0048523A1; EP0048523B1; DE3163221D1; ATE7160T1

Description

805I10/vdV/hh

Korte aanduiding:Put met deksel.

De uitvinding heeft betrekking op een put met deksel, in het bijzonder een kunststofput met kunststofdeksel.

Dergelijke kunststofputten met deksel, welke bij de afvoer van afvalwater door rioleringsleidingen gebruikt worden als 5 rioleringsputten en inspectieputten of kabelschachten zijn algemeen bekend.

Deze putten hebben het nadeel dat voor normaal wegverkeer gewerkt moet worden met betrekkelijk. dikke metalen deksels, die zwaar, duur en moeilijk hanteerbaar zijn, alsmede veel materiaal 10 eisen.

Anderzijds zijn kunststofdeksels, die op zichzelf licht en gemakkelijk hanteerbaar zijn, onvoldoende stijf zodat zij bij belasting gemakkèlijk doorbuigen.

Kunststofputten hebben daarnaast het nadeel dat bij hoge 15 belastingen van het deksel tengevolge van bijvoorbeeld zwaar wegverkeer, de kunststofput beschadigd kan worden door een metalen deksel vooral wanneer de putten grote diameters bezitten.

De uitvinding beoogt nu een put te verschaffen die deze bezwaren niet vertoont en waarbij gebruik gemaakt kan worden van 20 betrekkelijk dunne kunststofdeksels, die geen vervorming ondergaan, zelfs wanneer deze belast worden door zwaar wegverkeer, en daardoor het gebruik mogelijk maken van minder zware, dure en minder materiaal vereisende, alsmede gemakkelijker hanteerbare deksels.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het 25 deksel samenwerkt met ondersteuningsorganen die werkzaam zijn in het gebied van het deksel dat ligt binnen de binnenrand van de put die samenwerkt met het deksel.

Door ondersteuning van het deksel in het centrale gebied, dat ligt binnen de binnenrand van de put die samenwerkt met het \ 30 deksel, verkrijgt men extra ondersteuning van het vervormbare gebied \ 8 0 0 5 2 6 7'

t V

-2- νση het deksel wat tot de hierbovengenoemde voordelen leidt.

Met bijzonder voordeel bestaat de ondersteuning uit één of meer kolomvormige elementen, die op de bodem van de put steunen.

Een belangrijk voordeel van een dergelijk kolomvormig element 5 is dat deze ook gebruikt kan worden voor het dragen van bepaalde delen van leidingen die bijvoorbeeld in dergelijke putten aangebracht worden als zij bestemd zijn voor het gebruik als verdeelputten bij transport van verwarmingsmedia naar huizen of gebouwen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een 10 uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin - fig. 1 een bovenaanzicht toont van een kunststofput die dient als verdeelput in een leidingssysteem voor het verdelen van verwarmingsmedia naar verschillende afnemers; - fig·. 2 een langsdoorsnede door een kunststofput volgens de 15 uitvinding; - fig. 3 een dekselondersteuning voor ondersteuning van een kunststofdeksel bij een kunststofput volgens de uitvinding, in perspektief, waarbij enkele onderdelen afzonderlijk gebouwd zijn.

In fig. 1 is een kunststofput uit:· glasvezelversterkte 20 thermohardende hars, in het bijzonder epoxy- of polyesterharsen, weergegeven, bestaande uit een kunststofbuitenwand 1 en een concentrisch ten opzichte daarvan aangebrachte kunststofbinnenwand 2, welke wanden door middel van versterkingsribben of afstandhouders 3 met elkaar verbonden zijn onder.vorming van cylindrische ruimte 5a.

25 De kunststofput omvat een putbodem 4, die eveneens dubbelwandig uitgevoerd is met versterkingstussenschotten 3 tussen de putbodem-wanddelen 4a en 4b.

De bodemruimte 5 en de ruimte 5a tussen binnenwand 1 en buiten-wand 2 zijn bbvendien volgeschuimd met kunststofschuim 6.

\30 In het bovenste gedeelte is de ruimte tussen binnenwand en buitenwand afgesloten door een dekseloplegrand 7, waarboven zich de 8005267

Ir 4 -3- buitenwand verder uitstrekt tot aan buitenwandbovenrand 8.

Op rand 7 en rand 8 steunt een kunststofdeksei 9, bestaande uit een dekselbovenwand 9a en een dekselonderwand 9b, de ruimte 9c is opgevuld.met schuim 6.

5 Voor het verkrijgen van een goede afdichting van de binnenzijde van de kunststofput is een afdichtring„10.aangebracht, welke afdichtend samenwerkt met de binnenzijde van de buitenwand 2 en de buitenzijde van de omtreksrand 11 van het deksel 9. Deze omtreks-rand 11 kan uit een andere kunststof bestaan dan de dekselbovenwand 10 en dekselonderwand 9a en 9b.

In fig. 1 is ook nog een andere uitvoeringsvorm weergegeven voor het aanbrengen van een deksel, waarbij de binnen- en buitenwand 1 en 2 op dezelfde hoogte eindigen en het deksel 9 op deze eindronden van de binnenwand en buitenwand steunen. Aan de buiten-15 zijde bevindt zich een afdichtrigg 10, welke opgenomen is in een door middel van gelijmde ring 12 gevormde uitsparing.

Het deksel 9 draagt in dit geval aan zijn buitenzijde een opstaande omtreksrand 13, die uit elk willekeurig materiaal kan bestaan, maar in elk geval dicht verbonden is met de dekselbodemwand 20 9b.

Binnen in de put is een dekselondersteuning 14 opgesteld, die met zijn ondersteuningsvlak 15a op de bodem 4 van de kunststof-put steunt en anderzijds met zijn bovenvlak 15b samenwsrkt met deksel 9.

25 De put is voorts voorzien van een invoer 16 en een uitvoer 17 voor doorvoer van een polybuteen buisleiding 18 voor transport van verwarmingsmedium. Deze leiding 18 is via een afsluiter 19 verbonden met een eerste verdeler 20 die anderzijds weer aangesloten is op een afsluiter 19a welke aansluit op leiding 18a die de voort ij__y "C 30 zetting vormt van de leiding 18 en doorloopt naar een andere put,

De verdeler 20 is voorzien van eerste verdeeltoevoerleidingen '80 0 52 6 7 ·* — -4- 21α tot en met 21 j welke elk een verdeeltoevoerleidingafsluiter 22a tot en met 22 j dragen. Daarnaast is de eerste verdeler 20 direkt verbonden met een tweede verdeler 20a die via tweede verdeeltoevoerleidingafsluiter 23a tot en met 23 j in verbinding staat met 5 tweede verdeeltoevoerleidingen 24a tot en met 24 j.

Zoals men ziet zijn de polybuteenleidingen 18 en 18a voorzien van een polyetheenschuim kunststofisolatieomhulling 25, die afgedekt is door een polyetheenmantelbuis 27.

De leidingen 18 en 18a zijn door middel van een doorvoer met 10 afdichtingsmanchet 28 door de wand van de kunststofput geleid.

Anderzijds is de kunststofput nog voorzien van een doorvoer 29 voor het doorvoeren van een retourleiding 30 welke retourleiding in verbinding staat met de retourleidingverdelers 31 en 31a. In de 15 retourleidingverdeler 31 monden retourverde.e iJ4£n#oet" en met 32 j uit, terwijl in de met verdeler 31 verbonden retourleidingverdeler 31a de retourverdeelleidingen 33a tot en met 33 j uitmonden.

Voor de doorvoer van de verdeeltoevoerleidingen 21a -21 j en 24a- 24 j en van de retourverdeelleidingen 32a - 32 j en 33a - 33j 20 is de kunststofput voorzien van doorvoercilinders 34 met eindplaten 35 in welke eindplaten één of meerdere doorvoeren 36 zijn aangebracht waarin de verdeelleidingen verlopen en afgedicht worden door middel van een afdichring 37. De doorvoeren 36 bezitten de vorm van halve steekmoffen.

25 Zoals reeds gezegd, wordt het kunststofdeksel 9 ondersteund door middel van een kolomvormige ondersteuning 14 die enerzijds samenwerkt met het vlak 15b met het deksel en anderzijds met het deel 15a met de bodem van de kunststofput.

Zoals men in fig. 2 ziet ondersteunt de kolomvormige onder-30 steuning 14 het kunststofdeksel 9 in een gebied dat ligt binnen de binnenrand 48 van de put 1 die met het deksel 9 samenwerkt.

8005267

v S

-5-

Het zal duidelijk zijn dat men hierdoor een belangrijke ondersteuning van het deksel kan bereiken zodat dit geen doorzakkingsverschijnselen vertoont, zelfs bij belasting van zwaar wegverkeer.

5 In,fig. 3 is in perspektief een ondersteuning 14 weergegeven bestaande uit een eerste metaalplaat 38 en een tweede metaalplaat 39 die met elkaar verbonden zijn door een verbindingsplaat 40. De verbinding tussen de platen 38, 39 en verbindingsplaat 40 kan op elke gewenste wijze tot stand gebracht zijn.

10 De eerste plaat 38 is voorzien van een omgezette bodemrand 41, terwijl de andere plaat 39 is voorzien van een omgezette bodemrand 42, welke omgezette bodemranden 41, 42 tezamen met de onderrand 43 van verbindingsplaat 40 op de bodem 5 van de kunststofput kan rusten.

De plaat 38 is voorzien van een sleufvormige uitsparing 44 15 welke zich uitstrekt vanaf de bovenzijde van de plaat en de plaat 39 van een sleufvormige uitsparing 45 die zich eveneens vanaf de vrije bovenzijde van de plaat 39 uitstrekt.

De plaat 39 en plaat 38 dragen aan hun boveneinden omgezette bovenranddelen 39a, 39b ter weerszijden van sleufvormige uitsparing 20 45 en omgezette randen 38a en 38b welke zich uitstrekken ter weerszijden van sleufvormige uitsparing 44.

Voor het verkrijgen van een goede ondersteuning wordt op de omgebogen randdelen 39a, 39b, 38a, 38b een ondersteuningsplaat 46 25 geplaatst die door middel van schroefverbindingen vastgezet wordt op de platen 39 en 38.

Het is vanzelfsprekend mogelijk om aan de onderzijde de omgezette bodemranden 41 en 42 te verbinden met een plaat 47 teneinde 30 de krachten over de bodem te verdelen.

De verdelers 20, 20a, 31, 31a worden op afstand gehouden door afstandhouderplaatjes 26 die vastgezet worden op de platen 38 en 39.

\ 0 0 5 2 6 7

Claims

1. Put met deksel, met het kenmerk, dat het deksel (9) samenwerkt met ondersteuningsorganen (14), welke werkzaam zijn in het gebied van het deksel dat ligt binnen de binnenste rand (48) van de put die samenwerkt met het deksel.

2. Put met deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, 5 dat het deksel en/of de put uit kunststof bestaan.

3. Put volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het deksel een dubbelwandig deksel is met wanden (9a, 9b), waarbij de tussenliggende ruimte volgeschuimd is met een schuimkunst-stof (6),

4. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, IQ met het kenmerk, dat de bodem (4) dubbelwandig is en gevormd uit twee wanden waarbij de ruimte (5) tussen deze wanden gevuld is met kunststofschuim.

5. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de put dubbelwandig is en de ruimte (5a) 15 tussen de wanden (1, 2) volgeschuimd is met schuirakunststof. 4

6. Put volgens één of meer der voorgaance conclusies, met het kenmerk, dat het deksel (9), de wand (1, 2) en/of de bodem (4) van de kunststofput voorzien zijn van versterkings-ribben (3). i 8005267 » t> “T

7. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan (14) een kolomvormig element is dat met een ondersteuningsvlak (15a) op de bodem (4) van de put steunt en met een bovenste 5 ondersteuningsvlak (15b) samenwerkt met het deksel (9)*

8. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan voorzien is van middelen voor het dragen van tenminste één verdeler (20, 20a, 31, 31a) die verbonden is met verdeeltoevoerleidingen 10 of verdeelretourleidingen (21a-21j resp. 32a-32j en 33a-33j).

9. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ondersteuningselement opgebouwd is uit twee met elkaar verbonden plaatvormige elementen (38, 39), bijvoorkeur door een verbindingsplaat (40).

10. Put volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de plaat-15 vormige elementen (38, 39) samenwerken met een bovenste ondersteuningsvlak (46) en bij voorkeur een onderste ondersteuningsvlak (47).

11. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk/ dat de verdelers>(20, 20a, 31, 31a) op afstand 20 gehouden worden door middel van verdelersafstandhouders (48) die verbonden zijn met de plaatvormige elementen.

12. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, ./ met het kenmerk, dat de put voorzien is van een afsluitwand (35) %· met uitsparingen voor de doorvoer van verdeelretourleidingen en 25 verdeeltoevoerleidingen (21a-21j; 22a-22j; 32a-32j; 33a-33j) 8005267 1 t. _.a-

13. Put volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat in elke uitsparing in de plaat (35) een mof (36) met afdicht-ring (37) is opgenomen welke afdichtring (37) samenwerkt met een verdeeltoevoerleiding of een verdeelretourleiding. 5

14. Put volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de putwanden ( 1 en 2) en/of deksel-wanden (9a, 9b) uit glasvezelversterkte kunststof, zoals epoxy of polyesterhars bestaan. \ 8005267