NL8005043A

NL8005043A - Hide stretching unit has radially movable clamp heads - and driven discs gripping hide edge to guide it between clamp jaws before closing

Info

Publication number: NL8005043A
Application number: NL8005043A
Authority: NL
Original assignee: Rueti Te Strake Bv
Priority date: 1980-09-05
Filing date: 1980-09-05
Publication date: 1982-04-01

Abstract

Appts. comprises a stretching frame (1) provided with a number of radiating rails (3) along each of which a clamp head (4) with a fixed (6) and a movable (7) jaw is slidable. This frame is placed on a further frame having guide rails (17) which are parallel to the rails (3) and each have a movable carriage (14) capable of engaging (by 29 or 19) a corresp. head (4) to move this head radially inward or outward respectively. Each carriage is provided with a driven (via belt 27,28) disc (22) or the like which is arranged in front of the jaws (6,7) and, together with a corresp. vertically movable (in 10) pressure element (e.g. two parallel discs 12), grips the edge (H') of the hide as the head is moved radially inward and guides it between the jaws before they close. Used for stretching hides before drying. Arrangement ensures that any irregularly folded or creased portion at the perimeter (H') of the hide is correctly positioned between the jaws rather than being pushed inward by the clamp head as this advances inward to grip the hide prior to stretching.

Description

: 9 r «: 9 r «

W 947-277 Ned.B/LvDW 947-277 Dutch B / LvD

44

Inrichting voor het spannen van huiden.Device for stretching skins.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het spannen van huiden, bestaande uit een spanraam met een aantal zich vanuit een middenzone in hoofdzaak radiaal naar de buitenomtreksrand 5 daarvan uitstrekkende geleidingen en daarop heen en weer beweegbaar gemonteerde, van een vaste en een beweegbare klembek voorziene spanklemmen, welk .spanraam samenwerkt met en afneembaar is geplaatst op een hulpframe, dat voorzien is van geleidingen, die evenwijdig aan dié vain het spanframe verlopen en waarop individueel aandrijfbare organen heen en weer beweeg-10 baar zijn geleid, die met de spanklemmen in ingrijping kunnen treden om deze over de geleidingen van het spanframe naar binnen c.q. naar buiten te verplaatsen.The invention relates to a device for tensioning skins, consisting of a tensioning frame with a number of guides extending from a central zone substantially radially to the outer peripheral edge thereof and movably mounted thereon and reciprocally provided with a fixed and a movable clamping jaw. clamping clamps, which clamping frame cooperates with and is removably mounted on an auxiliary frame, which is provided with guides which run parallel to that of the clamping frame and on which individually drivable members are guided reciprocally, which engage with the clamping clamps can step to move them in and out over the guides of the tensioning frame.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Finse . octrooiaanvrage 772643.Such a device is known, for example, from the Finnish. patent application 772643.

15 Bij deze bekende inrichting wordt de te spannen haak op het spanraam gelegd, terwijl de spanklemmen zich in hun buitenste stand nabij de omtreksrand van het spanframe bevinden. De spanklemgeleidingen dienen daarbij althans ten dele ook als oplegsteun voor de te spannen huid. Vervolgens worden, door bediening van een centrale stuureenheid, de 20 spanklemmen in geopende vorm door de bijbehorende aandrijforganen over de geleidingen naar binnen bewogen. Zodra de huidrand daarbij in de klemzone tussen de vaste en beweegbare klembek is gevangen, is zulks geconstateerd door een bij de betreffende spanbek behorend detectieorgaan. Als gevolg van het daarbij door het detectieorgaan geproduceerde signaal stopt het 25 bijbehorende aandrijforgaan, terwijl de spanbek sluit. Eerst wanneer aldus spanbekken in de juiste kiepstand ten opzichte van de huidrand zijn gekomen, kan door bediening van een centrale besturingseenheid worden bewerkstelligd, dat de aandrijforganen met de spanklemmen naar buiten bewegen om de huid te spannen. De aandrijving door elk aandrijforgaan 30 wordt daarbij beëindigd, zodra de voor elke spanklem ingestelde spankracht is bereikt. Het spanraam wordt vervolgens, terwijl de spanklemmen op hun geleidingen geklemd blijven zitten, van het hulpframe afgelicht en door een oven vervoerd om da huid in gespannen toestand te doen drogen.In this known device, the hook to be tensioned is placed on the tensioning frame, while the tensioning clamps are in their outer position near the peripheral edge of the tensioning frame. The clamping clamp guides also serve, at least in part, as a support for the skin to be clamped. Subsequently, by operating a central control unit, the clamping clamps are opened in open form by the associated drive members over the guides. As soon as the skin edge is thereby caught in the clamping zone between the fixed and movable clamping jaw, this has been detected by a detection member associated with the respective clamping jaw. As a result of the signal produced by the detection member, the associated driving member stops while the clamping jaw closes. Only when clamping jaws have thus come into the correct tilting position relative to the skin edge can it be ensured, by operating a central control unit, that the drive members move outward with the clamping clamps to tension the skin. The drive by each drive member 30 is thereby stopped as soon as the tension force set for each clamping clamp has been reached. The clamping frame is then, while the clamping clamps remain clamped on their guides, lifted off the subframe and transported through an oven to dry the skin in tension.

Een bezwaar van deze bekende inrichting is, dat de huidrand 35 zich niet op alle plaatsen even goed door de samenwerkende klembekken van de geopende spanklemmen laat vangen. De huidrand heeft namelijk een grillig verloop en vertoont dikwijls plooien, waardoor het veelal voorkomt, dat de huidrand ter plaatse van die plooien niet in de klemzone tussen de samenwerkende klembekken van de spanklem wordt gevangen, doch buiten het 40 bereik van het betreffende detectie orgaan door de verder bewegende 8005043 - 2 - spanklem naar het midden van het spanraam wordt opgeschoven. Van het beoogde, automatische opspanproces komt dan niets terecht.A drawback of this known device is that the skin edge 35 cannot be equally well captured in all places by the cooperating clamping jaws of the opened clamping clamps. Namely, the skin edge has a irregular course and often shows folds, whereby it often occurs that the skin edge at the location of those folds is not caught in the clamping zone between the co-acting clamping jaws of the tensioning clamp, but outside the range of the relevant detection member. the further moving clamp 8005043 - 2 - is pushed to the center of the clamping frame. The intended automatic clamping process will then not work.

De uitvinding nu beoogt dit bezwaar te ondervangen.The invention now aims to overcome this drawback.

Volgens de uitvinding is daartoe elk aandrijforgaan voorzien 5 van tenminste een in het verticale vlak door de betreffende geleiding rondgaand steunorgaan, waarvan een bovenste part van beneden af in de klemzóne van de betreffende spanbek reikt en dat samenwerkt met een daar boven geplaatst, naar boven uitwijkbaar door de spanbek gedragen draaibaar tegendrukorgaan.According to the invention, each drive member is provided for this purpose with at least one support member circulating in the vertical plane through the respective guide, an upper part of which extends from below into the clamping zone of the respective clamping jaw and which co-acts with an upper part that can be moved upwards. rotatable counter-pressure member carried by the clamping jaw.

10 Door het samenstel van rondgaand steunorgaan en tegendrukorgaan worden eventuele plooien in de rand van de te spannen huid op een doeltreffende wijze in de klemzöne tussen de samenwerkende klembekken van de spanklem geleid.Through the assembly of the revolving support member and counter-pressure member, any folds in the edge of the skin to be tensioned are effectively guided into the clamping zone between the cooperating clamping jaws of the clamping clamp.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm, wordt het 15 rondgaande steunorgaan op het aandrijf orgaan gevormd door een schijf, die wordt aangedreven met een omtreksnelheid, die groter is dan de lineaire snelheid van het aandrijforgaan, en waarvan de richting, in de klemzöne, tegengesteld is aan die van het aandrijf orgaan.In a preferred embodiment, the circumferential support member on the drive member is formed by a disc driven at a peripheral speed greater than the linear speed of the drive member, the direction of which in the clamping zone is opposite to that of the actuator.

In een praktische uitvoeringsvorm is de steunschijf verbonden met 20 een snaarschijf van kleinere diameter, die samenwerkt met een, in het vlak van de betreffende geleiding tussen de buitenomtreksrand van het hulpframe en een middenzone van dat hulpframe gespannen snaar.In a practical embodiment, the support disc is connected to a belt pulley of smaller diameter, which co-acts with a belt tensioned in the plane of the respective guide between the outer peripheral edge of the auxiliary frame and a central zone of that auxiliary frame.

Volgens een verder kenmerk wordt de snaar, vanuit de middenzöne beschouwd, achter de snaarschijf over een lager gelegen hulpschijf geleid 25 en buiten bereik van de spanklem naar de buitenrand van het hulpframe geleid.According to a further feature, viewed from the center zone, the belt is guided behind the belt pulley over a lower auxiliary disk and guided outside the range of the tensioning clamp to the outer edge of the auxiliary frame.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing with an exemplary embodiment.

Pig. 1 toont een schematisch bovenaanzicht van de inrichting 30 volgens de uitvinding;Pig. 1 shows a schematic top view of the device 30 according to the invention;

Fig. 2 toont een zijaanzicht op grotere schaal van een van het spanraam deel uitmakende geleiding en een op deze geleiding gemonteerde spanklem;Fig. 2 shows an enlarged side view of a guide forming part of the clamping frame and a clamping clamp mounted on this guide;

Fig. 3 toont een zijaanzicht van een tot het hulpframe behorende 35 geleiding met het daarop heen en weer beweegbaar gemonteerde orgaan;Fig. 3 shows a side view of a guide belonging to the auxiliary frame with the member movably reciprocated thereon;

Fig. 4 toont een zijaanzicht, waarin een geleiding van het spanframe en een geleiding van het hulpframe recht boven elkaar zijn gepositioneerd, terwijl de spanklem en het aandrijforgaan daarvoor in werkzame ingrijping met elkaar staan.Fig. 4 shows a side view in which a guide of the tensioning frame and a guide of the auxiliary frame are positioned directly above each other, while the tensioning clamp and the actuator are in active engagement with each other for this purpose.

4q In het bovenaanzicht volgens fig. 1 is het spanframe van de in- 8005043 - 3 - ? > richting volgens de uitvinding te zien, waarvan de buitenomtreksrand 1 door een U-profiel wordt gevormd:. Met 2 is een zich in een middenzone van het spanraamvlak bevindende montagepiaat aangegeven, die in het getekende uit-voeringsvoorbeeld cirkelvormig is. Met 3 is een groot aantal, geleidingen 5 in de vorm van hoogkant geplaatste strippen weergegeven, welke strippen zich vanaf de montagepiaat 2 in hoofdzaak radiaal naar de buitenomtreks-rand 1 uitstrekken, (zie ook fig. 2).4q In the top view according to fig. 1, the clamping frame of the 8000043 - 3 -? > direction according to the invention, the outer peripheral edge 1 of which is formed by a U-profile. 2 denotes a mounting plate located in a central zone of the clamping frame plane, which is circular in the illustrated embodiment. 3 shows a large number of guides 5 in the form of high-placed strips, which strips extend substantially radially from the mounting plate 2 to the outer peripheral edge 1 (see also Fig. 2).

Op elke geleidingsstrip 3 is een spanklem 4 heen en weer beweegbaar gemonteerd. Deze spanklem is van een op zichzelf bekend type, waarvan 10 het ruitervormige lichaam 5 een vaste klembek 6 en een daarmede samenwerkende draaibare klembek 7 heeft. In fig. 2 wordt de draaibare klembek 7 onder invloed van een niet nader weergegeven veer in de gesloten stand gehouden. De draaibare klembek 7 is voorzien van een · grendelhefboom 8 die in fig. 2 achter het vlak van tekening op de as van de klembek 7 is 15 bevestigd.A clamping clamp 4 is movably reciprocated on each guide strip 3. This clamping clamp is of a type known per se, of which the diamond-shaped body 5 has a fixed clamping jaw 6 and a rotatable clamping jaw 7 co-acting therewith. In Fig. 2 the rotatable clamping jaw 7 is held in the closed position under the influence of a spring (not shown in more detail). The rotatable clamping jaw 7 is provided with a locking lever 8 which in fig. 2 is mounted behind the plane of the drawing on the axis of the clamping jaw 7.

Naar het midden van het spanraam wijzende bovenste rijeneinde van het ruitervormige spanklemlichaam 5 is een console 9 aangebracht, voorzien van een geleidingssleuf 10, waarin een horizontale as 11 draaibaar en in de hoogterichting verplaatsbaar is gelegerd. De as 11 draagt een cirkelvormig 20 element 12, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat uit twee, elk op een einde van de as 11 bevestigde schijven van gelijke diameter.A console 9, provided with a guide slot 10, in which a horizontal axis 11 is rotatably mounted and displaceable in the height direction, is provided at the top row end of the diamond-shaped clamping clamp body 5 pointing towards the center of the clamping frame. The shaft 11 carries a circular element 12, which in the shown exemplary embodiment consists of two discs of equal diameter, each mounted on one end of the shaft 11.

Een in de klemzöne van de spanklem 4 reikende draaibare voelspriet is met 13 aangegeven.A rotatable feeler rod reaching into the clamping zone of the clamping clamp 4 is indicated by 13.

Bij elke spanklem 4 behoort een afzonderlijk aandrijforgaan, dat 25 in fig. 3 is afgebeeld. Dit aandrijforgaan 14 wordt gevormd door een in hoofdzaak uit twee naast elkaar geplaatste platen 15 bestaande wagen, die met behulp van tussen de beide platen 15 gemonteerde rollen 16 verrijdbaar op een geleidingsstrip 17 is aangebracht. De geleidingsstrip 17 maakt deel uit van een hulpinrichting resp. hulpframe, waarin deze strips 30 zijn opgenomen volgens een patroon, dat overeenkomt met dat van de gelei-dingsstrips 3 in het spanraam.Each clamp 4 has a separate actuator, which is shown in Fig. 3. This drive member 14 is formed by a carriage consisting essentially of two juxtaposed plates 15, which wheel is mounted on a guide strip 17 by means of rollers 16 mounted between the two plates 15. The guide strip 17 forms part of an auxiliary device resp. auxiliary frame, in which these strips 30 are received according to a pattern corresponding to that of the guide strips 3 in the tensioning frame.

Het verplaatsen van de wagen 14 over de geleidingsstrip 17 vindt b.v. plaats door middel van eraan bevestigde trekkabels 17a, die deel üitmaken van een geschikte, niet nader weer te geven aandrijf inrichting.Moving the carriage 14 over the guide strip 17 takes place e.g. by means of attached pull cables 17a, which form part of a suitable drive device (not shown).

35 De platen 15 van de wagen14 zijn aan één einde,(en wel aan het naar het midden van de hulpinrichting resp. het hulpframe toegekeerde wageneinde) naar boven toe verlengd met twee wangvormige uitsteeksels.The plates 15 of the trolley 14 are extended at one end (i.e. at the trolley end facing the center of the auxiliary device or the auxiliary frame) with two cheek-shaped projections.

De wangen 18 vormen daarbij tezamen een naar buiten gericht drukvlak 19, dat, zoals hieronder nader zal blijken, bestemd is om samen te werken met 40 het in fig 2 met 20 aangegeven aanslagvlak. Elk wangvormig uitsteeksel 8005043 e z ï, 18 is aan de buitenzijde voorzien van een horizontale tak 21, waarop een schijf 22 draaibaar is gelegerd. Elke schijf 22 vormt één geheel met een snaarschijf 22a van kleinere diameter. Over de schaarschijf 22a loopt een snaar 23, waarvan de einden in vaste punten 24 en 25 nabij het midden resp. 5 nabij de buitenrand van de hulpinrichting zijn verankerd. De snaar 23 wordt daarbij nog over een hulpschijf 26 geleid, zodat een hoog-liggend horizontaal part 27 en een laagliggend horizontaal part 28 zijn ontstaan.The cheeks 18 together form an outwardly directed pressure surface 19, which, as will become clear below, is intended to cooperate with the stop surface indicated by 20 in Fig. 2. Each cheek-shaped projection 8005043 e z, 18 is provided on the outside with a horizontal branch 21, on which a disc 22 is rotatably mounted. Each disc 22 is integral with a smaller diameter pulley 22a. A belt 23 runs over the shearing disc 22a, the ends of which are fixed in points 24 and 25 near the center, respectively. 5 are anchored near the outer edge of the auxiliary device. The belt 23 is then still guided over an auxiliary disc 26, so that a high-lying horizontal part 27 and a low-lying horizontal part 28 are created.

Met 29 is een meeneemnok aangegeven, die bestemd is om met het vlak 29a van de spanklem 4 samen te werken, wanneer deze spanklem, gezien 10 in fig. 2, over de geleidingsstrip 3 naar rechts moet worden verplaatst.29 indicates a carrier cam, which is intended to cooperate with the plane 29a of the clamping clamp 4, when this clamping clamp, seen in Fig. 2, has to be moved over the guide strip 3 to the right.

De meeneemnok 29 kan tegen veerwerking in in een onwerkzame stand tussen de beide wagenplaten 15 worden teruggedrukt.The carrier cam 29 can be pushed back into an inoperative position between the two carriage plates 15 against spring action.

Wanneer het spanraam en de hulpinrichting in vertikale zin t.o.v. elkaar gecentreerd zijn, bevindt zich recht onder elke geleidingsstrip 3 15 van het spanraam een geleidingsstrip 17 van de hulpinrichting. Er wordt nu verondersteld, dat de spanklem 4 zich in zijn uiterste stand nabij de omtreksrand 1 bevindt, terwijl de corresponderende wagen 14 zich in de positie nabij het midden van de hulpinrichting bevindt. In deze situatie nu worden spanraam en hulpinrichting in vertikale zin naar elkaar toebe-20 wogen (hetzij door het spanraam naar beneden te bewegen, hetzij de hulpinrichting te heffen, hetzij beiden). Daarbij komt de geleidingsstrip 3 tussen de wangen 18 van de wagen 14 te liggen, terwijl het bovenste horizontale part 27 van de snaren 23 juist boven het niveau van de geleidingsstrip 3 komen te liggen. Daarbij komt voorts een aanslagnok 30 van 25 de wagen 14 in het vlak van de bewegingsbaan van de grendelhefboom 8 te liggen. In de aldus verkregen positie kan de wagen 14 naar links, d.w.z. naar de buitenrand worden bewogen door de aandrijfinrichting dienovereenkomstig te commanderen. Daarbij komt eerst de meeneemnok 29 in contact met de voorzijde van het spanklemlichaam 5, waardoor deze meeneemnok 29 30 in zijn onwerkzame stand tussen de wagenplaten 15 wordt teruggedrukt, totdat het onderste gedeelte van het. ruitervormige spanklemlichaam 15 is gepasseerd en de meeneemnok 29 achter dit gedeelte kan terugvierén en tegenover het vlak 29a komt te liggen. Het drukvlak 19 bevindt zich dan tegenover het aanslagvlak 20 van het klemlichaam 5. Voorts heeft de aan-35 slagnok 30 de grendelhefboom 8 daarbij naar boven gezwaaid, waardoor de draaibare klembek 7 in zijn geopende stand is gekomen. Tevens zijn de schijven 22 van de wagen 14 in ingrijping gekomen met de schijven 12 op het spanklemlichaam 5.When the clamping frame and the auxiliary device are centered in a vertical sense relative to each other, a guiding strip 17 of the auxiliary device is located directly below each guide strip 3 of the clamping frame. It is now assumed that the tensioning clamp 4 is in its extreme position near the peripheral edge 1, while the corresponding carriage 14 is in the position near the center of the auxiliary device. In this situation, the tensioning frame and auxiliary device are moved vertically together (either by moving the tensioning frame downwards or by lifting the auxiliary device, or both). The guide strip 3 will come to lie between the cheeks 18 of the carriage 14, while the upper horizontal part 27 of the strings 23 will lie just above the level of the guide strip 3. In addition, a stop cam 30 of the carriage 14 comes to lie in the plane of the path of movement of the locking lever 8. In the thus obtained position, the carriage 14 can be moved to the left, i.e. to the outer edge, by commanding the drive device accordingly. In addition, the carrier cam 29 first comes into contact with the front side of the clamping clamp body 5, whereby this carrier cam 29 is pressed back in its inoperative position between the wagon plates 15, until the lower part of the. the crenellated tensioning clamp body 15 has passed and the driving cam 29 behind this section can bounce back and come to face the surface 29a. The pressing surface 19 is then opposite the stop surface 20 of the clamping body 5. Furthermore, the stop cam 30 has the locking lever 8 swung upwards, whereby the rotatable clamping jaw 7 has come into its open position. Also, the disks 22 of the carriage 14 have engaged with the disks 12 on the chuck body 5.

In deze positie, die in fig. 4 is weergegeven, is de inrichting 40 gereed voor het ontvangen van een op te spannen huid.In this position, shown in Figure 4, the device 40 is ready to receive a stretchable skin.

8005043 - 5 - 3--8005043 - 5 - 3--

In fig. 4 is tevens te zien, dat de beweegbare klembek 7 in zijn geopende stand vergrendeld wordt gehouden door een snaphefboom 31.Fig. 4 also shows that the movable clamping jaw 7 is held locked in its open position by a snap lever 31.

Voor het opspannen van de huid H wordt de bewegingsrichting van de wagen 14 omgekeerd, zodat de meeneemnok 29 de spanklem 4 naar rechts, 5 in de richting van de te grijpen rand H’ aandrijft.In order to clamp the skin H, the direction of movement of the carriage 14 is reversed, so that the driving cam 29 drives the clamping clamp 4 to the right, 5 in the direction of the edge H to be gripped.

Terwijl de wagen 14 de spanklem 4 in de pijlrichting naar rechts beweegt, worden de schijven 12, die onder invloed van hun eigen gewicht (eventueel ondersteund door aandrukveren) met de aangedreven schijven 22 in ingrijping zijn, in de pijlrichting aangedreven.While the carriage 14 moves the clamping clamp 4 in the arrow direction to the right, the discs 12, which are engaged with the driven discs 22 under the influence of their own weight (possibly supported by compression springs), are driven in the arrow direction.

aangenomen wordt nu, dat de schijven 12 de huidrand H' naderen in een baan, waarin deze huidrand een naar boven gerichte plooi vertoont.it is now assumed that the discs 12 approach the skin edge H 'in a path in which this skin edge exhibits an upwardly directed crease.

De huidrand H’ komt dan op een betrekkelijk hoog gelegen punt met één of beide schijven 12 in aanraking. Zou dit aanrakingspunt een vast punt zijn, zoals bij de bekende inrichting het geval zou kunnen zijn, dan zou de kans groot zijn, dat de huidrand niet in de klemzöne van het klemlichaam 5 terecht zou komen, doch eenvoudig naar het midden van het spanraam zou worden opgestuwd. Doordat de schijven 12 echter, in de klemzöne gezien, bewegen in een richting tegengesteld aan die van de spanklem, wordt de huidrand H' als het ware in de klemzöne"geveegd". Zou er een neiging tot 20 opstuwen bestaan, dan zouden de schijven 12 kortstondig naar boven kunnen ontwijken, over de rand heen bewegen en vervolgens de plooi in de richting van de onderliggende aangedreven schijven 22 drukken. Aldus zal de huidrand H met zekerheid door de samenwerkende schijven 12, 22 worden gevangen en in de klemzöne worden geleid. De vangwerking wordt daarbij in gunstige 25 zin beïnvloed door de omstandigheid,, dat de diameter van de schijven 12 groter is dan die van de onderliggende aangedreven schijven 22, alsook door de omstandigheid, dat de draaiingsas van de. bovenste schijven 12 een weinig voor die van de onderste schijven 22 is gelegen. Zodra de draaibare voelspriet 13 de aanwezigheid van de huidrand binnen de klemzöne detecteerd 30 en onder invloed van de druk van de huidrand een weinig naar achteren uitwijkt, kan dit mechanische signaal op bekende wijze worden benut voor het bekrachtigen van een inrichting, waarmede de snaphefboom 31 kortstondig naar links wordt gezwaaid om de beweegbare klembek 7 in staat te stellen te sluiten.The skin edge H "then contacts one or both disks 12 at a relatively high point. Would this contact point be a fixed point, as could be the case with the known device, then there would be a great chance that the skin edge would not end up in the clamping zone of the clamping body 5, but would simply go to the center of the clamping frame are pushed up. However, because the discs 12, viewed in the clamping zone, move in a direction opposite to that of the clamping clamp, the skin edge H 'is as it were "swept" into the clamping zone. If there were a tendency to push up, the disks 12 could briefly dodge upward, move over the edge, and then push the pleat toward the underlying driven disks 22. Thus, the skin edge H will certainly be captured by the cooperating discs 12, 22 and guided into the clamping zone. The catching effect is thereby favorably influenced by the circumstance that the diameter of the discs 12 is greater than that of the underlying driven discs 22, as well as the circumstance that the axis of rotation of the disc. upper disks 12 is a little ahead of that of the lower disks 22. As soon as the rotating feeler blade 13 detects the presence of the skin edge within the clamping zone and deviates slightly backwards under the influence of the pressure of the skin edge, this mechanical signal can be used in known manner for energizing a device with which the snap lever 31 swinging to the left briefly to allow the movable clamp 7 to close.

35 Zodra alle spanklemmen van de inrichting op de beschreven wijze in ingrijping zijn gekomen met de rand van de te spannen huid, worden de betreffende wagens 15, onder gebruik making van daartoe bekende besturings-schemas, verder naar de buitenkant verplaatst, totdat de gewenste spanning is verkregen en de aandrijving uitschakelt.As soon as all the clamping clamps of the device have engaged with the edge of the skin to be clamped in the manner described, the respective carriages 15 are moved further outwards, using known control schemes, until the desired tension has been obtained and the drive switches off.

- 40 Het spanraam en de hulpinrichting kunnen daarna van elkaar worden 8005043- 40 The tensioning frame and the auxiliary device can then be separated 8005043

Claims

1. Apparatus for tensioning skins, made from a clamping frame with a number of guides extending substantially radially towards the outer peripheral edge thereof and movably mounted clamping clamps provided with a fixed and a movable clamping jaw, which clamping frame cooperates reciprocally with and detachably placed on an auxiliary frame, which is provided with guides, which are also. extending widely from that of the tensioning frame and on which individually drivable members are guided reciprocally, which can engage with the tensioning clamps to move them inward or outward over the guides of the tensioning frame, characterized in that each drive member is provided with at least one support member circulating in the vertical plane through the respective guide, an upper part of which extends from below into the clamping zone of the respective clamping jaw and which co-acts with a rotatable counter-pressure member carried upwardly displaceable by the clamping jaw above it.

2. Device according to claim 1, characterized in that the circumferential support member on the drive member is formed by a disc driven at a peripheral speed greater than the linear speed of the drive member, the direction of which is in the clamping zone , is opposite to that of the actuator.

Device according to claim 2, characterized in that the support disc is connected to a pulley of smaller diameter, which co-acts with a belt tensioned just above the plane of the respective guide between the outer peripheral edge of the auxiliary frame and a center section of said auxiliary frame.

Device according to claim 3, characterized in that the belt, viewed from the center zone, is guided behind the belt pulley over a lower auxiliary disk and is guided out of reach of the tensioning clamp to the outer edge of the auxiliary frame.

5. Device as claimed in claims 2-4, characterized in that the axis of the counter-pressure disc, viewed in the direction of the center zone, is situated in front of that of the support disc.

Device according to claims 2-5, characterized in that the diameter of the back pressure disc is greater than that of the driven support disc. 8005043