NL8004782A - Intraoculair lensstelsel. - Google Patents
Intraoculair lensstelsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8004782A NL8004782A NL8004782A NL8004782A NL8004782A NL 8004782 A NL8004782 A NL 8004782A NL 8004782 A NL8004782 A NL 8004782A NL 8004782 A NL8004782 A NL 8004782A NL 8004782 A NL8004782 A NL 8004782A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- contact foot
- foot portion
- lens
- support
- lens system
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/14—Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
- A61F2/16—Intraocular lenses
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/14—Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
- A61F2/16—Intraocular lenses
- A61F2002/1681—Intraocular lenses having supporting structure for lens, e.g. haptics
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/02—Prostheses implantable into the body
- A61F2/14—Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
- A61F2/16—Intraocular lenses
- A61F2002/1681—Intraocular lenses having supporting structure for lens, e.g. haptics
- A61F2002/1683—Intraocular lenses having supporting structure for lens, e.g. haptics having filiform haptics
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Ophthalmology & Optometry (AREA)
- Cardiology (AREA)
- Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
- Transplantation (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Prostheses (AREA)
Description
7 - 1 -
N/2 9.7 9 9-Kp/vdM
t /
Intraoculair lensstelsel.
De uitvinding heeft betrekking op intraoculaire lenzen voor de correctie van afakia door implantatie in de achterkamer van het menselijk oog. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een intraoculaire lens 5 voor zelfcentrerende niet gehechte plaatsing in de lenskapsule van het menselijk oog na de extrakapsulaire verwijdering van de natuurlijke lens eruit.
Het is reeds lang erkend en aanvaard, dat een in het menselijke oog geïmplanteerde intraoculaire lens na een 10 staaroperatie een aanzienlijk beter zicht kan geven, dan mogelijk is onder gebruik van één van de beschikbare alternatieven van contactlens of een bril. Hoewel echter de eerste intraoculaire lensimplantaties al waren begonnen door Dr. Harold Ridley in 1949, die een kunststoflens implanteerde in de 15 achterkamer na een extrakapsulaire cataractextractie, was er een groot aantal complicaties, zoals iritis, pupillaire occlusie, dislocatie van de lens e.d., hetgeen een algemeen aanvaarden van intraoculaire lensimplantatie verhinderde.
Vervolgens ontwikkelde zich een grote verscheiden-20 heid van lensconstructies en chirurgische technieken als resultaat van de pogingen om de problemen van de oorspronkelijke Ridley-lens op te heffen. In het algemeen waren deze pogingen in hoofdzaak gericht op het verschaffen van een lens voor implantatie in de voorkamer van het oog, primair omdat de 25 voorkamer gemakkelijker toegankelijk is en wegens het feit dat de lens gemakkelijk kon worden geplaatst door de chirurg op een wijze, die niet mogelijk was bij een lens, die gemonteerd was in de achterkamer. Vroegere voorkamerlenzen werden gesteund door contact met de voorkamerhoek en kwamen ook vaak in 30 contact met het hoornvlies. Geheel bevredigende resultaten werden niet altijd bereikt en er traden veelvuldig complicaties op, zoals hoornvliesdystrofie, resulterende van endothe-lisch contact, hoornvliesoedeem en inherente optische in-, adekwaatheid, omdat geen volledig binoculair gezichtsvermogen 35 werd verschaft en optische fouten ontstonden ten gevolge van misplaatsing. Vervolgens werd voorkamerplaatsing bereikt door 8004782 - 2 - fixatie aan de iris, waarbij de meest succesvolle lens van dit algemene type die van Binkhorst is, die gebruik maakt van starre achterkamerlussen, die zich uitstrekken door de pupil naar de lens die is geplaatst in de voorkamer. Ongelukkigerwijs 5 is erosie van de iris soms het resultaat van deze en andere lenzen, die verbonden zijn aan of in contact staan met de iris.
Andere eerder voorgestelde lensbevestigings- en monteringsinrichtingen hebben starre lussen, armen, platen, benen e.d. omvat, die op hun plaats werden gehouden door 10 hechtingen, zoals bijv. de starre lussen 12, 13 in het Amerikaanse octrooischrift 4.110.848 en de starre platen 12 en 13 in het Amerikaanse octrooischrift 4.092.743, waarbij de hechtingen zich uitstrekten door de iris. Tanden 13 enz., die zich uitstrekken door de iris, zijn beschreven in het Amerikaanse 15 octrooischrift 3.866.249. De Amerikaanse octrooischriften 3.994.027 en 4.073.015 beschrijven beide starre steunlussen, die aanliggen tegen de voorkapsulewand.
Een tegen de iris aanliggende klemsteun voor een achterlens wordt aangegeven in het octrooischrift 4.014.049.
20 in vele gevallen maakt het lenslichaam zelf ook contact met de iris en in de meeste gevallen van achterkamerimplanteringen maakt het lenslichaam contact met of oefent het druk uit op het oogharenlichaam op de wijze van de oorspronkelijke Ridley-lens en zoals meer recent bijv. wordt beschreven in het boven 25 genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.913.148, waardoor de mogelijkheid voor het ontstaan van weefselnecrose is gegeven.
Een andere recente achterkamerlens is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.159.546, waarin J-vormige elastische steunlichamen zich naar buiten toe uitstrekken 30 vanaf tegenover elkaar liggende perifere randen van de lens en aanliggen tegen het oogharenlichaam, of mogelijk de lenskapsu-le, teneinde de lens op zijn plaats te ondersteunen. Ongelukkigerwijs hebben de J-vormige steunlichamen niet een voldoende weerstand tegen torsiebuiging en gewone buiging en het is der-35 halve moeilijk om de lens nauwkeurig en voorspelbaar te plaatsen met zijn steunlichamen in de achterkamer.
Ook werd voorgesteld flexibele met de kapsule in aanraking komende steunlussen te gebruiken van een vorm, die 8004782 - 3 - overeenkomt met element 12 uit het Amerikaanse octrooischrift 4.092.743, waarbij twee van dergelijke lussen zich uitstrekken van tegenover liggende zijden van het lenslichaam.
Voor een meer uitgebreide behandeling van de tot 5 nog toe bekende intraoculaire lenzen wordt verwezen naar de voorgaande publicaties Bridge Over Troubled Waters en Covered Bridge.
Niettegenstaande de grote vooruitgang die gemaakt is in de lensimplantatie sinds de oorspronkelijke Ridley-10 activiteit, zoals blijkt uit de duizenden succesvolle lensimplantaties, blijven in individuele gevallen complicaties optreden in een klein percentage van de gevallen. Boven de hiervoor opgemerkte hoornvlies- en andere problemen, kunnen onbevredigende resultaten optreden, doordat de lens verkeerd wordt 15 geplaatst ten gevolge van een verscheidenheid van redenen, zoals erosie van de iris of van het oogharenlichaamgedeelte van het oog, waarmee de ondersteunings- en de plaatsingsele-menten zijn verbonden. Verkeerde afmetingen en te groot gewicht van de lens en van de steunelementen veroorzaken ook de mis-20 plaatsing van de lens in sommige gevallen. Het is dientengevolge gewenst het gebruik te vermijden van hechtingen en andere dergelijke verbindingen, die levende delen van het oog verbinden en om het contact van de lens en zijn ondersteuning met de iris en het oogharenlichaam tot het uiterste minimum te 25 beperken.
Derhalve is het primaire doel van de uitvinding het verschaffen van een nieuwe en verbeterde intraoculaire lens.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaf-' 30 fen van een nieuwe en verbeterde intraoculaire lens voor im- plantering in de achterkamer, ondersteund door de lenskapsule.
Het bereiken van de voorgaande doelen wordt mogelijk gemaakt in de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, die een lenslichaam omvat met eerste en tweede 35 veerachtige, veerkrachtige steunlussen, die zich naar buiten uitstrekken op symmetrische wijze van tegenover liggende zijden van de omtrek van het lenslichaam en in aanraking komen met het equatoriale gebied van de lenskapsule in het gebied 8004782 - 4 - van de overgang tussen voor- en achterkapsulewanden. Elk van de steunlussen is gevormd uit een buigzaam unitair veer-achtig materiaal, zoals polypropeen, waarbij van elke lus de buitenomtrek gedefinieerd is door eerste en tweede boogvormige con-5 tactvoeten, gescheiden door een binnewaarts geboven verbindingsdeel, waarbij de tegenover elkaar liggende zijden van de contactvoeten resp. unitair verbonden zijn met eerste en tweede beencomponenten, die uit het lenslichaam steken. De eerste en tweede beencomponenten divergeren naar buiten toe vanuit de 10 lens en zijn zodanig georiënteerd, dat de eerste contactvoet in de meeste gevallen zal aankomen tegen het equatoriale gebied van de lenskapsule met minder kracht dan waarmee de tweede contactvoet ertegen komt. De binneneinden van de been-delen zijn verbonden met de lens door middel van gebruikelijke 15 bindingstechnieken. De plaatsen van de binneneinden zijn zodanig dat de koorden, gevormd door een imaginaire voortzetting van de pootdelen, worden gescheiden door ongeveer 27°. De opstelling is zodanig, dat de lens gemakkelijk en automatisch nauwkeurig vertikaal geplaatst kan worden binnen de lenskap-20 sule van het oog en ook horizontaal en geroteerd kan worden eenvoudig door de veerwerking van de steunlussen in contact met het inwendige oppervlak van de lenskapsule. Er is normaal geen noodzaak om de ondersteuningsinrichting te hechten aan enig deel van het oog en gewoonlijk is er afwezigheid van con-25 tact met het oogharenlichaam. Omdat de lenskapsule gevormd is uit stevig, in wezen niet levend weefsel, is het minder waarschijnlijk dat ontsteking, trauma en erosie op zullen treden dan in het geval van de bekende inrichtingen, die gesteund worden door of contact maken met het oogharenlichaam en/of de 30 iris of die starre platen of andere soorten lussen gebruiken, die contact maken met de kapsule. Omdat elke steunlus twee contactvoetgebieden verschaft, die van elkaar gespatiëerd zijn, dienteen totaal van vief.contactsteungebieden voor aanraking met de kapsule onder verschaffing van een zekere en betrouw-35 bare steun voor het lenslichaam.
Een beter begrip van de wijze waarop de voorkeursuitvoeringsvorm de doeleinden van de uitvinding bereikt zal mogelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving in 8004782 i - 5 - samenwerking met de aangehechte tekeningen, waarin in de verschillende figuren verwijzingscijfers worden gebruikt, die dezelfde zijn voor dezelfde componenten van de voorkeursuitvoeringsvorm.
5 Figuur 1 is een vooraanzicht van de voorkeursuit voeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 2 is een zijaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm.
Figuur 3 is een vooraanzicht van de voorkeursuit-10 voeringsvorm na implantering in het oog met verwijderde gedeelten voor de duidelijkheid van de illustratie en figuur 4 is een doorsnede van het oog van figuur 3 met de lens in geïmplanteerde positie.
De voorkeursuitvoeringsvorm 5 van de uitvinding 15 bestaat fundamenteel uit een gegoten lenslichaam 6, gevormd uit een optische kunststof, zoals polymethylmethacrylaat. Het lenslichaam 6 van 4 x 6 mm diameter is voorzien van een vlak achtervlak 7, een cylindrisch perifeer oppervlak 8 en een sfe-risch voorvlak 9 met de gewenste kromming voor de vereiste 20 optische kenmerken voor de bepaalde patient bij wie het geïmplanteerd moet worden. Ondersteuning en retentie van het lenslichaam 6 worden verschaft door een eerste veer-achtige steunlus 12 en een tweede veer-achtige steunlus 14, waarbij de steunlussen gevormd zijn uit polypropeen met circelvormige 25 doorsnede, of een ander overeenkomstig flexibel materiaal met een diameter van ongeveer 0,15 mm. De lussen 12 en 14 zijn bij voorkeur geplaatst in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op en symmetrisch ten opzichte van de optische en geometrische as 16 van het lenslichaam 6, waarbij de buitenste delen van de 30 resp. lussen in hun ontspannen toestand van de figuren 1 en 2 ongeveer 12 mm van elkaar zijn. In sommige gevallen kan het gewenst zijn de lussen te kantelen met betrekking tot de lensas.
De eerste en tweede steunlussen zijn in de vorm 35 van een identieke configuratie, waarbij beide een eerste con-tactvoetgedeelte 20 hebben en een tweede contactvoetgedeelte 22 en waarbij elk voetgedeelte een boogvormige axiale configuratie heeft met een krommingscentrum ertussen en het lens- 8004782 - 6 - lichaam 6 zoals zal blijken bij beschouwing van figuur 1. Het boogvormige gedeelte van de eerste contactvoet 20 is minder dan 180°, terwijl het boogvormige gedeelte van de tweede contactvoet 22 de 180° overtreft. De contactvoetgedeelten 20 en 5 22 zijn verbonden door een zich naar binnen uitstrekkend, tegengesteld gekromd boogvormig connectorgedeelte 24, dat een krommingscentrum heeft dat naar buiten toe ten opzichte van het lenslichaam 6 is geplaatst. Opgemerkt moet worden dat het tweede contactvoetgedeelte 22 radiaal naar buiten is ge-10 plaatst op een grotere afstand van het lenslichaam 6 dan het eerste contactvoetgedeelte 20, zodat wanneer de lens wordt geplaatst binnen het kapsulaire membraan het tweede contactvoetgedeelte 22 tegen het membraan aanligt met een iets grotere kracht dan het eerste contactvoetgedeelte 20, wanneer het ge-15 plaatst is in een lenskapsule van normale afmetingen; wanneer echter in sommige gevallen de kapsule kleiner is, kan de eerste contactvoet 20 aanliggen tegen de kapsule met een grotere kracht dan de tweede contactvoet 22. Beweging binnenwaarts van de tweede contactvoet 22 als resultaat van het 20 plaatsen van de lussen 12 en 14 in de kapsule, zoals in figuur 3, brengt het gekromde connectorgedeelte 24 dichter bij de tweede steunpoot 32, dan in het geval wanneer de lussen zich 'in hun ontspannen toestand, als aangegeven in figuur 1, bevinden.
25 Bovendien omvat elk van de steunlussen een eerste steunpoot 30 met een lineaire configuratie en een tweede steunpoot 32 met een boogvormige configuratie. De steunpoten 30 en 32 divergeren naar buiten toe vanaf de periferie 8 van het lenslichaam 6 en zijn resp. verbonden met eerste en tweede 30 eindgedeelten 34 en 36 van de lussen, die volgens de koorden zijn geplaatst binnen het lenslichaam en eraan gebonden door middel van een verwarmingssonde of een ultrasone sonde op een gebruikelijke manier.
- Voorbereiding van het oog voor ontvangst van de 35 voorkeursuitvoeringsvorm wordt tot stand gebracht met een conventionele extrakapsulaire cataractverwijderingsprocedure, waarin het centrale deel van de voorwand 38 van de lenskapsule wordt verwijderd te samen met de natuurlijke lens, waarbij het 8004782 - 7 - equatoriale gebied 40 en de achterwand 42 van de lenskapsule op hun plaats blijven als aangegeven in figuur 4.
Wanneer dus een voorkeursuitvoeringsvorm 5 in het oog wordt geplaatst als aangegeven in de tekeningen, is er in 5 feite een vierpuntssteun aanwezig voor de lens, die rotatie tegengaat, alsmede andere lensbeweging door middel van de veerkrachtige veer-achtige aard van de steunlussen, dienende voor het centreren van de lens met betrekking tot de optische as van het oog in een stand, die nauwkeurig correspondeert met 10 de stand van de oorspronkelijke natuurlijke lens, als aangegeven in figuur 3. Er is enige afbuiging van het equatoriale gebied 40 van de lenskapsule en het hoofdcontact daarmee van elke lus is in de contactvoetgedeelten 20 en 22 met enig langsliggend contact langs het connectorgedeelte 24, afhanke-15 lijk van de mate waarin de lenskapsule is afgebogen door de gedeelten 20 en 22. Omdat het voetgedeelte 22 met grotere kracht tegen de lenskapsule drukt dan het voetgedeelte 20, behalve in de zeldzame gevallen waarin de kapsule ongebruikelijk klein is, wordt het gebied waarin het gedeelte 22 aanligt 20 tegen de lenskapsule, radiaal naar buiten uitgebogen over een grotere afstand dan het gebied, dat tegen het voetgedeelte 20 rust. Er is geen contact met de iris of enig ander gemakkelijk beschadigbaar vasculair ooggedeelte, waarbij alle contact bestaat tussen de steunlussen 12 en 14 en het relatief taaie 25 niet-traumatische avasculaire weefsel van de lenskapsule. Er is een absolute en volledige afwezigheid van de noodzaak van hechtingen, klemmen, tanden of dergelijke voor het vasthouden van de lens op zijn plaats. Door het gebruiken van kapsulaire fixatie is er weinig kans op pseudofacodenesis. Het oogharen-30 lichaam 70 en de iris 80 komen niet met een aanmerkelijke kracht in contact met de lens of de lussen en de waarschijnlijkheid van schade aan een van deze beide is dientengevolge vermeden.
Behalve het voorgaande verschaft de onderhavige 35 uitvinding door gebruik van relatief kleine lussen aanzienlijke voordelen boven de bekende stand van de techniek, omdat het in het oog kan worden geplaatst door een relatief kleine omgekeerde V-vormige incisie in de voorwand van de kapsule.
8004782 - 8 -
Aangezien de steunlussen zich niet radiaal naar buiten tot het gebied van het oogharenlichaam behoeven uit te strekken, kunnen ze dientengevolge aanzienlijk kleiner zijn dan het geval is met de lens, zoals de Shearing-lens, waarin de steundelen 5 aanliggen tegen het oogharenlichaam. Behalve dat het mogelijk is om de plaatsing in het oog makkelijker te regelen, is de onderhavige uitvinding dientengevolge ook gemakkelijker te verwijderen in het geval dat verwijdering noodzakelijk is. Verder laat de onderhavige uitvinding het gebruik toe van een 10 enkele vlakke lens, waardoor de kans van schade voor het corneale endothelium aanzienlijk is verminderd. De flexibele aard van lussen maakt het mogelijk een enkele maat te gebruiken voor alle ogen, hetgeen een duidelijk voordeel is boven starre lussen, platen en dergelijke, die vroeger werden ge-15 bruikt voor lensondersteuning. Verbinding van de steunlussen aan de lens aan beide einden verschaft voldoende weerstand tegen verbuigingsafbuiging van de lussen, waardoor het aanzienlijk makkelijker is om een meer nauwkeurige plaatsing te verzekeren in het oog dan mogelijk is met het J-vormige onder-20 steuningssysteem van Shearing.
Opgemerkt wordt ook, dat er een goede kans is op het verkrijgen van bevredigende resultaten, zelfs in omstandigheden, waarin de onderhavige uitvinding onjuist geplaatst is in het oog, zoals bijv. met één van de contactvoeten buiten 25 de kapsule.
Aangezien er verder geen contact is met de iris, is volledige dilatie van het oog mogelijk en is het gemakkelijk voor de arts om vervolgens oftalmoscopie uit te voeren.
Verscheidene wijzigingen van de voorkeursuitvoe-30 ringsvorm zullen ongetwijfeld de deskundige voor de geest komen. Het zal duidelijk zijn, dat de geest en omvang van de uitvinding niet beperkt worden tot de voorkeursuitvoeringsvorm, doch slechts beperkt zijn door de aangehechte conclusies.
35 8004782
Claims (26)
1. Intraoculair lensstelsel voor zelfgecentreerd plaatsen in de lenskapsule van het oog, met het kenmerk , dat deze een lenslichaam omvat, eerste en 5 tweede steunlichamen, die zich uitstrekken van het lenslichaam om te kunnen raken aan de lenskapsule, waarbij tenminste één van deze steunlichamen een veer-achtige flexibele steunlus is, die zich naar buiten uitstrekt vanaf het lenslichaam en eerste en tweede eindgedeelten omvat, die bevestigd zijn aan het 10 lenslichaam op eerste en tweede bevestigingsplaatsen, een eerste contactvoetgedeelte, dat zodanig geplaatst is dat het in aanraking komt met een gebied van de lenskapsule met een naar buiten gerichte radiale kracht en een tweede contactvoetgedeelte, gespatieerd van het eerste contactvoetgedeelte, dat 15 in aanraking komt met een tweede gebied van de lenskapsule met een naar buiten gerichte radiale kracht.
2. Lensstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk , . dat de steunlus een naar binnen uitstrekkend connectorgedeelte omvat, dat geplaatst is aan de binnenzijde 20 ervan en tussen het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
3. Lensstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk , dat de steunlus verder een eerste steunpoot omvat, die zich uitstrekt tussen het eerste eindgedeelte en 25 het eerste contactvoetgedeelte en een tweede steunpoot, die zich uitstrekt tussen het tweede eindgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
4. Lensstelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk , dat de eerste en tweede eindgedeelten van de 30 steunlus zich naar binnen toe uitstrekken van de perifere rand van het lenslichaam in een lineaire koordlijnoriëntatie met betrekking tot het lenslichaam.
5. Lensstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk , dat de eerste en tweede steunlussen zo ge- 35 plaatst zijn op het lenslichaam, dat ze symmetrisch ten opzichte van elkaar liggen, waarbij elke steunlus verder een eerste en een tweede naar buiten divergerende steunpoot heeft, die resp. verbonden zijn met het eerste contactvoetgedeelte en 8004782 - 10 - het tweede contactvoetgedeelte aan hun buiteneinden en aan de eerste en tweede eindgedeelten aan hun binnenzijden.
6. Intraoculair lensstelsel voor zelfgecentreerd plaatsen in de lenskapsule van het oog, met het 5kenmerk , dat deze bestaat uit een lenslichaam, eerste en tweede veer-achtige flexibele steunlussen, die zich naar buiten toe uitstrekken vanaf het lenslichaam, waarbij elke steunlus eerste en tweede eindgedeelten omvat, die bevestigd zijn aan het lenslichaam op eerste en tweede bevestigings-10 plaatsen, een eerste contactvoetgedeelte, dat geplaatst is zodat het in aanraking komt met een gebied van de lenskapsule met een buitenwaartse radiale kracht en een tweede contactvoetgedeelte, dat gespatiëerd is van het eerste contactvoetgedeelte en in aanraking komt met een tweede gebied van de 15 lenskapsule met een naar buiten gerichte radiale kracht.
7. Lensstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk , dat elk van deze steunlussen een zich naar binnen toe uitstrekkend connectorgedeelte omvat, dat naar binnen toe geplaatst is vanaf en tussen het eerste contact- 20 voetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
8. Lensstelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk , dat elk van de steunlussen verder een eerste steunpoot bevat, die zich uitstrekt tussen het eerste eindge-deelte en het eerste contactvoetgedeelte en een tweede steun- 25 poot, die zich uitstrekt tussen het tweede eindgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
9. Lensstelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk , dat de eerste en tweede eindgedeelten van elke steunlus zich naar binnen toe uitstrekken vanaf de peri- 30 fere rand van het lenslichaam volgens lineaire koorden met betrekking tot het lenslichaam.
10. Lensstelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk , dat de eerste en tweede steunlussen zijn geplaatst op het lenslichaam in een symmetrische verhouding tot 35 elkaar met elke steunlus verder omvattende eerste en tweede naar buiten divergerende steunpoten, die resp. verbonden zijn aan het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte aan hun buiteneinden en aan het eerste en tweede 8004782 - 11 - eindgedeelte aan hun binneneinden.
11. Lensstelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste en tweede eindgedeelten van elke steunlus zich naar binnen toe uitstrekken vanaf de 5 perifere rand van het lenslichaam volgens lineaire koorden met betrekking tot het lenslichaam.
12. Lensstelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte een gebogen configuratie heb- 10 ben, waarbij van elk het centrum van de kromming zich bevindt tussen het contactvoetgedeelte en het lenslichaam.
13. Lensstelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste steunpoot normaal een lineaire configuratie heeft en dat de tweede steunpoot normaal 15 een gekromde configuratie heeft en naar buiten toe gekromd is weg van de eerste steunpoot.
14. Lensstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk van de steunlussen een zich naar binnen toe uitstrekkend connectorgedeelte omvat, dat is 20 binnenwaarts geplaatst van en tussen het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte en dat dit tweede contactvoetgedeelte normaal geplaatst is op een wat grotere radiale afstand van de as van het lenslichaam dan het eerste contactvoetgedeelte, wanneer dit zich in ontspannen toestand 25 bevindt.
15. Lensstelsel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elk van de steunlussen verder een eerste steunpoot omvat, die zich uitstrekt tussen het eerste eindgedeelte en het eerste contactvoetgedeelte en een tweede 30 steunpoot, die zich uitstrekt tussen het tweede eindgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
16. Lensstelsel volgens conclusie 15, met }.h e t kenmerk, dat de eerste en tweede eindgedeelten van elke steunlus zich naar binnen toe uitstrekken vanaf de 35 perifere rand van het lenslichaam volgens lineaire koorden met betrekking tot het lenslichaam.
17. Lensstelsel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het eerste contactvoetgedeelte, 8004782 - 12 - het tweede contactvoetgedeelte en het connectorgedeelte een gekromde configuratie hebben waarbij elk van de contactvoet-gedeelten een krommingscentrum heeft, dat zich bevindt tussen het contactvoetgedeelte en het lenslichaam.
18. Lensstelsel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de eerste steunpoot normaal een lineaire configuratie heeft en de tweede steunpoot normaal een gekromde configuratie, waarbij deze gekromd naar buiten is gericht weg van de eerste steunpoot.
19. Lensstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de steunlussen zijn geplaatst in een gemeenschappelijk vlak, loodrecht op de as van het lenslichaam.
20. Lensstelsel volgens conclusie 19, met 15. e t kenmerk, dat elk van de steunlussen een zich naar binnen toe uitstrekkend connectorgedeelte bezit, geplaatst inwaarts van en tussen het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
21. Lensstelsel volgens conclusie 20, met 20. e t kenmerk, dat elk van de steunlussen verder een eerste steunpoot omvat, die zich uitstrekt tussen het eerste eindgedeelte en het eerste contactvoetgedeelte en een tweede steunpoot, die zich uitstrekt tussen het tweede eindgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte.
22. Lensstelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de eerste en tweede eindgedeelten van elke steunlus zich inwaarts uitstrekken van de perifere rand van het lenslichaam in lineaire koorden met betrekking tot het lenslichaam.
23. Lensstelsel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat elk van de steunlussen een zich inwaarts uitstrekkend connectorgedeelte omvat, dat inwaarts van en tussen het eerste contactvoetgedeelte en het tweede contactvoetgedeelte geplaatst is en dat dit tweede contact- 35 voetgedeelte normaal geplaatst is op een grotere radiale afstand van de as van het lenslichaam dan het eerste contactvoetgedeelte.
24. Lensstelsel volgens conclusie 23, met 8004782 - 13 - het kenmerk, dat elk van de steunlussen verder een eerste steunpoot omvat, die zich uitstrekt tussen het eerste eindgedeelte en het eerste contactvoetgedeelte en een tweede steunpoot, die zich uitstrekt tussen het tweede eindgedeelte 5 en het tweede contactvoetgedeelte.
25. Lensstelsel volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het eerste en tweede eindgedeelte van elke steünlus zich naar binnen toe uitstrekt vanaf de perifere rand van het lenslichaam volgens lineaire koorden met 10 betrekking tot het lenslichaam.
26. Lensstelsel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het eerste contactvoetgedeelte, het tweede contactvoetgedeelte en het connectorgedeelte een gekromde configuratie hebben, waarbij elk van de contactvoet- 15 gedeelten een krommingscentrum heeft, dat zich bevindt tussen he't contactvoetgedeelte en het lenslichaam. 20 * «. 8004782
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US7137579 | 1979-08-30 | ||
US06/071,375 US4328595A (en) | 1979-08-30 | 1979-08-30 | Intraocular lens |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8004782A true NL8004782A (nl) | 1981-03-03 |
NL180906B NL180906B (nl) | 1986-12-16 |
NL180906C NL180906C (nl) | 1987-05-18 |
Family
ID=22100906
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8004782,A NL180906C (nl) | 1979-08-30 | 1980-08-24 | Intraoculair lensstelsel. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4328595A (nl) |
JP (1) | JPS6051905B2 (nl) |
AU (1) | AU531073B2 (nl) |
CA (1) | CA1163401A (nl) |
DE (1) | DE3032144C2 (nl) |
FR (1) | FR2464063B1 (nl) |
GB (1) | GB2057270B (nl) |
IT (1) | IT1127871B (nl) |
NL (1) | NL180906C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3152759C2 (de) * | 1981-03-06 | 1985-08-08 | Jon H. Redding Calif. Bayers | Intraokulare Linse |
Families Citing this family (25)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA1165056A (en) * | 1980-01-21 | 1984-04-10 | William H. Grinder | Intraocular lens |
US4473910A (en) * | 1980-01-21 | 1984-10-02 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Intraocular lens |
US4370760A (en) * | 1981-03-25 | 1983-02-01 | Kelman Charles D | Anterior chamber intraocular lens |
US4403353A (en) * | 1981-06-25 | 1983-09-13 | Tennant Jerald L | Anterior chamber implant lens |
US4446581A (en) * | 1981-09-02 | 1984-05-08 | Blake L W | Intraocular lens with free-ended sizing prong |
CA1235252A (en) * | 1981-10-29 | 1988-04-19 | Dennis T. Grendahl | Posterior chamber lens |
US4787902A (en) * | 1982-04-01 | 1988-11-29 | Sheets John H | Multi-positionable intraocular lens |
US4578078A (en) * | 1982-04-02 | 1986-03-25 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Intraocular lens with asymetric vaulted support loops |
GB2124500B (en) * | 1982-07-22 | 1986-04-30 | Mazzocco Thomas R | Improved fixation system for intraocularers structures |
US4477931A (en) * | 1983-03-21 | 1984-10-23 | Kelman Charles D | Intraocular lens with flexible C-shaped supports |
US4562599A (en) * | 1983-06-02 | 1986-01-07 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Intraocular lens |
US4542540A (en) * | 1983-06-08 | 1985-09-24 | White Thomas C | Intraocular lens |
US4588405A (en) * | 1983-06-10 | 1986-05-13 | American Hospital Supply Corporation | Intraocular lens assembly |
EP0134489A1 (en) * | 1983-07-20 | 1985-03-20 | McTigue, John | Intraocular lens |
US4610689A (en) * | 1983-07-29 | 1986-09-09 | Graether John M | Intraocular lens |
US4502162A (en) * | 1983-10-07 | 1985-03-05 | Coopervision, Inc. | Haptic for intraocular lens |
US4502163A (en) * | 1983-10-07 | 1985-03-05 | Cooper Vision, Inc. | Haptic for intraocular lens |
BG40017A1 (en) * | 1984-01-05 | 1986-10-15 | Djakov | Intraocular lens |
DE3415815A1 (de) * | 1984-04-27 | 1985-10-31 | Moskovskij naučno-issledovatel'skij institut mikrochirurgii glaza, Moskau/Moskva | Kuenstliche augenlinse |
US4684014A (en) * | 1985-12-09 | 1987-08-04 | American Hospital Supply Corp. | IOL loop retention package and method |
US4718904A (en) * | 1986-01-15 | 1988-01-12 | Eye Technology, Inc. | Intraocular lens for capsular bag implantation |
US4813953A (en) * | 1987-03-03 | 1989-03-21 | Sheets John H | Intraocular lens |
US5585049A (en) * | 1994-09-02 | 1996-12-17 | Allergan | Method for forming fixation members after optic attachment |
US6241777B1 (en) * | 1999-09-01 | 2001-06-05 | Robert E. Kellan | Phakic intraocular lenses |
WO2012006186A2 (en) * | 2010-06-29 | 2012-01-12 | The Arizona Board Of Regents On Behalf Of The University Of Arizona | Accommodating intraocular lens with deformable material |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4010496A (en) * | 1975-10-01 | 1977-03-08 | Neefe Charles W | Bifocal lens which positions within the anterior chamber |
DE2717706A1 (de) * | 1977-04-21 | 1978-10-26 | Leonhard Klein | Linse zur implantation in die linsenkapsel des auges |
US4159546A (en) * | 1977-06-15 | 1979-07-03 | Shearing Steven P | Intraocular lens |
NL7902703A (nl) * | 1979-04-05 | 1980-10-07 | Tiong San Ong Dr | Interoculaire lens en werkwijze voor het implanteren van deze lens in een oog. |
EP0032835A2 (en) * | 1980-01-21 | 1981-07-29 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Intraocular lens |
Family Cites Families (34)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE959314C (de) * | 1953-12-01 | 1957-03-07 | Dr Med Josef Scharf | Kuenstliche Augenlinse |
US2834023A (en) * | 1957-02-06 | 1958-05-13 | Titmus Optical Company Inc | Anterior chamber lenses for refractive correction of aphakia, high ametropia, and anisometropia |
US3711870A (en) * | 1971-12-07 | 1973-01-23 | R Deitrick | Artificial lens implant |
SU477590A1 (ru) * | 1973-08-01 | 1976-07-05 | Искусственный хрусталик глаза | |
US3906551A (en) * | 1974-02-08 | 1975-09-23 | Klaas Otter | Artificial intra-ocular lens system |
US3866249A (en) * | 1974-03-07 | 1975-02-18 | Leonard Flom | Posterior chamber artificial intraocular lens |
US3922728A (en) * | 1974-08-15 | 1975-12-02 | Krasnov Mikhail M | Artificial crystalline lens |
US3913148A (en) * | 1974-12-26 | 1975-10-21 | Ernst W Potthast | Intraocular lens apparatus |
US3925825A (en) * | 1975-01-24 | 1975-12-16 | American Optical Corp | Supporting system for artificial intraocular lens |
US3991426A (en) * | 1975-02-14 | 1976-11-16 | Leonard Flom | Posterior chamber artificial intraocular lens with retaining means and instruments for use therewith |
US3994027A (en) * | 1975-05-28 | 1976-11-30 | California Intraocular Lens Corporation | Prepupillary lens for implanting in a human eye |
US3996627A (en) * | 1975-09-22 | 1976-12-14 | American Optical Corporation | Artificial intraocular lens |
US4085467A (en) * | 1975-11-17 | 1978-04-25 | Rainin Edgar A | Intraocular lens |
US3986214A (en) * | 1975-11-26 | 1976-10-19 | Krasnov Mikhail M | Surgical method of fixation of artificial eye lenses |
US4053953A (en) * | 1976-01-14 | 1977-10-18 | Leonard Flom | Posterior chamber artificial intraocular lens with retaining means and instruments for use therewith adapted to provide extraocular confirmation of operative engagement |
US4028082A (en) * | 1976-02-10 | 1977-06-07 | American Optical Corporation | Method of making artificial intraocular lenses with holes |
US4077071A (en) * | 1976-03-15 | 1978-03-07 | Freeman Jerre M | Neutral buoyancy intraocular lens device |
US4025965A (en) * | 1976-03-16 | 1977-05-31 | American Optical Corporation | Intraocular lenses |
US4014049A (en) * | 1976-04-07 | 1977-03-29 | American Optical Corporation | Artificial intraocular lens and supporting system therefor |
US4056855A (en) * | 1976-04-07 | 1977-11-08 | Charles Kelman | Intraocular lens and method of implanting same |
US4073014A (en) * | 1976-05-28 | 1978-02-14 | Stanley Poler | Intra-ocular lens |
US4041552A (en) * | 1976-09-01 | 1977-08-16 | Fotios Ganias | Artificial lens |
US4124905A (en) * | 1976-10-29 | 1978-11-14 | Bausch & Lomb Incorporated | Artificial intraocular lens system |
US4127903A (en) * | 1977-02-03 | 1978-12-05 | Schachar Ronald A | Horizontally mounted intraocular lens and the method of implantation thereof |
US4079470A (en) * | 1977-02-16 | 1978-03-21 | American Optical Corporation | Artificial intraocular lens |
US4134160A (en) * | 1977-03-16 | 1979-01-16 | Bayers Jon Herbert | Intraocular lens |
US4139915A (en) * | 1977-03-21 | 1979-02-20 | American Optical Corporation | Artificial intraocular lens |
US4149279A (en) * | 1977-03-23 | 1979-04-17 | Stanley Poler | Intra-ocular lens structure |
US4122556A (en) * | 1977-03-23 | 1978-10-31 | Stanley Poler | Intra-ocular lens |
US4110848A (en) * | 1977-05-06 | 1978-09-05 | Ronald P. Jensen | Intraocular lens for implantation into the posterior chamber of a human eye |
US4143427A (en) * | 1977-06-10 | 1979-03-13 | Anis Aziz Y | Method and apparatus for accomplishing aphakic correction |
US4174543A (en) * | 1978-06-01 | 1979-11-20 | Kelman Charles D | Intraocular lenses |
GB2053689A (en) * | 1979-07-05 | 1981-02-11 | Rainin Edgar Alan | Intraocular lens |
US4873015A (en) * | 1988-10-31 | 1989-10-10 | Allied-Signal Inc. | Azeotrope-like compositions of 1,1,2-trichloro-1,2,2-trifluoroethane, methanol, nitromethane and dimethoxymethane |
-
1979
- 1979-08-30 US US06/071,375 patent/US4328595A/en not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-06-25 AU AU59620/80A patent/AU531073B2/en not_active Ceased
- 1980-07-03 CA CA000355271A patent/CA1163401A/en not_active Expired
- 1980-07-21 JP JP55100442A patent/JPS6051905B2/ja not_active Expired
- 1980-07-28 GB GB8024643A patent/GB2057270B/en not_active Expired
- 1980-08-11 IT IT49466/80A patent/IT1127871B/it active
- 1980-08-24 NL NLAANVRAGE8004782,A patent/NL180906C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-08-26 DE DE3032144A patent/DE3032144C2/de not_active Expired
- 1980-08-29 FR FR8018816A patent/FR2464063B1/fr not_active Expired
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4010496A (en) * | 1975-10-01 | 1977-03-08 | Neefe Charles W | Bifocal lens which positions within the anterior chamber |
DE2717706A1 (de) * | 1977-04-21 | 1978-10-26 | Leonhard Klein | Linse zur implantation in die linsenkapsel des auges |
US4159546A (en) * | 1977-06-15 | 1979-07-03 | Shearing Steven P | Intraocular lens |
NL7902703A (nl) * | 1979-04-05 | 1980-10-07 | Tiong San Ong Dr | Interoculaire lens en werkwijze voor het implanteren van deze lens in een oog. |
EP0032835A2 (en) * | 1980-01-21 | 1981-07-29 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Intraocular lens |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3152759C2 (de) * | 1981-03-06 | 1985-08-08 | Jon H. Redding Calif. Bayers | Intraokulare Linse |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU531073B2 (en) | 1983-08-11 |
US4328595A (en) | 1982-05-11 |
FR2464063A1 (fr) | 1981-03-06 |
DE3032144A1 (de) | 1981-03-19 |
IT8049466A0 (it) | 1980-08-11 |
IT1127871B (it) | 1986-05-28 |
AU5962080A (en) | 1981-03-05 |
CA1163401A (en) | 1984-03-13 |
JPS5634344A (en) | 1981-04-06 |
JPS6051905B2 (ja) | 1985-11-16 |
NL180906C (nl) | 1987-05-18 |
GB2057270B (en) | 1984-05-16 |
FR2464063B1 (fr) | 1986-09-26 |
NL180906B (nl) | 1986-12-16 |
DE3032144C2 (de) | 1983-11-10 |
GB2057270A (en) | 1981-04-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8004782A (nl) | Intraoculair lensstelsel. | |
CA1217001A (en) | Intraocular posterior chamber lens | |
US4261065A (en) | Artificial intraocular lens with forward-positioned optics | |
US4547914A (en) | Intraocular posterior chamber lens | |
US4463458A (en) | Intraocular lens and implantation method | |
US4504981A (en) | Intraocular lens | |
US4418431A (en) | Intraocular lens | |
US4370760A (en) | Anterior chamber intraocular lens | |
JP2749205B2 (ja) | 2つの360°ハプティックを有する眼内レンズ | |
US4629460A (en) | Intraocular lens | |
US4316293A (en) | Flexible intraocular lens | |
US5258025A (en) | Corrective intraocular lens | |
US4277851A (en) | Intraocular anterior chamber implants | |
US5507805A (en) | Intraocular lens and method of retaining in place | |
CA1210204A (en) | Intraocular lens | |
US4787902A (en) | Multi-positionable intraocular lens | |
EP0032835B1 (en) | Intraocular lens | |
US4589147A (en) | Intraocular lens | |
US4578078A (en) | Intraocular lens with asymetric vaulted support loops | |
US4547915A (en) | Intraocular posterior chamber lens | |
USRE34424E (en) | Intraocular lens | |
KR0162655B1 (ko) | 인공수정체 | |
US4795460A (en) | Flexible three-piece posterior chamber lens | |
US4473910A (en) | Intraocular lens | |
US4657547A (en) | Intraocular lens |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |