NL8004293A

NL8004293A - Houder voor de opslag van gas onder lage druk.

Info

Publication number: NL8004293A
Application number: NL8004293A
Authority: NL
Original assignee: Oostwouder Bv
Priority date: 1980-07-25
Filing date: 1980-07-25
Publication date: 1982-02-16
Also published as: EP0045114B1; EP0045114A1; DE3169249D1; ATE12086T1

Description

* Λ 80207 vA/mm \

Korte aanduiding : Houder voor de opslag van gas onder lage druk.

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor de opslag van gas onder lage druk, welke houder is voorzien van een vat met tenminste een gasdichte bodem en zijwand uit vast materiaal.

5 Een gashouder van deze soort is uit de praktijk bekend voor de opslag van stadsgas, dat uit steenkool wordt vervaardigd, waarbij de vatwand in een aantal ringen is onderverdeeld, die telescopisch in-en uit elkaar kunnen schuiven, waardoor het gas in de gashouder onder een in 10 hoofdzaak constante druk wordt gehouden. Dergelijke gashouders zijn als gevolg van hun kostbare en ingewikkelde constructie minder geschikt voor toepassing op boerderijen of landbouwbedrijven, waar grotere hoeveelheden afvalmassa's vrijkomen, zoals stalmest en gier, die vergistbare organische 15 stoffen bevatten, waaruit door anaerobe vergisting biologisch gas kan worden geproduceerd.

Gashouders voor biologisch gas zijn in verschillende uitvoeringen bekend. Bij de meeste van deze uitvoeringen worden één of meer kussens uit buigzaam PVC tpegepast, die 20 het biologische gas opnemen en die worden samengedrukt door i i een gewicht, waardoor het gas uit de kussens iSrordt geperst, zie bijvoorbeeld de Nederlandse octrooiaanvrage 7211147· • Dergelijke gaskussen-gashouders hebben het bezwaar, dat de PVC geheel of gedeeltelijk aan zonlicht is blootgesteld, 25 waardoor dit veroudert en lek wordt, terwijl deze gaskussens minder geschikt zijn voor grotere afmetingen, daar zij dan sterk windgevoelig worden en op betrouwbare wijze moeten worden verankerd.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van 8004293' - 2 - een gashouder die de bovenaangegeven bezwaren mist, welk doel wordt bereikt, doordat bet vat van de in de aanhef beschreven soort is voorzien van tenminste êén aan de binnenzijde van de zijwanden gasdicht bevestigde, beweegbare, gasdichte 5 binnenwand,·, welke tenminste in het aan de zijwand grenzende randgedeelte een dun, buigzaam membraan omvat.

Door deze binnenwand volgens de. uitvinding wordt tezamen met de zijwand en de bodem een gasdichte ruimte begrensd van variabele afmeting, waarin het gas onder nage-10 noeg constante druk kan worden bewaard.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoerings-voorbeelden.

Fig. 1 toont een axiale dwarsdoorsnede over een 15 gashouder volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in de aanvangstoestand.

Fig, 2 toont een soortgelijk aanzicht als fig. 1 tijdens het bedrijf.

Fig. 3 toont een soortgelijk aanzicht als fig. 1, 20 van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 toont een soortgelijk aanzicht als fig. 2 van de tweede uitvoeringsvorm volgens fig. 3·

De tekening toont een gashouder die is voorzien van een ronde? , cylindrische, vertikale silo met een zijwand 25 1 en een bodem 2, welke beide gas dicht zijn. Op de zijwand 1 is een conisch dak 3 aangebracht, dat gesteund wordt door een aantal dakspanten 4. Een dergelijke silo wordt momenteel reeds op ruime schaal toegepast voor het opslaan van voeder voor dieren, zoals gemaaid gras, hooi, gehakselde 30 niais en voederbieten, enz.

Aan de binnenzijde van de zijwand 1 van de silo is rondom de omtrek daarvan, bijvoorbeeld op de scheiding tussen de zijwand 1 en het dak 3» °P gasdichte wijze een beweegbare, gasdichte binnenwand 5 bevestigd. Volgens de in 35 de figuren 1 en 2 weergegeven, eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, bestaat de binnenwand 5 geheel uit een membraan 5 van zachte en buigzame, dunne PVC dat de vorm heeft van een omwentelingslichaam met naar beneden gerichte holte dat --------- symmetrisch in de silo is aangebracht. Het membraan 3 is in 800 42 93 * c v , - 3 - de aanvangstoestand volgens figuur 1 ver benedenwaarts doorgebogen en bevat in de holte een hoeveelheid ballast die is samengesteld uit bijvoorbeeld stenen of stukken ijzer 6 en water 7. In de silo 1, 2 is tevens een hoeveelheid 5 mest aangebracht, waarvan het bovenoppervlak 8 is. Tussen het bovenoppervlak 8 van de mest en de benedenzijde van het membraan 5 ontwikkeld zich door de anaerobe vergisting van de organische meststoffen biologisch gas G. Naarmate de druk van dit gas G stijgt, wordt het membraan met inhoud 10 geleidelijk omhoog gedrukt, waarbij het vanuit de stand volgens figuur 1, waarin de onderzijde van het membraan in aanraking is met de bovenzijde 8 van de mest, beweegt--naar de stand volgens figuur 2, waarin het membraan met inhoud zweeft boven het mestoppervlak 8. Daarbij heeft het 15 membraan ongeveer de vorm aangenomen van een omwentelings-parabololde, maar het kan eveneens andere vormen hebben zo lang 'als er enerzijds een voldoende holte blijft bestaan voor het opnemen van de ballast die een benedenwaartse f druk op het membraan uitoefent, daar het eigen gewicht van 20 het membraan betrekkelijk gering is en dit niet in staat is om een voldoende druk van het gas G te waarborgen.

Volgens een tweede uitvoeringsvorm, die in fig. 3 en fig. 4 is weergegeven, omvat de binnenwand een randmembraan 5a, dat eveneens met zijn buitenrand tegen de 25 binnenzijde van de vertikale silowand 1 is bevestigd, en een centraal, stijf gedeelte 9· Het stijve gedeelte 9 vormt tezamen met het randmembraan 5a een holte, waarin opnieuw ballast, zoals water 7 kan zijn opgenomen, om de binnenwand 5a, 9 in. benedenwaartse richting te belasten. Door de ont-30 wikkeling van het gas G uit de mest met het oppervlak 8 ontstaat in de ruimte onder de binnenwand 5a, 9 een verhoogde druk, die deze binnenwand in bovenwaartse richting beweegt, totdat een evenwichtstoestand wordt bereikt, die in fig. 4 is weergegeven. Hierbij is het randmembraan 5a vanuit de in 35 hoofdzaak schuin benedenwaartse richting omhoog gebogen tot een omgekeerde V-vorm. Deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor smalle hoge silo’s en bij toepassingen waarbij de ongebruikte ruimte boven de bloeistof of andere ballast en de binnenwand 5a, 9 zo klein mogelijk dient te worden ge- 8004293 € fc - 4 - houden, waardoor een zo groot mogelijk gedeelte van de silo voor mest en daarboven gas kan worden gebruikt.

Bij de beide uitvoeringsvoorbeelden kan de hoeveelheid ballast op eenvoudige wijze worden gewijzigd, waardoor 5 de druk van het gas G- eenvoudig instelbaar is, zoals door het bijvullen van water* Bij de binnenwandeonstructie volgens de uitvinding wordt een automatische centrering van de ballast bereikt en zijn geen aparte elementen nodig om het kantelen en/of vastlopen van de ballast tegen de silo-10 wand te voorkomen* 8004293

Claims

1· Houder voor de opslag van gas onder lage druk, welke houder is voorzien van een vat met tenminste een gasdichte bodem en zijwand uit vast materiaal, met het kenmerk, 5 dat het vat (l, 2, 3) is voorzien van tenminste"één aan de binnenzijde van de zijwanden gasdicht bevestigde, beweegbare gasdichte binnenwand (5)» welke tenminste in het aan de zijwand (2) grenzende randgedeelte een dun, buigzaam membraan onrvat.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenwand (5) in hoofdzaak^worSi gevormd door het dunne, buigzame membraan·

3· Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenwand in het binnen het aan de zijwand grenzende 15 randgedeelte (5a) een stijf gedeelte (9) omvat.

4. Houder volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat ~ het stijve gedeelte (9) van de binnenwand in hoofdzaak vlak is·· ‘

5· Houder volgens conclusies 1-4, met het kenmerk· 20 da1fc de binnenwand (5» 9) een hoeveelheid ballast iZals vloeistof, draagt, waarvan het gewicht instelbaar is naar gelang de druk van het gas G onder de binnenwand (5)·

6. Houder volgens één of meer van de conclusies 1-5» met het kenmerk, dat de ballast (6, 7) losse vaste delen, 25 zoals stukken ijzer of stenen, omvat.

7· Houder volgens één of meer van de conclusies 1,2 en 5» 6, met het kenmerk, dat het membraan (5) een omwentelingslichaam omvat.

. 8. Houder volgens één of meer van de conclusies 1, 4 30. en 5-7» met het kenmerk, dat het omwentelingslichaam (5) een paraboloïde ±s.

9· Houder volgens één of meer van de- conclusies 1,2 en 5-7» met het kenmerk, dat het omwentelingslichaam (5) een bol omvat,

10. Houder volgens één of meer van de conclusies 1-9» met het kenmerk, dat het membraan (5) uit kunststof bestaat, zoals zacht PVC.

11. Houder volgens één of meer van de conclusies 1-10, met -het kenmerk, dat de binnenwand (15) in hoofdzaak _Γδ00 4 29Χ •'r· v- c -6- vertikaal beweegbaar is.

12. Houder volgens één of meer van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat als vat een ronde cilindrische silo (1,2) met conisch dak (3) wordt toegepast. 1 800 4 2 93