NL8003545A - Losneembare optische stekerverbinding. - Google Patents

Losneembare optische stekerverbinding. Download PDF

Info

Publication number
NL8003545A
NL8003545A NL8003545A NL8003545A NL8003545A NL 8003545 A NL8003545 A NL 8003545A NL 8003545 A NL8003545 A NL 8003545A NL 8003545 A NL8003545 A NL 8003545A NL 8003545 A NL8003545 A NL 8003545A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fiber
carrier
plug
fiber guide
plug connector
Prior art date
Application number
NL8003545A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184925C (nl
NL184925B (nl
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NLAANVRAGE8003545,A priority Critical patent/NL184925C/nl
Priority to US06/270,161 priority patent/US4684212A/en
Priority to DE3123503A priority patent/DE3123503C2/de
Priority to GB8118374A priority patent/GB2078391B/en
Priority to JP9167881A priority patent/JPS5727218A/ja
Priority to DK263681A priority patent/DK263681A/da
Priority to IT22349/81A priority patent/IT1138421B/it
Priority to JP1981087512U priority patent/JPS5749214U/ja
Priority to SE8103756A priority patent/SE452070B/sv
Priority to CH3972/81A priority patent/CH654420A5/de
Priority to BE0/205133A priority patent/BE889268A/fr
Priority to AU71934/81A priority patent/AU543838B2/en
Priority to CA000380098A priority patent/CA1163124A/en
Priority to FR8112125A priority patent/FR2485211A1/fr
Publication of NL8003545A publication Critical patent/NL8003545A/nl
Publication of NL184925B publication Critical patent/NL184925B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184925C publication Critical patent/NL184925C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3833Details of mounting fibres in ferrules; Assembly methods; Manufacture
    • G02B6/3834Means for centering or aligning the light guide within the ferrule
    • G02B6/3841Means for centering or aligning the light guide within the ferrule using rods, balls for light guides
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3897Connectors fixed to housings, casing, frames or circuit boards

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Mechanical Coupling Of Light Guides (AREA)

Description

k PHN 9778 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken.
Losneembare optische stekerverbinding.
De uitvinding heeft betrekking op een losneembare stekerverbinding voor het paarsgewijze koppelen van uiteinden van lichtgeleidende vezels, welke stekerverbinding omvat een stekerhuis, twee in het stekerhuis geplaatste penhouders, 5 die een doorboring hebben elk voor het inklemmen van een ve-zelgeleider in de vorm van tenminste een pen, zodanig dat de vezelgeleiders twee langwerpige kanalen omsluiten elk voor het opnemen van een lichtgeleidend vezeluiteinde, en een kop-pelmiddel met een cirkel-cylindrisch kanaal voor het omslui-10 ten van niet-ingeklemde uiteinden van de vezelgeleiders in de gekoppelde toestand van de stekerverbinding teneinde de door de vezelgeleiders omsloten kanalen op elkaar uit te lijnen.
Een dergelijke stekerverbinding is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 28.44.744. Bij de in de genoemde 15 publicatie beschreven stekerverbinding is de vezelgeleider (in de vorm van drie pennen waartussen het uiteinde van de lichtgeleidende vezel is geplaatst) na verbreken van de koppeling niet beschermd tegen stoten en dergelijke. Vooral bij het in elkaar steken van de stekerverbinding bestaat de moge-20 lijkheid dat het kopvlak van het vezeluiteinde wordt beschadigd, omdat het kopvlak van de lichtgeleidende vezel nagenoeg moet samenvallen met de eindvlakken van de drie pennen om een deugdelijke koppeling tussen twee lichtgeleidende vezels te realiseren. Verder bestaat de onzekerheid op welke 25 vezelgeleider het koppelmiddel (een koppelbus, die op de ' uiteinden van de pennen wordt gedrukt) blijft zitten bij het lostrekken van de vezelgeleiders uit het koppelmiddel. Vooral indien een beduidend aantal stekerverbindingen verbroken en opnieuw op andere wijze weer hersteld moeten worden 30 blijkt een dergelijke onzekerheid zeer nadelig te zijn, omdat in zo'n geval vaker twee delen van een stekerverbinding bij elkaar gebracht worden, die geen van beide dan wel beide van een koppelmiddel zijn voorzien. In het laatste geval 800 3 5 43
* V
PHN 9778 2 dient een van de koppelmiddelen te worden verwijderd, hetgeen de kans op vervuiling vergroot en de kans op zoekraken schept. De hiervoor geschetste situatie treedt nu juist op in telefoniecentrales, waarin een een signaaltransmissierek bin-5 nenkomende optische kabel met een veelvoud aan lichtgeleiden-de vezels via een verdeelpaneel moet worden doorverbonden naar de verscheidene elektrische insteekpanelen, die in het transmissierek of in een naburig transmissierek zijn geplaatst, en waarvoor de optische stekerverbinding is toe te 10 passen.
De uitvinding heeft tot doel in een stekerverbinding te voorzien, waarbij de kans op beschadiging van het kopvlak van een lichtgeleidende vezel of van de vezelgeleider te niet is gedaan en waarbij het koppelmiddel altijd op de-15 zelfde vezelgeleider bij een van de penhouders blijft.
De stekerverbinding volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat elke penhouder in een aparte drager is bevestigd, waarbij bij een eerste drager de in de penhouder geklemde vezelgeleider tot buiten de drager steekt, het koppelmiddel op 20 de buiten de eerste drager stekende vezelgeleider is geplaatst, aan de drager een losneembare beschermdop is bevestigd, die de vezelgeleider en het tot voorbij de vezelgeleider stekende koppelmiddel omsluit, waarbij de beschermdop aan het voorbij het koppelmiddel stekende uiteinde een naar 25 binnen stekende rand heeft voor het opsluiten van het koppelmiddel tussen de penhouder en de rand, waarbij bij de tweede drager de vezelgeleider geheel binnen een in de tweede drager gevormde uitsparing is opgesteld, die een binnendiameter heeft, die op de buitendiameter van de beschermdop is afge-30 stemd. Bij de stekerverbinding volgens de uitvinding heeft de beschermdop de volgende taken. De beschermdop beschermt de vezelgeleider en het kopvlak van het vezeluiteinde tegen beschadiging door stoten en dergelijke. De beschermdop, die in samenwerking met de uitsparing in de tweede drager een 35 passing vormt, dient om de vezelgeleider voor te centreren ten opzichte van het kanaal in het koppelmiddel. Ook houdt de beschermdop door de eraan gevormde rand het koppelmiddel op de gewenste vezelgeleider. Verder is de beschermdop af- 800 3545 * * PHN 9778 3 neembaar, zodat na verwijderen van het koppelmiddel het kop-vlak van het vezeluiteinde en het koppelmiddel zelf gereinigd kunnen worden.
De stekerverbinding volgens de uitvinding zal wor-5 den toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven voorbeelden, in welke tekening: fig. 1 een stekerverbinding volgens de uitvinding toont, fig. 2 een deel van een transmissierek, waarin een 10 optische stekerverbinding volgens de uitvinding is toegepast, weergeeft, fig. 3 een doorsnede van een in een stekerverbinding volgens de uitvinding toe te passen vezelgeleider toont, fig. 4a en b een samenstelling en een deel van een 15 in een stekerverbinding volgens de uitvinding toe te passen koppelmiddel toont en fig. 5 een verdere stekerverbinding volgens de uitvinding toont.
De in fig. 1 weergegeven stekerverbinding J_0 bevat 20 twee penhouders 1, 3, zes pennen 5, 7, waarvan er drie in elke penhouder 1, 3 zijn ingeklemd, een beschermdop 8, een koppelmiddel 9 in de vorm van een bus en een stekerhuis, dat een eerste drager 11, een tweede drager 13 en verdere nog nader te beschrijven bevestigingsmiddelen omvat. De drie in de 25 penhouders 1, 3 geperste pennen 5, 7 omsluiten een langwerpig kanaal, waarin een vezeluiteinde 15, 19 van optische kabels 17, 21 is bevestigd. De cirkel-cylindrische penhouders 1, 3 zijn van een doorboring voorzien, die ongeveer in het midden van de penhouder een trechtervormige invoeropening 14, 16 30 heeft om het insteken van het vezeluiteinde 15, 17 in het door de pennen 5, 7 gevormde kanaal te vergemakkelijken. Verder zijn de penhouders 1, 3 ongeveer in het midden van een kraag 2, 4 voorzien voor het bevestigen van de penhouders 1, 3 in de dragers 11, 13. De penhouders 1, 3 zijn van een ope-35 ning 23, 25 voorzien, waarin nadat het vezeluiteinde tussen de pennen is gestoken een druppel acrylaatlijm wordt gebracht op de konische uiteinden van de pennen 5, 7. Door capillaire werking trekt de lijm tussen de pennen 5, 7. Wordt 800 3 5 45 PHN 9778 4 * * een snel uithardende lijm toegepast, dan zal de lijm uitharden voordat deze het eindvlak 27 van de pennen 5, 7 (en dus het kopvlak van de vezeluiteinden 15, 19)bereikt, waardoor het kopvlak van de vezels niet door de lijm verontreinigd 5 wordt. Doordat het kopvlak van de vezel tijdens de montage van de vezel schoon blijft, is een nabewerking van de vezel-kopvlakken (zoals polijsten) niet nodig. De penhouders 1, 3 zijn van een verdere opening 29, 31 voorzien, waardoor een secundaire ommanteling 33, 35 in de penhouder 1, 3 is vast te 10 lijmen. Hierdoor wordt het vezeluiteinde 15, 19 mechanisch ontlast.
De optische kabel V7 is van een beschermende ommanteling 37 voorzien, waarop een zeskant krimpbus 39 is vastgezet, waarvan een zijde 41 op de penhouder 1 is geklemd om een 15 betrouwbare mechanische verbinding tussen optische kabel V7 en stekerverbinding 10 te realiseren. Verder heeft de krimpbus 39 een trechtervormige vernauwing 43 om het invoeren van een lichtgeleidende vezel 15 in de penhouder 1 te vergemakkelijken.
20 De penhouder 1 is met een wartel 45, die de kraag 2 in een uitsparing in de drager 11 klemt, onbeweeglijk bevestigd. De drager 11 is op zijn beurt in een gat 47 van een montageplaat 49 bevestigd met behulp van een bevestigingsdop 51. Een komveer 53 is tussen de montageplaat 49 en een aan de 25 drager 11 gevormde rand geplaatst om de drager 11 enige nodige bewegingsvrijheid te geven bij het in elkaar steken van de stekerverbinding 10.
De drager 13 is met een bevestigingsring 55 op een hoekprofiel 57 vastgezet, dat weer op een insteekpaneel 59 is 30 gemonteerd. De penhouder 3 is verend binnen de drager 13 opgesteld. De drager 13 heeft daarvoor een uitsparing 61, die met een sluitdop 63 is afgesloten. Tussen de sluitdop 63 en een aan de penhouder 3 gevormde kraag 4 is een spiraalveer 67 ingeklemd. Bij het samenvoegen van de stekerverbinding Ki zal 35 de op drager 11 bevestigde beschermdop 8, die de kopvlakken van de pennen 7 en de daartussen liggende lichtgeleidende vezel beschermd en die het koppelmiddel 9 op de pennen 7 houdt, een vóórcentrering van de penhouders 1, 3 c.q. de pennen 5, 7 800 3 5 45 5 PHN 9778 5 doen plaatsvinden. De beschermdop 8 vormt daarvoor met een in de drager 11 gevormde uitsparing 69 een passing. Daarna schuift het drietal pennen 5 in de koppelbus 9, die daarvoor een zoekrand heeft. Bij het raken van de uiteinden van de 5 pennen 5, 7 aan elkaar en verder bewegen van drager 13 zal de spiraalveer 67 inveren. Is met de drager 13 de beschermdop 8 ver genoeg in de drager 11 gebracht dan grijpt een vergrendel-veer 71 in een in de beschermdop 8 gemaakte uitsparing 73.
Dit is nodig om na het loslaten van de drager 13 (of het in-10 steekpaneel 59) te voorkomen, dat door toedoen van de spiraalveer 67 de gemaakte verbinding mogelijk verbroken wordt. De uitsparing 73 heeft een bepaalde lengte om maattoleranties op te vangen zoals verderop zal worden toegelicht.
In fig. 2 is een deel van een transmissierek 8j[ 15 weergegeven. Een dergelijk transmissierek 8J_ bevat een gestel 83, waarop verscheidene insteekkasten 8_5 boven elkaar zijn gemonteerd. Elke insteekkast 8j> bevat een aantal (5 a 24) insteekpanelen _59, die naast elkaar in in de kast ^55 aangebrachte paneelgeleiders 87 zijn geschoven. In fig. 2 is 20 slechts een kast 85_ in doorsnede en een insteekpaneel _59 in aanzicht weergegeven. De insteekkast 8J5 bevat een achterwand 91, een boven- en benedenplaat 93 respectievelijk 95 en twee (niet in de figuur weergegeven) zijwanden. Ter vereenvoudiging van de montage wordt een gedeelte (51, 11, 45, 39) van 25 elke stekerverbinding 1_0 met de eraan bevestigde optische ka-bels J_7 op een montageplaat 49 bevestigd (en evenzo de naar wens nodige delen van coaxiale stekers 200 met bijbehorende kabels 201), die daarna op het gestel 8_1_ wordt gemonteerd. De achterwand 91 van de insteekkast 8_5 is voorzien van ruime ga-30 ten, die over de de bevestigingsdoppen 51 van de optische stekerverbinding (en) JJO (en van coaxiale stekers 200) heen-vallen, zodat de insteekkast _85_ op het gestel 83_ kan worden gemonteerd. Na montage van de insteekkast 85 kunnen de verschillende insteekpanelen _59 langs de geleiders 87 in de 35 kast 85 worden geschoven.
Nadat de gewenste insteekpanelen 59_ in de kast 8j> zijn gebracht, wordt een rail 97 met twee bouten 99 aan de zijpanelen bevestigd, die de insteekpanelen jj9 op hun plaats 800 3 5 45 PHN 9788 6 houdt. Het insteekpaneel _59 is via een printplaatconnector 101 verbonden met een verbindingspaneel 103, dat voor de nodige elektrische (laagfrequent) verbindingen zorgt tussen de naast elkaar in de insteekkast 85 geplaatste insteekpanelen 5 59. Een deel 101a van de connector 101 is op de achterwand 91 gemonteerd, waarop ook het verbindingspaneel 103 en een af-schermplaat 105 zijn gemonteerd. Verder is het insteekpaneel 59 via coaxiale (h.f.) verbindingen 210 met verdere in de kast 85 opgenomen insteekpanelen verbonden. De verschillende 10 insteekpanelen 59 in de kast 85 worden gevoed via de verbin-dingsplaat 103, die via een meervoudige steker 104 op een kabel 106, die onder andere voedingsaders omvat, is aangesloten, Verder worden aders van de kabel 106 gebruikt om laagfrequent signalen tussen de insteekpanelen 59_ in de verschil-15 lende kasten ^5 en de verschillende rekken 81_ over te dragen.
Er dient opgemerkt te worden dat in het gegeven voorbeeld de verbindingen tussen de insteekpanelen _59 onderling in de kast 85 coaxiale verbindingen 210 zijn, maar dat de verbindingen 210 evenzo met optische stekers en kabels uit 20 te voeren zijn.
Het insteekpaneel _59_ heeft aan de voorzijde een frontplaat 107, die tegen de rail 97 aanligt en die vaak van (niet in de figuur weergegeven) testpunten in de vorm van coaxiale of optische stekerverbindingen is voorzien voor het 25 testen van de elektrische en/of elektro-optische circuits op het insteekpaneel 59.
Door onoverkomelijke maattoleranties is de afstand tussen het frontpaneel 107 en achterwand 91 bij de verschillende insteekkasten _85 nooit exact gelijk. Ook zullen de af-30 metingen van de insteekpanelen 55, het hoekprofiel 57 en de montage ervan op elkaar maattoleranties hebben. Toch mag voor een efficiënte koppeling tussen de kabels 17 en 21 de afstand tussen de kopvlakken van de in de stekerverbinding 10 (zie fig. 1) weergegeven vezeluiteinden hooguit enkele 35 micrometers bedragen. Om deze maattoleranties op te vangen is een penhouder 3 verend opgesteld en wel zodanig dat de spiraalveer 67 altijd moet worden ingedrukt om het insteekpaneel _59 in de insteekkast 55 te kunnen plaatsen. De lengte 000 35 45 PHN 9778 7 van de uitsparing 73 in de beschermdop 8 dient groter te zijn dan de som van alle maattoleranties, opdat de draadveer 71 altijd in deze uitsparing 73 grijpt na volledige inschui-ving van het insteekpaneel 59. in de insteekkast 85.. Worden 5 nu bijvoorbeeld om een insteekpaneel 59_ te verwisselen de bouten 99 losgeschroefd om de rail 97 te lossen, dan zullen alle insteekpanelen 5_9 door toedoen van de spiraalveer 67 van de achterwand 91 worden weggedrukt. Doordat de draadveer 71 in de uitsparing 73 grijpt wordt de beschermdop 8 en dus 10 in feite het insteekpaneel 5j) met het daarop gemonteerde deel van de stekerverbinding 1_0 vastgehouden. Dit heeft het voordeel dat bij het verwisselen van een insteekpaneel 59. alle verdere koppelingen tussen de kabels 1_7 en 2J_ intact blijven. In plaats van drie in de penhouder 13 geklemde pennen 5, 7 15 kunnen vier, vijf of zes pennen maar kan ook een enkele pen in de penhouders 1, 3 worden bevestigd. In fig. 3 is een doorsnede door een dergelijke pen 110 weergegeven. De pen 110 is in lengterichting doorboord. De doorboring 111 toont twee vernauwingen 113 en 115 om een vezeluiteinde gemakkelijk via 20 een relatief grote trechtervormige invoeropening 117 (ongeveer 1 mm in diameter) en zelf zoekend in een koppelgat 119 te brengen, dat slechts weinig groter is dan de diameter van het vezeluiteinde ( + 125yUm). Om het in de penhouder 1, 3 persen van het uiteinde 123 van de pen 110 te vergemakkelij-25 ken is een rand 121 afgeschuind. Een lichtgeleidende kern van een in de pen 110 bevestigde lichtgeleidende vezel kan enige excentriciteit tonen ten opzichte van de buitenwand 125. Het is derhalve voordelig gebleken om de buitenwand 125 van de pen 110 na bevestiging van een vezeluiteinde te be-30 werken met een inrichting en op een wijze zoals die in de Nederlandse Octrooiaanvrage 78.09.725 zijn beschreven. In plaats van een al of niet opengesneden koppelmiddel (de eerste is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 28.44.744) is ook een samengesteld koppelmiddel 130 toe te passen, zo-35 als in fig. 4a is getoond. Het koppelmiddel 130 bevat twee halve koppelbussen 131, waarvan er een in fig. 4b in doorsnede is weergegeven, en een om de halve koppelbussen 131 heengelegde spiraalveer 133, die de bussen 131 op elkaar 800 3 5 45 PHN 9778 8 drukt. De halve koppelbussen 131 zijn vervaardigd door afslijpen van hele koppelbussen, zodat twee op elkaar geplaatste halve koppelbussen 131 samen een cirkel-cylindrisch kanaal 135 omsluiten en geen spleet tussen de twee delen 5 blijft. Het omsloten kanaal 135 (in fig. 4b slechts half weergegeven) dient gelijk te zijn aan de omschreven cirkel van de te omsluiten pennen 5, 7 (fig. 1) of gelijk te zijn aan de diameter van de pen 110 (fig. 3). Eventuele toleranties kunnen dan opgevangen worden door met de pen(nen) de 10 twee halve koppelbussen 131 enigszins van elkaar weg te drukken tegen de veerkracht van de spiraalveer 133 in, die tus-sen twee randen 137 op de bussen 131 is geplaatst. De bussen 131 zijn van trechtervormige invoeropeningen 139 voorzien om het insteken van de pennen (5, 7, 110) in het koppelmiddel 15 130 te vergemakkelijken.
De in fig. 5 weergegeven optische stekerverbinding 20 kan bij uitstek in/op verdeelpanelen worden toegepast, zoals deze in signaaltransmissierekken in telefoniecentrales worden gebruikt, hetgeen reeds in de inleiding werd toege-20 licht. De stekerverbinding kan ook worden toegepast op de frontpanelen 107 van de insteekpanelen 59 (fig. 2) voor testdoeleinden, die nodig zijn voor onderhoud en service.
De optische stekerverbinding 2Ό uit fig. 5 is te vergelijken met een elektrische stekerverbinding van het 25 stop-klink-type. Het "stopgedeelte" van de stekerverbinding 20 bevat een penhouder 3 met pennen 7, een drager 141, een tussenring 143, een koppelbus 9, een beschermdop 147, een handvat 149 en een krimpstuk 41, dat op de penhouder 3 is bevestigd en waarmee een optische kabel JT7 daarop is beves-30 tigd.
Het andere gedeelte van de stekerverbinding _20 is in een verdeelpaneel 107 bevestigd en bevat eveneens een penhouder 155 met één pen 157, een tweedelige drager met een houderdeel 159 en een vergrendeldeel 161, een vergrendelveer 35 163, een nader toe te lichten schuifring 165, een sluitdop 167 en een spiraalveer 169. De optische kabels V7 en 171 zijn op de aan de hand van fig. 1 beschreven wijzen aan de penhouders 3 respectievelijk 155 bevestigd. De penhouder 800 35 45 PHN 9778 9 155 is op de aan de hand van fig. 1 beschreven manier verend opgesteld. Met behulp van het houderdeel 159 en het vergren-deldeel 161 is het "klinkgedeelte" van de stekerverbinding 2Q_ in het verdeelpaneel 135 bevestigd. Het vergrendeldeel 161 5 heeft een in een uitsparing 173 gevormde rand 174, die met een aan het houderdeel 159 gevormde borst 176 de in het houderdeel 159 geplaatste penhouder 155 enigszins centreert ten opzichte van de uitsparing 173. De uitsparing 173 vormt met de beschermdop 147 een glijpassing, zodat bij het insteken van 10 de beschermdop 147 in de uitsparing 173 van het vergrendeldeel 161 de penhouder 3 op de in het houderdeel 159 geplaatste penhouder 155 wordt voorgecentreerd. Bij het insteken van de beschermdop 147 wijkt de vergrendelveer 163. Bij verder bewegen wordt de pen 157 in de koppelbus 9 opgenomen en 15 uitgelijnd. Zodra de kopvlakken 175 van de pennen 3 en 157 tegen elkaar aanliggen zal de veer 169 bij verder bewegen van de beschermdop 147 worden ingedrukt. Is de beschermdop 147 ver genoeg in de drager 161, 159 gebracht dan grijpt de vergrendelveer 163 in een in de beschermdop 147 aangebrachte in-20 keping en houdt de beschermdop 147 na loslaten van de stekerverbinding 20 vast. De veer 163 is U-vormig en grijpt met diens lange zijden in de inkeping van de beschermdop 147. De vergrendeling is als volgt te lossen. Aan de schuifring 165 is een vinger gevormd, die bij het naar het verdeelpaneel 107 25 toebewegen van de schuifring 165 de uiteinden van de lange zijden van de vergrendelveer 163 uit elkaar drukt. Daarbij worden de lange zijden van de veer 163 uit de inkeping van de beschermdop 147 gelicht en kan deze uit het vergrendeldeel 161 van de stekerverbinding 20, getrokken worden, waarbij de 30 optische koppeling tussen de kabels 1_7 en 171 wordt verbroken.
35 800 3 5 45

Claims (8)

1. Losneembare stekerverbinding voor het paarsgewijze koppelen van uiteinden van lichtgeleidende vezels, welke stekerverbinding omvat een stekerhuis, twee in het stekerhuis geplaatste penhouders, die een doorboring hebben elk voor het 5 inklemmen van een veselgeleider in de vorm van tenminste een pen, zodanig dat de vezelgeleiders twee langwerpige kanalen omsluiten elk voor het opnemen van een lichtgeleidend vezel-uiteinde, en een koppelmiddel met een cirkel-cylindrisch kanaal voor het omsluiten van niet-ingeklemde uiteinden van de 10 vezelgeleiders in de gekoppelde toestand van de stekerverbinding teneinde de door de vezelgeleiders omsloten kanalen op elkaar uit te lijnen, met het kenmerk, dat elke penhouder in een aparte drager is bevestigd, waarbij bij een eerste drager de in de penhouder geklemde vezelgeleider tot buiten de 15 drager steekt, het koppelmiddel op de buiten de eerste drager stekende vezelgeleider is geplaatst, aan de drager een losneembare beschermdop is bevestigd, die de vezelgeleider en het tot voorbij de vezelgeleider stekende koppelmiddel omsluit, waarbij de beschermdop aan het voorbij het koppelmid-20 del stekende uiteinde een naar binnen stekende rand heeft voor het opsluiten van het koppelmiddel tussen de penhouder en de rand, waarbij bij de tweede drager de vezelgeleider geheel binnen een in de tweede drager gevormde uitsparing is opgesteld, die een binnendiameter heeft, die op de buitendia-25 meter van de beschermdop is afgestemd.
2. Stekerverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de beschermdop een uitsparing is gemaakt, waarin een in de tweede drager bevestigde vergrendelveer grijpt tijdens de gekoppelde toestand van de stekerverbinding.
3. Stekerverbinding volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de uitsparing in de beschermdop zich in de lengterichting van het door de vezelgeleider omsloten kanaal uitstrekt.
4. Stekerverbinding volgens conclusie 1, 2 of 3, met 35 het kenmerk, dat tenminste een van de penhouders met de vezelgeleider verend in de lengterichting van het door de vezelgeleider omsloten kanaal is opgesteld.
5. Stekerverbinding volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, 800 3 545 PHN 9778 11 met het kenmerk, dat de penhouder een doorboring heeft en aan weerszijden van nagenoeg het midden ervan een opening heeft, die in de doorboring uitmondt.
6. Stekerverbinding volgens conclusie 5, met het ken-5 merk, dat in de doorboring aan een zijde de vezelgeleider in de vorm van drie pennen is ingeklemd en ongeveer in het midden van de doorboring een vernauwing is gevormd met een trechtervormige invoeropening om een uiteinde van een lichtgelei-dende vezel zelf zoekend in het door de drie pennen omsloten 10 kanaal te voeren, welke penhouder aan weerszijden van de vernauwing van een opening is voorzien, die in de doorboring uitmondt.
7. Stekerverbinding volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ongeveer in het midden van de penhouder aan de pen- 15 houder een kraag is gevormd, dat tenminste een van de dragers van een uitsparing is voorzien voor het opnemen van een van de vezelgeleider afgekeerd deel- en de kraag van de penhouder, waarbij de uitsparing met een afsluitdop is afgesloten, tussen de afsluitdop en de kraag een drukveer is geklemd en 20 waarbij de afsluitdop van een opening is voorzien voor het vrijelijk doorlaten van het van de vezelgeleider afgekeerde deel van de penhouder.
8. Stekerverbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelmiddel is samenge- 25 steld uit twee op elkaar geplaatste halve bussen, die een cirkel-cylindrisch kanaal omsluiten, welke bussen door een de bussen omvattende veer op elkaar zijn gedrukt. 30 35 800 35 45
NLAANVRAGE8003545,A 1980-06-19 1980-06-19 Losneembare optische stekerverbinding. NL184925C (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8003545,A NL184925C (nl) 1980-06-19 1980-06-19 Losneembare optische stekerverbinding.
US06/270,161 US4684212A (en) 1980-06-19 1981-06-03 Detachable optical connector
DE3123503A DE3123503C2 (de) 1980-06-19 1981-06-13 Lösbare optische Steckerverbindung
GB8118374A GB2078391B (en) 1980-06-19 1981-06-15 Detachable optical fibre connector
JP1981087512U JPS5749214U (nl) 1980-06-19 1981-06-16
IT22349/81A IT1138421B (it) 1980-06-19 1981-06-16 Connettore ottico distaccabile
JP9167881A JPS5727218A (en) 1980-06-19 1981-06-16 Detachable optical connector
SE8103756A SE452070B (sv) 1980-06-19 1981-06-16 Demonterbart kopplingsdon for parvis koppling av optiska fiberendar
CH3972/81A CH654420A5 (de) 1980-06-19 1981-06-16 Loesbare optische steckerverbindung.
DK263681A DK263681A (da) 1980-06-19 1981-06-16 Udloeselig optisk stikforbindelse
BE0/205133A BE889268A (fr) 1980-06-19 1981-06-17 Connecteur detachable pour liaisons par fibres optiques
AU71934/81A AU543838B2 (en) 1980-06-19 1981-06-17 Detachable optical connector
CA000380098A CA1163124A (en) 1980-06-19 1981-06-18 Detachable optical connector
FR8112125A FR2485211A1 (fr) 1980-06-19 1981-06-19 Connecteur detachable pour liaisons par fibres optiques

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8003545,A NL184925C (nl) 1980-06-19 1980-06-19 Losneembare optische stekerverbinding.
NL8003545 1980-06-19

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8003545A true NL8003545A (nl) 1982-01-18
NL184925B NL184925B (nl) 1989-07-03
NL184925C NL184925C (nl) 1989-12-01

Family

ID=19835482

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8003545,A NL184925C (nl) 1980-06-19 1980-06-19 Losneembare optische stekerverbinding.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4684212A (nl)
JP (2) JPS5727218A (nl)
AU (1) AU543838B2 (nl)
BE (1) BE889268A (nl)
CA (1) CA1163124A (nl)
CH (1) CH654420A5 (nl)
DE (1) DE3123503C2 (nl)
DK (1) DK263681A (nl)
FR (1) FR2485211A1 (nl)
GB (1) GB2078391B (nl)
IT (1) IT1138421B (nl)
NL (1) NL184925C (nl)
SE (1) SE452070B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0100542B1 (en) * 1982-08-04 1987-09-23 Nissan Motor Co., Ltd. Weft picking device of air jet weaving loom
GB2210173B (en) * 1987-09-25 1991-12-11 Pilkington Communications Syst Optical fibre adaptor means
US5530783A (en) * 1994-08-31 1996-06-25 Berg Technology, Inc. Backplane optical fiber connector for engaging boards of different thicknesses and method of use
US6264373B1 (en) * 1999-09-30 2001-07-24 Hughes Electronics Corporation Optical transition device
TWI491940B (zh) * 2011-09-15 2015-07-11 Hon Hai Prec Ind Co Ltd 光纖耦合連接器
CN113325534B (zh) * 2021-06-08 2022-04-01 飞讯达(厦门)信息技术有限公司 一种光纤配线架组件

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK143620A (nl) * 1974-06-20
US4094580A (en) * 1976-12-27 1978-06-13 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Hermaphrodite optical fiber connector
US4192575A (en) * 1977-01-10 1980-03-11 Trw Inc. Guide-connector assembly for joining optical fibers and method of making guide therefor
FR2386061A1 (fr) * 1977-03-31 1978-10-27 Felten & Guilleaume Carlswerk Dispositif de couplage pour fibres conductrices de la lumiere
US4183619A (en) * 1977-06-15 1980-01-15 Bunker Ramo Corporation Connector pin assembly and method for terminating an optical fiber
FR2406210A1 (fr) * 1977-10-14 1979-05-11 Thomson Csf Connecteur detachable pour liaisons par fibres optiques
US4181402A (en) * 1978-09-22 1980-01-01 International Telephone And Telegraph Corporation Single optical fiber connector
NL181052C (nl) * 1978-09-26 1987-06-01 Philips Nv Werkwijze en inrichting voor het voorzien in een concentrische omhulling op een uiteinde van een lichtgeleidende vezel.
DE2845420C2 (de) * 1978-10-18 1984-11-08 Bunker Ramo Corp., Oak Brook, Ill. Lichtleiter-Steckverbindung

Also Published As

Publication number Publication date
NL184925C (nl) 1989-12-01
GB2078391B (en) 1984-03-28
CA1163124A (en) 1984-03-06
BE889268A (fr) 1981-12-17
IT1138421B (it) 1986-09-17
AU543838B2 (en) 1985-05-02
FR2485211A1 (fr) 1981-12-24
JPS5727218A (en) 1982-02-13
FR2485211B1 (nl) 1984-11-16
IT8122349A0 (it) 1981-06-16
DE3123503C2 (de) 1984-08-09
GB2078391A (en) 1982-01-06
SE8103756L (sv) 1981-12-20
DK263681A (da) 1981-12-20
US4684212A (en) 1987-08-04
JPH0225486B2 (nl) 1990-06-04
AU7193481A (en) 1981-12-24
DE3123503A1 (de) 1982-03-25
CH654420A5 (de) 1986-02-14
SE452070B (sv) 1987-11-09
JPS5749214U (nl) 1982-03-19
NL184925B (nl) 1989-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101846774B (zh) 光纤适配器模块
US4217030A (en) Fiberoptic-electronic connector assembly
CN100593740C (zh) 光纤分束器模块
EP1639840B1 (en) Optical fiber cable distribution frame
US9563017B2 (en) Fiber optic splitter module
EP2249581B1 (en) Fibre optic assembly including rear connectors
CN102971653B (zh) 光纤模块和机壳
EP2138878A1 (en) Fiber optic connector holder and method
MX2007002926A (es) Sistema y metodo para conector hibrido de fibra/cobre.
US20180329158A1 (en) Mpo micro-latch-lock connector
CN112241052B (zh) 光纤插芯适配器及插芯移除工具和外壳
NL8003545A (nl) Losneembare optische stekerverbinding.
NL1018440C2 (nl) Optische connector plug.
US6840681B2 (en) Tandem type optical connector
US5721799A (en) Method and apparatus for installing a fiber optic cable by capture of an outer housing
US11860426B2 (en) Dust plug for adapter pre-populated with MPO housing
KR0161744B1 (ko) 광심선 종단부 수용함체

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee