NL8003530A - Container. - Google Patents
Container. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8003530A NL8003530A NL8003530A NL8003530A NL8003530A NL 8003530 A NL8003530 A NL 8003530A NL 8003530 A NL8003530 A NL 8003530A NL 8003530 A NL8003530 A NL 8003530A NL 8003530 A NL8003530 A NL 8003530A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- container
- container according
- opening
- bag
- tubular
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D88/00—Large containers
- B65D88/16—Large containers flexible
- B65D88/1612—Flexible intermediate bulk containers [FIBC]
- B65D88/1618—Flexible intermediate bulk containers [FIBC] double-walled or with linings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Packages (AREA)
- Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
- Bag Frames (AREA)
- Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)
- Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)
- Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
Description
* \ t ) VO 061*0 Container.
De uitvinding heeft betrekking op een zakvormige container van het type met aan een einde een bodemgedeelte, dat wordt gevormd door het tenminste insnoeren van een slangvormig uitgangs-prodükt uit flexibel materiaal aan bedoeld einde en een bovenge-5 deelte, dat wordt gevormd aan het andere einde van de container en voorzien is van een lus voor het ophijsen van de container. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een grote zak voor het transporteren van stortmateriaal, zoals poeder- of korrelvormige kunstmest, al dan niet gemalen zaden, koffiebonen, Portland 10 cement enz., in hoeveelhedenisn enkele honderden kilo's, bijv. van 1 tot 2 ton per container.
Zakvormige containers van het bovenbeschreven type voor het transport van de grote hoeveelheden stortmateriaal zijn als zodanig bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 3.97-3.609 en 15 U.069.852. Bij deze bekende containers is voor het hijsen daarvan een touw of dergelijke toegepast, waartoe speciale verbindingen noodzakelijk zijn tussen de omhulling van de container en dat touw, zowel aan de bodem als aan de top van die omhulling. Om ongelukken te voorkomen dienen doelmatige veiligheidsvoorschriften aangehouden 20 te worden. In de praktijk betekent :dit een beperking van de ge- wichtscapaciteit van dergelijke, zakvormige containers en wanneer deze worden gebruikt voor het. transporteren van bijv. ongeveer 1,5 ton materiaal, dan moeten zij met grote precisie vervaardigd zijn. Verder is het moeilijk, doch vooral duur dergelijke containers 25 automatisch te vervaardigen.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een zakvormige container van zodanige constructie, dat de boven geschetste nadelen thans in hoofdzaak ondervangen zijn.
Daartoe zijn volgens de uitvinding de einden van het slang-30 vormige uitgangsprodukt samengevoegd resp. ingesnoerd, waarbij de len van dat produkt zich vanaf de insnoering binnen elkaar uitstrekken naar het bovengedeelte van de container al-waar het buitenste deel voorzien is van een opening, waardoorheen het binnendeel vanaf het buitendeel verschuifbaar is en waar deze delen in elkaar over-35 gaan ter vorming van de heflus.
800 3 5 30 A· ’ "'ί -2-
Een op deze wijze uitgevoerde container heeft weinig verbindingen, welke aan belasting zijn blootgesteld, terwijl het hef-oog of -lus door het slangvormige uitgangsmateriaal zelf wordt gevormd, waardoor de fabricage aanzienlijk wordt vereenvoudigd.
5 Voorts is het mogelijk de fabricage van dergelijke containers te automatiseren en dus de kans op fouten wordt ondervangen als gevolg van het gebrek aan ervaring van het bedienende personeel.
Wanneer een hefinrichting, zoals een haak in het hefoog van de container wordt gestoken, teneinde deze op te hijsen tijdens het vul-10 len of wanneer deze verplaatst moet worden, kan het uitgangsmateriaal ten opzichte van de hefinrichting ter plaatse van het oog verschuiven en wanneer de container in de opgehesen stand wordt gevuld zal het binnengedeelte van het slangvormige uitgangsmateriaal verschuiven, totdat de trekspanningen en belastingen waaraan dit 1? materiaal is onderworpen in hoofdzaak gelijkmatig verdeeld zullen worden tussen het buitenste en het binnenste deel.
/
De ruimte waarin het materiaal moet worden opgenomen kan zich bevinden tussen het binnenste en het buitenste deel ofschoon het de voorkeur verdient deze ruimte binnen het binnenste deel te 20 vormen, waardoor ook een betere bescherming van het materiaal binnen de container wordt verkregen.
Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin tonen: figuur 1-5 schematisch een werkwijze voor het maken van 25 een zakvormige container volgens de uitvinding, waarbij in figuur 5 het gerede produkt is weergegeven, figuur 6 gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in ver-tikale projectie een tweede uitvoeringsvorm van een container volgens de uitvinding, 30 figuur 7» 8 en 9 aanzichten overeenkomstig figuur 5 van een derde, vierde en vijfde uitvoeringsvorm van een container volgens de uitvinding en figuur 10 en 11 aanzichten volgens figuur 1 en 5 van resp. het uitgangsprodukt en een container, welke daaruit gemaakt is.
35 Met elkaar overeenstemmende onderdelen zijn in de figuren door dezelfde vervijzingscijfers aangeduid.
De figuren 1-^ tonen de bewerkingsfasen, v .-bij het ver- 8003530 V* -3- vaardigen van een container 2k volgens figuur 5* Deze container 2k is gemaakt uit een slangvormig uitgangsprodukt 10, dat in platte toestand in figuur 1 is weergegeven en bijv. bestaat uit rond of buisvormig geweven polypropeentextiel. Ter weerszijden van het mid-5 den 11 van het uitgangsprodukt zijn openingen 12, 13 aangebracht, waarbij de ene opening 12 zich bevindt in de onderste laag van het uitgangsprodukt in figuur 1 en de andere opening 13 in de bovenste laag. Ih het weergegeven geval zijn de openingen 12, 13 gevormd , door in de langsrichting verlopende sleuven, teneinde het vorm-10 stuk 10 niet onnodig te verzwakken. De tegenover elkaar gelegen einden van het uitgangsprodukt zijn door 1b en 15 aangegeven.
Een binnenzak 16 uit flexibel vloeistofdicht materiaal met een open einde 17 is via het einde 1b, zoals weergegeven in figuur 2, in het buisvormige uitgangsmateriaal 10 gebracht.
15 Het einde van de binnenzak 16 dat het diepst in het uit gangsprodukt 10 is gestoken, is voorzien van een vulklep 18, die de vorm heeft van een zak, welke overigens gesloten is. Deze klep Ί8 kan een geheel vormen met de binnenzak. 16 en kan zijn gevormd door een plastische deformatie van de wand van de zak waardoor een 20 buisvormig zakje wordt verkregen. De bodem of het buiteneinde van dit zakje kan worden verwijderd of afgesneden voor het vormen van een opening in de vulklep 18. Γη figuur 2 is het middengedeelte 11 van het uitgangsmateriaal 10 ingesnoerd en is de klep 18 door de opening 12 getrokken, zodat het buitengedeelte zich buiten het uit-25 gangsmateriaal 10 bevindt.
Een gedeelte 19 van het vormstuk 10 dat zich bevindt boven de centrale lijn 11, zie figuur 1 en 2, en de binnenzak 16, welke zich in het deel 19 bevindt, zijn, zoals figuur 3 toont, in dwars-richting ingesnoerd en door de opening 13 in het deel 20 van het 30 vormstuk 10 gestoken, welke zich bevindt onder het midden 11 van het vormstuk 10. Het gedeelte 19 met de binnenzak 16 wordt vanuit de stand volgens figuur 3 verder door de opening 13 getrokken, totdat de einden 1b en 17 tegenover elkaar liggen en gelijk met het einde 15 van het uitgangsmateriaal 10.
35 Zoals blijkt uit figuur h worden de delen 19 en 2Q met de binnenzak 16 nabij de einden 1b, 15 en 17 om een inzetsel ingesnoerd, dat is voorzien is van een omtreksgroef en vastgezet met 8003530 -fc- bijv. touw of een een klep. Op deze wijze ontstaat een zakvormige container 2b met een bodemgedeelte, dat wordt gevormd door de insnoering van het uitgangsmateriaal door de middelen 22.en een in hoofdzaak U-vormige heflus of oog 23, gevormd door het uitgangsmateriaal 5 10, aan het bovengedeelte van de container. Warneer de weergegeven container bijv. door een niet weergegeven haak, welke in de lus is gestoken, wordt opgehesen, zal de binnenzak 16 geheel vrij zijn van trekkrachten en spanningen, welke gelijkmatig worden verdeeld tussen het binnen en buitengedeelte 20, resp. 19 ter weerszijden 10 van de U-vormige lus of oog 23.
Figuur 5 toont een volgens figuur 1-h vervaardigde container 2b in gevulde toestand. Deze container 2b omvat een bodem-gedeelte 25, dat wordt gevormd door de insnoering 22 van het uitgangsprodukt 10, waarbij de einden 1U, 15 van het uitgangsma-15 teriaal 10 in de insnoering 22 zijn verenigd. De delen 19 en 20 lopen binnen elkaar vanaf de insnoering naar het bovengedeelte 26 van de container 2b alwaar het binnengedeelte 19 van het vormstuk door de opening 13 van het deel 20 gestoken is, waarbij het binnengedeelte 19 axiaal in die opening verschuifbaar is. Buiten de ope- .
20 ning 13 gaan de delen 19 en 20 van het vormstuk in elkaar over ter • vorming van een heflus 23. Nadat de ruimte binnen de container 2b via de klep 18 met materiaal is gevuld, wordt deze gesloten; de containerruimte wordt omsloten door de binnenzak 16 en de dubbele lagen van het uitgangsprodukt 10, welke lagen worden gevormd door 25 de delen 19 en 20. De klep 18 kan op gebruikelijke wijze worden afgesloten en wordt dan via de opening 12 in de container geschoven, waardoor deze beschermd ligt opgesloten achter de binnenlaag, die wordt gevormd door het gedeelte 19.
Afhankelijk van de wijze waarop de container wordt gevuld * 30 is het mogelijk, dat de binnenzak lucht bevat, welke scheuren zou kunnen veroorzaken wanneer gevulde containers 2b op elkaar worden gestapeld. Om dit te voorkomen, kan de container zijn voorzien van een ventilatieopening, indien het materiaal waaruit de container bestaat ondoorlaatbaar voor vloeistof en lucht is. Een dergelijke 35 ventilatieopening kan worden gevormd door de vulklep 18 zodanig dat lucht daaruit kan ontwijken, zonder dat vocht in de containerruimte kan lekken, waardoor daarin opgenomen materiaal door contact 3003530
-V
-5- met vocht beschadigd zou kunnen worden. Een mogelijkheid chartoe is het gebruik van een lange slangvormige klep, welke niet is- af gedicht doch rechtstreeks doorloopt tot het bodemgedeelte van de container en dat komt aan te liggen tegen de lagen 19 en 20, dan wel 5 buiten de laag 20, in welke stand de klep bijv. kan worden vastge-lijmd.
Een buisvormige klep kan ook worden gevormd door twee rechthoekige lagen kunststof op elkaar te leggen en deze langs de randen met elkaar te verbinden, van welke lagen er een in de langsrichting 10 van de klep is gestrekt hetzij in de langs- dan wel in de dwars-ridating, zodanig dat de klep onder invloed van warmte wordt gesloten. Het gestrekte materiaal keert dan terug in zijn oorspronkelijke vorm, waardoor de buisvormige klep in de langs- of dwarsrich-ting wordt opgerold, zodanig, dat voorkomen wordt, dat water in de 15 containerruimte komt, terwijl lucht daaruit kan ontsnappen. Ten einde deze laag selectief te houden met betrekking tot absorptie van warmte, kan de gestrékte laag koolzwart omvatten of een ander warmteabsorberende stof of een pigment, waarbij de warmte, welke dient om de klep te sruiten, geleverd kan worden door infrarode 20 korte golf straling, bijv. een straling met een golflengte van ongeveer = 1.2 ym.
Om te voorkomen, dat de binnenzak 16 bij het lossen van de container 2k eruit valt, is deze nabij het midden aan het vlak van de laag 19 bevestigd, bijv. door middel van kleefstof 27, 25 als weergegeven in figuur 1+.
Figuur 6 toont een container 28, welke eveneens gemaakt is uit een slangvormig uitgangsprodukt. Het bodemgedeelte·25 van de container 28 is gevormd door een gedeeltelijke insnoering van het uitgangsmateriaal nabij de einden door tussenkomst van een 30 ring 22, welke een opening 29 vrijlaat, waardoor de bodem van de binnenzak 16 bereikbaar is.
Hierbij wordt verondersteld,dat de bodem van de binnenzak 16 gesloten is en geopend wordt wanneer de container gelost moet worden. Wanneer via de bodem gelost wordt,is de uitstroomopening 35 beperkt door de ring 22, welke instelbaar kan zijn,zodat de opening 29 groter of kleiner gemaakt kan worden. De delen 19, 20 van het uitgangsprodukt lopen vanaf de insnoering 22 naar de bovenkant van 8003530 -6- .Μ r de container 28 vaar liet gedeelte 19 door de opening 13 van het gedeelte 20 is gestoken. De einden van het slangvormige uitgangs-produkt zijn bij 30 aan elkaar bevestigd, alwaar de heflus 23 is gevormd door het slangvormige materiaal. Behalve de opening 12 is 5 een opening 31 gemaakt om de klep 18 toegankelijk te maken.
De zakvormige container 32, weergegeven in figuur 7, verschilt van de container 2^, volgens figuur 5, doordat de zak 16 zich bevindt buiten het binnenste gedeelte 19· In dit binnenste gedeelte 19 is een vulopening 33 aangebracht, welke na het vullen 10 van de container wordt gesloten door het bovenste gedeelte 3k van de zak 16. Dit gedeelte 3^ wordt in een stand, waarbij de opening 33 is afgedekt, ingesnoerd, terplaatse van de lus of het oog 23 door tussenkomst van een orgaan 35·
Figuur 8 en 9 tonen een zakvormige container 36 resp. 37 15 waarbij een binnenzak 16 ontbreekt. Aangenomen wordt, dat het slangvormige uitgangsmateriaal vloeistofdicht is. Verder wordt verondersteld, dat de zakken 36, 37 overeenkomstig'de container volgens figuur 7 zijn vervaardigd. Om te voorkomen, dat water in de container kan treden via de vulopening 33 en via de opening 20 30 tussen de delen van het uitgangsmateriaal kan komen, heeft elke zak 36, 37 een beschermende omhulling of kap 38 resp, 39, vervaardigd uit vloeistofdicht materiaal, dat reflecterende straling bijv. ultraviolette straling, welke schadelijk zouden kunnen zijn voor het uitgangsmateriaal (10 in figuur 1) kan absorberen. Het is duidelijk, 25 dat de beschermde kap 38 resp. 39 ook gebruikt kan worden bij andere uitvoeringsvormen, van een zakvormige container volgens de uitvinding.
De beschermende kap 38 weergegeven in figuur 8 is met de rest van de container verbonden door diametraal ten opzichte van 30 elkaar gelegen openingen Ho, waarvan de randen bij U1 aan elkaar zijn gelast ter vorming van een doorgang voor de lus of het oog 23, welke daarbinnen kan verplaatsen. Voor het ophijsen van de container 36 wordt een niet weergegeven haak door de openingen 1+0 gestoken, waarbij de kap spanningen en krachten over de container verdeelt.
35 Wanneer de container 36 wordt gevuld, wordt de onderrand b2 van de kap 38 opgelicht, totdat de vulopening 33 toegankelijk is.
De beschermende kap 39 volgens figuur 9 kan van de contai- 8003530 -7- ner worden afgehaald. Deze kap heeft een onderst, slangvormig deel 1+3, dat het gedeelte van de container omhult, waarin zich het materiaal bevindt, alsmede een bovenst kLeiner uitgevoerd slangvormig gedeelte 1+1+, dat de heflus 23 omgeeft. Het gedeelte 1+1+ heeft een 5 aanzienlijke lengte en is gemakkelijk flexibel, zodat dit in een stand kan komen, waarbij voorkomen wordt, dat water nabij de ope-ningen 13 en 33 naar binnen kan treden.
Om dat heflus 23 toegankelijk te maken, kan het bedoelde gedeelte axiaal worden ingesnoerd, zodat het niet noodzakelijk is 10 de kap 39 te verwijderen wanneer de container 37 door een hef inrichting, welke in de lus of het oog 23 is gestoken, op. te hijsen.
Figuur 10 toont een slangvormig uitgangsmateriaal 1+5 in platte toestand, ter vorming van een zakvormige container 1+6 volgens figuur 11. Het uitgangsprodukt 1+5 bestaat uit geweven tex-15 tiel, dat met kunststof is bekleed althans aan het binnenvlak, waar door het materiaal waterkerend wordt. Zoals besproken met betrek- y king tot het uitgangsprodukt 10, heeft het uitgangsprodukt 1+5 open einden 11+, 15 en openingen 12, 13. De container 1+6 is in hoofdzaak gelijk aan die, be-schreven met betrekking tot figuur 1-5 ofschoon 20 geen binnenzak wcrdt gebruikt. In plaats daarvan is een klep 18 rechtstreeks in het uitgangsmateriaal gevormd, waarbij het hinnen-eindé van de klep 18 aan de binnenzijde van het produkt 1+5 rondom de opening 12 is vastgelast. De klep 18 kan lucht- en waterdicht worden afgesloten, nadat de container 1+6 is gevuld. Voor het venti-25 leren van de containerruimte is een luchtklep in de vorm van een sleuf 1+7 en een rechthoekig flexibel orgaan 1+8 uit vloeistofdicht materiaal aanwezig, dat de sleuf 1+7 aan de buitenzijde afsluit.
Het materiaalstuk 1+8 is aan het uitgangsprodukt 1+5 langs de zijden *+9, 50 en 51 vastgezet ter vorming van een zakje, dat aan de zijde 30 52 open is en dat na het vormen van de container 1+6 uit het vorm- stuk 1+5 tussen de delen 19, 20 wordt gezet. Het uitgangsprodukt is voorts bij 53 voorzien van perforaties, waardoor water, dat via de opening 13 van de container 1+6 is doorgelekt, kan ontsnappen.
35 8003530
Claims (8)
1. Zakvormige container met aan een einde een bodemgedeelte, dat wordt gevormd door een tenminste aan dat einde gedeeltelijke insnoering van een slangvormig uitgangsprodukt uit flexibel mate- 5 riaal en een bovengedeelte aan het andere containereindé en voorzien van een lus om de container op te hijsen, met het kenmerk, dat de einden (1U9 15) van het slangvormig uitgangsprodukt (10; 45) zijn samengevoegd, waarbij delen (19 9 20) van dat produkt zich vanaf de insnoering (22) binnen elkaar uitstrekken naar het bovengedeelte 10 (26) van de container, alwaar het buitenste deel (20) voorzien is van een opening (13), waardoorheen het binnendeel (19) vanaf het buitendeel verschuifbaar is en waar deze delen in elkaar overgaan * ter vorming van de heflus (23).
2. Container volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de twee einden (14, 15) van het uitgangsprodukt nabij de insnoering (22) met elkaar verbonden zijn.
3. Container volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat een binnenzak (16) is gebruikt uit flexibel materiaal, welke zich tenminste binnen het buitenste deel (20) bevindt en voorzien is 20 van vulmiddelen (18), welke toegankelijk zijn via tenminste een extra opening (12, 31) in het slangvormige uitgangsprodukt (10; h-5). Container volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de opening of de openingen (12, 13, 31) de vorm hebben van in axiale richting verlopende sleuven in het slangvormige uitgangsmate-25 riaal (10; 45).
5. Container volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de materiaalopnemende ruimte zich bevindt binnen het binnenste • gedeelte (19) van het uitgangsmateriaal.
6. Container volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat 0 30 het slangvormige uitgangsmateriaal (10; 45) bestaat uit vloeistof dicht geweven materiaal, waarbij perforaties (53) aanwezig zijn in tenminste het buitengedeelte (20) tussen de eerstgenoemde opening (13) en de insnoering (22), zodat water zich niet in bedoeld gedeelte kan verzamelen. 35 7· Container volgens conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de binnenzak (16) aan het deze omgevende gedeelte (19) is bevestigd op enige afstand boven het bodemgedeelte (25) van de container. 8003530 -9-
8. Container volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de materiaalopnemende ruimte van de container voorzien is- van een ventilatie (18; U7-52).
9. Container volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 5. de ventilatiemiddelen (1ö) tevens een vulklep voor de container vormen.
10. Container volgens conclusies. 1-9, met het kenmerk, dat deze een beschermkap (38; 39) heeft uit vloeistofdicht materiaal, welke tenminste het "bovengedeelte (26} van. de container bedekt 10 waarbij de heflus (23) toegankelijk blijft, welke kap ultraviolet straling kan tegenhouden. 3 /' r 8003530
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
SE7905396 | 1979-06-19 | ||
SE7905396A SE420704B (sv) | 1979-06-19 | 1979-06-19 | Seckliknande behallare |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8003530A true NL8003530A (nl) | 1980-12-23 |
Family
ID=20338327
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8003530A NL8003530A (nl) | 1979-06-19 | 1980-06-18 | Container. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3022218A1 (nl) |
DK (1) | DK148386C (nl) |
FI (2) | FI801866A (nl) |
FR (1) | FR2459187B1 (nl) |
GB (1) | GB2055752B (nl) |
IE (1) | IE49824B1 (nl) |
IT (1) | IT1132119B (nl) |
NL (1) | NL8003530A (nl) |
NO (1) | NO151280C (nl) |
SE (1) | SE420704B (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2501641B1 (fr) * | 1981-03-13 | 1985-10-18 | Dufour Deren Ets E | Citerne ou autre enceinte souple munie de manchons de communication |
DE3207322C2 (de) * | 1982-03-01 | 1985-05-02 | Windmöller & Hölscher, 4540 Lengerich | Großsack mit einem doppelwandigen Außensack und einem eingelegten Innensack |
NO158294C (no) * | 1984-12-21 | 1988-08-17 | Norsk Hydro As | Storsekk med integrerte loeftestropper og med adskilt lasterom. |
ES296232Y (es) * | 1984-12-21 | 1988-04-16 | Norsk Hydro A.S. | Un recipiente flexible para el transporte y almacenamiento de material a granel |
NO165719C (no) * | 1988-12-21 | 1991-04-03 | Norsk Hydro As | Storsekk og fremgangsmaate til dens fremstilling. |
NO165720C (no) * | 1988-12-21 | 1991-04-03 | Norsk Hydro As | Fremgangsmaate for fremstilling av storsekk. |
NO169706C (no) * | 1990-04-23 | 1992-07-29 | Norsk Hydro As | Storsekk med beskyttelseshette og fremgangsmaate for dens fremstilling. |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3789897A (en) * | 1970-09-11 | 1974-02-05 | Shinwa Kagaku Kogyo Kk | Packing containers |
SE390813B (sv) * | 1974-05-03 | 1977-01-24 | Supra Ab | Forpackning med lyftanordning |
SE391695B (sv) * | 1976-01-13 | 1977-02-28 | Supra Ab | Forpackning |
FR2450754A3 (fr) * | 1979-03-06 | 1980-10-03 | Est Imprimerie Papeterie | Sac impermeable de grande contenance, a fermeture preparee et a un seul point de levage |
-
1979
- 1979-06-19 SE SE7905396A patent/SE420704B/sv not_active IP Right Cessation
-
1980
- 1980-06-10 IE IE1183/80A patent/IE49824B1/en unknown
- 1980-06-11 FI FI801866A patent/FI801866A/fi not_active Application Discontinuation
- 1980-06-11 FI FI801865A patent/FI63373C/fi not_active IP Right Cessation
- 1980-06-12 GB GB8019220A patent/GB2055752B/en not_active Expired
- 1980-06-13 IT IT8022779A patent/IT1132119B/it active
- 1980-06-13 NO NO801770A patent/NO151280C/no unknown
- 1980-06-13 DE DE19803022218 patent/DE3022218A1/de active Granted
- 1980-06-17 DK DK258780A patent/DK148386C/da active
- 1980-06-18 FR FR8013510A patent/FR2459187B1/fr not_active Expired
- 1980-06-18 NL NL8003530A patent/NL8003530A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2055752A (en) | 1981-03-11 |
DK148386C (da) | 1985-11-18 |
IT1132119B (it) | 1986-06-25 |
FR2459187B1 (fr) | 1986-03-21 |
SE7905396L (sv) | 1980-12-20 |
FI801866A (fi) | 1980-12-20 |
DE3022218A1 (de) | 1981-01-15 |
IE49824B1 (en) | 1985-12-25 |
NO801770L (no) | 1980-12-22 |
SE420704B (sv) | 1981-10-26 |
DK258780A (da) | 1980-12-20 |
FI63373B (fi) | 1983-02-28 |
IE801183L (en) | 1980-12-19 |
FR2459187A1 (fr) | 1981-01-09 |
IT8022779A0 (it) | 1980-06-13 |
NO151280B (no) | 1984-12-03 |
DK148386B (da) | 1985-06-24 |
FI801865A (fi) | 1980-12-20 |
GB2055752B (en) | 1984-04-18 |
DE3022218C2 (nl) | 1989-10-19 |
FI63373C (fi) | 1983-06-10 |
NO151280C (no) | 1985-03-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5209364A (en) | Collapsible containment system | |
EP1678058B1 (en) | Bulk bag | |
US9061815B2 (en) | Container assembly and methods for making and using same | |
CN111727157B (zh) | 轻型运输、存储和输送系统 | |
US4909410A (en) | Protective cover for bulk container | |
CA1309990C (en) | Receptacle having improved hopper | |
NL8003530A (nl) | Container. | |
EP1332096A1 (en) | Bulk bag with remote discharge | |
AU2002213503A1 (en) | Bulk bag with remote discharge | |
AU2013101620B4 (en) | Materials Handling Bag, Bag System and Method of Materials Handling using a Bag or Bag System. | |
WO2001025101A1 (en) | Bulk container suitable for dangerous goods | |
CA1158574A (en) | Collapsible receptacle with integral sling | |
US11104510B2 (en) | Lightweight transport, storage, and delivery system | |
CA2018953C (en) | Collapsible container apparatus for use in the storage and transportation of fluid material | |
GB2081213A (en) | Flexible bulk container | |
EP0229020A3 (en) | Container for transport and storage of bulk material | |
SK280188A3 (en) | Flexible container | |
US4675910A (en) | Bag having string-shaped suspending element | |
US4781470A (en) | Flexible container with separate lifting area | |
GB2185732A (en) | Container | |
US5823684A (en) | Protective belt for a drum formed by a transport bag for powdery materials | |
EP0523706B1 (en) | An assembly of bags comprising a protection bag | |
US20230182995A1 (en) | Flexible intermediate bulk container with collection skirt | |
AU2004100560A4 (en) | Bag for Multiple Lifting Modes | |
RU49516U1 (ru) | Эластичный контейнер для транспортировки, хранения и подъема сыпучих и кусковых материалов |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |