NL8003432A - Dialysemachine. - Google Patents

Description

'x Γ * -1- 2123 5/CV/tl

Aanvrager: Baxter Travenol Laboratories Inc., Deerfield, Illinois,

Verenigde Staten van Amerika.

Korte Aanduiding: Dialysemachine.

5

De uitvinding heeft betrekking op kunstniersystemen en meer in het bijzonder op een verbeterde apparatuur voor het tot stand brengen en regelen van ultrafiltratie waarden.

Kunstniersystemen omvatten een dialysator en een dialysemachine 10 welke de werking van de dialysator regelt. De dialysator wordt gebruikt * voor het behandelen van het bloed van een patient ten einde water en af valproducten daaruit te verwijderen. De dialysator omvat een semiperme-abel membraan,dat door de dialysator stromend bloed en dialyseoplossing van elkaar scheidt. Verwijdering van afvalproducten vindt plaats door 15 massaoverdracht door het membraan en verwijdering van water vindt plaats door ultrafiltratie door het membraan.

Bij sommige dialysemachines wordt de dialyseoplossing door de dialysator getrokken onder eèn negatieve druk (dat wil zeggen onder atmosferische druk). Een dergelijke machine is beschreven in het Ameri-20 kaanse octrooi 3.878.095 en een commerciële machine,waarin een dergelijk systeem wordt toegepast,wordt vervaardigd en verkocht door Baxter Travenol Laboratories en is aangeduid als Proportioning Dialyzing Fluid "" Delivery System ( 5M 1352-5M 1355).

Deze machine kan worden aangeduid als een enkele doorgang of door-25 stroomsysteem,daar de dialyseoplossing continu gereed wordt gemaakt, door de machine en de dialysator stroomt en dan naar een afvoer stroomt.

De verwijdering van water uit het bloed door het proces van ultrafiltratie berust op het drukverschil over het semipermeabel membraan m ' (dat wil zeggen het verschil in druk van het bloed,dat onder positieve 30 druk stroomt door de dialysator en van de dialyseoplossing,welke onder eën negatieve druk door de dialysator stroomt). Dit drukverschil is algemeen bekend als de transraembrane druk en de hoeveelheid water die uit het bleed wordt verwijderd staat rechtstreeks in verhouding daarmede.

Het is bekend,dat het gewenst is om de ultrafiltratie waarde zo-35 danig te regelen,dat de hoeveelheid van en de snelheid waarmede water uit de patient wordt verwijderd is geregeld. De Amerikaanse octrooien 800 34 32

J

f -2- 21235/CV/tl 3.844.940, 3.979.284 , en 3.990.973 blijken representatief te zijn voor octrooien,waarin ultrafiltratie systemen zijn beschreven.

Er bestaat ook een inrichting,die wordt gebruikt in doorstroom-systemen met negatieve druk voor het tot stand brengen en regelen van 5 ultrafiltratie waarden. In dat systeem is een ultrafiltratie tak aangebracht ,welke is verbonden met het stroomsysteem nabij de invoer van de dialyseoplossing aan de dialysator. De ultrafiltratie tak omvat een pomp met variabele snelheid voor het aanzuigen van vloeistof uit de dialysator met een waarde gelijk aan de ultrafiltratie waarde ,een stromingsmeter, 10 welke de stromingswaarde weergeeft en een afvoer, waarna de afgezogen vloeistof stroomt.

Tijdens bedrijf van dit systeem stelt de beiener de pomp in,terwijl hij de stroommeter waarneemt,totdat de gewenste stromingswaarde is verkregen,welke waarde overeenkomt met de gewenste ultrafiltratie 15 waarde. Daarna bekijkt reep·, bepaalt de bediener de transmembrane druk.

In dat systeem kunnen handinstellingen en waarnemingen niet voldoen aan de in sommige situaties gezochte nauwkeurigheid.

Het is dan ook een oogmerk van de uitvinding een nauwkeuriger systeem te verkrijgen voor het tot stand brengen en regelen van de ultra-20 filtratie waarden.

Dit en andere oogmerken en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hieronder volgende heschrijving.

In de beschrijving is een verbeterd systeem beschreven voor het tot stand brengen en regelen van de ultrafiltratie waarde. Het systeem is 25 bruikbaar in dialysemachines van het doorstroomtype met negatieve druk voor het tot stand brengen van de ultrafiltratie waarde en voor het regelen daarvan. Het systeem omvat een ultrafiltratie tak met een zeer nauwkeurig vervaardigde spuitvormige enkel werkende zuigerpomp voor het uittrekken van vloeistof uit de dialysator in zeer nauwkeurig geregelde 30 hoeveelheden met zeer nauwkeurig bepaalde snelheden tijdens de ultrafiltratie opzetwijze.

De pomp wordt in werking gesteld door de een of andere nauwkeurig regelbare motor en het is gebleken,dat het gebruik van stappen motoren zeer gunstig is. Dit systeem vereist geen met de hand uit te voeren 35 handelingen of waarnemingen waardoor de nauwkeurigheid wordt opgevoerd.

9

Het systeem kan behoudens, dat het zeer bruikbaar is bij doorstroom - 800 3 4 32 κ r -3- 21235/CV/tl w dialysemachines met negatieve druk,worden gebruikt met andere type machines,zoals lading, recirculatie of positieve drukmachines.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

5 Fig. 1 toont een schematische weergave van een dialysesysteem voor zien van een ultrafiltratie tak met de spuitvormige zuigerpomp en een stappenmotor voor het tot stand brengen van de ultrafiltratie waarde.

Fig. 2 toont een aanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van de pomp.

Fig. 3 toont op grotere schaal een begrenzingsschakelaarregeling, 10 welke samenhangt met de pomp. .

Fig. 4 toont een zijaanzicht op de pomp waarbij een vertragings-systeem voor de pomp is weergegeven.

In fig.l is een dialysesysteem 10 weergegeven,dat drie sectie om” vat,namelijk het standaardstromingssysteem, het transmembrane regelsysteem 15 en de ultrafiltratie tak.

Het stromingssysteem omvat een dilaysator 12 van het negatieve druk-type,welke is voorzien van een semipermeabel membraan vdat het door de dialysator stromende bloed scheidt van de dialyseoplossing. Een dergelijke dialysator kan van hetzij het parallelle plaattype of van het holle 20 vezeltype zijn.

Bloed treedtde dialysator binnen via een inlaat 12a en treedt uit via een uitlaat 12b,terwijl de dialyseoplossing binnentreedtvia een inlaat 12c en uitreedtvia een uitlaat 12b. Tijdens normaal bedrijf kan de dialysator zijn gekanteld, zodanig,dat de uitlaat 12d zich boven de inlaat 25 12c bevindt ten einde een bijdrage te leveren in het verwijderen van eventuele tijdens de dialyse in de dyalisator gevormde gasbellen.

Bovenstrooms van de dialysator is een toevoer 14 voor een dialyseoplossing aangebracht. De toevoer kan worden gevormd door hetzij een reservoir voor voordien gereedgemaakte ladingen oplossing of kan als 30 alternatief worden gevormd door een vers gemengde oplossing met behulp van bekende inrichtingen van het proportioneertype. Verse dialyseoplossing stroomt vanaf de toevoer 14 langs een hooféstromingsleiding 16 door een constante stromingsinrichting 18 en naar een inlaatleiding 20, welke leidt naar de dialysator 13. Een inlaatklep 22 is opgesteld in de 35 inlaatleiding bovenstrooms van de dialysator ten einde een stroming naar de dialysator mogelijk te maken of te beëindigen. Gebruikte dialyseoplos- 800 3 4 32 0

Jp -4- 21235/CV/tl sing treedt uit de dialysator via een uitlaatleiding 24 en in de uitlgat-leiding 24 is een uitlaatklep 26 aangebracht ten einde stroming van dialy-seoplossing vanaf de dhlysator mogelijk te maken of te basindigen. Een bypasdeiding 28 met een daarin opgenomen bypassklep 30 is verder aange-5 bracht ten einde het mogelijk te maken om een stroming om de dialysator heen te voeren. De bypasdeiding 28 is aangesloten tussen de inlaatleiding 20 en de uitlaatleiding 24.

Een instelbare stromingsregelklep 32 is opgesteld benedenstrooms van de kleppen 26 en 30 voor het ontvangen en regelen ι van de stroming. Een met constante snelheid werkende negatieve drukpomp 34 is benedenstrooms van de regelklep 32 opgesteld voor het aanzuigen van dialyseop-lossing vanaf de toevoer door de dialysator. Als alternatief kan een een variabele snelheid bezittende pomp in de plaats worden gesteld van de regelklep 32 en de een constante snelheid bezittende pomp 34 voor het regelen van de vloeistofstroming. De verbruikte dialyseoplossing wordt vanaf het dialysesysteem afgevoerd naar een afvoer 36.

Drukwaarnemers.

•

De drukopstandigheden binnen de dialysator aan zowel de bloed als de dialyseoplossing zijde worden continu bewaakt. Een slagaderlijke druk-20 overbrenger (APT) 38 bewaakt de inkomende bloeddruk en de aderlijke druk-overbrenger (VPT) 40 bewaakt de terugkerende bloeddruk. Twee negatieve drukoverbrengers zijn aangebracht voor het meten van de druk van de dialyseoplossing binnen de dialysator. De bovenstroomse negatieve drukover-brenger (NPT^ ) 42 meet de druk van de dialyseoplossing bij de inlaat 25 van de dialysator en benedenstrooms van de inlaatklep 22,terwijl de be-nedenstroomse negatieve drukoverbrenger (NPT£ ) 44 de-‘druk meet bij de uitlaat van de dialysator en bovenstrooms van de'uitlaatklep 26.

De overbrengers 42 en 44 zijn zo dicht mogelijk bij de dialysator opgesteld ten einde de nauwkeurigheid van de drukbepaling maximaal te 3Q maken. Verder zijn de negatieve drukoverdragers 42 en 44 nabij de inlaat en de uitlaat van de dialysator opgesteld ten einde tijdens de ultrafiltratie opzetwijze te werken evenals tijdens normale werking.

De transmembrane drukregeling.

Het transmembrane drukregelsysteem omvat een transmembrane drukre-35 gelaar 46 welke een uitgangssignaal ontvangt van ieder van de drukoverdragers 38,40,42 en 44. Een gewenste transmembrane druk kan worden ingébracht in het regelorgaan en het regelorgaan kan de feitelijke trans- 800 3 4 32 -5- 21235/CV/tl

'A

.· *» membrane druk op de gewenste druk instellen.

De gemiddelds bloeddruk binnen de dialysator wordt bepaald door het middelen van de outputs van de slagaderlijke drukoverdrager 38 en de adedijke drukoverdrager 40. De gemiddelde negatieve druk in de dialysator 5 wordt bepaald door het middelen van de outputs van de stroomopwaartse en stroomafwaartse negatieve drukoverdragers 42 en 44. Deze gemiddelde drukken worden algebraïsch opgeteld ten einde de transmembrane druk te bepalen.

De instelbare stromingsregelklep 32 is eveneens verbonden met het 10 regelorgaan 46 van de transmembrane druk. Regeling van de feitelijke transmembrane druk wordt bewerkstelligd door het instellen van de klep 32 ten einde een vooraf bepaalde transmembrane druk te handhaven. De instelling wordt gedaan door het regelorgaan door vergelijking van (1) de feitelijke transmembrane druk ,zoals benaderd door de gemiddelde 15 bloeüruk en de gemiddelde negatieve druk,met (2) de vooraf bepaalde transmembrane drukwaarde, welke wordt bepaald tijdens de ultrafiltratie opzet en ingebracht in het regelorgaan en (3) het daarna openen of sluiten van de klep 32 om eventuele verschillen tussen de feitelijke en de vooraf bepaalde drukken minimaal te houden. De specifieke constructie voor der-20 gelijke regelorganen is bekend en kan hetzij met de hand of automatisch geschieden.

De ultrafiltratie tak.

De ultrafiltratie tak 48 omvat leidingen 50a en 50b ,een zuigerpomp-saraenstel 52,een stappenmotor 54 en een aanwijzer 56. De leidingen 50a 25 en 50b zijn aangesloten op het zuigerpompsamenstel 52 en op de inlaat-leiding 20 voor de dialyseoplossing op een plaats tussen de inlaatklep 22 en de inlaat 12c van de dialysator. De negatieve drukoverdrager 42 is bij voorkeur opgesteld tussen de aansluiting en de inlaat van de dialysator.

30 Het zuigerpompsamenstel 52, de stappenmotor 54 en de aanwijzer 56 zijn-aangebracht op een steunplaat 58 en meer gedetailleerd in de fig.2.

3 en 4 afgebeeld.

Het zuigerpompsamenstel 52 is een enkel werkende spuitvormige inrichting,welke is voorzien van een zeer nauwkeurig afgewerkte cilinder 35 60,die aan een einde is voorzien van een einddeksel 62 en een terugtrek- bare zuigersamenstel 64. Het zuigersamenstel 64 omvat een zuiger 66 en 800 34 32 -6- 21235/CV/tl een van schroefdraad voorziene ziigerstang 68. De binnenzijde van de cilinder is zeer nauwkeurig en gelijkmatig ini dwarsdoorsnedeoppervlak en de zuiger draagt afdichtingen voor het afdichtend en schuivend in ingrij-ping komen met het inwendige oppervlak. De cilinder, het einddeksel en 5 de zuiger begrenzen een kamer,waarvan het volume zeer nauwkeurig kan worden bepaald en gevarieerd. Het maximale volume van de zuigerkamer is ongeveer 20 mililiters (ml) ,hetgeen een voldoende capaciteit geeft voor het tot stand brengen van de gewenste ultrafiltratie waarde.

De leidingen 50a en 50b zijn verbonden met het einddeksel ten einde 10 een vloeistofstroming in en door het zuigerpompsamenstel 52 mogelijk te maken.

Zoals verder is weergegeven in fig.3 is een arm 70 aangebracht op het van de zuiger afgekeerde einde van de zuigerstang 68,waarbij de arm 70 zodanig is opgesteld,dat deze in ingrijping kan komen met een de bewe-15 - ging begrenzende stopschakelaar 72, die is aangebracht op de steunplaat.

De begrenzingsschakelaar werkt voor het stoppen van een terugtrekken van het zuigersamenstel indien de zuiger een vooraf bepaald punt (in het algemeen het einde van de beweging of slag van de zuiger bereikt.)

De stappenmotor 54 is verbonden met de zuigerstang via een tandwiel-20 overbrenging 74. De tandwieloverbrenging verbindt verder de motor 54 met een potentiometer of aanwijzer 56,welke aanduidt of de motor al dan niet in werking is.

De motor 54 wordt algemeen aangeduid als een stappenmotor. In dat type motor draait het anker over een vaste incrementele hoeveelheid bij 25 het ontvangen van een impulssignaal.

Met andere woorden bij iedere op de motor aangebrachte impuls draait het anker over een bepaalde stap. Door het nauwkeurig regelen van het aantal aan de motor gegeven impulsen en de snelheid van aflevering daarvan wordt de werking van de motor nauwkeurig geregeld.Aangezien de wer-30 king van de motor nauwkeurig wordt geregeld wordt ook de snelheid waarmede de zuiger wordt teruggetrokken en zodoende ook de wijziging van het volume van.de zuiger- pompkamer,nauwkeurig geregeld. Als motor kan bijvoorbeeld worden gebnikt een motor vervaardigd door Rapidsyn, Dana Industrial , 11901 Burke Street, Santa Fe Springs, California ,Verenigde 35 Staten van Amerika en wordt beschreven als een kleine hoek gelijkstroom 800 34 32 r '** -7- 21235/CV/tl stappenmotor, aerie 23 en aangeduid als model nummer 23 H-503; verder kan worden verwezen naar het Amerikaanse octrooi 3.519.859.

Bij deze motor beweegt het anker in stappen van 1,8 graad,zodat 200 stappen een volledige omwenteling van het anker vormen. Een impuls 5 zal dus bewerkstelligen,dat de motor over een stap of 1,8 graad beweegt.

De tandwieloverbrenging 64 bewerkstelligt de verhoudiig tussen de mate van draaiing van de motor en de mate van vloeistof aanzuiging. In dit systeem komt het aanbrengen van 10 impulsen per seconde op de motor overeen met een toename in het volume van de kamer van 1 ml/min. hetgeen 10 op zijn beurt overeenkomt met een vloeistofstromingsfraarde of ultrafiltratie waarde van 1 ral/ min. (20 impulsen/seconde is 2 ml/min. etc).

De middelen met behulp waarvan de impulsen worden opgewekt en aangebracht op de motor zijn in de techniek bekend en omvatten een toetsenbord ingangsysteem 76 en een codeerorgaan en impulsgenerator 78. In een 15 dergelijk systeem wordt de gewenste stromingswaarde ingebracht in het toetsenbord waarop het overeenkomstige aantal impulsen worden opgewekt en dan op de stappenmotor 54 worden aangebracht. Indian bijvoorbeeld 2 ml/ per min. wordt ingebracht in het toetsenbord 76 worden 20 impulsen per seconde aangebracht op de motor 54.

20 Het zal duidelijk zijn,dat indien nooodzakelijk,de tandwieloverbren ging kan worden gewijzigd ten einde andere verhoudingen te verkrijgen tussen de stappen van de motor en de aanzuiging van vloeistof.

Aangezien het motoranker stapsgewijs beweegt in plaats van continu kan het gewenst zijn om een vliegwiel of een andere dempingsinrichting 25 aan te brengen.

Het zal duidelijk zijn,dat andere aandrijvingen óf motoren in de plaats van de stappenmotor kunnen worden gesteld zolang als deze middelen nauwkeurig kunnen worden geregeld ten einde een nauwkeurige regeling van de snelheid van het terugtrekken van de zuiger te verkrijgen.

30 Het belangrijke voordeel van het bovenomschreven systeem is dat het dwarsdoorsnedeoppervhk van de cilinder nauwkeurig bekend is en de mate van beweging of terugtrekken van de zuiger nauwkeurig kan worden geregeld. Dientengevolge kan de hoeveelheid vloeistof ,die in de zuigerpomp wordt aangezogen,zeer nauwkeurig worden geregeld. Dit systeem heft dus bepaalde 35 potentiële fouten van de instelling en bepaling van ultrafiltratie waarde op.

800 34 32 -8- 21235/CV/tl

Werking.

Tijdens normaal bedrijf,soms aangeduid als de dialyse wijze stroomt bloed door de dialysator en de negatieve drukpomp 34 zuigt dialyseoplos-sing aan vanaf de toevoer 14 door de stromingsinrichting 18,door de in-5 laatleiding 20 en door de dialysator 12. Vanaf de dialysator stroomt de gebruikte dialyseoplossing via de leiding 24, door de klep 32 en de pomp 34 naar een afvoer. Negatieve druk binnen de dialysator wordt geregeld door het instellen van de 'regelklep 18 voor het verkrijgen van de gewenste negatieve druk. Tijdens normaal bedrijf zijn de kleppen 22 en 10 26 open ten einde stroming naar en van de dialysator mogelijk te maken.

Onder bepaalde vooraf vastgestelde omstandigheden zijn echter de kleppen 22 en 26 gesloten ten einde de stroming naar en van de dialysator stop te zetten,waardoor de dialysator van het stromingssysteem is geïsoleerd, terwijl tegelijkertijd de bypassklep 30 wordt geopend ten einde een 15 stroming rechtstreeks van de toevoer 14 naar de pomp 34 raogelijk te maken.

Indien het gewenst is de ultrafiltratie waarde te bepalen of in te stellen wordt de machine verwijderd uit de dialyse wijze en in werking gesteld in de ultrafiltratie opstelwijze. In deze opstelwijze zijn de 20 kleppen 22 en 26 gesloten ten einde de dialysator te isoleren en is de bypassklep geopend. Het bloed blijft stromen door de b loefzijde van de dialysator. De ultrafiltrie tak 48 wordt geactiveerd en de motor 54 wordt in werking gesteld met een waarde,welke overeenkomt met de gewenste ultrafiltratie waarde.

25 Tijdens een dergelijk bedrijf zuigt de zuiger,indien deze wordt teruggetrokken,vloeistof uit het stromingssysteem ywaardoor wordt bewerkstelligd,dat vloeistof over het semipermeabele membraan van de bloedzij-de naar de zijde van de dialyseoplossing stroomt. Deze stromingswaarde is equivalent aan de ultrafiltratie waarde. De enige vloeistof ,die 30 stroomt in de tak is water dat stroomt over het membraan van het bloed in de dialyseoplossing. Indien de gewenste ultrafiltratie waarde is verkregen zal de transmembrane druk stabiliseren. Op dit punt wordt de gemiddelde negatieve druk aangeduid door de negatieve drul<6verdragers 42 en 44 opgetekend en algebraïsch toegevoegd aan de gemiddelde bloed-35 druk zoals bepaald uit de signalen van de overdragers 38 en 40. Deze waarde wordt automatisch bepaald en ingebracht in het regelorgaan 46 800 3 4 32 -9- 21235/CV/tl en geeft de transmembrane druk weer, welke de gewenste ultrafiltratie waarde zal geven.

Indien de machine wordt teruggebracht naar de dialyse wijze worden de kleppen 22 en 26 geopend,terwijl de bypassklep 30 wordt gesloten, en 5 de motor 54 duwt de zuiger 66 in de omgekeerde richting,waardoor alle teruggetrokken oplossing wordt teruggevoerd aan het systeem zonder enig verlies of eis aan afvoer en de pomp 34 zuigt weer de dialyseoplossing door het systeem.

In de dialyse wijze vergelijkt het transmembrane drukregelsysteem 10 de ingebrachte transmenbrane drukwaarde en feitelijke drukomstandigheden zoals waargenomen door. de drukoverdragers 38, 40,42 en 44 en stelt dan de klep 32 in werking voor het regelen van de negatieve druk op zodanige wijze,dat de feitelijke transmembrane druk wordt gehandhaafd op een waarde welke de ingebrachte transmembrane druk nadert.

15 De bediener van de dialyse machine kan op verschillende tijdstippen tijdens de dialyse behandeling beslissen dat ten gevolge van wijzigende omstandigheden in de diaïjsator, de toestand van de patient,enz·.,het noodzakelijk is de ultrafiltratie waarde opnieuw in te stellen. Ten einde de ultrafiltratie waarde opnieuw in te stellen wordt het systeem terugge-20 bracht naar de ultrafiltratie opstelwijze ,waarin stroming naar de dia-lysator wordt voorkomen door het sluiten van de kleppen 22 en 26 waarna de ultrafiltratie tak en de pomp 48 worden geactiveerd. De hierboven beschreven procedure wordt dan gevoed voor het tot stand brengen van een ultrafiltratie waarde en het bepalen van een gewenste transmembrane druk. 25 Verwacht kan worden,dat automatische handelingen enige van de functies zal bewerkstelligen, welke de bediener met de hand kan uitvoeren.

Het zal duidelijk zijn,dat op het hierboven beschreven uitvoerings-. voorbeeld vele wijzigingen en/of aanvullingen kunnen worden aangebracht binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding.

30 800 3 4 32

Claims (8)

1. Dialyse machine geschikt voor gebruik bij een kunstnierdialysator en voor het tot stand brengen van een gewenste ultrafiltratie waarde, waarbij de machine is voorzien van een stromingssysteem om een stroming van een verse dialyseoplossing naar de dialysator en een stroming van 5 een gebruikte dialyseoplossing van de dialysator te bewerkstelligen,van in het stromingssysteem opgenomen kleporganen voor het beandigen van een stroming naar en van de dialysator en van een met het stromingssy-steem tussen de kleporganen en de dialysator aangesloten ultrafiltratie tak,met het kenmerk,dat de ultrafiltratie tak is voorzien van een enkel 10 werkende zuigerpomp voor het aantrekken van vbeistof uit het stromings-systeem en een aandrijforgaan,dat met het pomporgaan is verbonden voor het in werking stellen van het pomporgaan voor het aanzuigen van vloeistof uit het systeem in nauwkeurig geregelde hoeveelheden en met een nauwkeurig geregelde snelheid.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat het aandrijforgaan wordt gevormd door een stappenmotor.

3. Machine volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk.,dat de pomp is voorzien van: (a) een kamer begrenzende middelen voorzien van een cilinder met 20 een nauwkeurig bepaald inwendig oppervlak, (b) een schuifbaar en afdichtend met het inwendige oppervlak van de cilinder in ingrijping zijnd zuigerorgaan, (c) een met het zuigerorgaan verbonden zuigers tang voor het in de cilinder bewegen van de zuiger, en 25 (d) een met de zuigerstang gekoppelde motor voor het bewegen van de zuigerstang.

4. Machine volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat tussen de motor en de zuigerstang een tandwieloverbrenging is aangebracht.

5. Machine volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 30 met de motor een potentiometer is gekoppeld voor het aanduiden van de werking van de motor.

6. Machine volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat iedere stapsgewijze beweging van de motor overeenkomt met een vooraf bepaalde wijziging in het volume van de kamer ten gevolge van de beweging 35 van de zuiger.

7. Machine volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 800 3 4 32 Η* r -11- 21235/CV/tl de waarde van de stapsgewijze beweging nauwkeurig te regelen is ten einde de waarde van de fluidum aanzuiging nauwkeurig te regelen.

8. Werkwijze voor het bepalen van de ultrafiltratie waarde in een dialysator van het negatieve druktype,welke is voorzien van een semiperme-5 abel membraan en waarbij een dialyseoplossing door de dialysator stroomt aan een zijde van het membraan onder een negatieve druk en aan de andere zijde van het membraan het bloed stroomt,terwijl inlaat en uitlaatlei-dingen zijn aangebracht voor het toe en afvoeren van bloed en dialyseoplossing naar en van de dialysator, met het kenmerk,dat 10 (a) bloed en dialyseoploesing door de dialysator stromen, (b) de stroming van dialyseoplossing naar en van de dialysator wordt beindigd, (c) daarna vloeistof uit de dialysator wordt afgevoerd met vaste stapsgewijze hoeveelheden met een vooraf bepaalde snelheid, 15 (d) de met de stromingswaarde samenhangende transmembrane druk wordt bepaald. (e) de stroming van dialyseoplossing door de dialysator weer opnieuw tot stand wordt gebracht en, (f) daarna de feitelijke transmembrane druk tijdens normaal be-20 drijf wordt geregeld ten einde de vooraf bepaalde transmembrane druk te benaderen. 25 \ 800 3 4 32