NL8003225A - Instrument voor kunstmatige inseminatie voor vee. - Google Patents

Description

f _ ?

Instrument voor kunstmatige inseminatie voor vee.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een instrument voor kunstmatige inseminatie voor vee, in het bijzonder voor varkens.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, het handhaven 5 van de kwaliteit van het sperma te verbeteren, het insemineren van het sperma te vergemakkelijken en het bevruchtingsvermogen van het sperma te vergroten.

Bij het kunstmatig insemineren van vee is het bekend, dat het sperma van varkens een kortere levensduur heeft dan dat van 10 ander vee en dat dus het langdurig bewaren van sperma van varkens gepaard gaat met moeilijkheden. Teneinde het kunstmatig insemineren van varkens populair te maken, is het noodzakelijk, het sperma van een gekozen beer gemakkelijk toegankelijk te maken en een ganakke-lijke bdiandeling daarvan te realizeren, zodat elke gemiddelde 15 boer dit sperma kan bewaren en gébruiken zonder dat een speciale vakbekwaamheid of een gecompliceerde installatie nodig is. Zoals de zaken nu staan, zijn er echter maar een paar boerderijen, waaraan een vriezer wordt geleverd, die is ingericht voor het bewaren van sperma en in de meeste gevallen wordt het sperma afgehaald van 20 een bepaalde leverancier en telkens gebruikt, wanneer een zeug moet worden geïnsemineerd.

Ook bij het insemineren van het op deze wijze verkregen sperma in de baarmoederholte, is het algemeen gebruikelijk, het sperma uit een houder op te zuigen in een inbrengapparaat, dan het 25 iribrengapparaat in de schede te brengen en het sperma te insemineren.

Bij een dergelijke handeling vloeit echter het sperma dikwijls terug uit het cervicale kanaal, hetgeen resulteert in een onvoldoende inseminatie van het sperma in de baarmoederholte. Ook wanneer 800 32 25 1 » 2 twee of neer zeugen achter elkaar moeten worden geïnsemineerd met hetzelfde inbrengapparaat, moet het inbrengapparaat, dat met het cervicale kanaal in aanraking kant, worden gedesinfecteerd met een antiseptische oplossing of kokend water, telkens wanneer het 5 apparaat is gebruikt, cm dat anders een ongewenste invloed op het sperma kan worden uitgeoefend, waardoor het bevruchtingsvermogen wordt verminderd. Zo is de tegenwoordig toegepaste methode voor het insemineren van sperma niet gemakkelijk en brengt veel moeilijke problemen met zich mee.

10 Gezien het bovenstaande voorziet de onderhavige uitvin ding ±i een verbeterd instrument voor het kunstmatig insemineren van vee, in het bij zender varkens, welk instrument het bewaren van het sperma en het verlengen van zijn levensduur bij opslag kan vergemakkelijken en het onmiddellijk insemineren van sperma uit het 15 inbrengapparaat toelaat, zonder dat het sperma uit een bewaarhouder in het inbrengapparaat behoeft te worden overgebracht. Ook kan het inbrengapparaat, dat bij de inrichting volgens de uitvinding wordt gébruikt, het terugstranen van het sperma verhinderen en kan diep in het cervicale kanaal worden ingebracht. Verder kan het inbreng- 20 appraat, dat met het cervicale kanaal in aanraking kant, gemakkelijk worden vervangen waardoor het desinfecteren na elk gebruik vanhet insrument niet nodig is. De inrichting volgens de uitvinding is zeer hygiënisch en brengt een aanzienlijke vergroting van het bevruchtingsvermogen van het sperma net zich mee.

25 De uitvinding zal aan de land van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een gedeeltelijk zijaanzicht en een gedeeltelijke langsdoorsnede van een sperma-reservoir van het instrument volgens de uitvinding, 30 fig. 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht en een gedeelte lijke langsdoorsnede van de belangrijkste onderdelen van de sperma-injector, fig. 3 toont een methode voor het insemineren van het sperma en 35 fig. 4 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van de sperma- injector volgens fig. 2.

800 3 2 25

? J

3

Het instrument volgens de onderhavige uitvinding kan ruw"-weg worden onderverdeeld in de volgende drie delen: een sperma-reservoir 1, een sperma-injector 11 en een pomp 10.

Eerst zal het sperma-reservoir 1 worden beschreven aan de 5 hand van fig. 1. Opgemerkt wordt, dat een conservatie-methode door dialyse wordt toegepast voor het conserveren van het sperma bij het instrument volgens de uitvinding.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is het sperma-reservoir 1 voorzien van een inwendige cylinder 2, die is ver-10 vaardigd van een dialysemerrbraan (zoals cellofaan), waarin zich het sperma bevindt. Deze inwendige cylinder 2 is geplaatst in een uitwendige cylinder 3, die is vervaardigd van een kunstharsfoelie, zoals polypropeen of vinyl, waarbij een vooraf bepaalde ruimte is vrijgehouden tussen de cylinders 2 en 3, om een dubbele cylindri-15 sche constructie te vormen. Het dialysaat (zoals serum), dat een voedingsbron vormt voor het sperma, bevindt zich in de ruimte tussen de inwendige cylinder 2 en de uitwendige cylinder 3.

Beide einden van de inwendige cylinder 2 en de uitwendige cylinder 3 zijn stevig afgedicht door pakkingorganen 4a en 4b, die 20 beide bestaan uit O-ringen 5 en bijbehorende rubber banden 6 voor een stevige afdichting. Elk pakkingorgaan 4a, 4b is voorzien van een eerste buis 7a (7b), die is verbonden met de kamer, begrensd door de inwendige cylinder 2 en een tweede buis 8a (8b), die is verbonden met de kamer begrensd tussen de inwendige cylinder 2 en 25 de uitwendige cylinder 3. De openingen van deze buizen 7a, Tb, 8a en 8b kunnen worden af gedicht door een plug 9.

Nu zal de sperma-injector 11 aan de hand van fig. 2 worden beschreven. Deze uitvoeringsvorm van de sperma-injector 11 is voorzien van een houderbuis 12 van roestvrij staal of soortgelijk ma-30 teriaal, die aan zijn achtereinde is voorzien van een greep 13 en aan zijn voorste einde is voorzien van een afneerrfoaar cylindrisch orgaan 15, dat aan één einde is voorzien van een verdikking 16. In deze houderbuis 12 is een dunne buis 17 verschuifbaar, waarvan het voorste einde door middel van een verbindingsstuk 20 losneembaar is 35 verbonden met een injectiébuis 19, die telescopisch verschuifbaar is en door het cylindrische orgaan 15, dat aan één einde de verdikking 800 3 2 23 i * 4 16 draagt. Het achtereinde van de dunne buis 17 is verbonden net een verbindingsbuis 18, die op zijn beurt is verbonden met een van de eerstgenoemde buizen 7a of Tb, die zijn aangebracht in de pakkingorganen 4a, 4b van het sperma-reservoir 1. In de greep 13 5 is een vastzetschroef 14 aangebracht voor het vastzetten van de injectiébuis 19, wanneer deze over de juiste afstand uit het cilindrische orgaan 15 steekt. Deze vastzetschroef 14 drukt zijdelings tegen de buis 18 cm een schuivende beweging van de dunne buis 17 te verhinderen.

10 De pcnrp 18 is voorzien van een algemeen bekende rubber bal en van een slang 10a, die met de rubber bal is verbonden, zoals in fig. 1 is aangegeven, welke slang 10a aan zijn andere einde is verbonden met een van de eerstgenoemde buizen 7a of 7b, die zijn aangebracht in de pakkingorganen 4a en 4b, cm lucht onder druk in 15 de inwendige cylinder toe te voeren.

Voor het bewaren van sperma in het bovenbeschreven instrument volgens de.uitvinding, wordt een verzamelhouder voor sperma verbonden met een van de buizen 7a of 7b in de pakkingorganen 4a resp. 4b door verwijdering van de plug 9 uit de gekozen buis en 20 wordt het sperma in de inwendige cylinderkamer 2 gebracht en na voltooiing van deze handeling wordt de buis opnieuw met de plug 9 afgesloten. Ondertussen wordt via één van de tweede buizen 8a of 8b het dialysaat in de buitenste cylinderkamer 3 gebracht. Op deze wijze is het in het instrument gebrachte sperma cmgeven door het 25 dialysaat, waarbij zich het dialysemembraan tussen het sperma en het dialysaat bevindt, zodat door het dialysaat voeding wordt gegeven- aan het sperma. Omdat het sperma is af gekoeld tot 15°C in afgedichte toestand, kan het sperma levend en aktief worden gehouden gedurende 7 tot 8 dagen. Ook is geen speciale koelinrichting of 30 vries inrichting nodig, maar kan elke gewone koelkast voor huis houdelijk gebruik worden gebruikt voor het conserveren van het sperma.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de sperma-injector volgens fig. 2. Bij de sperma-injector 11' volgens fig.

35 4 zijn de vastzetschroef 14, de dunne buis 17 en het verbindingsor- gaan 20, die bij de sperma-injector 11 volgens fig. 2 zijn toegepast, 800 32 25 r r 5 weggelaten. In de plaats daarvan is de vasthoudbuis 12' van de sper-ma-injeetor 11' volgens fig. 4 aan zijn voorste einde voorzien van een boring met inwendige schroefdraad, waarin de injectofbuis 19' met schroefdraad 25 is geschroefd, welke schroefdraad 25 zich be-5 vindt aan de binnenzijde van de verdikking 16' aan het uiteinde van de houderbuis 121, zodat de injectorbuis 191 gonakkelijk kan worden gemonteerd en gedemonteerd en tevens de uitstekende lengte 1 van de injectorbuis 19' gonakkelijk instelbaar is. Verder is bij de uitvoeringsvorm van de sperma-injector 11' volgens fig. 4 het 10 achterste einde van de greep 13' voorzien van een aansluitnippel 26, waarop een verbindingsbuis 18' is aangesloten, die aan zijn andere uiteinde is verbonden met een van de buizen 7a of 7b in de pakkingorganen 4a en 4b van het sperma-reservoir 1. Daardoor wordt een eenvoudiger uitvoeringsvorm van de sperma-injector 11' ten 15 opzichte van die van de sperma-injector 11 volgens fig. 2 verkregen.

Bij beide uitvoeringsvormen van de sperma-injector volgens de fig. 2 en 4 is het dus mogelijk, de lengte van het uitstekende deel van de injectorbuis 19 resp. 19' gemakkelijk in te 20 stellen en ook is het mogelijk,de injectorbuis 19 resp. 19' gemakkelijk te monteren en te demonteren aan het uiteinde van de houderbuis 12 resp. 12'.

Volgens fig. 1 zijn de buizen 8a en 8b elk aan een einde van het spermareservoir 1 aangebracht. Het is echter ook mogelijk, 25 de twee buizen 8a en 8b naast elkaar op een van beide einden van het spermareservoir 1 aan te brengen.

Voor het insemineren van het sperma wordt eerst de verbindingsbuis 18 resp. 18' van de sperma-injector 11 verbonden met een van de eerstgenoemde buizen 7a of Tb aan de pakkingorganen 4a 30 resp. 4b van het spermareservoir 1, dat juist daarvoor uit de koelkast is genanen, terwijl de andere van de eerstgenoemde buizen 7b of 7a wordt verbonden met de pomp 10. De bedienende persoon houdt het spermareservoir 1 vast in de ene hand of hangt het spermareservoir 1 op om zijn nek en brengt de houderbuis 12 resp. 12' van 35 de sperma-injector 11 resp. 11' in de schede 21 (zie fig. 3), zo ver, dat de verdikking 16 resp. 16' wordt gestoken door de baar- 800 3 2 25 6 moedermond 22 in het cervicale kanaal 23, zoals in fig. 3 is aangegeven. Terwijl bij de uitvoeringsvorm van de sperma^inj ector volgens fig. 2 het cilindrische orgaan 15 in het cervicale kanaal 23 gestoken wordt gehouden, wordt de verbindingsbuis 18 naar voren 5 bewogen over een afstand van ongeveer 3 tot 4 cm, zodat de injectie-buis 19 over een afstand L uitsteekt van het cylindrisdie orgaan 15 en diep in de baarmoederholte 24 doordringt. De injectiebuis 19 wordt in deze stand vastgezet door middel van de vastzetschroef 14 op de greep 13. Bij de uitvoeringsvorm van de sperm-injector 10 11' volgens fig. 4 wordt van tevoren de injectiebuis 19' uit de schroefdraad 25 geschroefd, totdat de gewenste uitstekende afstand 1 is bereikt.

Dan wordt de pomp 10 bediend cm het sperma in de inwendige cylindrisdie kamer 2 via de injectiebuis 19 te insemineren in 15 de baarmoederholte 24. Gedurende dit insemineren drukt de verdikking 16 aan het uiteinde van het cylindrisdie orgaan 15 resp. aan het uiteinde van de houderbuis 12' stevig tegen de wand van het cervicale kanaal 23, cm het terugstrcmen van sperma te verhinderen, zodat de gehele voorraad sperma in de baarmoederholte 24 kan worden 20 geïnsemineerd.

Na voltooiing van de inseminatie wordt de houderbuis 12 rsp. 12' uit de schede 21 getrokken en wordt bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 het cylindrisdie orgaan 15 aan het uiteinde van de houderbuis 12 verwijderd, cm de injectiebuis 19 en de dunne buis 17 25 te vervangen door een nieuwe injectiebuis 19 resp. een dunne buis 17, en na het instellen daarvan op de juiste wijze, kan het instrument worden gebruikt voor de volgende inseminatie. Bij de uitvoeringsvorm van de sperm-injector 11’ volgens fig. 4 kan de gehele injector 11' of een gedeelte daarvan worden vervangen.

30 Bij het instrument volgens de uitvinding kan het spermar reservoir,waarbij conserveren van het sperm door dialyse wordt toegepast, gedurende lange tijd worden bewaard in een gewone koelkast voor huishoudelijk gebruik en bij het insemineren kan dit reservoir dirékt dienst doen als voorraad tank voor het sperma, waardoor het 35 sperm kan worden geïnsemineerd zonder gevaar voor blootstelling aan de buitenlucht, waardoor het probleem van het in aanraking kanen van 800 32 25 ' ~ï o 7 het sperma net diverse ziektekiemen of achteruitgang van het sperma niet optreedt en het instrument ook gemakkelijk kan worden klaargemaakt voor het insemineren.

Dankzij de verlenging van de levensduur van het sperma 5 bij opslag, behoeft men niet telkens de moeite te nemen sperma aan te schaffen, wanneer een zeug met sperma moet worden geïnsemineerd en kan het sperma gemakkelijk worden gebruikt op het tijdstip, wanneer dat nodig is.

Omdat verder het cylindrische orgaan 15 resp. de houderbuis 10 12' aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een verdikking, die met een relatief grote kroitmingsstraal afgerond is uitgevoerd en omdat de injectiébuis over de gewenste lengte kan uitsteken, kan de in-jectiébuis diep in het cervicale kanaal worden gebracht, zonder gevaar voor verwondingen in de baarmoeder als gevolg van de toepassing 15 van het instrument, terwijl tevens het terugstralen van het sperma wordt verhinderd, zodat het sperma, dat dankzij het conserveren door dialyse een grote aktiviteit behoudt, voldoende ver in de baarmoe-derholte kan worden geïnsemineerd, cm het bevruchtingsvermogen te vergroten.

20 Omdat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 zcwel de in ject iebuis 19 als de dunne buis 17 en bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 de sperma-injector 11' ganakkelijk geheel of gedeeltelijk kan worden vervangen, nadat het instrument voor een kunstmatige inseminatie is gébruikt, is het desinfecteren van de belangrijkste onder-25 delen van het instrument niet noodzakelijk, waardoor de werkzaairhe-den bij het insemineren efficiënter worden gemaakt, terwijl het insemineren toch altijd schoon en hygiënisch kan worden uitgevoerd.

Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat bij de uitvoeringsvorm van de sperma-injector 11' volgens fig. 4 de gewenste lengte 1 van 30 de injectiébuis 191 niet alleen kan worden bereikt door in en uitschroeven van de buis 19' door middel van de schroefdraad 25, naar tevens door vervanging van de buis 19' door een langere of kortere injectiébuis 191.

800 3 2 25

Claims (7)

1. Instrument voor de kunstmatige inseminatie van vee, gekenmerkt door een spermareservoir (1) voor het bewaren van het sperma, door een met het spermareservoir (1) voor het uitpersen 5 van het sperma verbindbare pomp (10) en door een sperma-injector (11, 11') bestaande uit een buisvormige greep (13, 13') en een daarmee verbonden houderbuis (12, 12') met een verdikking (16, 16') aan zijn vrije einde, waarbij organen (20 , 25) zijn aangebracht, om een injectiebuis (19, 19') aan het vrije einde van de houderbuis 10 (12, 12') aan te brengen en door middel van een verbindingsbuis (18) met een afvoerbuis (7a, 7b) voor sperma uit het spermareservoir (1) te verbinden.

2. Instrument volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat de spenra-injector (11) in de boring van de greep (13) en van de 15 houderbuis (12) een dunne buis (17) qpneemt, die aan zijn achterste einde met de verbindingsbuis (18) voor de toevoer van sperma en aan zijn voorste einde met de injectiebuis (19) verbindbaar is, waarbij aan het achterste einde van de greep (13) een vastzetschroef (14) is aangebracht voor het vastzetten van de buis (18) en daarmee 20 de dunne buis of leiding (17) in een stand, waarin de injectiebuis (19) over de gewenste lengte (1) uit het van de verdikking (16) voorziene einde van de houderbuis (12) uitsteekt.

3. Instrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de greep (13') van de sperma^injector (11') aan het achterste 25 einde een slangnippel (26) voor het opsteken van de verbindingsbuis of slang (18) bezit en aan het voorste einde van de houderbuis (12*) in het bereik van de verdikking (16') een van schroefdraad (25) voorziene boring is aangebracht, waarin de injectiebuis (19'), over de gewenste lengte (1) uitstekend, inschroefbaar is.

4. Instrument volgens conclusie 1, gekenmerkt door een spermareservoir (1) met twee door een dialysemenbraan (2) gescheiden kamers, waarvan de ene met een aansluitbuis (7a) voor de pomp (10) en net een afvoerbuis (7b) voor het sperma, en waarvan de andere met buizen (8a, Sb) voor het toevoeren van een dialysaat is 35 verbonden.

5. Instrument volgens conclusie 4, gekenmerkt door een · 800 3 2 25 r s spermareservoir (1) bestaande uit een buisvormige buitenmantel (3), die aan zijn uiteinde door pakkingorganen (4a, 4b) is afgesloten, door een op afstand van de binnenwand van het huis (3) liggend en daarmee een ringvormige kamer vormend, tussen de pakkingorganen 5 (4a, 4b) aangebracht, slangvormig dialysemerrbraan (2), door in de pakkingorganen(4a, 4b) liggende aansluitingen (8a, 8b) naar de ruimte tussen het dialysemerrbraan (2) en de buitenmantel (3), door een met de binnenruimte van het dialysemerrbraan (2) in verbinding staande, in een pakkingorgaan (4a) liggende aansluitbuis (7a) voor 10 de pomp (10) en door een in een pakkingorgaan (4b) liggende ver-bindingsleiding (7b) naar een afvoerleiding (18) naar de sperma-injector (11, 11').

6. Instrument voor het kunstmatig insemineren van vee, gekenmerkt door een spermareservoir (1) met een dubbelcylindrische 15 opbouw, bestaande uit een inwendige cylinder (2) van een dialyse-meirbraan voor het opnemen van sperma en een uitwendige cylinder (3) voor het opnanen van een dialysaat, dat als voedingsstof voor het sperma dient, waarbij beide einden van de cylindrische constructie zijn afgesloten door pakkingorganen (4a, 4b), waarin buizen (7a, 20 7b) liggen, die net de inwendige cylinderkamer (2) zijn verbonden en buizen (8a, 8b), die met de uitwendige cylinderkamer (3) zijn verbonden, door een sperma-injector (11) met een leiding (17), die via een verbindingsslang (18) losneenbaar met een van de met de binnenste cylinderkamer (2) verbonden buizen (Tb) is verbonden, en 25 aan zijn andere einde net een verwisselbare injectiebuis (19) is verbonden, net een houderbuis (12), op diens ene einde verwisselbaar een aan zijn vrije einde van een verdikking (16) voorzien cylin-drisch deel (15) opsteekbaar is, waardoorheen de injectiebuis (19) telescopisch verschuifbaar is, waarbij de houderbuis (12) de leiding 30 (17) in axiale richting verschuifbaar opneemt en met een klemschroef (14) voor het instellen en vastleggen van de injectiebuis (19) en door een pomp (10), die losneembaar met de andere van de met de binnenste cylinderkamer (2) in verbinding staande buizen (7a) voor het uitpersen van het sperma uit de binnenste cylinderkamer (2) is 35 verbonden.

7. Instrument voor de kunstmatige inseminatie van vee, in 800 32 25 ί * hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 800 32 25