NL8003116A - Aluminium verwarmingsbuis voor een kas. - Google Patents

Aluminium verwarmingsbuis voor een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL8003116A
NL8003116A NL8003116A NL8003116A NL8003116A NL 8003116 A NL8003116 A NL 8003116A NL 8003116 A NL8003116 A NL 8003116A NL 8003116 A NL8003116 A NL 8003116A NL 8003116 A NL8003116 A NL 8003116A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heating
heating pipe
pipes
tube
pipe according
Prior art date
Application number
NL8003116A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Alcoa Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alcoa Nederland Bv filed Critical Alcoa Nederland Bv
Priority to NL8003116A priority Critical patent/NL8003116A/nl
Publication of NL8003116A publication Critical patent/NL8003116A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28FDETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
    • F28F1/00Tubular elements; Assemblies of tubular elements
    • F28F1/10Tubular elements and assemblies thereof with means for increasing heat-transfer area, e.g. with fins, with projections, with recesses
    • F28F1/12Tubular elements and assemblies thereof with means for increasing heat-transfer area, e.g. with fins, with projections, with recesses the means being only outside the tubular element
    • F28F1/14Tubular elements and assemblies thereof with means for increasing heat-transfer area, e.g. with fins, with projections, with recesses the means being only outside the tubular element and extending longitudinally
    • F28F1/16Tubular elements and assemblies thereof with means for increasing heat-transfer area, e.g. with fins, with projections, with recesses the means being only outside the tubular element and extending longitudinally the means being integral with the element, e.g. formed by extrusion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/245Conduits for heating by means of liquids, e.g. used as frame members or for soil heating
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

* - 1 - * N.0. 28.853
Aluminium verwarmingsbuis voor een kas.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een metalen verwarmingsbuis voor een kas, waardoor een warm medium in het algemeen een vloeistof circuleert, teneinde de gewassen door convectie, en/of straling te verwarmen.
5 Sinds vele jaren wordt een groot gedeelte van alle groente- en bloemkassen verwarmd door middel van stelsels van ronde stalen buizen met een uitwendige diameter van 51 mm. Door deze buizen wordt in het algemeen water gevoerd, dat in een conventionele ketel is verwarmd.
Om het nuttig effekt van de verwarming te vergroten neemt de laatste 10 jaren het gebruik van rookgascondensors sterk toe. Met behulp van dergelijke rookgascondensors is het mogelijk energie uit afvalwarmte terug te winnen. Hierbij wordt het verwarmingswater slechts tot 30 a kO°C verwarmd. Om met deze betrekkelijk lage temperatuur toch nog een - voldoende verwarming mogelijk te maken, is een zeer groot aantal extra 15 stalen pijpen nodig.
Zoals bekend zijn licht, warmte, water en voedsel de belangrijkste groeibevorderende faktoren voor het gewas en moet er steeds voor gezorgd worden, dat geen van deze faktoren een minimale positie inneemt. In de winter zal echter toch steeds een tekort aan licht optreden, zodat alle 20 verwarmingsonderdelen een minimum aan lichtverlies mogen veroorzaken.
Zoals bekend geeft een verwarmingsbuis in een kas zijn warmte af door straling en convectie. In de praktijk geeft een buis zijn warmte voor ongeveer 50¾ in de vorm van straling en voor ongeveer 50% in de vorm van convectie af. Het warmtegeleidingsvermogen van de buis 25 bepaalt de warmteoverdracht van het warme water naar het buitenoppervlak van de buis. De vorm van het lichaam en de snelheid van de langsstromende lucht bepaalt de warmteoverdracht van het buitenoppervlak aan de lucht.
In het algemeen worden in kassen twee systemen van verwarming gebruikt. Bij het eerste systeem worden de pijpen boven het gewas opge-30 steld. Bij het tweede systeem worden de pijpen tussen en naast het gewas opgesteld. In beide gevallen kunnen de pijpen verbonden zijn met de verwarmingsketel en/of de rookgascondensor.
Wanneer de verwarmingsbuizen boven het gewas in de kas zijn opgesteld, dan gaat van de stralingswarmte een groot gedeelte direkt verloren, 35 omdat de naar boven gerichte straling door de ruiten heen aan de buitenlucht wordt afgegeven.
8003 1 16 #· . 9 * - 2 -
Ook van de convectiewarmte gaat ongeveer 50¾ verloren, omdat een deel van de convectiewarmte terechtkomt bij het dak van de kas en pas na rondstromen althans gedeeltelijk ten goede komt aan verwarming van het gewas.
5 Wanneer de verwarmingsbuizen tussen en naast het gewas worden opgesteld, dan wordt ook de warmte voor een deel afgegeven door straling en voor een deel door convectie.
In alle gevallen van kasverwarming speelt de schaduwwerking van de verwarmingsbuizen een grote rol. In de praktijk wordt als norm aan-10 genomen, dat een schaduwwerking van 1¾ ook een produktieverlies van 1% betekent.
Hoewel kasverwarming met behulp van ronde stalen buizen op zich goed voldoet, is zij ongunstig wat betreft het nuttige gebruik van de thans zeer dure energie. Als belangrijkste redenen van het slechte 15 rendement zijn te noemen, het slechte warmtegeleidingsvermogen van staal, het grote warmteverlies, doordat een groot deel van de warmte niet nuttig wordt gebruikt, de grote waterinhoud van het systeem, waardoor de regeling traag is en dus niet zeer effektief kan zijn, de ongeschiktheid voor aansluiting op rookgascondensors, vanwege de vormgeving 20 en het slechte geleidingsvermogen van stalen buizen, wat bij de lage temperatuur van het verwarmende water extra belemmerend werkt.
Verder vereisen stalen pijpen veel onderhoud, omdat zij regelmatig geverfd moeten worden om roesten te voorkomen en om de warmte-afgifte nog enigszins gunstig te maken.
25 De uitvinding beoogt de bekende verwarmingsbuis te verbeteren en dit wordt bereikt, doordat de verwarmingsbuis bestaat uit een buisvormig deel, waardoor het medium stroomt en uit tenminste één in lengterichting lopende vlerk of dergelijke, welke verwarmingsbuis door extrusie als één geheel is gevormd uit aluminium of een aluminium-30 legering. Door de toepassing van aluminium en het op zich bekende extrusieproces, is men in staat de verwarmingsbuis te voorzien van één of meer in langsrichting verlopende vlerken van willekeurige vorm. Door deze vlerken is men in staat de warmteafgifte door straling en convectie beter te regelen. Verder is het warmtegeleidingsvermogen 35 van aluminium veel hoger dan van staal, zodat de warmte van de vloeistof in het buisvormige deel veel beter wordt overgedragen op het materiaal van de verwarmingsbuis zelf. Door de toepassing van uit aluminium bestaande verwarmingsbuizen met een veel groter warmtegeleidingsvermogen, kunnen de buizen zodanig in eikaars schaduw opgesteld 8003 1 16 \ - 3 - zijn, dat het totale convectielichaam een winst aan licht oplevert. Hierdoor kan men de schaduwwerking beperken. De toepassing van verwarmingsbuizen met een kleinere inwendige diameter voor het buisvormige deel heeft nog het voordeel, dat de hoeveelheid rondcirculerende 5 vloeistof veel geringer kan zijn. Dit betekent, dat de regeling veel sneller kan reageren op bijvoorbeeld een zonnestraal of het ontstaan van wolken. Een verwarmingsinrichting met stalen buizen heeft een zeer grote waterinhoud. Wanneer de zon van achter de wolken tevoorschijn komt, dan kan weliswaar de brander van de ketel 10 worden afgeschakeld, doch door grote waterinhoud duurt het nog geruime tijd, voordat het verwarmingssysteem ophoudt warmte af te geven. Deze warmteafgifte is dan vaak overbodig en zelfs ongewenst. Ditzelfde geldt wanneer een wolk voor de zon schuift en de brander van de ketel in werking gesteld moet worden. Bij stalen buizen duurt 15 het dan geruime tijd, voordat het verwarmingssysteem op temperatuur is.
Met de verwarmingsbuis is het ook mogelijk de goot van een kas te isoleren en extra warmte te leveren, zonder dat dit lichtverlies oplevert.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toe-20 gelicht, waarin: fig. 1 een schematische dwarsdoorsnede toont door een deel van een kas, welke voorzien is van verwarming boven het gewas, met links in de figuur de conventionele methode en rechts de methode volgens de uitvinding; 25 fig. 2 is een dwarsdoorsnede door een verwarmingsbuis volgens de uitvinding op grotere schaal, bestemd voor de methode volgens fig.1; fig. 3a toont een conventionele methode met vier stalen pijpen langs de wanden en staanders van een kas, welke pijpen naast en tussen het gewas zijn opgesteld; 30 fig, 3b toont de methode volgens de uitvinding, waarbij de onderste van de vier stalen pijpen volgens fig. 3a vervangen is door een ver-warmingslichaam volgens de uitvinding; fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van het verwarmingslichaam volgens fig. 3b op grotere schaal; 35 fig. 5 toont een bevestigingsstrip voor een verwarmingslichaam volgens fig. 4·; en fig. 6 toont een verwarmingslichaam volgens de uitvinding op grotere schaal, dat bestemd is om onder de goot van de kas bevestigd te worden.
800 3 1 16 *·' •t - 4 -
In fig. 1 is schematisch een kas getoond, bestaande uit een vloer 1, een opstaande wand 2 en een schuin dak 3. Volgens de conventionele methode is boven het gewas een stelsel van horizontale evenwijdige stalen pijpen 4 opgesteld. Hoewel alleen links een pijp 4 is getoond, zal 5 het duidelijk zijn, dat de pijpen 4 over het oppervlak van de kas zijn verdeeld. Zoals blijkt uit fig. 1 gaat bij deze opstelling van de pijpen 4 de stralings- en convectiewarmte van een groot deel verloren, omdat deze terecht komt bij het dak 3 en pas na rondstromen althans gedeeltelijk ten goede komt aan de verwarming van het gewas.
10 Dit betekent dat de boven het gewas opgestelde stalen pijpen 4 in feite op een zeer ongustige wijze omspringen met de toegevoerde warmte. Verder moet een betrekkelijk groot aantal pijpen 4 in een kas worden opgesteld, hetgeen betekent dat de pijpen 4 een aanzienlijke schaduwwerking hebben. Zoals reeds eerder vermeld, betekent een licht-15 verlies van 1¾ ook een verlies van 1% in gewasopbrengst.
Volgens de uitvinding wordt nu gebruik gemaakt van een ander type verwarmingsbuis en wel een verwarmingsbuis bestaande uit geëxtrudeerd aluminiumprofiel. Deze verwarmingsbuis in fig. 1 aangegeven met 5 is in fig. 2 op grotere schaal in dwarsdoorsnede getoond.
20 Deze verwarmingsbuis 5 bestaat uit een buisvormig deel 6 en twee vlerken 7. De vlerken 7 sluiten aan op het buisvormige deel 6 en maken een stompe hoek met elkaar. Aan de einden van de vlerken 7 zijn flens-randen 8 aangebracht. Het zal duidelijk zijn, dat deze verwarmingsbuis 5 zonder meer door extrusie vervaardigd kan worden.
25 De bedoeling van deze verwarmingsbuis 5 volgens de uitvinding is de verhouding tussen warmteafgifte door convectie en straling te verbeteren ten gunste van de straling. Bij de conventionele stalen pijp wordt ongeveer 50% van de warmte afgegeven door straling en 50% door convectie. Door de horizontale opstelling van de verwarmingsbuizen 30 volgens de uitvinding, ontstaat als het ware een stilstaandeluchtkussen onder de vlerken 7.
Daar zoals reeds vermeld de straling naar boven een verlies betekent, wordt de bovenzijde van de verwarmingsbuis 5 geïsoleerd.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een steenwoldeken 9 aan de boven-35 zijde eventueel afgedekt door met glasvezel versterkt aluminiumfolie 10. De steenwoldeken 9 met de aluminiumfolie 10 rust als het ware tussen de flensranden 8. Door de aanwezigheid van de isolatielaag op de bovenzijde van de verwarmingsbuizen 5 wordt straling en convectie naar boven in aanzienlijke mate verhinderd. Bijna alle warmte wordt dus afge- 800 3 1 16 - 5 - «* geven door straling in benedenwaartse richting. Men zou mogen verwachten dat de verwarmingsbuis 5 een grotere schaduwwerking heeft dan de ronde stalen pijpen 4. Dit zou juist zijn, wanneer iedere stalen pijp 4 vervangen zou moeten worden door een verwarmingsbuis 5. Dit is 5 echter niet het geval.
In de praktijk zijn een aantal verwarmingsbuizen 5 naast elkaar opgesteld, zodat de warmtestralen van aangrenzende verwarmingsbuizen 5 elkaar ten delebverlappen, zie fig. 1.
Na het extruderen van de verwarmingsbuis 5 wordt het oppervlak 10 daarvan geanodiseerd.
Het anodiseren is noodzakelijk om aluminium stralingseigenschappen te geven. Ongeanodiseerd aluminium geeft nl. vrijwel uitsluitend con-vectiewarmte af. Het anodiseren vergroot het stralingsvermogen met een faktor 3. Een extra voordeel van het anodiseren is, dat de anodiseerlaag 15 de kortegolfstralen van het licht in zeer sterke mate reflecteert en daardoor zelfs nog een deel van de schaduwwerking compenseert.
Daar het warmtegeleidingsvermogen van aluminium zeer veel hoger is dan van staal en door de aanwezigheid van de vlerken en de isolatie, kan de inwendige diameter van het buisvormige deel 6 aanzienlijk kleiner 20 zijn dan de inwendige diameter van de stalen pijp 4, ook wanneer het aantal verwarmingsbuizen 5 veel kleiner is dan het aantal stalen pijpen 4. Dit betekent, dat de waterinhoud van het nieuwe verwarmingssysteem veel g kleiner is. D.w.z. de inhoud van de niet-getoonde verwarmingsketel kan bij het nieuwe systeem veel kleiner zijn dan bij het conventionele sys-25 teem. Dit is van groot voordeel bij de automatische regeling van de verwarming. Wanneer bijvoorbeeld de zon van achter de wolken tevoorschijn komt, dan zal een tastorgaan de brander van de ketel afschakelen of lager zetten. Door de grote waterinhoud van het conventionele systeem, duurt het dan toch nog vrij lang, voordat de pijpen 4 stoppen met af-30 geven van warmte aan de kas. Het omgekeerde is het geval, wanneer de zon achter de wolken verdwijnt.
Bij de verwarmingsbuis volgens de uitvinding heeft het afschakelen van de brander of lager draaien daarvan direkt invloed op de af te geven warmte.
35 Door het hoge warmtegeleidingsvermogen van aluminium en de geringe waterinhoud, is de verwarmingsbuis volgens de uitvinding ook zeer geschikt wanneer gebruik wordt gemaakt van rookgascondensors. Bij een dergelijk systeem van terugwinnen van afvalwarmte, bereikt het water slechts een temperatuur van 30 tot 40°C. Wanneer dit water door stalen 8003116 - 6 - • V» pijpen wordt gevoerd, dan is de warmteafgifte aan de omgeving slechts zeer gering. Door de toepassing van de aluminiumverwarmingsbuizen volgens de uitvinding wordt het nuttig effekt van rookgascondensors aanzienlijk verhoogd. Dit is ook een gevolg van het feit dat het warmte-5 afgevende oppervlak van de verwarmingsbuis 5 veel groter is dan van de pijp 4.
Er zijn planten waarvoor verwarming door straling gunstiger is dan verwarming door convectie. Gebleken is dat stralingsverwarming de plant in de groeitoppen stimuleert en dat bovendien de vrucht-10 zetting en de bloemknopvorming wordt bevorderd. Verder is in de praktijk gebleken dat wanneer een plant door straling bijvoorbeeld een temperatuur heeft van 20°C, de ruimte in de kas een temperatuur van 19°C kan hebben. Ook dit betekent dus reeds een besparing aan energie.
Het zal duidelijk zijn, dat verwarming boven het gewas gunstig 15 is in verband met de bewerking van de bodem van de kas. Een relatief nadeel van de bovenverwarming is echter de schaduwwerking. Zoals reeds vermeld, is de schauwwerking van de verwarmingsbuis’ volgens de uitvinding zeker niet ongunstiger dan de schaduwwerking van de stalen pijpen.
20 Voor vele kassen, in het bijzonder bij groente-teelt, wordt de voorkeur gegeven aan opstelling van de verwarmingsbuizen tussen en naast de gewassen.
In fig. 3a zijn een viertal stalen pijpen 4 boven elkaar opgesteld.
Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijk systeem van vier pijpen 25 4 langs de wanden en staanders van een kas een aanzienlijke schaduwwerking oplevert. In het algemeen ligt de bovenste pijp 4 op de hoogte van ongeveer 1,20 m.
Ook bij deze methode van verwarming levert een verwarmingsbuis uit aluminium grote voordelen op. Vier pijpen 4 kunnen vervangen worden 30 door één verwarmingslichaam 11, dat in fig. 3b en fig. 4 is weergegeven en dat de plaats inneemt van de onderste pijp 4. De overige pijpen kunnen dan vervallen. Het zal duidelijk zijn, dat door de lage opstelling van het verwarmingslichaam 11 veel minder schaduwwerking optreedt en bovendien de convectiewarmte beter wordt benut, omdat door de lage op-35 stelling de circulerende lucht op een zo laag mogelijke plaats wordt verwarmd. Bovendien kaatst het geanodiseerde oppervlak nog een belangrijk deel van het licht terug.
Zoals blijkt uit fig. 4 bestaat ieder verwarmingslichaam 11 uit vier verwarmingsbuizen. Iedere verwarmingsbuis bestaat uit een buisvormig 800 3 1 10 \r ? « - 7 - - - - deel 12-en twee vlerken van ongelijke breedte aangegeven met 13 en 14.
Deze vlerken 13 en 14 strekken zich radiaal ten opzichte van het buisvormige deel 12 uit en zijn gegolfd uitgevoerd. In bedrijf worden de vier verwarmingsbuizen steeds over 180° verplaatst opgesteld en be-5 vestigd aan de wand of de staanders van de kas. Voor de bevestiging kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van platte strippen 15 voorzien van dwarsgleuven 16. In de vlerken 13 en 14 zijn in vertikale richting langwerpige openingen aangebracht, waardoor de strip 15 geschoven kan worden, welke strip vervolgens een kwart slag wordt verdraaid, zodat 10 de verwarmingsbuizen bevestigd zijn aan de strippen. Deze strippen 15 dienen niet alleen om de verwarmingsbuizen onderling te verbinden, doch ook om het verwarmingslichaam te bevestigen aan de wand of de staanders van de kas. Vanzelfsprekend zijn allerlei andere bevestigings-methoden toepasbaar.
15 Bij toepassing van vier verwarmingsbuizen kunnen er bijvoorbeeld _ ..... twee gebruikt worden voor het ketelwater en twee voor het water afkomstig van de rookgascondensor.
Door de opstelling van vier verwarmingsbuizen naast elkaar ontstaat tussen de verwarmingsbuizen een soort schoorsteenwerking, waar-20 door de afgifte door convectie wordt bevorderd. De golvingen in de vlerken 13 en 14 vormen als het ware stootvlakken voor de naar boven stromende lucht, waardoor de warmteoverdracht tussen de vlerken 13 en 14 en de naar bovenstromende lucht en dus de convectiewerking wordt bevorderd.
Ondanks het feit, dat de inwendige diameter van de buisvormige 25 delen veel kleiner is dan de inwendige diameter van de stalen pijpen worden toch geen ontoelaatbaar hoge vloeistofsnelheden bereikt. Dit komt omdat de huidige stroomsnelheid door de stalen pijpen extreem laag is en niet meer bedraagt dan 0,1 tot 0,2 meter per seconde.
In fig. 6 is een dwarsdoorsnede getoond van twee verwarmings-30 buizen 17, ieder bestaande uit een buisvormig deel 18 en twee vlerken 19 en 20.
De vlerken 19 en 20 sluiten diametraal tegenover elkaar aan op het buisvormige deel 18.
De vlerk 19 is naar boven gebogen en voorzien van een naar buiten 35 gerichte eindrand 19a.
De vlerk 20 verloopt in een plat vlak en is voorzien van een naar benedengerichte eindrand 20a.
800 3 1 1 6 ν' ” ^ - 8 -
Op het bovenoppervlak van de twee niet de eindranden 20a tegenover elkaar bevestigde verwarmingsbuizen 17 ligt, evenals bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2, een isolatiedeken 21.
De goot van de kas > die zich dus bevindt tussen twee schuine 5 daken, is in fig. 6 schematisch aangegeven met 22.
Deze verwarmingsbuizen 17 hebben de volgende voordelen: 1. Zij geven hun warmte voor het overgrote gedeelte af in de vorm van op de planten gerichte straling. De warmte bereikt daardoor in veel grotere mate de plaatsen waar deze effectief is.
10 2. Zij geven geen enkel lichtverlies, omdat ze in de schaduw van de goot zijn aangebracht. De warmtecapaciteit is zo berekend, dat ze per profiel gelijk is aan de opbrengst van een stalen pijp van 51 mm 0.
Er kunnen twee beschermingsbuizen naast elkaar onder de goot worden aangebracht, bijvoorbeeld een heen- en een retourleiding. Op de 15 tekening is er slechts één getekend.
3. Het isoleren van de goten geeft een direkte weinig kostende energiebesparing die zelfs al werkt wanneer de verwarming niet aanstaat.
De reden waarom men in het algemeen aarzelt om goten te isoleren is, dat zij daardoor de kans lopen om bij strenge vorst te bevriezen, in 20 welk geval het hemelwater, resp. de sneeuw die op het dak valt, niet meer kan worden afgevoerd, waardoor in de winter onhoudbare situaties gevreesd worden. Door het kiezen van de juiste isolatie kan voorkomen worden, dat er teveel warmte wordt afgegeven via de goot, maar dat tevens geen bevriezing optreedt.
25 Immers bij sterke vorst zal de gootverwarming op haar hoogste temperatuur gehouden worden en de dikte van de isolatie kan zo gekozen worden, dat de goot in de winter nog juist voldoende verwarmd wordt om het hemelwater te kunnen afvoeren.
ή·. Het verbinden van de isolatie van de stralingslihcaam met de goot 30 geeft op zich nauwelijks extra energieverlies. Dezelfde joules die nu de goot rechtstreeks bereiken, zouden anders toch in de vorm van convectiewarmte opgestegen zijn naar het kasdek.
Vanzelfsprekend moeten de verwarmingsbuizen volgens de uitvinding zodanig worden gemonteerd, dat verschillen in thermische uitzettingen 35 opgenomen kunnen worden. Dit levert echter in de praktijk geen problemen op. Verder moeten verbindingsstukken worden gebruikt tussen de diverse verwarmingsbuizen. De meest eenvoudige oplossing daarvoor wordt 8003 1 16 yr ~ - 9 - -- gevormd door de toepassing van stukken slang, die op de buisvormige delen van twee aangrenzende verwarmingsbuizen worden geschoven. Vanzelfsprekend moeten dan ter plaatse van de einden van de verwarmingsbuizen de vlerken worden ingesneden of worden weggenomen. Ook andere 5 verbindingen, zoals snelkoppelingen, kunnen vanzelfsprekend worden toegepast.
8003 1 16

Claims (18)

1. Metalen verwarmingsbuis voor een kas, waardoor een warm medium, in het algemeen een vloeistof circuleert, teneinde de gewassen door convectie en/of straling te verwarmen, met het kenmerk, dat de verwarmingsbuis bestaat uit een buisvormig deel, waardoor het 5 medium stroomt en uit tenminste één in lengterichting lopende vlerk of dergelijke, welke verwarmingsbuis door extrusie als één geheel is gevormd uit aluminium of een aluminiumlegering.
2. Verwarmingsbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee vlerken op het buisvormige deel aansluiten. 10
- 3. Verwarmingsbuis volgens conclusie 1 of 2, bestemd om tussen en/of naast het gewas te worden opgesteld, met het kenmerk, dat twee vlerken radiaal aansluiten op het buisvormige deel en in hoofdzaak in een vertikaal vlak liggen.
4·. Verwarmingsbuis volgens conclusie 3, met het ken-15 merk, dat de vlerken een verschillende breedte hebben.
5. Verwarmingsbuis volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de breedte van de ene vlerk tenminste tweemaal de breedte van de andere vlerk is.
6. Verwarmingsbuis volgens conclusie 1, 2, 3, 4· of 5, met 20 het kenmerk, dat de vlerken in hun vlak gegolfd zijn uitgevoerd.
7. Verwarmingsbuis volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de wanden van de golvingen recht zijn en ongeveer loodrecht op elkaar staan.
8. Verwarmingslichaam, met het kenmerk, dat deze bestaat uit tenminste twee naast elkaar opgestelde verwarmingsbuizen volgens conclusies 3, 4·, 5, 6 of 7, die door afstands- en bevestigings-organen met elkaar zijn verbonden.
9. Verwarmingslichaam volgens conclusie 8, met het ken-30 merk, dat de verwarmingsbuizen over 180° verdraaid zijn opgesteld, zodat de afstands- en bevestigingsorganen zich in horizontale richting uitstrekken door openingen in een brede vlerk van de ene buis en een smalle vlerk van de andere buis.
10. Verwarmingslichaam volgens conclusie 8 of 9, met het 35 kenmerk, dat vier verwarmingsbuizen volgens de conclusies 3, 4·, 5, 6 of 7 over 180° verdraaid naast elkaar zijn opgesteld. 800 3 1 16 - 11
- ' " 11. Verwarmingslichaam volgens conclusie 8, 9, en 10, met het kenmerk, dat de verwarmingsbuizen zodanig verbonden zijn met de afstands- en bevestigingsorganen, dat verschillen in thermische uitzetting opgenomen kunnen worden.
12. Verwarmingsbuis volgens conclusie 1 of 2, bestemd om boven het gewas te worden opgesteld, met het kenmerk, dat twee vlerken aansluiten op het buisvormige deel, waarbij het naar boven gerichte oppervlak van de vlerken en van het buisvormige deel van een warmteisolatie voorzien is.
13. Verwarmingsbuis volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de vlerken even breed zijn en een stompe hoek met elkaar maken.
14. Verwarmingsbuis volgens conclusie 12 of 13, met het merk, dat de einden van de vlerken voorzien zijn van flensranden, 15 voor het vasthouden van een warmteisolatie.
- 15. Verwarmingsbuis volgens conclusie 12, 13 of 14, m e t het kenmerk, dat de warmteisolatie bestaat uit een deken van steenwol of dergelijke.
16. Verwarmingsbuis volgens conclusie 15, met het ken- 20 merk, dat het bovenoppervlak van de isolatiedeken is voorzien van een reflecterende laag, zoals aluminiumfolie.
17. Verwarmingsbuis volgens conclusie 1 of 2, bestemd om onder de goot van een kas geplaatst te worden, met het kenmerk, dat de vlerken radiaal op het buisvormige lichaam aansluiten en in 25 hoofdzaak zijn aangepast aan de vorm van de helft van de goot.
18. Verwarmingslichaam, met het kenmerk, dat het bestaat uit twee verwarmingsbuizen volgens conclusie 17, die in spiegelbeeld met de eindranden van de aangrenzende vlerken met elkaar zijn verbonden, op het bovenvlak waarvan een warmteisolatie is aangebracht, 30 die aanligt tegen het ondervlak van de goot. 8003 1 16
NL8003116A 1980-05-29 1980-05-29 Aluminium verwarmingsbuis voor een kas. NL8003116A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003116A NL8003116A (nl) 1980-05-29 1980-05-29 Aluminium verwarmingsbuis voor een kas.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003116A NL8003116A (nl) 1980-05-29 1980-05-29 Aluminium verwarmingsbuis voor een kas.
NL8003116 1980-05-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003116A true NL8003116A (nl) 1982-01-04

Family

ID=19835378

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003116A NL8003116A (nl) 1980-05-29 1980-05-29 Aluminium verwarmingsbuis voor een kas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8003116A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0802376A2 (de) * 1996-04-19 1997-10-22 H KRANTZ-TKT GmbH Wärmetauscherelement aus einem Aluminium-Strangpressprofil

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0802376A2 (de) * 1996-04-19 1997-10-22 H KRANTZ-TKT GmbH Wärmetauscherelement aus einem Aluminium-Strangpressprofil
EP0802376A3 (de) * 1996-04-19 1998-10-21 H KRANTZ-TKT GmbH Wärmetauscherelement aus einem Aluminium-Strangpressprofil

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4798056A (en) Direct expansion solar collector-heat pump system
US7575047B2 (en) Heating and warm water supply unit and method for operating the same
US4527618A (en) Solar energy storage and distribution system with heat pump assist
US4216762A (en) Combined structural support and solar energy system
US4392359A (en) Direct expansion solar collector-heat pump system
US4289116A (en) Solar heating system for a greenhouse or other building
US4699316A (en) Energy efficient heating system for greenhouses
NL1008903C2 (nl) Kas.
NL8003116A (nl) Aluminium verwarmingsbuis voor een kas.
NL8300534A (nl) Verwarmbare vloer in een stal.
US4340036A (en) Solar heating system for a greenhouse or other building
CA1169319A (en) Solar heating system
NL8401205A (nl) Land- of tuinbouwkas.
NL1023900C2 (nl) Afscheiding alsmede werkwijze voor het regelen van de temperatuur in een ruimte.
CA1282049C (en) Energy efficient heating system for greenhouses
WO2006121345A1 (en) Solar collector element
NL2012731B1 (nl) Geventileerde kapconstructie voor kas of warenhuis
NL1015407C2 (nl) Gebouw met verwarmingsinrichting.
BE1006632A5 (nl) Warenhuis, bouwsysteem en gootprofiel daarvoor.
NL8004182A (nl) Klimatiseringssysteem voor gebouwen.
US4084575A (en) Solar heater unit
JP2021058096A (ja) 地温制御システムおよびこれを用いた栽培方法
EP0045821A1 (de) Multifunktionales Rinnendach und Montageverfahren
NL8201720A (nl) Verwarmde stelling voor het kweken van champignons en dergelijke.
EP0237121B1 (en) Roof for artificial skating-rinks

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed