NL8002425A - Elektrische weerstand en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

Η

Elektrische weerstand en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Weerstanden met doorgangen, welke zich uitstrekken door een lichaam van keramisch weerstandsmateriaal van positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand, zijn voorgesteld voor gebruik als fluidumverhitters. Zulke verhitters zijn veilig en 5 zelf-regelend en zijn ingericht voor het leveren van grote volume-uitgangen van verhitte lucht voor een haardroger of dergelijke of voor het veilig en efficient verhitten van een lucht-brandstofmengsel, dat wordt toegevoerd aan een automotor voor het verzekeren van vroeg verdampen van de brandstof voordat het mengsel wordt toe-10 gevoerd aan de motor. Bij één dergelijke inrichting worden Ohmse-contactbekledingen gevormd op de binnenwanden van de weerstands-lichaamsdoorgangen en gekozen groepen van contactbekledingen worden onderling verbonden, zodat elektrische stroom kan worden gericht door de dunne platen van weerstandsmateriaal tussen contacten van 15 tegengestelde polariteit in aangrenzende lichaamsdoorgangen, waardoor een grote hoeveelheid warmte wordt opgewekt voor het efficient overdragen aan een fluïdum gevoerd door de doorgangen. Bij een speciaal voordelige constructie van die soort wordt onderlinge verbinding van gewenste groepen van Ohmse-contactbekledingen verge-20 makkelijkt door het gieten van dunne oppervlakken van weerstandsmateriaal rond afwisselende doorgangen aan een einde van het weerstands lichaam. Dergelijke oppervlakken worden gegoten rond de einden van de andere doorgangen aan het tegengestelde einde van de weerstand. Bekledingen van elektrisch geleidende onderling verbindende 25 materialen worden dan aangebracht aan de einden van de weerstand, zodat alle Ohmse-contacten met elkaar worden verbonden aan elk einde van het lichaam. De lichaamseinden worden dan afgeslepen voor het op geschikte wijze verwijderen van het onderling verbindende bekle-dingsmateriaal vanaf de toppen van de oppervlakken, waardoor twee 30 groepen Ohmse-contacten overblijven, onderling verbonden door het 800 24 25 2 geleidende materiaal, dat achterblijft op de einden van het Ί jrhagrn rond de zijden van de oppervlakken of tussen de oppervlakken.

Evenwel zijn vaak zulke weerstandsverhittingsinrich-tingen moeilijk en kostbaar te vervaardigen. Bijvoorbeeld hebben 5 bij de laatstgenoemde constructie de oppervlakken de neiging af te bladderen gedurende het hanteren hetzij voor het aanbrengen van het onderlinge verbindingsbekledingsmateriaal of gedurende de afslijp-stappen of dergelijke met het resultaat, dat sommige van de inrichtingen defect blijken te zijn. Het aanbrengen van de oppervlakken 10 tracht ook het gieten van het weerstandslichaam te compliceren. Buitendien vereist het aanbrengen van de oppervlakken het gebruik van relatief dikkere doorgangswanden dan anders nodig zou zijn, hetgeen resulteert in hogere weerstand in de platen van weerstandsmateriaal wanneer de weerstandsverhitter aanvankelijk wordt bekrachtigd. Zo-15 als duidelijk zal zijn, vereist het gebruik van dikkere wanden ook het gebruik van een groter volume van weerstandsmateriaal dan anders nodig zou zijn voor het verkrijgen van een gekozen verhittingsver-mogen.

Het is een doel van de uitvinding te voorzien in 20 een betere weerstand met een aantal doorgangen, in zulk een weerstand geschikt voor gebruik als een fluidumverhitter, welke is gevormd uit een lichaam met een aantal doorgangen, van keramisch weerstandsmateriaal met positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand met Ohmse-contactbekledingen, gevormd op de binnenwanden van 25 de lichaamsdoorgangen en met verbeterde organen voor het elektrisch onderling verbinden van gekozen groepen van de contacten met verbeterd gemak en betrouwbaarheid, om zulke weerstandsverhittingsinrich-tingen te leveren, welke relatief minder volume van weerstandsmateriaal nodig hebben en welke een relatief lagere weerstand ver-30 tonen bij aanvankelijk bekrachtigen, het vormen van zulke inrichtingen, welke een compacte en stevige constructie hebben en zulke inrichtingen te vormen, welke relatief goedkoop te vervaardigen zijn.

In het kort omvat de weerstand met een aantal doorgangen, volgens de uitvinding, een lichaam van keramisch materiaal 35 of dergelijke met positieve temperatuurcoefficient van specifieke 800 2 4 25 *\ * 3 weerstand (PTC) met een groot aantal doorgangen, welke zich uitstrekken door het lichaam zij aan zij evenwijdig aan elkaar tussen tegengestelde einden van het lichaam. De doorgangensbanden bepalen zeer dunne platen van weerstandsmateriaal tussen naburige doorgangen in 5 het lichaam en de wanden van de doorgangen zijn van uniforme dikte van einde tot einde, zich uitstrekkend loodrecht op de algemeen platte einden van het weerstandslichaam. Gleuven of sleuven worden gevormd in de einden van het lichaam, zich uitstrekkend over een korte afstand in sommige van de doorgangswanden, zodat de respectieve 10 gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van doorgangen.

Elektrisch geleidende metalen bekledingsmaterialen worden gehecht aan de binnenwanden van de lichaamsdoorgangen in Ohms-contact met het materiaal van het weerstandslichaam op geschikte wijze. Elektrisch geleidende onderlinge verbindingsorganen worden 15 dan opgenomen in de gleuven aan de einden van het lichaam voor het elektrisch onderling verbinden van gekozen groepen van Ohmse-contact-bekledingen. Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding is het weerstandslichaam gevormd uit een keramisch weerstandsmateriaal op basis van bariumtitanaat, of dergelijke. De gleuven, gevormd in de 20 einden van het lichaam, zijn zo aangebracht, dat de gleuven, gevormd in een einde van het lichaam, zich uitstrekken tussen paren van afwisselende lichaamsdoorgangen en de gleuven, gevormd in het tegengestelde einde van het lichaam, zich uitstrekken tussen paren van de andere lichaamsdoorgangen. Elektrisch geleidende onderling verbindende 25 bekledingsmaterialen worden dan aangebracht aan de einden van het lichaam, zodat het geleidende materiaal is aangebracht in elk van de lichaamsgleuven. De algemeen platte einden van het weerstandslichaam worden dan afgeslepen voor het verwijderen van het onderling verbindende bekledingsmateriaal, dat kan zijn aangebracht op de lichaams-30 einden buiten de aangegeven gleuven. Op deze wijze worden de Ohmse-contacten in de afwisselende lichaamsdoorgangen met elkaar slechts verbonden aan een einde van de inrichting en de Ohmse-contacten in de andere lichaamsdoorgangen slechts onderling verbonden bij het tegengestelde einde van de weerstand. Wanneer aldus de onderlinge verbin-35 dingsorganen van de weerstand in serie zijn verbonden in een elektrische 800 2 4 25 4 chakeling, wordt stroom gevoerd door de dunne platen van weerstands-materiaal, gelegen tussen Ohmse-contacten van tegengestelde polariteit in naburige lichaamsdoorgangen, waardoor warmte wordt opgewekt voor snelle efficiënte overdracht aan gas of ander fluïdum, 5 gevoerd door de weerstandslichaamsdoorgangen. De doorgangswanden zijn uitgevoerd om zeer dun te zijn, zodat de aanvangsweerstand in de platen van weerstandsmateriaal zeer laag is voor het vergroten van verhittingseeficientie van de inrichting en om het volume van weerstandsmateriaal, vereist in de inrichting, tot een minimum te beper-10 ken. Het weerstandslichaam wordt gemakkelijk en economisch-gevormd met de gewenste gleuven en elektrisch geleidende verbindingsorganen worden gemakkelijk en betrouwbaar aangebracht in de gleuven voor het onderling verbinden van gewenste groepen van doorgangsbekledings-contacten. De weerstand is ook van een stevige constructie en af-15 bladderen van het lichaam zoals onderlinge verbinding zou beschadigen voor de gewenste groepen van contacten of op andere manier de inrichting defect zou maken, zal minder waarschijnlijk optreden.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.

20 Figuur 1 toont in perspectief de weerstandsinrich- ting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een gedeeltelijke doorsnede op vergrote schaal volgens de lijn 2-2 van figuur 1.

Figuur 3 toont een gedeeltelijke doorsnede op ver-25 grote schaal volgens de lijn 3-3 van figuur 1.

Figuur 4 toont een blokschema voor toelichting van de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuren 5 en 6 zijn gedeeltelijke doorsneden overeenkomend met die van figuur 3 voor het schematisch toelichten van 30 stappen van de werkwijze volgens figuur 4.

De weerstandsinrichting 10 in figuren 1 tot 3 volgens de uitvinding, is bijzonder geschikt voor gebruik als een fluidumverhitter. Zoals getekend, omvat de inrichting een lichaam 12 van keramisch materiaal of dergelijke met positieve temperatuurcoe-35 fficient van specifieke weerstand. Bij voorkeur bestaat het lichaam 800 24 25 * ♦ 5 uit een keramisch materiaal, zoals met lanthanen gedoteerd barium-titanaat of dergelijke en bij voorkeur is het materiaal uitgevoerd voor het vertonen van een scherpe anomale toename in specifieke weerstand wanneer het lichaam wordt verhit tot een speciale tempera-5 tuur. Het lichaam heeft een aantal doorgangen 14, zich uitstrekkend in een patroon tussen tegengestelde einden 16 en 18 van het lichaam. Typerend heeft het lichaam bijvoorbeeld een groot aantal doorgangen zoals negen en veertig (49) of vier en zestig (64) en elke doorgang heeft een algemeen vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede of der-10 gelijke zoals getekend, zodat de doorgangswanden 20 dunne platen van weerstandsmateriaal vormen tussen naburige doorgangen in het lichaam zoals aangegeven in figuren 1 tot 3.

Volgens de uitvinding zijn de doorgangswanden 20 van praktisch uniforme dikte van einde tot einde en strekken zich lood-15 recht uit op de algemeen platte eindvlakken 16 en 18 van het weer-standslichaam. Dit betekent, dat de dikte van elk van de wanden 20 praktisch dezelfde is bij elk van de eindvlakken 16 en 18 als deze is in het centrale deel van het weerstandslichaam, zodat de wanden aanzienlijke sterkte vertonen bij de eindvlakken en zodat de eindvlak-20 ken.van het lichaam vrij zijn van afbladderende delen, welke zich buitenwaarts uitstrekken vanaf de eindvlakken. Bij deze uitvoering zijn de platen van weerstandsmateriaal, gevormd door de doorgangswanden, even functioneel bij de eindvlakken van het weerstands-lichaam als zij zijn dichter bij het midden van de weerstandsinrich-25 ting zoals hierna volledig zal worden besproken. De wanden 20 zijn ook uitgevoerd om relatief dun te zijn, zodat de elektrische weerstand van elk van de dunne platen van weerstandsmateriaal tussen de lichaamsdoorgangen zeer laag is bij kamertemperatuur. Typerend is bij- 2 voorbeeld het weerstandslichaam 12 ongeveer 9,35 cm , is ongeveer 30 6,35 mm lang van einde tot einde en heeft negen en veertig (49) 2 doorgangen 14, welke elk ongeveer 1,19 cm zijn, zodat de wanden 20 tussen naburige doorgangen ongeveer 0,51 mm dik zijn. Bij voorkeur zijn de doorgangswanden 20a van de doorgangen gelegen bij de buitenzijden of omtrek van het weerstandslichaam 17 relatief dikker dan de 35 platen 20 van materiaal tussen naburige doorgangen in het lichaam zo- 800 2 4 25 <« 6 als aangegeven in figuur 1 voor het verbeteren van de schoksterkte of fysische sterkte van het weerstandslichaam voor een gegeven specifieke weerstand van het lichaam. Typerend is het lichtaam 12 gevormd uit met lathanum gedoteerd bariumtitanaatmateriaal met een 5 empirische formule Ba. n„Pb -.--.La. nnoTiO_. Zulk een weerstands- (J ^ l/bo UfU«jU U ^ UUm j materiaal heeft een specifieke weerstand bij kamertemperatuur van o ongeveer 36 Ohm-cm, een Curie-temperatuur van ongeveer 140 C en vertoont een scherpe anomale toename in specifieke weerstand tot on- 5 geveer 10 Ohm-cm indien verhit boven zijn anomale temperatuur tot 10 ongeveer 200°C.

Volgens de uitvinding hebben de eindvlakken 16 en 18 van het weerstandslichaam 12 sleuven of gleuven 22, welke zich uitstrekken over een korte afstand in de wanden 20 tussen sommige van de doorgangen 14 aan de einden van de doorgangen, zodat elke gleuf in 15 verbinding is met tenminste twee van de doorgangen en zodat gekozen groepen van doorgangen onderling zijn verbonden door zulke gleuven.

Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding bijvoorbeeld zijn alternatieve doorgangen 14a van de lichaamsdoorgangen met elkaar verbonden door een aantal gleuven 22, gelegen tussen paren van de door-20 gangen 14a bij een einde 16 van het weerstandslichaam 12 zoals getekend in figuur 1. De andere lichaamsdoorgangen 14b zijn overeenkomstig verbonden met elkaar door overeenkomende gleuven (niet getekend) welke zijn gelegen tussen paren van de andere doorgangen bij het tegengestelde einde 18 van het weerstandslichaam.

25 Volgens de uitvinding zijn de binnenwanden van de weerstandslichaamsdoorgangen 14 bedekt met een hechtende elektrisch geleidende bekleding 24, welke Ohms-contact maakt met het materiaal van het weerstandslichaam 12. De Ohmse-contactbekledingen 24 (aangegeven met arcering in figuren 1 tot 3, 5 en 6) zijn elektrisch met 30 elkaar verbonden in gekozen groepen door elektrisch geleidende onderling verbindende organen 26 (ook aangegeven door arcering) aangebracht in de gleuven 22 en eveneens aan de einden van de lichaamsdoorgangen. Bij voorkeur zijn bij voorkeur bijvoorbeeld de Ohmse contacten 24 in afwisselende doorgangen 14a van de lichaamsdoorgangen elektrisch 35 onderling verbonden door geleidende onderling verbindende organen 800 24 25 7 26 in de gleuven 22 bij een einde 16 van het weerstandslichaam zoals getekend in figuur 1. De Ohmse contacten 24 in de andere lichaamsdoorgangen 14b zijn elektrisch met elkaar verbonden door overeenkomende onderling verbindende organen in dergelijke gleuven 5 (niet getekend) geplaatst tussen paren van de andere doorgangen 14b aan het tegengestelde einde 18 van het weerstandslichaam zoals duidelijk zal zijn. Bij voorkeur omvatten de geleidende organen voor het onderling verbinden van de groepen van Ohmse contacten in de doorgangen 14a en in de doorgangen 14b elektrisch geleidend meta-10 len bekledingsmateriaal, dat is gehecht aan het materiaal van het weerstandslichaam 12 binnen de gleuven 22 en dergelijke. Zie hiertoe figuren 2 en 3. Typerend bijvoorbeeld is hetzelfde bekledingsmateriaal gebruikt voor het vormen van de Ohmse contacten 24, ook geschikt gebruikt voor het vormen van de onderling verbindende 15 organen 26 en dergelijke, maar die onderling verbindende organen behoeven niet te zijn gehecht in Ohms contact met het weerstands-lichaamsmateriaal zoals duidelijk zal zijn.

Bij een voorkeursuitvoering van de weerstandsinrich-ting 10 zijn elektrisch geleidende aansluitorganen 28 en 30 bij 20 voorkeur gevormd in elektrisch verbonden verband met de respectieve groepen van onderling verbonden contacten 24 in de lichaamsdoorgangen. Bij voorkeur wordt bijvoorbeeld een bekleding 28 van elektrisch geleidend metalen materiaal gehecht aan een zijde 32 van het weerstandslichaam 12 en één of meer gleuven 34 zijn aangebracht om zich 25 uit te strekken in wanden 20a van· tenminste één van de afwisselende lichaamsdoorgangen 14a zoals getekend in figuur 1. De gleuven 34 nemen elektrisch geleidende onderling verbindende organen 36 op, welke de aansluitbekleding 28 elektrisch verbinden met de groep van onderling verbonden contacten 24 in de afwisselende lichaamsdoorgangen 14a. 30 Een dergelijke bekleding 30 is ook gehecht aan de lichaamszijde 32, is gespatieerd in elektrisch isolerend verband met het aansluitorgaan 28 en is elektrisch verbonden door geleidende onderling verbindende oganen (niet getekend) in de gleuven 38 met de groep van onderling verbonden Ohmse contacten in de andere lichaamsdoorgangen 14b zoals 35 duidelijk zal zijn. Alternatief worden, indien gewenst, de aansluit- 800 2 4 25 8 organen 28 en 30 gevormd op respectieve tegengestelde zijden 32 en 33 van het weerstandslichaam voor het toelaten van gemakkelijker vormen van de aansluitorganen met minder risico dat de aansluitorga-nen per ongeluk met elkaar worden verbonden wanneer zij worden 5 gevormd. Bij deze inrichting van de weerstandsverhitter 10 zijn de aansluitorganen 28 en 30 ingericht om geschikt te worden verbonden in serie in een elektrische schakeling, waardoor een elektrische stroom kan worden gevoerd vanaf Ohmse contacten 24 van één polariteit in de afwisselende doorgangen 14a via de dunne platen 20 van het 10 weerstandslichaamsmateriaal naar Ohmse contacten 24 van tegengestelde polariteit gelegen in de andere naburige lichaamsdoorgangen 14b zoals hierna wordt besproken.

Volgens de werkwijze van de uitvinding wordt het lichaam 12 gevormd met de lichaamsdoorgangen 14 en de gleuven 22, 15 34 en 38 en dergelijke op een gebruikelijke wijze zoals schematisch aangegeven bij 40 in figuur 4. Bij voorkeur wordt bijvoorbeeld het lichaam gevormd volgens gebruikelijk gietproces zoals aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.790.654. Bij voorkeur worden ook de gleuven 22, 34 en 38 en dergelijke gevormd in het lichaam op een 20 gebruikelijke wijze gedurende zodanig gieten. Alternatief echter wordt het lichaam 12 gegoten met de doorgangen 14 daarin en de aangegeven gleuven worden dan gevormd in het lichaam door snijden of wegslijpen of dergelijke op een gebruikelijke wijze. Indien gewenst, wordt een lichaam met doorgangen 14 daarin gevormd, gegoten tot een 25 aanzienlijke lengte en dan gesneden tot kortere lengten voor het vormen van een aantal van de lichamen 12, zoals zal worden begrepen.

De aangegeven gleuven worden dan gesneden in de lichamen zoals boven beschreven. Wanneer het weerstandslichaam is gevormd met een even aantal doorgangen 14, worden de aangegeven gleuven bij voorkeur gevormd 30 in de tegengestelde einden van het lichaam zodanig dat de tegengestelde lichaamseinden spiegelbeelden van elkaar zijn voor het vergemakkelijken van fabrikage en opvolgende bewerking van de weerstandslicha-men. Volgens de uitvinding worden de Ohmse contactbekledingen 24 en de onderling verbindende bekledingen 26 en dergelijke, evenals de aan-35 sluitbekledingen 28 en 30 en de extra onderling verbindende bekledingen 800 2 4 25 9 36 en dergelijke aangebracht op het weerstandslichaam 12 op elke geschikte wijze binnen het kader van de uitvinding, zoals schematisch is aangegeven bij 42 in figuur 4. Dit betekent, dat de bekledings-materialen worden aangebracht door opsproeien, opbrengen met een 5 borstel, opbrengen door onderdompelen of elektroloze platering of dergelijke met of zonder het gébruik van tijdelijke maskering zoals kan zijn gewenst binnen het kader van de uitvinding. Bij een voorkeursuitvoering worden de bekledingsmaterialen op de geschiktste wijze aangebracht door opstuiven of dergelijke zoals schematisch is aan-10 gegeven bij 44 in figuur 5, zodat de materialen de doorgangswanden 20 bedekken en zijn aangébracht in de gleuven 22 en dergelijke en op de einden 16 en 18 van het lichaam. Bij voorkeur worden de bekledingsmaterialen, neergeslagen op de binnenwanden van de lichaams-doorgangen, onderworpen aan warmtebehandelingen op gebruikelijke 15 wijze voor het maken van verbeterd Ohms contact met het keramische materiaal van het weerstandslichaam. Zodanige bekledingsmaterialen zijn opzich bekend en beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.676.211 bijvoorbeeld en worden hier verder niet beschreven terwijl het duidelijk zal zijn, dat de bekledingen elektrisch geleidend zijn, 20 de bekledingen op de doorgangswanden in Ohms contact zijn met het lichaamsmateriaal, de aansluitbekledingen hechten aan het lichaam, en de onderling verbindende bekledingen zijn aangebracht in de lichaams-gleuven 22, 36 en 38 en dergelijke voor het elektrisch onderling verbinden van de gewenste groepen van de Ohmse contacten met elkaar en 25 met de aansluitklemmen.

Volgens de uitvinding worden de einden van het weerstandslichaam bij voorkeur behandeld op gebruikelijke wijze zoals schematisch aangegeven met 46 in figuur 4 voor het verwijderen van elke overmaat van de onderling verbindende bekledingsmaterialen van 30 de einden van het weerstandslichaam buiten de gleuven 22 en dergelijke. Bij voorkeur worden de onderling verbindende bekledingsmaterialen bijvoorbeeld vrij aangebracht over de einden van het weerstandslichaam, zodat het geleidende onderling verbindende bekledingsmateriaal op zekere wijze is aangebracht in alle van de aangegeven lichaamsgleuven 35 en zodanig, dat praktisch alle Ohmse contacten 24 zijn verbonden met 800 2 4 25 10 alle andere contacten aan elk einde van het lichaam. De einden 16 en 18 van het lichaam worden dan afgeslepen op een gebruikelijke wijze zoals schematisch aangegeven bij 48 in figuur 6 voor het verwijderen van het onderling verbindende bekledingsmateriaal van de lichaams-5 einden, terwijl het materiaal in de gleuven 22, 34 en 38 en dergelijke blijft voor het onderling verbinden van gewenste paren van Ohmse contactbekledingen 24 en voor het verbinden van zulke bekledingen met de aansluitorganen 28 en 30.

Bij die behandeling wordt het weerstandslichaam ge-10 makkelijk gevormd met de gewenste doorgangen en gleuven daarin. De gewenste bekledingsmaterialen worden gemakkelijk aangebracht en door het gebruik van een eenvoudige afslijpstap of dergelijke wordt elke overmaat aan onderling verbindend bekledingsmateriaal gemakkelijk en betrouwbaar verwijderd voor het achterlaten van de Ohmse contacten 15 in onderlinge verbinding in gewenste groepen. Aangezien de einden van het weerstandslichaam vrij zijn van opstaande oppervlakken of dergelijke, wordt het weerstandslichaam gemakkelijk en betrouwbaar gevormd. Het is ook vrij van bladderende delen, zodat het lichaam gemakkelijk wordt gehanteerd gedurende verdere bewerking en gebruik 20 zonder buitensporige risico van bladderbeschadiging van de inrichting. De doorgangswanden zijn ingericht om zo dun te zijn als kan worden gewenst en geen anders ongewenste wanddikte hoeft te worden aangebracht voor het opnemen van oppervlakken of dergelijke aan het einde van de lichaamsdoorgangen. Dit betekent, dat de doorgangswan-25 den dezelfde dikte hebben over de gehele lengte van de doorgang tot-aan de einden 16 en 18 van het weerstandslichaam. De inrichting is daarom ingericht om te voorzien in zeer geringe aanvankelijke weerstand indien gewenst en vereist een beperkt volume van keramisch materiaal voor het verkrijgen van een gewenst warmte-uitgangsvermogen.

30 Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding hebben de doorgangen 14 bij voorkeur afgeronde hoeken zoals in figuur 1 en zijn de gleuven 22 en dergelijke geplaatst en met verhoudingen als getekend in figuur 1, zodat de gleuven een aanzienlijke hoeveelheid van de onderling verbindende bekledingsmaterialen opnemen, maar 35 zodanig dat de onderling verbindende bekledingsorganen in de gleuven 800 24 25 11 een spatie s hebben ten opzichte van naburige Ohmse contacten 24, welke vergelijkbaar is met de spatie s' van de contacten ten opzichte van elkaar. Bij voorkeur wordt ook een groot aantal gleuven 22, 34 en 38 en dergelijke aangebracht zodanig, dat er een overmaat 5 is aan onderlinge verbindingen tussen gewenste groepen van contacten zoals aangegeven bij 22a in figuur 1 en zodanig dat er overvloedige verbindingen zijn tussen de contacten en de aansluitorganen. Op deze wijze wordt verbeterde betrouwbaarheid van de gewenste onderlinge verbindingen tussen groepen van contacten verkregen, terwijl de 10 stroombelastingen vanaf de aansluitklemmen naar de afzonderlijke contacten 24 nooit het stroomvoerende vermogen van de onderling verbindende bekledingen overschrijden, en buitensporige verhitting of dergelijke van het keramische weerstandsmateriaal naburig aan de onderling verbindende gleuven wordt vermeden.

15 Ofschoon voorkeursuitvoeringen zijn beschreven, zijn wijzigingen en equivalenten van de beschreven uitvoeringen mogelijk binnen het kader van de uitvinding.

800 24 25

Claims (13)

1. Weerstandsinrichting, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een lichaam van weerstandsmateriaal met positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand met een aantal door- 5 gangen welke zich uitstrekken door het lichaam in gespatieerd zij aan zijverband met elkaar in een gekozen patroon waarbij dunne platen worden gevormd van het weerstandslichaamsmateriaal welke van praktisch uniforme dikte zijn tussen naburige doorgangen van einde tot einde van het weerstandslichaam waarbij het weerstandslichaam gleuven heeft 10 gelegen in die platen aan einden van de doorgangen zodat de respectieve gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van de doorgangen, elektrisch geleidende organen op de binnenwanden van de lichaams-doorgangen in Ohms-contact met het weerstandslichaamsmateriaal, en elektrisch geleidende onderling verbindende organen aangebracht 15 in de gleuven voor het elektrisch verbinden van gekozen groepen van Ohmse contactorganen met elkaar waardoor wanneer groepen van de contactorganen zijn verbonden in een schakeling, stroom wordt gevoerd door dunne platen van het weerstandslichaamsmateriaal tussen Ohmse contactorganen van tegengestelde polariteit in naburige lichaams-20 doorgangen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elektrisch geleidende aansluitorganen zijn aangebracht op zijdelen van het weerstandslichaam, met extra gleuven gelegen in die zijdelen van het lichaam zich uitstrekkend in tenminste sommige van 25 de doorgangen aan einden van de doorgangen en met extra elektrisch geleidende onderling verbindende organen aangebracht in de extra gleuven voor het elektrisch verbinden van de aansluitorganen met de respectieve groepen van Ohmse contactorganen.

3. Zelf-regelende weerstandsverhittingsinrichting, 30 met het kenmerk, dat een lichaam van keramisch weèrstandsmateriaal aanwezig is met positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand ingericht voor het leveren van een scherpe anomale toename in specifieke weerstand indien verhit tot een vooraf bepaalde temperatuur waarbij het lichaam is voorzien van een aantal doorgangen 35 welke zich uitstrekken door het lichaam tussen einden van het lichaam 800 24 25 S'. β in gespatieerd zij aan zijverband met elkaar in een gekozen patroon voor het bepalen van dunne platen van het weerstandslichaamsmateriaal welke van praktisch uniforme dikte zijn tussen naburige doorgangen van einde naar einde van het weerstandslichaam waarbij het 5 lichaam is voorzien van eerste gleuven gelegen aan een einde van het lichaam in deze platen van weerstandsmateriaal aan de einden van afwisselende lichaamsdoorgangen zodanig dat de respectieve eerste gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van afwisselende doorgangen, het lichaam tweede gleuven heeft gelegen aan het tegenge-10 stelde einde van het lichaam in de platen van weerstandsmateriaal aan de einden van de andere lichaamsdoorgangen zodat de respectieve tweede gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van de andere doorgangen, bekledingen van elektrisch geleidend materiaal op binnenwanden van de lichaamsdoorgangen in Ohms-contact met het weer-15 standslichaamsmateriaal, en elektrisch geleidend onderling verbindend bekledingsmateriaal hechtend aan het weerstandslichaamsmateriaal binnen de eerste gleuven voor het elektrisch verbinden van de Ohmse contactbekledingen in de afwisselende lichaamsdoorgangen met elkaar en binnen de tweede gleuven voor het verbinden van de Ohmse contact-20 verbindingen in de andere lichaamsdoorgangen elektrisch met elkaar, waardoor wanneer de onderling verbonden groepen van contactbekledingen worden verbonden in een schakeling, stroom wordt gevoerd door de dunne platen van weerstandslichaamsmateriaal tussen Ohmse contactbekledingen van tegengestelde polariteit in naburige doorgangen voor 25 het opwekken van warmte en om toe te laten dat de temperatuur van de inrichting een zelf-regeling heeft en wordt gestabiliseerd aangezien de specifieke weerstand van het weerstandslichaamsmateriaal toeneemt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, • dat elektrisch geleidend aansluitbekledingsmateriaal hecht aan de 30 zijdelen van het weerstandslichaam voor het vormen van een paar in-richtingsklemmen, met extra gleuven geplaatst in die zijdelen van het lichaam zich uitstrekkend in tenminste sommige van de afwisselende doorgangen en sommige van de andere doorgangen aan de einden van de doorgangen, en met extra elektrisch geleidende onderling verbin-35 dende bekledingsorganen hechtend aan het weerstandslichaamsmateriaal 800 2 4 25 binnen de extra gleuven voor het elektrisch verbinden van de groep van Ohmse contactbekledingen in de afwisselende doorgangen en de groep van Ohmse contactbekledingen in de andere doorgangen met de respectieve inrichtingsklemmen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de doorgangen geplaatst langs de buitenzijden van het weerstandslichaam, wanden hebben gelegen langs de buitenzijden van het lichaam welke relatief dikker zijn dan de dunne platen van weerstandslichaams-materiaal aangebracht tussen naburige doorgangen het lichaam ter 10 vergroting van de fysische sterkte van een inrichting met gekozen specifieke weerstandseigenschappen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aansluitbekledingsmateriaal is gehecht aan twee delen van dezelfde zijde van het weerstandslichaam voor het vormen van het paar 15 inrichtingsklemmen in gespatieerd elektrisch isolerend verband met elkaar op die zijde van het weerstandslichaam.

7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een aantal van de extra onderling verbindende organen elk van de groepen van Ohmse contactbekledingen elektrisch verbinden met de 20 respectieve inrichtingsklemmen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elektrisch geleidende onderling verbindende bekledingsmaterialen aanwezig zijn in tenminste sommige van de eerste en tweede gleuven voor het vormen van overtollige elektrische onderlinge verbinding 25 van sommige van de Ohmse contactbekledingen in de groepen van onderling verbonden contactbekledingen voor het verkrijgen van verbeterde inrichtingsbetrouwbaarheid.

9. Werkwijze voor het maken van een weerstandsinrich-ting, bestaande uit het vormen van een lichaam van weerstandsma- 30 teriaal met positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand met een aantal doorgangen zich uitstrekkend door het lichaam in gespatieerd zij aan zijverband met elkaar in een gekozen patroon voor het bepalen van dunne platen van het weerstandslichaamsmateriaal welke van praktisch uniforme dikte zijn tussen naburige doorgangen van 35 einde naar einde van het weerstandslichaam en met gleuven geplaatst 800 2 4 25 tf" ίϊ in de platen aan de einden van de doorgangen zodanig dat de respectieve gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van de doorgangen, het neerslaan van elektrisch geleidende organen op binnenwanden van de lichaamsdoorgangen in Ohms-contact met het weerstands-5 lichaamsmateriaal, en het aanbrengen van elektrisch geleidende onderling verbindende organen in die gleuven voor het elektrisch verbinden van gekozen groepen van Ohmse contactorganen met elkaar zodanig dat wanneer de groepen van contactorganen zijn verbonden in een schakeling, stroom wordt gevoerd door dunne platen van het weerstands-10 lichaamsmateriaal tussen Ohmse contactorganen van tegengestelde polariteit in naburige lichaamsdoorgangen.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de elektrisch geleidende onderling verbindende organen bestaan uit elektrisch geleidende onderling verbindende bekledingsmaterialen 15 welke worden neergeslagen op de einden van het weerstandslichaam om te worden opgenomen in de gleuven voor het elektrisch onderling verbinden van de Ohmse contactorganen, en waarbij einddelen van het weer-standslichaam worden afgeslepen voor het verwijderen van de onderlinge verbindende bekledingsmaterialen van de weerstandslichaamseind-20 delen buiten de gleuven voor het achterlaten van de Ohmse contact-bekledingen voor het onderling verbinden in de gekozen groepen.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het lichaam extra gleuven heeft gelegen in zijdelen daarvan zich uitstrekkend in tenminste sommige van de doorgangen aan de ein- 25 den van de doorgangen, terwijl elektrisch geleidende aansluitbekle-dingsorganen zijn aangebracht op de zijdelen van het lichaam voor het vormen van een paar weerstandsinrichtingsaansluitorganen, en extra elektrisch geleidende onderling verbindende organen zijn aangebracht in de extra gleuven voor het elektrisch verbinden van de aansluitorga-30 nen met de respectieve groepen van Ohmse contactorganen.

12. Werkwijze voor het maken van een zelf-regelende weerstandsverhittingsinrichting, met het kenmerk, dat een lichaam wordt gevormd van een keramisch weerstandsmateriaal met positieve temperatuurcoefficient van specifieke weerstand ingericht voor het 35 leveren van een scherpe anomale toename in specifieke weerstand in- 800 2 4 25 dien verhit tot een vooraf bepaalde temperatuur waarbij het lichaam is voorzien van een aantal doorgangen welke zich uitstrekken door het lichaam in gespatieerd zij aan zijverband met elkaar in een gekozen patroon voor het bepalen van dunne platen van het weer-5 standslichaamsmateriaal welke praktisch van uniforme dikte zijn tussen naburige doorgangen van einde naar einde van het weerstands-lichaam met eerste gleuven geplaatst aan het einde van het lichaam en zich uitstrekkend in de platen van weerstandsmateriaal aan de einden van afwisselende doorgangen van de lichaamsdoorgangen zodat 10 respectieve eerste gleuven in verbinding zijn met gekozen paren van de afwisselende doorgangen, voorzien van tweede gleuven geplaatst aan het tegengestelde einde van het lichaam en zich uitstrekkend in de platen van weerstandsmateriaal aan de einden van de andere doorgangen zodat respectieve tweede gleuven in verbinding zijn met ge-15 kozen paren van de andere doorgangen, en met extra gleuven geplaatst in zijdelen van het lichaam en zich uitstrekkend in gleuven van sommige van de lichaamsdoorgangen aan de einden van de doorgangen, het neerslaan van elektrisch geleidende organen op de binnenwanden van de lichaamsdoorgangen in Ohms-verband met het weerstandslichaams-20 materiaal, het neerslaan van elektrisch geleidende aansluitbekle-dingsmaterialen op die zijdelen van het lichaam voor het vormen van een paar inrichtingsaansluitingen, het neerslaan van elektrisch geleidend onderling verbindend bekledingsmateriaal op de einden van het weerstandslichaam voor opname in de eerste, tweede en extra 25 gleuven en gehecht aan het weerstandslichaamsmateriaal binnen de gleuven in elektrisch verband met de Ohmse contact- en aansluitbekledingen, en het afslijpen van de einden van het weerstandslichaam voor het verwijderen van de onderling verbindende bekledingsmaterialen van de lichaamseinden buiten de gleuven voor het achterlaten van de Ohmse 30 contactbekledingen in de afwisselende doorgangen onderling verbonden met elkaar en met een van de aansluitklemmen en voor het verlaten van de Ohmse contactbekledingen in de andere doorgangen onderling verbonden met elkaar en met de andere inrichtingsklem.

13. Inrichting en werkwijze in hoofdzaak zoals be-35 schreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 800 2 4 25