NL8002098A - Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen. - Google Patents

Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8002098A
NL8002098A NL8002098A NL8002098A NL8002098A NL 8002098 A NL8002098 A NL 8002098A NL 8002098 A NL8002098 A NL 8002098A NL 8002098 A NL8002098 A NL 8002098A NL 8002098 A NL8002098 A NL 8002098A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filter
filter press
press according
chamber
belts
Prior art date
Application number
NL8002098A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Baehr Albert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Baehr Albert filed Critical Baehr Albert
Priority to NL8002098A priority Critical patent/NL8002098A/nl
Publication of NL8002098A publication Critical patent/NL8002098A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B9/00Presses specially adapted for particular purposes
    • B30B9/02Presses specially adapted for particular purposes for squeezing-out liquid from liquid-containing material, e.g. juice from fruits, oil from oil-containing material
    • B30B9/24Presses specially adapted for particular purposes for squeezing-out liquid from liquid-containing material, e.g. juice from fruits, oil from oil-containing material using an endless pressing band
    • B30B9/246The material being conveyed around a drum between pressing bands
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D33/00Filters with filtering elements which move during the filtering operation
    • B01D33/04Filters with filtering elements which move during the filtering operation with filtering bands or the like supported on cylinders which are impervious for filtering
    • B01D33/042Filters with filtering elements which move during the filtering operation with filtering bands or the like supported on cylinders which are impervious for filtering whereby the filtration and squeezing-out take place between at least two filtering bands
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D33/00Filters with filtering elements which move during the filtering operation
    • B01D33/44Regenerating the filter material in the filter
    • B01D33/46Regenerating the filter material in the filter by scrapers, brushes nozzles or the like acting on the cake-side of the filtering element
    • B01D33/463Regenerating the filter material in the filter by scrapers, brushes nozzles or the like acting on the cake-side of the filtering element nozzles

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Filtration Of Liquid (AREA)

Description

* t
Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen, in het bijzonder slik, dat afkomstig is van bezinkinrichtingen voor afvalwater, waarbij het slik is opgesloten in aan alle zijden gesloten filterkamers, en inrichtingen zijn voorzien voor het opwekken van een op de te ontwateren stof inwerkende hoge druk. Het is bekend het bijvoorbeeld uit bezinkinrichtingen voor afvalwater afkomstig slik na toevoeging van organische of anorganische hulpmiddelen voor het filtreren, te ontvateren in een zogenoemde kamerfilterpers. IQ Bij dergelijke kamerfilterpersen wordt het slik in aan alle zijden gesloten filterkamers gepompt, die veelal zijn samengevoegd tot een groep van een aantal filterkamers, waarbij het te ontwateren medium met een hoge druk zodurig lang wordt nagepompt, dat het gewenste gehalte aan droge stof is bereikt, waarbij het aanwezige water door jij de uit filtermateriaal bestaande scheidingswanden van de afzonderlijke filterkamers, naar buiten wordt geleid. Het nadeel van deze bekende soort van filteren is, dat slechts met tussenpozen of periodiek kan worden gewerkt, zodat de doorvoer van dergelijke bekende kamerfilterpersen in vergelijking met de technische investering, 20 naar verhouding klein is. Bovendien neemt de werkingsgraad, waarmee de druk op de stof wordt overgedragen, in de transportrichting van kamer tot kamer af.
Het is reeds lang bekend een dergelijk slik op zogenoemde zeefbandpersen onafgebroken te ontwateren, welke persen zijn voorzien 800 2 0 98 % « v 2 van een horizontaal opgestelde zeefband of filterband, en van een daarboven opgestelde drukband.
Verder zijn zogenoemde trommelfilterpersen van verschillende constructies bekend, die met betrekking tot de doorvoer op 5 grond van het feit, dat hierin onafgebroken wordt gewerkt, weliswaar beter zijn dan de kamerfilterpersen, maar niet voldoende met betrekking tot het bereikbare gehalte droge stof.
Aan de uitvinding ligt derhalve de opgave ten grondslag een kamerfilterpers te verschaffen, waarbij enerzijds de werkings-10 wijze van deze soort pers met betrekking tot de gebruikte drukken en dienovereenkomstig hoog gehalte droge stof behouden blijft, en desondanks onafgebroken kan worden gewerkt, zodat de doorvoer wordt bereikt van trommelfilterpersen.
Deze opgave wordt bij een kamerfilterpers van de hier-15 voor beschreven soort opgelost, doordat de kamerfilterpers is uitgevoerd als een bandfilterpers met onafgebroken circulerende en onafgebroken laad- en losbare filterkamers, die aan de boven- en onderzijde door op circulerende draagbanden steunende filterbanden, aan de zijden door afdichtingen en in de looprichting aan de voor-20 en achterkant door de te ontwateren stof zijn gesloten, waarbij de inrichtingen voor het samendrukken van de filterkamers, meecirculerend zijn uitgevoerd als een aantal hoge druk generatoren, welke generatoren gedurende althans een gedeelte van de omloop van de filterkamers op de daarin aanwezige stof een toenemende hoge druk 25 uitoefenen.
Door de uitvinding wordt in het bijzonder het voordeel bereikt, dat hierbij op de eerste plaats de voordelen van een kamerfilterpers worden verenigd met die van een bandfilterpers. De druk, die bij de onderhavige pers kan worden opgewekt, wordt alleen begrensd 30 door de mechanische grenzen van de gekozen constructie, die passend kunnen worden veranderd en met een orde van grootte kunnen worden vergroot zolang het economisch zinvol is om door verhoging van de druk meer water uit te persen. Op praktische gronden is gebleken, dat een economische grens bij ongeveer 5 MPa ligt.
35 Een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm 800 2 0 98 * i 3 wordt gevormd, doordat de kamerdoorsnede tij een voortschrijdende ontwatering, steeds verder geleidelijk kan worden verkleind.
Meer in het bijzonder wordt de uitvinding voordelig gekenmerkt, doordat elke kamer afzonderlijk direkt met druk kan 5 worden belast.
Een voordelige verdere uitvoering kan de uitvinding krijgen, doordat de draagbanden zijn uitgevoerd als over rollen lopende kunststofbanden, die in het de filterbanden dragende oppervlak zijn voorzien van aan de bovenkant open kanalen.
10 Hierbij verdient het de voorkeur, dat de kanalen onder een hoek ten opzichte van de hoofdas van de draagbanden zijn aangebracht, en dat de druktrajecten een verval hebben.
Verder verdient het de voorkeur de, de draagbanden dragende rollen te voorzien van lei-inrichtingen voor de draagbanden.
15 Als gevolg van de grote zijdelingse stijfheid van de draag banden is het hierbij mogelijk de lei-inrichting eenvoudig uit te voeren als flenzen of dergelijke aan de rollen. Door deze constructie wordt het bijzonder voordeel bereikt, dat geen onderlinge beweging meer aanwezig is tussen filterbanden en willekeurige dragende 2o of leidende rollen, zodat zelfs aggresieve stoffen zonder meer kunnen worden ontwaterd.
Verder verdient het de voorkeur de loopbaan van de folterkamers te verdelen in een aantal gedeelten, waarbij verschillende drukken op de te ontwateren stof tussen de filterbanden worden ge-25 bracht.
De gedeelten bestaan bij voorkeur uit althans een met de zwaartekracht werkzame voorontwateringstrap en althans een hoge druk trap. Volgens een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding is verder althans een matige druktrap tussengeplaatst.
30 Een voordelige uitvoeringsvorm kan volgens de uitvinding worden verschaft, doordat de meelopende hoge druk generatoren van de hoge druk trap zijn uitgevoerd als een aantal aan weerszijden aan een draaibaar aangedreven trommel met een betrekkelijk grote diameter gelegerde hydraulische cilinders, doordat de draagbanden 35 met de filterbanden om de trommel lopen, en doordat de hydraulische 800 2 0 98 * * k cilinders paarsgewijs kunnen worden gekoppeld met en ontkoppeld van radiaal "buiten de buitenste draagband aangebrachte, de breedte van de draagbanden overspannende, meelopende dragers.
Deze uitvoeringsvorm kan bij voorkeur zodanig zijn uitge-5 voerd, dat de gehele hydraulische uitrusting met de naar het aantal hydraulische cilinders leidende leidingen, de kleppen en de besturingen, is aangebracht in het inwendige van de trommel, waarbij de energietoevoer aan de hydraulische pomp plaatsvindt via sleepringen of dergelijke. Bij een voordelige uitvoeringsvorm 10 hebben de hydraulische cilinders in de koppelingsstand een veervoor-spanning, waarbij voor het ontkoppelen aan weerszijden van de trommel vaste leibanen of nokken zijn voorzien, die de cilinder zijdelings doen uitwijken.
Het verdient de voorkeur de rond de trommel leidende 15 druktrajecten te verdelen in een aantal gedeelten.
Hiervoor is het bijzonder doelmatig de hydraulische besturing zodanig uit te voeren, dat de hydraulische cilinders over het ont- of koppelingstrajectgedeelte van de loop zijn ontspannen, en de opgebrachte druk in de druktrajecten in de lopprichting 20 toeneemt.
Omdat door de in de aanhef geschetste constructie van de draagbanden, tussen de filterbanden geen onderlinge bewegingen meer plaatsvinden, kan de zijdelingse afdichting van de filterkamers bij voorkeur worden gevormd door aan de filterbanden bevestigde af-25 dichtstroken, die veerkrachti vervormbaar zijn. "Enerzijds wordt hierdoor een werkzame afdichting verschaft van de filterkamers, en anderzijds wordt rekening gehouden met het feit, dat de afdichting meegevend moet zijn uitgevoerd om de drukken te kunnen overdragen op de te ontwateren stof.
30 De afdichtstroken zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat zij bij tegenover elkaar liggende filterbanden in elkaar grijpen.
Een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm heeft verder het kenmerk, dat de voorontwateringsinrichting wordt 35 gevormd door een kamer met een inlaat voor de te ontwateren stof, 800 2 0 98 « < 5 vanwelke kamer de bodem wordt gevormd door een eerste ontwaterings-traject van de op de eerste draagbalk liggende filterband.
Deze uitvoeringsvorm kan met voordeel verder worden ontwikkeld, doordat de draagband met de daarop liggende filterband vanaf 5 het de inlaat voor de te ontwateren stof bezittende einde rondloopt, en in tegengestelde richting een verval heeft.
De kamer bezit verder bij voorkeur aanvullende folterkamers, die geheel of gedeeltelijk in de te ontwateren stof gedompeld zijn aangebracht, en die buiten de kamer uitlaten hebben.
10 De filterlichamen zijn bij voorkeur uitgevoerd als uit filtermateriaal bestaande trommels, die bij een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm een draaiaandrijving hebben. In de kamer is verder nog een voorkamer aangebracht voor het terugleiden van het filtraat, welke voorkamer eveneens bij voorkeur is uitgerust met een 15 dergelijk filterlichaam.
Bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm hebben alle ontwateringstrajeeten een gelijk gerichte stijging of verval.
Bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm zijn de met de hydraulische cilinders koppelbare dragers aan de zijdelingse 2o einden daarvan onderling draaibaar verbonden en uitgevoerd als pant-serband, waarvan het ene part evenwijdig loopt aan het rond de trommel zich uitstrekkende druktraject.
• Een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm wordt hierbij gevormd, doordat de dragers zijn uitgevoerd als T-dra-25 gers, waarbij de draaibare verbinding is voorzien aan de in het druktraject van de trommel tegenover liggende dwarsbenen. Hierdoor wordt het bijzonder voordeel bereikt, dat op de benodigde omkeerplaat-sen van de pantserband kleinere stralen mogelijk zijn, en bovendien tussen de afzonderlijke dragers geen veranderende tussenruimten be-30 staan, althans niet aan de drukzijde daarvan.
Bij een gewijzigde uitvoeringsvorm zijn de met de hydraulische cilinders koppelbare dragers onafhankelijk van elkaar uitgevoerd en meeneembaar door het koppelen met een bijbehorende hydraulische cilinder aan de twee einden in het rond de trommel zich uit-35 strekkende druktraject.
8002098 9 * 6
Bij deze uitvoeringsvorm verdient het in het bijzonder de voorkeur op de koppelings- of ontkoppelingsplaats van de dragers een aandrijving te voorzien, die de dragers uit het gebied, waarin de filterbanden met de draagbanden op de trommel lopen, zijdelings naar 5 buiten beweegt en de dragers voor het koppelen weer op de trommel beweegt.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt een voordelige verdere uitvoering.gevormd, doordat de trommel breder is uitgevoerd dan de filterbanden en draagbanden, en doordat de vrijblijvende strook van 10 de trommelmantel is voorzien van geleidingen voor de dragers.
De geleidingen zijn met voordeel zodanig uitgevoerd, dat zij de dragers zijdelings verschuifbaar op de trommel houden. Bij deze uitvoeringsvorm vormen de dragers van het hoge druk traject zodoende als het ware een bestanddeel van de trommel.
15 Een wijziging van de koppelingsmogelijkheden wordt gevormd, doordat de hydraulische cilinders beperkt draaibaar zijn gelegerd in de draairichting van de trommel, en doordat de koppelingen met de dragers worden gevormd door aan de dragers bevestigde, haakvormige aanzetstukken, die bij het lopen in het raakvlak aan de trommel 20 kunnen worden gekoppeld met de zuigerstangen van de hydraulische cilinder, en bij het uit het raakvlak lopen kunnen worden ontkoppeld.
Bij een doeltreffende verdere uitvoering zijn de T-dragers aan weerszijden gelegerd aan rollenkettingen, waarbij de verhouding van de steek van de T-dragers tot de kettingsteek 1:3 bedraagt.
25 Hierdoor wordt het voordeel bereikt, dat de met de volumeverandering van de te ontwateren stof veranderende straal bij het rondlopen van de door de T-dragers gevormde pantserband wordt vereffend door éen in de rollenkettingen zich instellend slap hangend deel.
Een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm kan 30 nog worden verschaft, doordat het lege part van de pantserband geheel of gedeeltelijk is uitgevoerd als meelopende steunvlakken van een matige druktrap.
M eer in het bijzonder kan dit geschieden, doordat de matige druktrap wordt gevormd door in de richting van de pantserband 35 voorgespannen drukrollen, waarbij twee draagbanden met filterbanden 8002098 * *· τ meelopen tussen de drukrollen en de pantserband.
Een bijzondere uitvoeringsvorm kan worden verschaft, doordat de voorontvateringstrap is uitgevoerd als gesloten en afgedichte kamer, waarvan de wanden in hoofdzaak worden gevormd door rondlopende 5 draagbanden en filterbanden, en doordat door de sliktransportpomp in de kamer een druk kan worden opgewekt. Hierdoor wordt een bijzonder hoge werkingsgraad bereikt van het voorontwateren, hetgeen mogelijk ertoe leidt, dat vanuit het voorontwateren direkt kan worden overgegaan in de hoge druktrap of dat slechts een naar verhou-10 ding korte matige druktrap nodig is om het slik de voor het met hoge druk persen vereiste consistentie te geven.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een doorsnede toont van een eerste 15 uitvoeringsvorm, fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1, fig. 3 een doorsnede toont van een tweede uitvoeringsvorm, fig. U een doorsnede toont van een verdere uitvoeringsvorm, fig. 5 een doorsnede toont van een vierde uitvoeringsvorm, 20 fig. 6 een doorsnede toont van een vijfde uitvoeringsvorm, fig. 7 een doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig.6, fig. 8 een doorsnede toont van een in het bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm, fig. 9 een doorsnede toont van een zesde uitvoeringsvorm, 25 die bestaat uit de hoge druk trap met een kort deel met matige druk volgens de voorgaande uitvoeringsvormen, en dient voor het opnemen van voorontwaterd slik, fig. 10 een aan fig. 9 gelijke doorsnede is met een voorgeplaatste voorontwateringsinrichting, 30 fig. 11 een doorsnede toont van een zevende uitvoeringsvorm, fig. 12 een aan fig. 11 gelijke doorsnede is met een gewijzigde voorontwateringstrap, fig. 13 een aan fig. 11 gelijke doorsnede is met een tweede uitvoeringsvorm van de gewijzigde voorontwateringstrap, 35 fig. 11* een doorsnede toont van een verdere uitvoeringsvorm, 800 2 0 98 ♦ - 8 fig. 15 een detail toont van de kamerfilterpers in het snijvlak volgens fig. 2 of 7» fig. 16 een zijaanzicht is van het detail volgens fig. 15» fig. 17 een gedeelte toont van een leihaan voor de in de 5 fig. 15 en 16 weergegeven uitwijkheweging, fig. 18 een aan fig. 15 gelijk aanzicht is van een andere uitvoering van het drukgeneratorgedeelte, fig. 19 een aan fig. 16 gelijk zijaanzicht is van dit drukgeneratorgedeelte, 10 fig. 20 een doorsnede toont van een detail van de zijde lingse afdichting, de fig. 21-23 dwarsdoorsneden tonen van het bewegingsver-loop bij een gewijzigde uitvoeringsvorm, fig. 2k een bovenaanzicht is van het bewegingsverloop 15 volgens de fig. 21-23, fig. 25 een doorsnede toont van de filterbanden met de draagbanden, fig. 26 het verloop toont van de in de draagbanden aangebrachte kanalen, 20 fig. 27 schematisch de plaatsing toont van de kanalen ten opzichte van elkaar bij het boven elkaar liggen van de draagbanden, fig. 28 details toont van de zijdelingse afdichting bij twee druktoestanden, fig. 29 een aan fig. 28 gelijk aanzicht is van een gewij-25 zigde uitvoeringsvorm van de zijdelingse afdichting, en fig. 30 een detail toont van de uitvoeringsvorm volgens fig. 8.
De in fig. 1 schematische in doorsnede weergegeven eerste uitvoeringsvorm van de kamerfilterpers heeft bij voorkeur drie ont-30 wateringstrappen, die zich in beginsel onderscheiden door de op de te ontwateren stof uitgeoefende druk, te weten een voorontwaterings-trap 1 met een lage druk of werkende met de zwaartekracht, een ontwateringstrap 2 met een matige druk en een ontwateringstrap 3 met een hoge druk.
35 Door de gehele filterpers strekt zich een paar filterbanden 800 2 0 98 9
4 A
fc 1+,5 uit, welke "banden onafgebroken rondlopen en worden gedragen door draagbanden 6,7·'
Omdat de toegepaste constructie van het samenstel van fil-terbanden U,5 en draagbanden 6,7 een bijzonder kenmerk vormt van de 5 onderhavige uitvinding, moeten eerst aan de hand van de fig. 20 en 25-29 de kenmerken van dit samenstel nader worden toegelicht.
De bij de onderhavige kamerfilterpers gebruikte draagbanden 6,7 zijn uitgevoerd als rondlopende kunststof- of rubberen banden met een naar verhouding grote zijdelingse stijfheid, waarbij 10 de draagbanden aan de betrokken, naar de te ontwateren stof gekeerde bovenzijde daarvan, naar deze zijde open kanalen 8 en 9 hebben. De kanalen van elke draagband lopen onderling evenwijdig en zijn van elkaar gescheiden door passende materiaalstroken 10 en 11 (zie de fig. 25 en 26). Op deze materiaalstroken 10,11 liggen de filterban-1^ den l+,5» die samen met de draagbanden 6,7 rondlopen, zodat tussen de draagbanden en de filterbanden geen onderlinge beweging plaatsvindt.
Omdat bij de onderhavige pers thans voor de eerste maal de filterbanden niet onderhevig zijn aan bewegingen ten opzichte van willekeurige andere bewegende onderdelen, maar vast op de draagban-20 den liggend rondlopen, wordt de mogelijkheid verschaft om de filterbanden te voorzien van zijdelingse afdichtingen, zoals bijvoorbeeld weergegeven in de fig. 20-28, en 29, en in hun algemeenheid aangeduid door het verwijzingscijfer 12.
Bij de uitvoeringsvorm van de afdichting volgens fig. 20 25 gaat het om aan weerszijden van het samenstel filterbanden en draagbanden aangebrachte, vervormbare holle lichamen van rubber of dergelijke, die onafhankelijk van de filterbanden l+,5 zijn enwaarbij het bijvoorbeeld kan gaan om een slang. De afdichting 12 van dit uit-voeringsvoorbeeld kan derhalve de verandering volgen van de afstand 30 tussen de filterbanden bij toenemende druk en afnemend volume van de te ontwateren stof, die in zijn algemeenheid is aangeduid met het verwijzingscijfer 13, waarbij bijvoorbeeld uitgaande van een ronde dwarsdoorsnede, de in fig. 20 weergegeven ovale dwarsdoor-snedegedaante wordt aangenomen.
35 Bij de uitvoeringsvorm van de afdichting 12 volgens fig.28 800 2 0 98 \ 10 gaat het om in dwarsdoorsnede driehoekige rubberen lijsten 14,15, die aan de lengteranden van de filterbanden 4 en 5 zijn bevestigd door plakken of dergelijke. De plaatsing is hierbij zodanig getroffen, dat de rubberlijsten 14,15 in elkaar grijpen en gemeenschappe-5 lijk de afdichting 12 vormen. Zoals gezegd zijn de rubber lijsten 14,15 uitgevoerd met een doorlopende inwendige holle ruimte, zodat zij zich aangepast kunnen vervormen en de bij afnemend volume tussen de filterbanden 4 en 5, de rechts in fig. 28 weergegeven gedaante kunnen innemen en zodoende rekening kunnen houden met deze verande-10 ring van de hoogte.
Bij de in fig. 19 weergegeven uitvoeringsvorm van de zijdelingse afdichting 12 zijn weer rubberlijsten 16,17 toegepast met een gewijzigde dwarsdoorsnedevorm, die echter met betrekking tot de werking daarvan overeenkomstig de uitvoeringsvorm volgens 15 fig. 28 werkzaam zijn, zodat voor het vermijden van herhalingen wordt verwezen naar de voorgaande verduidelijking.
Uit de fig. 28 en 29 is nog een bijzonderheid te zien van de onderhavige uitvinding, welke bijzonderheid wordt gevormd, doordat op grond van het feit, dat de draagbanden 6,7 zijn uitge-20 voerd met een naar verhouding grote zijdelingse stijfheid, het voor het rechtlopen van het samenstel draagbanden 6,7 en filterbanden 4,5 door de gehele pers heen voldoende is om de rollen, waarvan in de fig. 28 en29 en rollenpaar 18,19 is weergegeven, aan weerszijden te voorzien van flenzen 20,21, die het scheef lopen van het 25 samenstel draagbanden en filterbanden op de eenvoudigste en absoluut zekere wijze voorkomen. Bij de flenzen 20,21 kan het bijvoorbeeld gaan om rubberkralen of rubberschijven.
Zoals is weergegeven in fig. 26, zijn de in de draagbanden 6 en 7 voorziene kanalen 8,9 schuin lopend gericht ten opzichte van 30 de looprichting van de banden, waarbij in beide gevallen een hoek van 45° ten opzichte van de looprichting de voorkeur verdient, opdat over alle ontwateringstrajecten een regelmatige waterafvoer is verzekerd.
Fig. 27 toont het onderlinge verband van de draagbanden ^ 6 en 7 in alle gevallen, waarin deze een druktraject onder het 800 2 0 98 11 tegenover elkaar liggen doorlopen (in de in fig. 25 weergegeven stand). Zoals weergegeven is hierbij de uitvoering zodanig getroffen, dat de kanalen 8,9 bij de voorkeursuitvoeringsvorm elkaar onder een hoek van 90° snijden, waardoor tevens wordt verzekerd, 5 dat voor de op de filterbanden 4 en 5 werkende druk, een voldoende aantal steunvlakken 22 aanwezig is, welke vlakken in fig. 27 zwart zijn aangegeven. Hierdoor wordt verzekerd, dat door de op de te ontwateren stof 13 uitgeoefende druk, de filterbanden b en 5 in het bijzonder voor wat betreft het hoge druk traject, niet in de kanalen 10 8 en 9 worden gedrukt.
Zoals hierna wordt verduidelijkt, hebben alle druktrajec-ten een bij voorkeur gemeenschappelijk verval, zodat het uit de te ontwateren stof 13 door de filterbanden 4,5 in de kanalen 8,9 gedrukte of gekomen water (zie de pijlen 23,24 in fig. 25), gemakke-15 lijk zijdelings kan wegvloeien. Het in de bovenliggende kanalen 8 (fig. 25) gedrukte water kan als gevolg van de aanwezige druk niet terugkomen in de te ontwateren stof 13, maar vloeit eveneens in elk kanaal 8 aan de bovenzijde van de filterband 4 op grond van de helling van het druk- en ontwateringstraject, zijdelings weg.
20 Thans wordt weer verwezen naar fig. 1.
Zoals gezegd heeft de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm als voorontwateringstrao een de te ontwateren stof 13 bevattende slikkamer 25, waarvan de bodem tevens wordt gevormd door de met de filterband 4 meelopende draagband 6. De te ontwateren stof 25 wordt bij 26 gevoed in de slikkamer 25 en hierin eerst in een eerste gedeelte, dat wordt begrensd door de onderbroken lijn 27, onder zwaartekrachtswerking ontwaterd, waarbij het door de filter-badd 4 bij de bodem van de slikkamer 25 naar buiten tredende water zijdelings wordt af gevoerd door de kanalen 8. In het eerste ge-30 deelte van de slikkamer 25 zijn aanvullende ontwateringslichamen 28 voorzien, waarbij het gaat om uit filtermateriaal bestaande holle lichamen, die aan de hand van fig. 2 hierna verder worden verduidelijkt.
Op het eerste gedeelte van de slikkamer 25 sluit een 35 tweede gedeelte aan (in fig. 1 links van de onderbroken lijn 27), 800 2 0 98 12 waarin het voorontwaterde slik tussen de met de draagband 7 meelopende filterband en een daarboven aangebrachte meenemerband 29, die door steunrollen 30 enigszins drukuitoefenend is uitgevoerd, verder wordt getransporteerd. Omdat de gehele bodem van de slikkamer 5 27 wordt gevormd door de draagband 7 met de filterband 5, en in de rondlooprichting naar boven hellend is uitgevoerd, wordt over het gehele traject het naar buitenkomende water zijdelings afgevoerd door de kanalen. De meenemerband 29 heeft daaraan bevestigde mee-nemers 31 van rubber en dergelijke, die kunnen vervormen en die er 10 voor dienen om het tegen de helling optransporteren van de te ontwateren stof 13 op deze plaats te ondersteunen.
Bij 32 wordt het dan gedeeltelijk ontwaterde slik overgedragen in de matige druktrap 2, waarin de filterbanden ^ en 5 met de bijbehorende draagbanden 6 en 7 tegenover elkaar liggen en 15 een wigvormige ruimte vormen. Het in fig. 1 onderliggende samenstel van draagband 6 en filterband U is aangebracht op steunrollen 33, waarbij het bovenlopende samenstel van draagband 7 en filterband 5 is voorgespannen in de richting van de onderliggende filterband door onder veerspanning staande rollengroepen 3^. De rollengroepen 2o 3^ kunnen ook zijn uitgevoerd als V-snaargroepen, en dienen voor het uitoefenen van een matige druk op de in de matige druktrap zich bevindende stof voor het verder voeren van de ontwatering.
. Zoals in fig. 1 is te zien, is de matige druktrap eveneens voorzien van een verval, dat dezelfde richting heeft als het verval 25 van de voorontwatering 1 met zwaartekracht, zodat het door de filterbanden en 5 naar buiten geperste water weer met zekerheid zijdelings wordt afgevoerd door de kanalen 8 en 9·
Op de matige druktrap 2 sluit de, voor de eigenlijke, onafgebroken werkzame kamerfilterpers dienende hoge druk trap 3 30 aan.
De hoge druk trap begint direkt achter de laatste drukrol-lengroep 3^ aan het einde van de wigvormige intrekruimte, waarbij de matige druktrap 2 het eigenlijke kamerfilterpersgedeelte vormt van de weergegeven ontwateringsinrichting.
35 Op deze plaats lopen de twee filterbanden 5 en b met de 800 2 0 98 13 "bijbehorende draagbanden 6 en 7 op een trommel 35 met een gladde uitwendige trommelmantel en een naar verhouding grote diameter. Gelijktijdig loopt in dezelfde draairichting op het de hier aan de buitenzijde liggende draagband 7» een rondlopende pantserband 36, 5 die bestaat uit draaibaar met elkaar verbonden T-dragers 37» die de totale breedte overspannen van de trommel of de draagband.
Op de plaats, waar de pantserband 36 eveneens buiten op de buitenste draagband 7 loopt, zijn de T-dragers 37 koppelbaar met hoge druk generatoren aan beide zijkanten van de trommel, welke ^ generatoren hierna nader worden beschreven en zodanig worden bestuurd, dat zij de T-dragers 37 in de richting van het middelpunt van de trommel trekken, waarbij de hierdoor uitgeoefende druk in gedeelte of ononderbroken door een passende besturing van de hoge druk generator wordt vergroot tot aan het punt 38, waarop de pantser-15 band 36 van de trommel 35 wegloopt terug in de richting van het lege part 39 daarvan. De pantserband 35 is eveneens onafgebroken rond de twee assen 1+0 en 1+1 rondlopend uitgevoerd, waarbij de aandrijving van alle, door de filterbanden l+,5 met de draagbanden 6,7 doorlopen — trajecten kan plaatsvinden door het aandrijven van een van de twee 20 assen 1+0 en l+d of door het aandrijven van de trommel 35· Ka het punt 38 lopen de het slik daartussen onnemende filterbanden U en 5 met de draagbanden over een horizontaal traject 1+2 tot aan een af-werppunt 1+3, waar het ontwaterde slik door af strijkers 1+1+ en 1+5 wordt verwijderd van de filterbanden.
25 Van hier loopt de filterband 1+ door een waskamer 1+6 en vandaar terug naar het de matige druktrap 2 vormende gedeelte, waar de filterband bij een door een veer onder voorspanning geplaatste omkeerrol 37 weer wordt verenigd met de draagband 6.
De draagband 7 wordt direkt na het punt 38 rond eeneven-30 eens door een veer onder voorspanning geplaatste omkeerrol 1+8 teruggeleid, waarbij de band gemeenschappelijk met de filterband 5 het lege part 39 van de pantserketting 35 volgende, wordt teruggevoerd naar de voorontwateringstrap 1, nadat de filterband 5 het horizontale traject 1+2, de afwerpplaats 1+3 en een waskamer 1+9 heeft doorlopen.
35 De doorsnede volgens fig. 2 toont verdere details van de uitvoeringworm volgens fig. 1. Zoals is weergegeven zijn de filter- 800 2 0 98
Il» lichamen 28 in de slikkamer 25, die geheel of gedeeltelijk in de te ontwateren stof 13 zijn gedompeld, uitgevoerd als uit filter-materiaal bestaande trommels 50, die in de zijwanden 51,52 van de slikkamer draaibaar aangedreven zijn gelegerd in legers, waarbij 5 het door de filterkamer 28 uit de te ontwateren stof 13 opgenomen water zijdelings naar buiten wordt gevoerd bij 53.
In afwijking van de in fig. 1 weergegeven buitenste af-strijkers tegen de filterlichamen 28 is bij de voorstelling in fig.
2 een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij 10 binnen in de filterlichamen een of meer borstelelementen 5^ zijn aangebracht, die ten opzichte van de filterlichamen draaibaar kunnen zijn aangedreven of ten opzichte van de draaibaar aangedreven filterlichamen vast kunnen zijn uitgevoerd. Een combinatie van beide kenmerken is bij een tegengestelde draairichting eveneens mogelijk.
15 Door de borstellichamen worden aan het filtermateriaal van de filterlichamen 28 zich vastzettende slikdeeltjes voortdurend weer afgestoten, zodat de filterlichamen niet kunnen dichtslibben met slikdeeltjes, waarbij bovendien door de kleine aanstoot die de door de openingen in het filtermateriaal heengrijpende borstelharen van de 20 borstellichamen 5 uitoefenen op de slikdeeltjes, het afgeven van water in het inwendige van het filterlichaam 18 wordt geaktiveerd.
Fig. 2 toont verder schematisch details van de, het kamer-filterpersgedeelte vormende hoge druk trap van de onderhavige pers. Zoals is weergegeven bestaat deze uit de trommel 35, die in het 25 onderhavige geval is voorzien van een aantal hoge druk generatoren 56 aan de twee randen daarvan, vanwelke generatoren de onderlinge afstand overeenkomt met de steek van de T-dragers 37· De hoge druk generatoren aan de beide zijranden van de trommel 35 zijn uitgevoerd als een aantal hydraulische cilinders, welke cilinders bij de weer-30 gegeven uitvoeringsvorm draaibaar zijn in legeringen 57, zodat, zoals is weergegeven in de bovenste helft van de trommel 35 in fig. 2, deze in ontspannen toestand door een leibaan 58 buiten aangrijping worden gedraaid met aan de T-dragers voorziene koppelingsdelen 59·
De hydraulisbhe uitrusting, die hierna aan de hand van fig. 7 verder 35 wordt verduidelijkt, is schematisch weergegeven en voorzien van het 800 2 0 98 15 verwijzingscijfer 60, en is met de trommel 35 meedraaiend met inbegrip van de daarbij behorende besturing en de hydraulische pomp, verbonden met de trommel 35 j zodat de voorziening van de hydraulische cilinder 56 kan plaatsvinden met vaste leidingen in het inwendige 5 van de trommel.
De besturing van de hydraulische cilinders met betrekking tot de door het tegen de trommel 37 aantrekken van de T-dragers op de tussen de filterbanden ^,5en de draagbanden 6,7 aanwezige, te ontwateren stof 13 uitgeoefende druk, wordt zodanig uitgevoerd, 10 dat de uitgeoefende druk gedurende het lopen rond de trommel 35 geleidelijk of trapsgewijs toeneemt.
In fig. 2 is in de onderste helft van de trommel 35 eveneens te zien, dat de bijbehorende segmenten van het trommelopper-vlak, twee hydraulische cilinders 56 en êên T-drager 37 samen een 15 mechanisch gesloten stelsel vormen, zodat de voor het ontwateren te benutten druk alleen door de mechanische sterkte van deze onderdelen is begrensd, waarbij tussen de filterbanden en de draagbanden en de daarop rustende drukvlakken geen onderlinge beweging aanwezig is, zodat in tegenstelling totde stand van de techniek, de wrijving 20 tussen de betrokken onderdelen geen rol speelt met betrekking tot de mogelijke drukgrensen. Verder is het duidelijk, dat door de toenemende druk, de kamerdwarsdoorsnede van de filterkamers, die wordt bepaald door de zijdelingse afdichtingen 12, de filterbanden U,5 met de draagbanden 6,7 en aan de voorkant en achterkant door de 25 te ontwateren stof 13 zelf, bij een voorschrijdende ontwatering ononderbroken wordt verkleind door de uitgeoefende druk, en dat deze direkt op elk kamer afzonderlijk wordt geplaatst, zodat in tegenstelling tot bekende kamerfilterpersen geen drukval optreedt door de toenemende filterweerstand van kamer tot kamer maar in tegendeel 30 de druk afzonderlijk van kamer tot kamer kan worden vergroot, en zodoende een zeer veel groter gehalte droge stof bij een zo klein mogelijk energieverbruik, mogelijk blijkt.
Alvorens thans in te gaan op verdere uitvoeringsvormen, moeten thans aan de hand van de fig. 15-19 details van de construc-35 tie en de werking van de hoge druk generatoren of hydraulische 800 2 0 98
V
16 cilinders 56 aan de twee randen van de trommel 35 nader worden toegelicht.
In afwijking van de in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvorm, waarbij de hoge druk cilinder 56 in de koppelingsstand door 5 een veer onder voorspanning staan, en door de leibaan 58 in de ontspannen toestand buiten aangrijping worden gedrukt met koppelings-delen 59 aan de T-dragers 37» is bij de in de fig. 15 en 16 weergegeven uitvoeringsvorm elke hydraulische cilinder 56 aan een verlenging 61 van een in het inwendige van de trommel zich uitstrek-10 kende drager 62 zijdelings uit de trommel naar buiten draaibaar gelegerd in een leger 63, waarbij de bovenste zuigerstang daarvan is voorzien van een koppelingsdeel 61*. Aan de hand van fig. 1 wordt opgemerkt, dat de besturing van de hydraulische uitrusting 60, de cilinder 56 kort voor het punt 38 ontspant, zodat de in fig. 17 weergegeven leibaan, waarin de hydraulische cilinder 56 met een onderste volgdeel 65 op deze plaats naar binnen loopt, met het eerste schuinlopende gedeelte 66 deze in de in fig. 15 met onderbroken lijnen weergegeven stand draait buiten aangrijping met het koppelingsdeel 59 aan de T-drager 37. Tijdens het lopen van 20 de hydraulische cilinder 56 langs de trommel 35 vanaf het punt 38 naar het punt 1*0, zijn deze ontspannen, waarbij de bijbehorende volgdelen 65 in de aan weerszijden evenwijdig aan de randen van de trommel 35 lopende gedeelten 67 van de leibanen 58 lopen in de ontspannen toestand. Ongeveer bij het punt 1*0 in fig. 1 komen de 25 volgdelen 65 in het gedeelte 68 van de leibaan 58, waardoor zij vanuit de in fig. 1U met onderbroken lijnen weergegeven stand worden teruggedraaid in de koppelingsstand, waarin de koppelings-delen 59 en 61* in aangrijping met elkaar zijn. Bij het lopen in of na het binnenlopen van het weer evenwijdig aan de trommelranden 30 lopende gedeelten 69 van de leibaan 58 kunnen de cilinders 56 weer worden belast met druk waarbij zij beginnen de T-dragers 37 in de richting van de dwarsdragers 62 van de trommel 35 te trekken.
Fig. 16 toont de details van fig. 15 in zijaanzicht, waarbij bovendien is weergegeven, dat de T-dragers 37 van de pant-35 serband 36 door aan weerszijden voorziene rollenkettingen 70 met 800 2 0 98 π elkaar zijn verbonden, en verder is weergegeven, dat de rollen-kettingen 70 een steek hebben, die ten opzichte van de steek van de T-dragers 37 althans de verhouding heeft van 1:3. Hierdoor wordt verzekerd, dat de tijdens het lopen rond de trommel 35 optredende 5 kleine verandering van de afstand tussen de filterbanden b en 5 en de draagbanden 6 en 7, hetgeen tot een verandering leidt van de straal volgens welke de rollenkettingen 70 rondlopen, kan worden opgevangen door de gekozen steek, zodat de rollenkettingen 70 niet star worden, maar alleen een doorhanging wordt ingesteld tus-10 sen naburige T-dragers 37· Hierbij moet worden opgemerkt, dat als gevolg van de door de hydraulische cilinders 56 uitgeoefende druk, de T-dragers 37 absoluut vast op hun plaats worden gehouden, en geen rekening kunnen houden met een dergelijke straalverandering.
Fig. 15 toont als detail nog, dat de trommel 35 en de 15 T-dragers 37 eveneens met de hiervoor genoemde flenzen 20 zijn voorzien voor het rechtlopen van de draagbanden 6,7, hetgeen uitsluitend moet worden beschouwd als een voorzorgsmaatregel voor het oplopen op de trommel 35«
De fig. 18 en 19 tonen in passende aanzichten een ten 2o opzichte van de fig. 15 en 16 gewijzigde uitvoeringsvorm van de koppeling, waarbij een afzonderlijk uitwijken van de hydraulische cilinder 56 voor het ontkoppelen of koppelen niet nodig is. Zoals weergegeven, liggen hier de draaiassen 63 van de hydraulische cilinders 56 dwars op de randen van de trommel 35, waarbij zij 25 slechts kleine bewegingen moeten vereffenen. De koppelingsdelen 59 en 6b zijn zodanig uitgevoerd, dat zij automatisch bij ontspannen hydraulische cilinders 56 op het punt 38 buiten onderlinge aangrijpingkomen en op het punt IfO door de tegengestelde kromming van de loopbanen automatisch in elkaar grijpen.
30 Thans wordt kort verwezen naar de uitvoeringsvarianten volgens de volgende figuren, waarbij met betrekking tot de constructieve details wordt verwezen naar de voor de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2 gemaakte uitvoeringen.
Fig. 3 toont hierbij een uitvoeringsvorm, waarbij de 35 voorontwateringstrap 1 naast de hoge druk trap 3 is aangebracht, 800 2 0 98 18 en het voordeel van deze uitvoeringsvorm ten opzichte van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is te zien in een verlengd hoge druk gehied van de, de hoge druk trap vormende, ononderbroken kamer-filterpers 3, zoals zonder moeite is te ontlenen aan de vergelijking ij van deze figuren.
Een verdere verbetering van dit kenmerk is bereikt in de uitveeringsvorm volgens fig. waarbij aanvullend zonder verlenging van de totale constructie, de matige druktrap 2 dubbel kan worden uitgevoerd, zodat weer een aanzienlijk groter gehalte aan droge IQ stof wordt bereikt.
Fig. 5 toont een ten opzichte van fig. U vereenvoudigde uitvoeringsvorm met een aanzienlijk gedrongener bouw, doordat hier de matige druktrap is uitgevoerd rond een gedeelte van het lege part 39 van de oantserband 36, zodat een gedeelte van het lege part 15 een meelopend steunvlak vormt voor de draagband 6 of 7 van de matige druktrap 2. Hiervoor zijn aanweerszijden van de pers niet weergegeven, in hoofdzaak cirkelkwadrantvormige loonlijsten voorzien voor de rollenkettingen 70 van het lege part, op welke lijsten de kettingen kunnen steunen, waarbij de lijsten tevens het tegenleger 2o vormen voor de rollen- of V-snaargroepen 71, die in de richting van het middelpunt van de trommel 35 zijn voorgespannen. Op deze plaats moet er op worden gewezen, dat evenals bij alle hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, voor het opwekken van de druk geen trekspanning op de banden wordt aangebracht, en dat in het bijzon-25 der ook geen wrijving aanwezig is tussen drukdragende gedeelten, af gezien van de rollende wrijving, die wordt opgewekt bij het op de gladde achterzijden van de draagbanden 6,7 af rollen van de druk-of steunrollen. De wrijving vormt derhalve weer geen begrenzing van de beheersbare drukken.
30 Fig. 6 toont een nog gedrongener uitvoeringsvorm van de pers, waarbij nagenoeg het gehele lege part 39 van de pantserband 36 is uitgevoerd als steunvlak voor de matige druktrap 2.
Details van de constructie van de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 zijn in doorsnede weergegeven in fig. 7. Zoals in fig. 7 is 35 te zien, kan de gehele pers zijn gelegerd in een uitgesproken 800 2 0 98 19 eenvoudige raamconstructie 72, die tevens aan dragers 73 een ringvormige geleiding 7^ voor de rollen van de rollenkettingen 70 van de pantserband 36 draagt. De ringvormige geleiding 7^ vormt voor de gehele matige druktrap 2 het tegenleger van het lege part 39 5 hij het benutten daarvan als steunvlak voor de matige druktrap 2.
De ringvormige geleiding dient tevens als legering voor de druk-rollen 71 van de matige druktrap.
In de bovenste helft van fig. 7 zijn nogmaals in doorsnede details weergegeven van de voorontwateringstrap 1, waarbij 10 het duidelijk is, dat de bodem van de slikkamer 25 weer wordt gevormd door de rondlopende draag- en filterbanden 5 en 7. De draaibaar aangedreven filterlichamen 38 zijn aan weerszijden in de huiswan-den van de slikkamer 25 afgedieht door afdichtingen 75, zodat het in de voorontvateringstrap afgevoerde water zijdelings aan beide 15 zijden naar buiten wordt geleid. Alle aandrijvingen kunnen weer door een enkele motor worden opgewekt, waarvan deze passend worden afgeleid.
Fig. 7 toont verder, dat de as 76 van de trommel 35 > welke as aan weerszijden is gelegerd in het raam 72 en bij het 20 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de aandrijving 77 heeft, in het raam de hydraulische uitrusting βθ als bestanddeel van de trommel met de trommel meedraaiend draagt.
De toevoer van elektrische energie voor de in de hydraulische uitrusting 60 zich bevindende pomp vindt plaats via sleep-25 ringen 78, zodat alle hydraulische verbindingen van de hydraulische uitrusting 60 naar het aantal hydraulische cilinders 56 aan de twee randen van de trommel 35 kunnen plaatsvinden door vast gelegde leidingen en geen bijzondere uitvoering behoeven. De besturing van de hydraulische cilinders 56 vindt plaats door een eveneens 30 in de hydraulische uitrusting met de trommel 35 meedraaiend aanwezige besturing (niet weergegeven), die hier niet nader wordt beschre- . ven omdat hij voor elke vakman op het gebied van de hydraulica bekend is.
Fig. 8 toont een in het bijzonder de voorkeur verdienende 35 uitvoeringsvorm, die zich van de overige uitvoeringsvormen in het 8002098 20 bijzonder onderscheidt door de uitvoering van de slikkamer 25 als eerste ontwat eringstrap.
Zoals is weergegeven heeft de slikkamer 25 een inlaat 26 voor het slik, door welke inlaat het door uitvlokkingsmiddelen 5 tot uitvlokken gebrachte slik bijzonder voorzichtig en zonder verstoring van de deeltjesgrootte door een pomp in de slikkamer 25 wordt gevoerd. Op deze plaats wordt opgemerkt, dat een van de fil-terlichamen 28 ook kan worden uitgevoerd als mengtrommel voor uitvlokkingsmiddelen en slik, zodat hierdoor een zeer gedrongen installatie 10 zonder enige aanvullende toestellen wordt verschaft, omdat de slikkamer 25 voldoende ruimte heeft. Zoals is weergegeven worden de bodem en de linkereindwand van de slikkamer 25 in het aanzicht van fig. 8 gevormd door het samenstel van de draagband 6 en de filter-band k, waarbij de rechtereindwand wordt gevormd door de filterband 15 5 op de draagband 7» die hier op het lege part 39 lopen van de pantserband 36. Het is duidelijk, dat het grootste gedeelte van de wanden van de slikkamer 25 hierdoor en door de weergegeven vorm bestaan uit rondlopend flitermateriaal, zodat een aanzienlijk fil-tervlak ter beschikking staat.
Bij„de uitvoeringsvorm volgens fig. 8, waarbij met betrekking tot de details nog wordt verwezen naar de doorsnede volgens fig. 30, is de bovenzijde van slikkamer 25 afgedicht, op welke plaats een inrichting 85 is voorzien, waarin het waswater uit de wasinrichting k6 en wordt bereid. Zoals in fig. 8 is te zien, komt het ^ verbruikte waswater door de werking van de zwartekracht in de inrichting 85, waarin het door een voor wat betreft de constructieve details daarvan met de filterlichamen 28 overeenkomend filterli-chaam wordt gereinigd, waarbij het achterblijvende slik in de slikkamer 25 wordt getransporteerd.
30 Omdat op de te ontwateren stof in de slikkamer 25 op hierna geschetste gronden een bij voorkeur door de transportdruk van de slikpomp opgewekte druk moet worden uitgeoefend, is op deze plaats met de inrichting 85 een druksluis 96 verbonden, die bestaat uit een draaibaar aangedreven draaister 97 in een huis 98. De uit-35 voering is hierbij zodanig getroffen, dat de ingang naar de slikkamer 800 2 0 98 21 25 ten opzichte van de waswaterterugvloeiing altijd is gesloten, omdat dit terugvloeien in de inrichting 85 alleen plaatsvindt door de werking van de zwaartekracht.
De in fig. 8 weergegeven uitvoeringsvorm verdient in het 5 bijzonder de voorkeur, omdat hier het slik of de te ontwateren stof in een volledig gesloten stelsel wordt ontwaterd. Omdat de slikkamer ten opzichte van het terugleiden van het filtraat door de druksluis 96 en in de bewerkingsrichting door de zijdelingse afdichtingen 12 of de matige druktrap 2 is gesloten, is het bij 10 deze uitvoeringsvorm mogelijk de transportdruk van een slikpomp volledig te benutten om in de eerste ontwateringstrap 1 een zo vergaand mogelijke ontwatering te bereiken. Deze zo groot mogelijke ontwatering in de eerste trap vormt een beslissende factor voor de totale doorvoer van de installatie, omdat hier reeds een aanzien-15 lijke vermindering kan worden bereikt van het te bewerken volume.
De bereikbare graad van deze voorontwatering is echter in beslissende mate afhankelijk van de uitgeoefende druk. Het is duidelijk, dat bij de bijzondere uitvoering van de slikkamer 25 volgens fig.
8, aanzienlijk filtervlakken ter beschikking staan, zodat wanneer 20 op zuiver economische en praktische gronden de transportdruk van de pomp bij het lopen in de matige druktrap 2 wordt begrensd tot ongeveer 98 kPa, reeds een aanzienlijk gehalte droge stof kan worden bereikt, evenals een grotere doorvoer aan te ontwateren stof.
Zoals verder weergegeven, zijn bij de uitvoeringsvorm 25 volgens fig. 8 zijdelingse afdichtingen 12 toegepast, die overeenkomen met de uitvoeringsvorm volgens fig. 19· Deze slangvormige afdichtingen, die op grond van de levensduur ook kunnen zijn gevuld met perslucht en door aangepaste ventielen navulbaar kunnen zijn, zijn via pssende omkeerschijven 99 (zie fig. 30) zodanig geleid, 30 dat zij in het gebied van de slikkamer 25 aan de buitenzijde daarlangs lopen en pas bij de overgang van de slikkamer 25 naar de matige druktrap 2 van de kamerfilterpers, tussen de tegenover elkaar liggende filterbanden H,5 worden geleid. Met betrekking tot de verdere geleiding van de zijdelingse afdichtingen 12 mogen 35 worden verwezen naar fig. 8.
800 2 0 98 22
Fig. 9 toont een uitvoeringsvorm, die kan worden aangeduid als geïsoleerde kamerfilterpers met een onafgebroken werking, en die in het bijzonder dient voor het door hoge druk verder ontwateren van reeds voorontwaterd slik, dat bij 79 in de uitvoe-5 ringsvorm volgens fig. 9 naar binnen wordt geleid. Als voorbeeld is in fig. 10 éên, een voorontwateringstrap 1 met zwaartekracht-werking bevattende, in zijn algemeenheid met het verwijzingscijfer 80 aangeduide ontwateringsinrichting weergegeven, die élke bekende constructie kan hebben.
10 Fig. 11 toont een uitvoeringsvorm, waarbij ten opzichte van de uitvoeringsvorm volgens fig. 6, de matige druktrap 2 is bekort, waarvoor echter een bijzonder werkzame voorontwateringstrap 1 is voorzien.
De voorontwateringstrap 1 bestaat weer uit een slikkamer 15 25 met een inlaat 26 voor het slik, door welke inlaat het door een ontvlokkingsmiddel uitgevlokte slik bijzonder voorzichtig en zonder verstoring van de deeltjesgrootte door een pomp (niet weergegeven) in de slikkamer 25 wordt gevoerd. De bodem van de slikkamer 25 wordt weer gevormd door de rondlopende filterband 5 met de draagband 7, 20 die bij de bijzonder werkzame uitvoeringsvorm volgens fig. 11 tevens de achterwand 81 vormt van de slikkamer 25. Hierbij wordt de voorwand met een aanzienlijke grootte van de slikkamer 25 gevormd door de op het lege part 39 van de pantserband 36 teruggeleide filterband U met de draagband 6, zodat de slikkamer 25, afgezien van 25 de zijwanden en het deksel, bestaat uit rondlopende filterbanden, zodat een aanzienlijk filtervlak ter beschikking staat, waarop het naar buiten komende water zijdelings door de kanalen 8,9 van de draagbanden 6,7 naar buiten wordt geleid. Aanvullend kunnen nog filterlichamen 28 van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen in 30 de slikkamer 25 gedompeld zijn aangebracht.
De filterband 5 met de draagband 7 is in het inwendige van de slikkamer 25 geleid rond een omkeerrol 83 met een bijzondere constructie, waarbij het kan gaan om een filterlichaam 28, die op onderlinge afstanden is voorzien van de banden dragende rubber 35 schijven 8U, of om een van rubberschijven 8¾ voorziene as, • 800 2 0 98 23
In fig. 11 is verder een inrichting 85 weergegeven voor het opwerken van het vervuilde filtraat en/of waswater uit de wasinrichtingen k6th9 voor de filterbanden ^,5.
De inrichting 85 "bestaat uit een huis 86, dat ten opzichte 5 van de slikkamer met uitzondering van een uitlaat 87 is afgedicht, en over de gehele "breedte van de slikkamer reikt, en tevens aan de zijwanden daarvan afgedicht is "bevestigd. In het huis 86 is een draaibaar filterlichaam 87 aangehracht, dat voor wat betreft de constructie daarvan gelijk is aan de filterlichamen 28. Het filter-10 lichaam 87 is aan de buitenzijde daarvan echter voorzien van over de gehele breedte reikende afdichtlijsten of schrapers 88, die afdichtend langs het onderste gedeelte van de wand van het huis 86 lopen, waarbij de afstand daarvan zodanig is bemeten, dat de inlaat 89 van het huis 86 op elk willekeurig tijdstip van de uitlaat 87 15 is gescheiden door de afdichtlijsten 88.
Het vervuilde filtraat of waswater wordt door de inlaat 89 in het huis 86 geleid, waarbij het daarin zich bevindende water door de inwendige ruimte van het filterlichaam 87, evenals bij de filterlichamen 28, zijdelings uit het huis wordt geleid.
20 De achterblijvende slikdeeltjes worden door de uitlaat 87 in de slikkamer 25 gebracht, waarbij aanvullend een veerkrachtig uitgevoerde afstrijker (niet weergegeven) kan zijn voorzien om de aan het filtermateriaal van het filterlichaam zich vastzettende slikdeeltjes met zekerheid af te strijken en in de slikkamer 25 af te 25 geven.
Fig. 12 toont een verdere uitvoering van deze soort voor-ontwatering volgens fig. 11, waarbij aanvullend de bovenwand van de slikkamer 25 eveneens wordt gevormd door de filterband 5 met de draagband 7» en de slikkamer 25 volledig is gevuld met slik, 30 zodat het oppervlak van de bovenzijde van de slikkamer 25 eveneens ter beschikking staat als filtervlak. Een afdichting van de slikkamer 25 wordt bij deze uitvoeringsvorm op de eenvoudigste wijze bereikt doordat aangezien de banden 5,7 en U,6 met dezelfde snelheid bewegen, deze bij 90 op elkaar lopen, waarHj eventueel nog 35 aanvullend een buigzame afdichting kan worden aangebracht. Deze 800 2 0 98 2h bijzondere constructie "biedt het voordeel, dat bij de constructie volgens fig. 11 eveneens mogelijk zou zijn, de transportdruk van de slikpomp (niet weergegeven) die het slik door de inlaat 26 in de slikkamer voedt, nuttig te gebruiken om het slik onder druk te 5 plaatsen, zoals dit aan de hand van fig. 8 is beschreven, zodat het slik in de voorontwateringstrap 1 niet langer door de zuivere zwaartekracht, maar door een aanvullend door het medium zelf uitgeoefende druk wordt ontwaterd, zodat het bij het in de matige druktrap 2 naar binnenlopen aanwezig gehalte droge stof aanzienlijk kan worden 10 vergroot. Hierbij is verder voordelig, dat het slik tijdens het voorontwateren in hoofdzaak aanligt tegen de filterbanden, door welke banden het water door de transportdruk van de pomp naar buiten wordt gedrukt, zodat het hoggste gehalte aan vaste stof aanwezig is in het gebied van de filterbanden **,5» en door deze direkt wordt 15 gebracht in de matige druktrap 2.
Fig. 13 toont een kleine afwijking van de uitvoeringsvorm volgens fig. 12, doordat hier de aanvullende filterlichamen 28 in het inwendige van de slikkamer 25 zijn weggelaten, omdat rekening kan worden gehouden met hoge ontwateringsgraden door de transport-20 druk.
Fig. toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij de voorontwateringstrap 1 naast de hoge druktrap 3 is aangebracht, en de matige druktrap wordt gevormd door een gedeelte van het lege part van de pantserband 36. Met betrekking tot de verdere details 25 wordt verwezen naar de hiervoorgaande beschrijving van de voorafgaande uitvoeringsvoorbeelden.
De fig. 21-21* tonen details van een uitvoeringsvorm, waarbij de dragers 37 niet door rollenkettingen zijn samengevoegd tot een pantserband, maar zijdelings verschuifbaar worden geleid 30 op de trommel 35 > zodat hier een leeg part van een pantserband niet aanwezig is. Afgezien van een aanzienlijke materiaalbespa-ring, is hierdoor een bijvoorbeeld aan de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 te ontlenen dicht bij elkaar leggen mogelijk van de punten U0 en M, waarin de filterbanden en draagbanden 1*,5 en 6,7 op de 35 trommel 35 lopen en van de trommel weglopen.
800 2 0 98 25
Hiervoor is de trommel 35 tij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 21-2U breder uitgevoerd dan de banden U, 6, 5» 7, waarbij de verbreding dient als leger voor veerkrachtig gedragen rollen 91» waarin de als dubbel T-drager uitgevoerde dragers 37 lopen.
5 De aan de dwarsdragers 62 gelegerde hydraulische zuigers 56 grijpen aan op de zijde van de verbreding van de trommel 35 door sleuven 92, waarbij de overige details analoog zijn aan de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.
Voor het zijdelings verschuiven van de dragers 37 is 10 in fig. 2k schematisch een aandrijving 93 weergegeven» die na het ontkoppelen van de hydraulische cilinders 56, de dragers 37 aan de koppelingsstukken 9^ grijpt, deze zijdelings van de banden wegbeweegt en na het oplopen van de opnieuwcgevulde banden, deze weer op de trommel 35 schuift, zodat bij het bereiken van het punt 40 ^ de dragers 37 klaar staan voor de koppeling met de hydraulische cilinders 56.
Uit de voorgaande beschrijving is het duidelijk, dat door de uitvinding op de eerste plaats een onafgebroken werkzame kamer-filterpers is verschaft, waarbij het te verwachten gehalte aan 20 droge stof boven de op gebruikelijke wijze door kamerfilterpersen te bereiken gehalte droge stof ligt. Voor de vakman is het duidelijk, dat vele veranderingen en wijzigingen van de beschreven constructies mogelijk zijn, zonder af te wijken van de grondgedachte van de uitvinding, die is te zien in het feit, dat de filterkamers 25 van een kamerfilterpers rondlopend en met een veranderlijk volume zijn uitgevoerd, en de druk afzonderlijk en direkt op elke kamer wordt aangebracht, waarbij de filterkamers worden gevormd door op draagbanden steunende filterbanden met zijdelingse afdichtingen en de te ontwateren stof zelf.
30 Ifet is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
800 2 0 98

Claims (43)

1. Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen, in het bijzonder van slik, afkomstig van afval-vaterbezinkinrichtingen, waarbij het slik in aan alle zijden geslo- 5 ten filterkamers is opgesloten, en inrichtingen zijn voorzien voor het opwekken van op de te ontwateren stof inwerkende hoge druk, met het kenmerk, dat de kamerfilterpers is uitgevoerd met als een bandfilterpers onafgebroken rondlopende en onafgebroken laad- en losbare filterkamers, die aan de boven- en onderzijde zijn gesloten IQ door op rondlopende draagbanden (6,7) steunende filterbanden (4,5), aan de zijden door afdichtingen (12) en aan de voor- en achterkant in de looprichting door de te ontwateren stof (13) zelf, waarbij de inrichtingen voor het opwekken van de op de stof inwerkende hoge druk, zijn uitgevoerd als een aantal hoge druk generatoren (56), 15 welke generatoren meelopen en althans gedurende een gedeelte van de loop van de filterkamers op de daarin aanwezige stof een toenemende hoge druk uitoefenen.
2. Filterpers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kamervolume bij voortschrijdende ontwatering onafgebroken kan 20 worden verminderd.
3. Filterpers volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke filterkamer afzonderlijk en direkt met druk kan worden belast.
4. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de draagbanden (6,7) zijn uitgevoerd als over rollen lopende kunststof- of rubberbanden, die in het de filterbanden (4,5) dragende oppervlak zijn voorzien van naar boven open kanalen (8,9).
5. Filterpers volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 30 de kanalen (8,9) onder een hoek ten opzichte van de hoofdas van de draagbanden (6,7) zijn aangebracht, waarbij de druktrajecten van de filterpers een verval hebben.
6. Filterpers volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de draagbanden (6,7) zijn uitgevoerd met een grote zijdelingse 35 stijfheid, waarbij de, de draagbanden dragende rollen zijn voorzien 8002098 2? van lei-inrichtingen (20,21) voor de draagbanden.
7. Filterpers volgens een der conclusies k-6, met het kenmerk, dat de hoek ten opzichte van de hoofdas 1*5° bedraagt.
8. Filterpers volgens een der conclusies h-J, met het 5 kenmerk, dat de kanalen (8,9)van tegenover elkaar liggende draag banden (6,7) elkaar kruisen.
9. Filterpers volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lei-inrichtingen (20,21) zijn uitgevoerd als flenzen (20,21) of dergelijke aan de rollen. IQ 10. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de loopbaan van de filterkamers is verdeeld in een aantal gedeelten (1,2,3), waarin verschillende drukken op de te ontwateren stof (13) tussen de filterbanden (U ,5) worden gebracht.
11. Filterpers vólgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de gedeelten (1-3), bestaan uit althans êên voorontwaterings-trap (1) en een hoge druk trap (3)·
12. Filterpers volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat althans een matige druktrap (2) daartussen is aangebracht. 2o 13. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meelopende hoge druk inrichtingen (56) van de hoge druk trap (3) zijn uitgevoerd als aan weerszijden van een trommel (35) niet een betrekkelijk grote diameter gelegerd aantal hydraulische cilinders (56), waarbij de draagbanden (6,7) 25 met de filterbanden (1,5) rondom de trommel lopen, en de hydraulische cilinders paarsgewijs kunnen worden gekoppeld met en ontkoppeld van, de breedte van de draagbanden overspannende en radiaal buiten de buitenste draagband (6) aangebrachte, meelopende dragers (37).
11. Filterpers volgens conclusie 13, met het kenmerk, 30 dat de gehele hydraulische uitrusting (60) met de naar het aantal hydraulische cilinders (56) leidende leidingen, kleppen en besturingen in of aan de trommel (35) is aangebracht, waarbij desiergietoevoer naar de hydraulische pomp plaatsvindt via ileepringen (78) of dergelijke. 35 15· Filterpers volgens conclusie 13 of ll, met het kenmerk, 8002098 dat de hydraulische cilinders (56) in de koppelingsstand door een veer zijn voorgespannen, waarbij voor het ontkoppelen aan weerszijden van de trommel (35) leihanen (58) of nokken zijn voorzien, die de cilinders zijdelings doen uitwijken.
16. Filterpers volgens conclusie 13 of ifc, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinders (56) voor het ontkoppelen en koppelen gedwongen worden geleid door een leibaan (58).
17· Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het looptraject rond de trommel (35) is 10 verdeeld in een aantal gedeelten.
18. Filterpers volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de hydraulische besturing (16) zodanig is, dat de hydraulische cilinders (56) over het ontkoppel- en koppelingstrajectgedeelte van de loop zijn ontspannen, en de opgebrachte druk in de druk-15 trajecten in de looprichting voortdurend of per traject toeneemt.
19· Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijdelingse afdichting van de filterkamers wordt gevormd door aan weerszijden tussen de filterbanden te leiden, afzonderlijk lopende afdichtelementen (12).
20. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk , dat de afdichtelementen (12) zijn uitgevoerd als in hoogte daarvan vervormbare, in dwarsdoorsnede rond rubber-elementen, die in een baan zonder einde lopen.
21. Filterpers volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, 25 dat de afdichtelementen (12) hol en slangvormig zijn uitgevoerd.
22. Filterpers volgens een der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat de afdichtelementen (12) zijn gevuld met perslucht .
23. Filterpers volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat'de afdichtelementen (12) via ventielen kunnen worden bijgevuld. 2b. Filterpers volgens een der conclusies 1-18, met het kenmerk,dat de zijdelingse afdichting (12) van de filterkamers wordt gevormd door aan de filterbanden (^,5) bevestigde afdichtstroken (1U,15), die veerkracht ie vervormbaar zijn. 35 25· Filterpers volgens conclusie 2b, met het kenmerk, 80 0 2 0 98 dat de afdichtstroken (1^,15) zodanig zijn uitgevoerd, dat zij bij het tegenover elkaar liggen van de filterbanden (U,5) in elkaar grijpen.
26. Filterpers volgens een der conclusies 11-23, 5 met het kenmerk, dat de voorontwateringstrap (1) wordt gevormd door een kamer (25) met een inlaat (26) voor de te ontwateren stof (13) vanwelke kamer de bodem wordt gevormd door een eerste ontwaterings-traject van de op de eerste draagband (7) liggende filterband (5).
27· Filterpers volgens conclusie 26, met het kernmerk, 10 dat de draagband (7) met de filterband (5) vanaf het van de slik- inlaat (26) voorziene einde rondloopt en een verval in tegengestelde richting heeft.
28. Filterpers volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat de voorontwateringstrap (1) met druk kan worden belast door de 15 transportdruk van een slikpomp.
29· Filterpers volgens een der conclusies 26-28, met het kenmerk, dat een inrichting (85) is voorzien voor het reinigen van het filtraat en/of het waswater.
30. Filterpers volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, 20 dat de inrichting (85) is voorzien van een naar de voorontwateringstrap (1) voerende druksluis (96).
31. Filterpers volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat de inrichting (85) wordt gevormd door een voorkamer (85) in de kamer (25), welke voorkamer is verbonden met een terugvoer voor het 25 filtraat.
32. Filterpers volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat de voorkamer een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
33· Filterpers volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat in de voorkamer (85) een filterlichaam (87) met een kleinere 30 diameter dan de voorkamer is aangebracht. 3^·. Filterpers volgens conclusie 32 of 33, met het kenmerk, dat het filterlichaam(87) draaibaar wordt aan gedreven.
35· Filterpers volgens een der conclusies 32-3^, met het kenmerk, dat het filterlichaam (87) aan de buitenzijde 35 uitstekende dwarsribben (88) heeft, die zodanig tegen de wand van 8002098 de voorkamer aanliggen, dat de filtraatinlaat in elke draaistand is gescheiden van de slikkamer.
36. Filterpers volgens een der conclusies 28-3¾, met het kenmerk, dat de druksluis (96) is aangesloten op de voorkamer 5 (85), en wordt gevormd door een in een huis (97) draaibaar aangedre ven draaister (98)·
37· Filterpers volgens een der conclusie 26-36, met het kenmerk, dat aanvullende filterlichamen (28), geheel of gedeeltelijk gedompeld in de te ontwateren stof, zijn aangebracht 10 in de kamer (25), welke filterlichamen buiten de kamer uitlaten hebben.
38. Filterpers volgens conclusie 37» met het kenmerk, dat de filterlichamen (28) zijn uitgevoerd als uit filtermateriaal bestaande trommels. 15 39· Filterpers volgens conclusie 37 of 38, met het kenmerk, dat aan de filterlichamen (28) aan de binnenzijde of buitenzijde lopende reinigingsinrichtingen (5¾) zijn uitgevoerd. Filterpers volgens conclusie 39» met het kenmerk, dat de reinigingsinrichtingen zijn uitgevoerd als aan de binnenzijde 20 lopende borstels (5¾)· Filterpers volgens de conclusies 37^0, met het kenmerk, dat een draaiaandrijving is voorzien voor de trommels (28). ¾2. Filterpers volgens conclusie met het kenmerk, dat de filterlichamen (28) een gemeenschappelijke draairichting 25 hebben, die een transportbeweging in de richting van de uitlaat uit de slikkamer (25) opwekt. ¾3. Filterpers volgens conclusie ^1 of ¾2, met het kenmerk, dat vaste reinigingsinrichtingen aan de buitenzijde of binnenzijde zijn voorzien aan de filterlichamen (28).
30 M. Inrichting volgens een der conclusies ^^3, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichtingen zijn uitgevoerd als aan de binnenzijde aangebrachte borstels. ¾5· Filterpers volgens een der conclusies met het kenmerk, dat de reinigingsinrichtingen zijn uitgevoerd als 35 aan de binnenzijde tegengesteld aan de filterlichamen (28) lopende borstels. 8002098 1*6. Filterpers volgens een der conclusies 37-1*5, met het kenmerk, dat spuitmondstukken zijn voorzien als reinigings-inrichtingen of aanvullend naast de borstels. 1*7. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de met de hydraulische cilinders (56) koppel-bare dragers (37) aan de zijdelingse einden daarvan onderling draaibaar zijn verbonden en zijn uitgevoerd als rondlopende pantserband (36), waarvan het ene part evenwijdig loopt aan het rond de trommel (35) zich uitstrekkende druktraject. 10 1*8. Filterpers volgens conclusie 1*7, met het kenmerk, dat de draaibare verbinding van de T-dragers (37) is voorzien aan de in het druktraject van de trommel (35) tegenover liggende dwars-benen. 1*9. Filterpers volgens een der conclusies 1-1*6, met het 15 kenmerk, dat de met de hydraulische cilinders (56) koppelbare dragers (37) onafhankelijk van elkaar zijn en meeneembaar door het koppelen met een bijbehorende hydraulische cilinder aan beide einden in het rond de trommel (35) zich uitstrekkende druktraject.
50. Filterpers volgens conclusie 1*9, met het kenmerk, 20 dat op de koppelings- of ontkoppelingsnlaats van de dragers (37) een aandrijving (93) is voorzien, die de dragers uit het gebied, waarin de filterbanden (1*,5) en de draagbanden (6,7) op de trommel (35) lopen, zijdelings naar buiten beweegt, en deze voor het koppelen weer op de trommel beweegt.
51. Filterpers volgens conclusie 1*9 of 50, met het kenmerk, dat de trommel (35) breder is uitgevoerd dan de filterbanden (1*,5) en de draagbanden (6,7), waarbij de vrijblijvende strook van de trommelmantel is voorzien van geleidingen voor de dragers (37)·
52. Filterpers volgens conclusie 51, met het kenmerk, 30 dat de geleidingen de dragers (37) zijdelings verschuifbaar op de trommel (35) houden.
53. Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinders (56) in de draairichting van de trommel (35) beperkt draaibaar zijn gelegerd, waar- 35 bij de koppeling met de dragers (37) wordt gevormd door aan de 8002098 dragers zich bevindende, haakvormige aanzetstukken (59) , die bij het lopen in het raakvlak aan de trommel koppelbaar zijn met de zuigerstangen van de hydraulische cilinders (56) en bij het uit het raakvlak lopen ontkoppelbaar zijn. 5 5^· Filterpers volgens een der conclusies 1*48 en 53, met het kenmerk, dat de dragers (37) aan weerszijden zijn gelegerd aan rollenkettingen (70)/, waarbij de verhouding van de steek van de dragers tot de kettingsteek althans 1:3 bedraagt.
55. Filterpers volgens een der conclusies 1-48 en 53,5¾ 10 met het kenmerk, dat het lege part van de pantserband (36) geheel of gedeeltelijk is uitgevoerd als rondlopende wand van de vooront-wateringskamer en/of als meelopend steunvlak van de matige druktrap (2).
56. Filterpers volgens conclusie 55, met het kenmerk, 15 dat de matige druktrap (2) wordt gevormd door in de richting van de pantserband (36) voorgespannen drukrollen (71), waarbij de draagbanden (6,7) met de filterbanden (U,5) tussen de drukrollen en de pantserband meelopen.
57· Filterpers volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de slikkamer(25) is uitgevoerd als gesloten en afgedichte kamer, waarvan de wanden in hoofdzaak worden gevormd door rondlopende draagbanden en filterbanden, waarbij de ontwate-ringsdruk eerst kan worden opgewekt door pompen, en bij het bereiken van de economische grens door aansluitende mechanische 25 drukmiddelen.
58. Filterpers volgens conclusie 57, met het kenmerk, dat de aansluitende mechanische elementen bestaan uit de drukrollen van de matige druktrap (2).
59· Filterpers volgens conclusie 57 of 58, met het kenmerk, 30 dat de aansluitende mechanische middelen bestaan uit de hoge druk trap volgens een der conclusies 1-4θ.
60. Kamerfilterpers in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8002098
NL8002098A 1980-04-10 1980-04-10 Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen. NL8002098A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002098A NL8002098A (nl) 1980-04-10 1980-04-10 Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002098 1980-04-10
NL8002098A NL8002098A (nl) 1980-04-10 1980-04-10 Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002098A true NL8002098A (nl) 1981-11-02

Family

ID=19835134

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002098A NL8002098A (nl) 1980-04-10 1980-04-10 Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8002098A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4266474A (en) Chamber type filter press for de-watering sludges and similar substances
US3896030A (en) Filter press, particularly for dewatering sludge in sewage treatment plants
US4181616A (en) Device for dewatering sludge or the like
US4911841A (en) Belt filter press and belt for same
CN102381823A (zh) 承接污泥柔韧管挤压脱水输送装置
AU2017272187A1 (en) Separation Apparatus and Method
NL8002098A (nl) Kamerfilterpers voor het ontwateren van slik en soortgelijke stoffen.
JPS5927279B2 (ja) スラッジ脱水装置
GB1597696A (en) Filter press
US9381454B2 (en) Materials handling and treatment
JP5608764B2 (ja) 材料の取扱いおよび処理
CN101745260B (zh) 快速超大处理规模的柔韧管压榨固液分离装置
RU2131290C1 (ru) Непрерывно работающее фильтрующее устройство
CN216136816U (zh) 脱水组件和滤带
US3625141A (en) Continuous extraction press
DE3914661C2 (de) Vorrichtung zur Fest-Flüssig-Trennung
US4379670A (en) Linear pocket letdown device
DE2844715C2 (de) Entwässerungseinrichtung für SChlämme und ähnliche Substanzen, insbesondere für Abwasserschlämme
KR102035101B1 (ko) 연속식 여과 탈수 장치
CN102489062B (zh) 一种固液分离机
FI89460C (fi) Anordning foer pressning och avvattning eller filtrering
US1868219A (en) Water elevator
JPS63154298A (ja) スラッジ及び類似物質の脱水装置
US4059527A (en) Pretreatment filter press dewatering system
SE435901B (sv) Filterpress for avvattning av slam och liknande substanser

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable