NL8002059A

NL8002059A - INJECTION MOLDING UNIT.

Info

Publication number: NL8002059A
Application number: NL8002059A
Authority: NL
Original assignee: Hehl Karl
Priority date: 1979-04-10
Filing date: 1980-04-08
Publication date: 1980-10-14
Also published as: FR2453722A1; JPS55140538A; DE2914472C2; IT8021295A0; CA1150460A; FR2453722B1; DE2914472A1; IT1141562B; AT370678B; GB2048156A; GB2048156B; ATA193980A

Description

if VO 03^5if VO 03 ^ 5

Spuitgieteenheid.Injection molding unit.

De uitvinding heeft betrekking op een spuitgieteenheid voor het vullen van een spuitgietvorm met plastische kunststof, voorzien van tenminste een, de axiale inspuitslag van de plastifi-ceerworm uitvoerende zuiger en cylinder eenheid, waar een geleidings-5 ligger doorheen reikt en waarvan de cylinder wordt gevormd door de draagbrug voor de plastificeerworm en de zuiger losneembaar is verbonden met een busvormige, door het voorste cylinderdeksel reikende zuigerstang, die aan de draagbrug voor de plastificeercylin-der is bevestigd, waarbij de cylinder via het achterste cylinder-10 deksel op de. .geleidingsligger is geleid. Bij een bekende spuitgiet eenheid, zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 72.16112, zijn de draagbruggen voor de plastificeercylinder voor de transportworm in de plastificeercylinder, op geleidingsliggers geleid. Hun bouwlengte is uiterst kort.The invention relates to an injection molding unit for filling an injection mold with plastic plastic, provided with at least one piston and cylinder unit carrying the axial injection of the plasticizing worm, through which a guide beam extends and from which the cylinder is formed is connected releasably by the plasticizing worm support bridge and the piston to a sleeve-shaped piston rod extending through the front cylinder cover, which is attached to the plasticizing cylinder support bridge, the cylinder via the rear cylinder cover. guide beam is guided. In a known injection molding unit, as described in Dutch patent application 72.16112, the supporting bridges for the plasticizing cylinder for the conveying worm in the plasticizing cylinder are guided on guide beams. Their build length is extremely short.

15 Verder is het bekend, proportionele kleppen, voor het sturen van een spuitgietmachine toe te passen, met bejrulp waarvan hydraulische waarden zoals bijv. druk. en hoeveelheid van het persmedium proportioneel met de elektrische invoersignalen kunnen worden gewijzigd, zoals beschreven in de Nederlandss octrooiaanvrage 76.06953.It is further known to use proportional valves for controlling an injection molding machine, using hydraulic values such as, for example, pressure. and amount of the press medium can be changed proportionally to the electrical input signals, as described in Dutch patent application 76.06953.

20 Indien hoge eisen worden gesteld, is het gebruikelijk de hydraulische funkties van een spuitgietmachine met behulp van procesregelsystemen te controleren. Daarbij wordt een continue vergelijking uitgevoerd tussen de nominale - of streefwaarde en de gemeten waarde. Via een opnemer voor gemeten waarden, bijv. een druk-25 opnemer wordt de werkelijke waarde van de regelgrootheid gemeten, met de streefwaarde vergeleken en via een stangorgaan toegewerkt naar het wegwerken van het verschil tussen streefwaarde en werkelijke waarde. Daarbij wordt met behulp van een zogenaamde s-ervoklep als stangorgaan gewaarborgd, dat druk- of snelheidsverloop overeen-30 komstig de ingestelde waarden wordt verwezenlijkt (tijdschrift "Plastverarbeiter”, band 9, 1978, blz. 1+75-^79).·If high demands are made, it is customary to check the hydraulic functions of an injection molding machine using process control systems. A continuous comparison is made between the nominal or target value and the measured value. Via a sensor for measured values, eg a pressure sensor, the actual value of the control variable is measured, compared with the target value and worked via a rod member to eliminate the difference between target value and actual value. With the aid of a so-called s-experience valve as rod member, it is ensured that pressure or speed development is realized in accordance with the set values (magazine "Plastverarbeiter", vol. 9, 1978, p. 1 + 75- ^ 79).

Uitgaande van de genoemde stand van de techniek beoogt de uitvinding een spuitgieteenheid van de in de aanhef beschreven soort, zodanig verder te ontwikkelen, dat voor het verlagen van de ver-35 vaardigingskosten, de essentiele hydraulische waarden zonder grote 800 2 0 59 » -2- * wijzigingen van de constructie , afhankelijk van de wensen van de afzonderlijke klanten, naar keuze bestuurbaar zijn, dus slechts tevoren instelbaar, dan wel, in het geval hoge eisen worden gesteld, volledig regelbaar, in welk geval bepaalde streefwaarden in-5 derdaad kunnen worden bereikt.On the basis of the said prior art, the invention aims to further develop an injection molding unit of the type described in the preamble, such that in order to reduce the manufacturing costs, the essential hydraulic values without large 800 2 0 59 »-2 - * changes to the construction, depending on the wishes of the individual customers, are optionally controllable, so only adjustable in advance, or, if high demands are made, fully adjustable, in which case certain target values may actually be are being reached.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding de druk en de hoeveelheid van het, de zuiger en cylindereenheid aandrijvende, hydraulische medium, naar keuze door proportionele kleppen voor druk en hoeveelheid instelbaar (proportionele klepbesturing) dan wel door 10 middel van een servoklep: regelbaar, waarbij de proportionele klep besturing van de zuiger van de zuiger en cylindereenheid tijdens . bedrjjf eenzijdig vanuit de zich aan de zuigerstangzijde bevindende cylinderruimte wordt belast en bij servoklepregeling een anders uitgevoerde zuiger is aangebracht, die tijdens bedrijf tweezijdig 15 kan worden belast en met een deel daarvan door een anders uitge voerd cylinderdeksel reikt, waarvan de diameter groter is dan de diameter van de busvormige zuigerstang.To this end, according to the invention, the pressure and the quantity of the hydraulic medium driving the piston and cylinder unit are optionally adjustable by means of proportional valves for pressure and quantity (proportional valve control) or by means of a servo valve: the proportional valve control of the piston of the piston and cylinder unit during. operation is loaded unilaterally from the cylinder space located on the piston rod side and a piston valve arrangement of a different design is provided during servo valve control, which can be loaded on both sides during operation and with part of it extends through a differently designed cylinder cover, the diameter of which is greater than the diameter of the sleeve-shaped piston rod.

Aldus is het mogelijk , dat het vervaardigingsprogramma wordt vereenvoudigd en daardoor de kosten worden verlaagd, immers 20 de beide, naar wens van de klant leverbare varianten van de spuit- gieteenheid zijn samengesteld uit dezelfde hasishouwstenen (plas-tificeercylinder, plastificeerworm, hydraulische cylinder, drager en dergelijke). Alleen de zuiger en het achterste cylinderdeksel van de, de inspuitslag uitvoerende zuiger en cylindereenheden zijn 25 in twee verschillende uitvoeringen nodig om de druk en de hoeveel heid van het hydraulische medium van de, de inspuitslag uitvoerende zuiger en cylindereenheden naar keuze met proportionele kleppen te sturen, dan wel met behulp van een servoklep te regelen.It is thus possible to simplify the production program and thereby reduce the costs, since the two variants of the injection molding unit, which can be supplied by the customer, are composed of the same hash building blocks (plasticizing cylinder, plasticizing worm, hydraulic cylinder, carrier. and such). Only the piston and the rear cylinder cover of the injection piston and cylinder units are required in two different configurations to control the pressure and amount of the hydraulic medium of the injection piston and cylinder units of choice with proportional valves or by using a servo valve.

Bij de uitvoering van de spuitgieteenheid volgens de 30 uitvinding kan deze ook naderhand naar keuze in de ene of de andere variant worden omgezet.In the embodiment of the injection molding unit according to the invention, it can also be subsequently optionally converted into one or the other variant.

Hadere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.Further embodiments of the invention are described in the subclaims.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing 35 naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de spuitgieteenheid worden beschreven.To clarify the invention, an exemplary embodiment of the injection molding unit will be described with reference to the drawing.

Figuur 1 toont de zonder servoklep gestuurde spuitgieteen- 80 0 2 0 59 i 4 -3- heid in bovenaanzicht met een hydraulisch schakelschema, ten dele in horizontale doorsnede; figuur 2 toont de met een servoklep gestuurde spuitgiet-eenheid, afgebeeld overeenkomstig figuur 1; 5 figuur 3 toont de draagbrug voor de plastificeercylinder van de spuitgieteenheid volgens figuur 2 op vergrote schaal; figuur b toont de draagbrug volgens figuur 3» gezien uit de richting B; figuur 5 toont de draagbrug volgens figuur 3, gezien uit 10 de richting C en figuur 6 toont het hydraulische systeem van de schematisch weergegeven spuitgieteenheid in de figuren 2-5,Figure 1 shows the injection molding unit without servo valve, 80 0 2 0 59 i 4 -3, in top view with a hydraulic circuit diagram, partly in horizontal section; Figure 2 shows the servo valve controlled injection molding unit shown in accordance with Figure 1; Fig. 3 shows the supporting bridge for the plasticizing cylinder of the injection molding unit according to Fig. 2 on an enlarged scale; figure b shows the supporting bridge according to figure 3 »seen from the direction B; figure 5 shows the supporting bridge according to figure 3, seen from the direction C and figure 6 shows the hydraulic system of the schematically shown injection molding unit in figures 2-5,

Volgens de tekening zijn de draagbrug 27' voor de plastificeercylinder 28 en de draagbrug 1 voor de plastificeerworm 23 15 op geleidingsliggers U verschuifbaar gelegerd. Aan de laatstgenoemde draagbrug is met behulp van een flénsverbinding een oliemotor 3 bevestigd. Het draaimoment van de motor 3 wordt via een overbren-gingsas 2k op de transportworm 23 overgedragen, welke as via koppeling 21 met de transportworm is verbonden. De centraal door de 20 draagbrug 1 reikende overbrengingsas 2k is in een centrale uitspa ring in de draagbrug roteerbaar gelegerd, welke draagbrug aan de voorzijde door een deksel 22 is afgesloten. Beide draagbruggen 27; 1 worden elk gevormd door een gietstuk, waarin de cylinders 27a, resp, 1a elk worden gevormd door boringen. De vast op de geleidingsliggers 25 b bevestigde zuigers 29 in de cylinders 27a vormen met deze cylinders zuiger- en cylindereenheden 27a, 29, welke erop zijn ingericht om de spuitgieteenheid als geheel op de spuit gietvorm te plaatsen, resp. daarvan af te nemen. Voor dit doel worden de cylinderruimten C, D via verzorgingsleidingen 30, 31 met persmedium gevuld. Γη het 30 uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 vormen de cylinders 1a. met de zuigers 25a zuiger- en cylindereenheden 1a, 25a, waarmee de draagbrug 1 en derhalve de plastificeerworm axiaal en ten opzichte van de plastificeercylinder 28 kan worden bewegen, derhalve het plastische materiaal in de spuitgietvorm kan worden gespoten. De zuiger-35 en cylindereenheden 1a, 25a, waar de geleidingsliggers k doorheen reiken, zijn aan de voorzijde door een cylinderdeksel 19 en aan de achterzijde door een cylinderdeksel 3^ afgesloten. De zuigers· 25a 800 2 0 59 -1+-According to the drawing, the supporting bridge 27 'for the plasticizing cylinder 28 and the supporting bridge 1 for the plasticizing worm 23 are slidably mounted on guide beams U. An oil motor 3 is attached to the latter supporting bridge by means of a flange connection. The torque of the motor 3 is transmitted via a transmission shaft 2k to the conveyor worm 23, which shaft is connected to the conveyor worm via coupling 21. The transmission shaft 2k centrally extending through the supporting bridge 1 is rotatably mounted in a central recess in the supporting bridge, which supporting bridge is closed at the front by a cover 22. Both support bridges 27; 1 are each formed by a casting, in which the cylinders 27a and 1a are each formed by bores. The pistons 29 fixed on the guide beams 25b in the cylinders 27a form piston and cylinder units 27a, 29 with these cylinders, which are arranged to place the injection molding unit as a whole on the injection mold, respectively. to take from it. For this purpose, the cylinder spaces C, D are filled with press medium via supply lines 30, 31. In the exemplary embodiment according to Figure 1, the cylinders 1a form. with the pistons 25a piston and cylinder units 1a, 25a, with which the supporting bridge 1 and therefore the plasticizing worm can be moved axially and with respect to the plasticizing cylinder 28, thus the plastic material can be injected into the injection mold. The piston 35 and cylinder units 1a, 25a, through which the guide beams k extend, are closed at the front by a cylinder cover 19 and at the rear by a cylinder cover 31. The pistons · 25a 800 2 0 59 -1 + -

Aa

zijn met de busvormige zuigerstangen 20 verbonden door schroefdraad, waarbij een inwendige schroefdraad van de zuiger 25a in een buitenschroefdraad van de zuigerstangen 20 grijpt. De busvormige zuigerstangen 20 omsluiten de geleidingsligger h coaxiaal, reiken door 5 de voorste cylinderdeksels 19 en zijn met behulp van eindflenzen 20a aan de draagbrug 27 voor de plastificeercylinder 28 bevestigd. Daarbij dienen deze busvormige zuigerstangen 20 met hun eindflenzen 20a als achterste cylinderdeksel voor de cylinders 27a. Bij het vullen van de cylinderuimten A van de cylinders 1a, wordt de draag-10 brug 1 in de richting van de plastificeercylinder 28 verschoven.are connected to the sleeve-shaped piston rods 20 by thread, an internal thread of the piston 25a engaging an outer thread of the piston rods 20. The sleeve-shaped piston rods 20 enclose the guide beam h coaxially, extend through the front cylinder covers 19 and are attached to the support bridge 27 for the plasticizing cylinder 28 by means of end flanges 20a. These can-shaped piston rods 20 with their end flanges 20a serve as the rear cylinder cover for the cylinders 27a. When filling the cylinder spaces A of the cylinders 1a, the carrying bridge 1 is shifted in the direction of the plasticizing cylinder 28.

Daarbij glijdt de draagbrug 1 met de achterste cylinderdeksels 31* op de geleidingsdragers 1+ en met de voorste cylinderdeksels 19 op de buitenste mantelflanken van de busvormige zuigerstangen 20. Door de relatieve beweging tussen de plastificeerworm 23 en de plas-15 tificeercylinder 28 wordt het plastische kunststofmateriaal, dat zich tevoren voor de plastificeerworm 23 in de plastificeercylinder heeft verzameld, door de axiale slag van de plastificeerworm 23 in de spuitgietvorm ingespoten. Druk en hoeveelheid van de bij de inspuitslag in de cylinderkamers A instromende hydraulische medium 20 worden door de proportionele kleppen 1+2 (voor druk) en 1+3 (voor hoeveelheid) gestuurd (zie hydraulische schakelschema in figuur 1). Daarbij wordt de regelpomp 37 door de motor 36 aangedreven. De proportionele klep 1+3 met stuurmagneet l+3a bevindt zich in de naar de kamer A van de cylinder 1a lopende hoöfdleiding 52, waarin zich 25 een meerwegafsluiter 38 bevindt (in de tekening bevinden de kleppen 1+3, 38, 7 zich in de nulstand). Een stuurterugloopleiding 59 , 60 is van de hoofdleiding 52 afgetakt en strekt zich uit naar de regelpomp 37, om deze voor het compenseren van wrijvings- en lekverliezen bij te regelen. In deze stuur-retourleiding is een instelbare regel-30 poort 1+9 opgenomen. In een naar de tank 25 verlopende aftakleiding 61 van de retourstuurleiding 59, 60 is de proportionele klep 1+2 voor de druk met een stuurmagneet l+2a opgenomen, met behulp waarvan de regelpomp 37 bestuurbaar is. Daarbij liggen de stuurmagneten l+3a en l+2a elk in een regelcircuit, via welke een van de nominale 35 waarde afwijkende instelling van de proportionele kleppen 1+3, 1+2 naar de nominale waarde kunnen worden teruggebracht.The supporting bridge 1 thereby slides with the rear cylinder covers 31 * on the guide carriers 1+ and with the front cylinder covers 19 on the outer casing flanks of the sleeve-shaped piston rods 20. The relative movement between the plasticizing worm 23 and the plasticizing cylinder 28 makes the plastic plastic material which has previously accumulated for the plasticizing worm 23 in the plasticizing cylinder, is injected into the injection mold through the axial stroke of the plasticizing worm 23. Pressure and quantity of the hydraulic medium 20 flowing into the cylinder chambers A during the injection stroke are controlled by the proportional valves 1 + 2 (for pressure) and 1 + 3 (for quantity) (see hydraulic circuit diagram in figure 1). The control pump 37 is thereby driven by the motor 36. The proportional valve 1 + 3 with control magnet 1 + 3a is located in the main pipe 52 leading to the chamber A of the cylinder 1a, in which there is a multi-way valve 38 (in the drawing valves 1 + 3, 38, 7 are located in the zero position). A control return line 59, 60 is branched from the main line 52 and extends to the control pump 37 to adjust it to compensate for friction and leakage losses. An adjustable control 30 port 1 + 9 is included in this control return line. A branch pipe 61 of the return control line 59, 60 extending to the tank 25 contains the proportional valve 1 + 2 for the pressure with a control magnet 1 + 2a, by means of which the control pump 37 can be controlled. The control magnets l + 3a and l + 2a each lie in a control circuit, via which a setting of the proportional valves 1 + 3, 1 + 2 deviating from the nominal value can be returned to the nominal value.

In een de hoofdleiding 52 met de aftakleiding Ö1 naar de 800 2 0 59 -5- * -> tank 55 verbindende verbindingsleiding 62 is een drukbegrenzings-klep 41 aangebracht. Vanaf de meervegaf sluiter 38 lopen verbindings-leidingen 5Tvia flexibele buisdelen 5^ naar de cylinderkamers A van de cylinder 1a. Tijdens de inspuitslag worden de kamers A bij 5 4e over-reenkomstige stand van de meerwegafsluiter 38 met persmedium gevuld. In de daarop'volgende fase van de voorplastificering van bet materiaal-in de plastificeercylinder wijkt de plastificeervorm 23 en daardoor de draagbrug onder invloed van de stuwdruk van bet plastificerende materiaal, achterwaarts uit. Daarbij wordt bet in 10 de cylinderruimten A aanwezige persmedium verdrongen en wel via de langs de proportionele stuwdrukklep Uo met stuurmagneet UOa naar de tank 55 verlopende verbindingsleiding 57, 63. De proportionele stuwdrukklep Uo werkt samen met de smoorklep 39 die de gewenste stuwdruk bepaalt. In deze fase van de verdringing van bet persmedium 15 uit de kamers A wordt persmedium in de zich vergrotende kamers B ingezogen. Daarbij bereikt dit persmedium uit de tank 55 via de tankleiding 53, de kortsluitleiding 67 met terugslagklep 66 en de leiding 57, de aansluitingen 15a. Bij de variant voor servoklepbe-sturing volgens de figuren 2-6 worden in plaats van de bovenbeschre-20 ven zuigers 25a en de bijbehorende cylinderdeksels 3^·, anders uitgevoerde zuigers 125 en anders uitgevoerde achterste cylinderdeksels 35 toegepast. Een ombouw van de variant volgens figuur 1 in de . variant volgens de. figuren 2-6 kan als volgt worden uitgevoerd:A pressure-limiting valve 41 is arranged in a connecting line 62 connecting the main line 52 with the branch line Ö1 to the 800 55. Connecting lines 5T run from flexible pipe sections 5 sluit from the multiple sweep shutter 38 to the cylinder chambers A of the cylinder 1a. During the injection stroke, the chambers A are filled with press medium at the 4th corresponding position of the multi-way valve 38. In the subsequent phase of the pre-plasticization of the material in the plasticizing cylinder, the plasticizing mold 23 and thereby the supporting bridge deflects backwards under the influence of the pressure of the plasticizing material. The pressurized medium present in the cylinder spaces A is displaced, namely via the connecting line 57, 63 running along the proportional thrust valve Uo with control magnet UOa to the tank 55. The proportional thrust valve Uo cooperates with the throttle valve 39 which determines the desired thrust pressure. In this phase of the displacement of the press medium 15 from the chambers A, the press medium is drawn into the enlarging chambers B. Thereby, this press medium from the tank 55, via the tank line 53, the short-circuit line 67 with non-return valve 66 and the line 57, reaches the connections 15a. In the variant for servo valve control according to Figures 2-6, instead of the above-described pistons 25a and the associated cylinder covers 3, differently shaped pistons 125 and differently designed rear cylinder covers 35 are used. A conversion of the variant according to figure 1 into the. variant according to the. Figures 2-6 can be done as follows:

De achterste cylinderdeksels 3^· (figuur 1) worden van de draag-25 brug 1 weggenomen. Vervolgens worden de met de busvormige zuiger- stangen 20 door schroefdraad verbonden zuigers 25a van deze zuiger-stangen afgeschroefd. Daarna worden de anders uitgevoerde zuigers 125» 125a met behulp van inwendige schroefdraad, welke overeenkomt met de inwendige schroefdraad van de zuiger 25a, op de zuigerstan-30 gen 20 geschroefd. Dan worden de anders uitgevoerde cylinderdeksels 35 op de cylinderdeksels 1a geplaatst, waarbij door de cylinderdeksels 35 telkens een deel 125a van de zuigers 125 reikt, waarvan de diameter groter is dan de diameter van de busvormige zuigerstang 20. Tijdens bedrijf worden de zuigers- 25a slechts eenzijdig uit de 35 cylinderruimten A van de cylinders 1a belast. Daarentegen worden de zuigers 125 voor de servoklepregeling tijdens bedrijf aan beide zijden, d.w.z. uit de cylinderruimten A en B belast. De beide va- 800 2 0 59 -6- rianten van de zuigers 25; 125 zijn differentiaalzuigers, d.w.z. zuigers, waarvan, de belastbare voorste en achterste vlakken verschillende afmetingen hebben. Bij zuigers 25a is het tijdens bedrijf niet belasteachterste zuigervlak echter groter dan het be-5 laste voorste zuigervlak. Bij de zuiger 125 is dit omgekeerd. Bovendien is het verschil tussen het achterste en het voorste vlak niet zo groot als bij de zuiger 25a. Bij· de zuiger 125 wordt de axiale krachtvector tijdens de inspuitslag op bekende wijze verkregen door het verschil van de aan de achterzijde en aan de voor-10 zijde op de zuiger 125 inwerkende krachten. Bij servoklepregeling is de draagbrug 1 aan de achterzijde via het cylinderdeksel 35 op het buitenste mantelvlak van het zuigerdeel 125a geleid. Aan de voorzijde is de draagbrug 1 in alle gevallen via het voorste cy-linderdeksel 19 op het mantelvlak van de busvormige zuigerstangen 15 20 geleid gedurende het uitvoeren van de inspuitslag. Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 2 en 6 is de servoklepbesturing als volgt opgebouwd: door de aandrijfmotor 36 wordt een pomp 1+6 voor het opwekken van een constante druk voor de besturing van de fluidumversterker 8 van de servoklep 7 en ook een regelpomp 37a 20 aangedreven. Vanaf de regelpomp 37 loopt een drukleiding 11+ naar de servoklep 7» welke via verbindings lei dingen 58A en 58B met de cy-linderruimten A en B van de cylinder 1a in verbinding staat. Daarbij is een drukopnemer 11 voor de cylinderruimten A en een drukop- , nemer 12 voor de cylinderruimten B aangebracht. Onder fluidumver-25 sterker 8 wordt in dit verband de elektronische-hydraulische regel kring van de servoklep 7 verstaan, uitgerust met een elektrische aansluiting 8a. Hierop behoeft niet nader te worden ingegaan omdat het hier gaat om een op zichzelf bekende techniek. De van de pomp 1+6 naar de fluidumverst erker 8 lopende leiding 1+7 met constante druk 30 loopt via een microfilter 9 die door een verschildrukschakelaar 10 wordt gestuurd, waarbij de verschildrukschakelaar 10 in een aftakking kja van de leiding 1+7 ligt. Een retourleiding loopt van de servoklep 7 naar de tank 55. In een naar de tank 55 lopende aftakking 65 van de drukleiding 1l+ is een overdrukklep 56 opgenomen. De 35 in een naar de tank 55 lopende aftakking 61+ liggende overdrukklep 50 zorgt voor een constante druk in de drukleiding 1+7. De uit de eigenlijke servoklep 7 en een fluidumversterker 8 samengestelde 800 2 0 59The rear cylinder covers 3 (1) are removed from the support bridge 1. Then, the pistons 25a threadedly connected to the sleeve-shaped piston rods 20 are unscrewed from these piston rods. Thereafter, the pistons 125, 125a, which are designed differently, are screwed onto the piston rods 20 by means of an internal screw thread corresponding to the internal screw thread of the piston 25a. Then the differently designed cylinder covers 35 are placed on the cylinder covers 1a, whereby a part 125a of the pistons 125, the diameter of which is greater than the diameter of the sleeve-shaped piston rod 20, extends through the cylinder covers 35 in each case. loaded unilaterally from the 35 cylinder spaces A of the cylinders 1a. In contrast, the servo valve control pistons 125 are loaded on both sides, i.e. from the cylinder spaces A and B, during operation. The two variants of the pistons 25; 125 are differential pistons, i.e. pistons, of which, the loadable front and rear faces are of different sizes. In pistons 25a, however, the non-loaded rear piston surface during operation is larger than the loaded front piston surface. This is reversed with the piston 125. Moreover, the difference between the rear and the front face is not as great as with the piston 25a. At the piston 125, the axial force vector during the injection stroke is obtained in a known manner by the difference of the forces acting on the piston 125 at the rear and at the front. In servo valve control, the supporting bridge 1 is guided at the rear via the cylinder cover 35 on the outer jacket surface of the piston part 125a. In all cases, the supporting bridge 1 is guided on the front surface of the sleeve-shaped piston rods 20 via the front cylinder cover 19 during the injection stroke. As shown in particular from Figures 2 and 6, the servo valve control is constructed as follows: the drive motor 36 produces a pump 1 + 6 for generating a constant pressure for controlling the fluid amplifier 8 of the servo valve 7 and also a control pump 37a 20 powered. A pressure line 11+ runs from the control pump 37 to the servo valve 7, which is connected to the cylinder spaces A and B of the cylinder 1a via connecting lines 58A and 58B. A pressure transducer 11 for the cylinder spaces A and a pressure transducer 12 for the cylinder spaces B are provided. In this connection, fluid amplifier 8 is understood to mean the electronic-hydraulic control circuit of the servo valve 7, equipped with an electrical connection 8a. It is not necessary to go into this further, because this is a technique known per se. The line 1 + 7 with constant pressure 30 running from the pump 1 + 6 to the fluid amplifier 8 passes through a microfilter 9 which is controlled by a differential pressure switch 10, the differential pressure switch 10 being in a branch line from the line 1 + 7. A return line extends from the servo valve 7 to the tank 55. A pressure valve 56 is accommodated in a branch 65 of the pressure line 11 + which extends to the tank 55. The pressure relief valve 50 lying in a branch 61+ running to the tank 55 ensures a constant pressure in the pressure line 1 + 7. The 800 2 0 59 assembled from the actual servo valve 7 and a fluid amplifier 8

NN

-7- servoklep is uitgerust met een verdeelblok 6, een microfilter 9 met verschildrukschakelaar 10 en drukopnemers 11, 12. De genoemde elementen vormen samen een star aggregaat, dat in het hierna volgende als servoklepaggregaat 26 wordt aangeduid. Dit servoklepaggre-^ gaat is losneembaar opzij tegen de draagbrug 1 bevestigd, zoals in het bijzonder.blijkt uit de figuren 2-5. Bij servoklepbesturing geschiedt het inspuiten van de kunststof afhankelijk van een rekeneenheid, bijv. een digitale rekeneenheid, die met behulp van de drukopnemers 11, 12 afwijkingen van de nominale waarde in de beide ^ cylinderruimten A en B van de cylinder 1a, echter ook andere afwij kingen continu corrigeert.The servo valve is equipped with a manifold 6, a microfilter 9 with differential pressure switch 10 and pressure sensors 11, 12. The said elements together form a rigid aggregate, hereinafter referred to as servo valve aggregate 26. This servo valve assembly is detachably mounted laterally against the supporting bridge 1, as is apparent in particular from Figures 2-5. With servo valve control, the injection of the plastic takes place depending on a calculation unit, eg a digital calculation unit, which, with the aid of the pressure sensors 11, 12, deviations from the nominal value in the two cylinder spaces A and B of the cylinder 1a, but also other variations. continuously correct.

De bij proportionele klepbesturing naar de cylinderkamers A en B van de cylinder 1a verlopende hydraulische leidingen 5^, 57 zijn met behulp van holle schroeven lUa, 15a op de aangrenzende cylinders 1a aangesloten. Bij servoklepbesturing zijn de druklei-ding ih en de retóurleiding 15 met behulp van dezelfde holle schroeven lUa, 15a op het verdeelblok 6 van het servoklepaggregaat 2ê aangesloten. Daarbij staan het geval van proportionele klepbesturing de holle schroeven 1^a, 15a in schroefdraadaangrijping met de 20 . . . . ....The hydraulic lines 5, 57 extending with proportional valve control to the cylinder chambers A and B of the cylinder 1a are connected to the adjacent cylinders 1a by means of hollow screws 11a, 15a. With servo valve control, the pressure line ih and the return line 15 are connected to the manifold 6 of the servo valve set 2ê by means of the same hollow screws 11a, 15a. In the case of proportional valve control, the hollow screws 1 ^ a, 15a are in threaded engagement with the 20. . . . ....

cylinder 1a en bij servoklepbesturing m schroefdraadingnjpmg met het verdeelblok 6.cylinder 1a and with servo valve control m screw thread njpmg with the manifold 6.

Zoals uit de figuren 3-^ blijkt is het verdeelblok 6 met de overige elementen van het servoklepaggregaat 26 tegen een plat zijvlak van de draagbrug 1 losneembaar bevestigd. De schuif-as van de servoklep loopt bij horizontale spuitgieteenheid vertikaal. De drukopnemers zijn daarbij in een vertikaal vlak aan de achterzijde van het verdeelblok aangebracht. De beide cylinderruimten A en B communiceren elk via einddelen van de leidingen 5δΑ, 5ÖB met elkaar, welke delen zich uitstrekken in gietribben 16, 17 van deAs can be seen from FIGS. The sliding axis of the servo valve runs vertically with horizontal injection molding unit. The pressure transducers are arranged in a vertical plane at the rear of the manifold. The two cylinder spaces A and B each communicate with each other via end parts of the lines 5δΑ, 5ÖB, which parts extend in casting ribs 16, 17 of the

OQOQ

draagbrug 1, (figuur 10.support bridge 1, (figure 10.

Een meetinrichting U8 voor afgelegde weg meet de relatieve beweging tussen de beide draagbruggen 27, 1 als basis voor de besturing van de inspuitslag van de plastificeerworm.A distance measuring device U8 measures the relative movement between the two supporting bridges 27, 1 as a basis for controlling the injection stroke of the plasticizing worm.

35 800 2 0 5935 800 2 0 59

Claims

1. Injection molding unit for filling an injection mold with plastic plastics material, provided with at least one piston and 5 cylinder unit (25a), carrying the axial injection stroke of the plasticizing worm, through which a guide beam (¼) extends, the unit of which the cylinder (25a) is formed by the plastic bridge worm support bridge (1), the piston (25a) of which is connected releasably to a sleeve-shaped piston rod (20) extending through the front cylinder cover, which cover is attached to a the support bridge 10 (27) for the plasticizing cylinder (28) is attached, the cylinder (1a) being guided via its rear cylinder cover (3 ^ 1) on the guide beams (U), characterized in that pressure and quantity of the piston and cylinder unit (25a, 1a.) or (125, 1a) actuating hydraulic medium can be selected by means of proportional valves (k2, ^ 3) for pressure and quantity (proportional valve control) or by a servo valve (7 , 8) are adjustable and that at p proportional valve control the piston (25a) of the piston and cylinder unit (25a, 1a) is loaded on one side during operation from the cylinder space (A) located on the piston rod side, and a differently designed piston (125) is used during servo-valve control, which operation on both sides is loaded and with a part (125a) by an otherwise designed cylinder cover (35). whose diameter is greater than the diameter of the husky piston rod (20). 25

Device according to claim 2, characterized in that two pressure sensors (11, 12) are arranged as receptors at the servo valve (7 »8), one (11) of which the respective pressure in the cylinder space (A) and the other continuously records the prevailing pressure in the cylinder space (B) of the cylinder (1a) for controlling pressure and quantity.

Apparatus according to claim 1 or 2, characterized in that the servo valve (7, 8) assembled from the actual servo valve (7) and a flux dumplifier (8) is provided with a distribution block (6), a microfilter (9) with differential pressure switch (10) and pressure sensors 35 (11, 12) and all this a rigid unit (servo valve unit 26). which is releasably attached to the cylinder (1a). 800 2 0 59 δ- -9-

Device according to claim 3, characterized in that it is equipped with two piston and cylinder units (125, 1a) and the two cylinders (1a) are formed by the support bridge (1) for the transport form, the servo valve assembly ( 26) is attached sideways 5 to the supporting bridge (1).

Device according to claim 3, or k, characterized in that, with proportional valve control, the hydraulic lines (5b, 57) running to the chambers (A and B) of the cylinder (1a) using hollow screws (14a, 15a) ) are connected to the cylinder (1a) and that in the case of servo valve control the pressure line (1b) and the return line (15) are connected to the manifold (6) of the servo valve set (26) using the same hollow screws. the first case the hollow screws are in threaded engagement with the cylinder (1a) and in the latter these hollow screws are in threaded engagement with the manifold (6).

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that with servo valve control the rear cylinder cover (35) of the cylinder (1a) and thereby the supporting bridge (1) on the outer jacket surface of the part (125a) of the piston (125) are guided in a sealing manner. 80 0 2 0 59