NL8001664A - Beschoeiing. - Google Patents

Description

ί i Ν/29.553-St/f.

Beschoeiing.

De uitvinding betreft een beschoeiing, bestaande uit op regelmatige afstanden van elkaar in de grond gedreven palen, die door zich aan de landzijde telkens achter een aantal palen horizontaal uitstrekkende beschoeiings-5 elementen zijn verbonden.

Het is bekend om voor een lichte oeverbescherming, ook wel betuining genoemd, van bijvoorbeeld vijvers, recreatie-eilanden, sloten e.d., beschoeiingen van de bovenbedoelde soort toe te passen, waarbij de genoemde beschoei-10 ingselementen bestaan uit tegen de palen genagelde houten planken of uit een vlechtwerk van schilhoutstroken. Dergelijke houten beschoeiingen vragen echter veel onderhoud, terwijl ook bij toepassing van relatief kostbaar hardhout rot op den duur niet te voorkomen is. Het aanbrengen van 15 dergelijke houten beschoeiingen is voorts relatief bewerkelijk. Het is voorts ook bekend om als beschoeiingselementen platen van asbestcement toe te passen. Afgezien van aan de verwerking van asbest verbonden gevaren voor de gezondheid, hebben dergelijke asbestcementplaten het nadeel, dat zij 20 zeer bros en moeilijk spijkerbaar zijn en daardoor zowel bij het aanbrengen als tijdens het gebruik gemakkelijk worden beschadigd.

De uitvinding beoogt een lichte beschoeiing of betuining van de in de aanhef genoemde soort te verschaf-25 fen, die goedkoop ter beschikking kan worden gesteld, rot-vrij is en gemakkelijk kan worden aangebracht, waarbij een aanpassing aan verschillende hoogten en aan een gebogen of hoekig verlopende oeverlijn eenvoudig mogelijk is.

De beschoeiing volgens de uitvinding heeft 30 het kenmerk, dat de de palen verbindende horizontale beschoeiingselementen bestaan uit dunne platen van met glasvezels gewapend beton, in welke platen op regelmatige afstanden van elkaar om de palen passende, vertikale goot-vormige verdiepingen zijn gevormd, waarmee de platen om de 35 palen grijpen.

De beschoeiingsplaten kunnen zijn vervaardigd uit een glasvezel-cementsamenstelling als beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 76.03736 en bestaande uit 90-98% 80 0 f δ 64 -2- I * cement en 10-2% glasvezels ter lengte van bijvoorbeeld 12-50 mm, die gelijkmatig met het cement zijn vermengd, waarbij nog geschikte vulstoffen kunnen zijn toegevoegd. Dergelijke platen kunnen met een kleine dikte van bijvoorbeeld 10 mm worden 5 vervaardigd en hebben niettemin een relatief grote sterkte en zijn goed spijkerbaar en zaagbaar, terwijl zij door hun licht gewicht ook gemakkelijk hanteerbaar zijn. Bij het aanbrengen van de beschoeiing kunnen bij voorkeur eerst de palen op de juiste afstand van elkaar ingedreven worden, waarna de be-10 schoeiingsplaten eenvoudig met hun verdiepingen om de palen grijpend achter de palen worden geplaatst, waarbij desgewenst de platen nog over een kleine afstand in de grond kunnen worden gedrukt. Na aanvulling van de grond achter de aldus geplaatste beschoeiingsplaten worden deze door de gronddruk 15 tegen de palen aangedrukt en door de in de verdiepingen passende palen tegen verschuiving vastgehouden. Desgewenst kunnen echter de platen bovendien nog aan de palen worden vastgespijkerd om bijvoorbeeld verzakking te voorkomen.

Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoe-20 ringsvorm van de uitvinding is aan elk uiteinde van de be-schoeiingsplaat een gootvormige verdieping gevormd, waarvan de ëne een grotere afmeting heeft dan de andere en om deze laatste past. Bij voorkeur worden ronde palen toegepast, in welk geval het gunstig is als de eindverdieping van grotere 25 afmeting resp. diameter zich in profiel over een kleinere hoeklengte uitstrekt dan de daarin passende andere eindverdieping. De beschoeiingsplaten kunnen aldus met geringe overlapping op elkaar aansluiten, doordat de eindverdiepingen van twee aan elkaar grenzende platen om dezelfde paal en om 30 elkaar kunnen grijpen. Daarbij wordt bij deze aansluit-plaats een soort scharnierverbinding om de betrokken paal gevormd, zodat de beide beschoeiingsplaten onder een hoek met elkaar kunnen worden geplaatst als de oeverlijn gebogen verloopt of bijvoorbeeld een rechte hoek moet worden 35 gevormd.

Voor de palen zal men in het algemeen palen uit een rotvrij materiaal gebruiken, zoals bijvoorbeeld beton-palen of in de handel verkrijgbare spijkerbare palen, vervaardigd uit een mengsel van teruggewonnen rubber afkomstig van 40 oude autobanden of dergelijke en geschikte vulstoffenin het bij- 80 0 1 6 64 X 1 -3- zonder deze laatste palen zijn zeer duurzaam en kunnen gemakkelijk nauwkeurig met de gewenste diameter worden vervaardigd.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de beschoeiing volgens de uitvinding afgebeeld.

5 Fig. 1 is een bovenaanzicht van de beschoeiing; fig. 2 is een vertikale doorsnede van de beschoeiing; en fig. 3 is op grotere schaal een horizontale doorsnede van de verbinding tussen twee aan elkaar grenzende 10 beschoeiingsplaten.

De afgebeelde beschoeiing is samengesteld uit in het talud van een oever geslagen ronde-palen 1 en daarachter aan de landzijde geplaatste langwerpige beschoeiingsplaten 2.

15 De palen 1 zijn van rotvrij materiaal, zoals beton of het hiervoor genoemde uit afvalrubber gevormde materiaal. De palen 1 zijn op regelmatige afstanden van bijvoorbeeld 50 cm van elkaar geplaatst. De diameter van de palen 1 bedraagt bijvoorbeeld circa 60 - 75 mm.

20 De beschoeiingsplaten 2 zijn vervaardigd uit de hiervoor beschreven betonsamenstelling, bestaande uit een mengsel van cement, glasvezels en vulstoffen, zodanig, dat deze platen schokbestendig, spijkerbaar en zaagbaar zijn.

De platen 2 hebben een geringe dikte van bijvoorbeeld 10 mm, 25 terwijl hun lengte 150 cm bedraagt, zodanig, dat zij, zoals getekend, vier op afstanden van 50 cm geplaatste palen 1 kunnen overspannen. De hoogte van de platen 2 kan naar wens worden gekozen.

In de platen 2 zijn zich in vertikale richting 30 over de gehele hoogte van de plaat uitstrekkende gootvormige verdiepingen 3, 4 en 5 gevormd, die met hun middens op dezelfde afstanden (50 cm) van elkaar liggen als de ingedreven palen 1, waarbij de verdiepingen 3 en 5 aan de einden van de plaat 2 en de verdiepingen 4 daar tussenin in het lijf van 35 de plaat gevormd zijn. Tussen deze verdiepingen heeft de plaat een recht verloop.

De verdiepingen 3 en 4 hebben eenzelfde halfcirkelvormig profiel met een aan de diameter van de palen 1 aangepaste straal, zodat zij deze palen passend kunnen opne-40 men. De eindverdieping 5 heeft een cirkelboogvormig profiel 800 1 6 64 -4- i ' * met een booglengte van circa 135° en een straal, die iets groter is dan de uitwendige straal van de verdiepingen 3 en 4, zodanig, dat de verdieping 5 van een plaat 2 om de eindver-dieping 3 van een naastliggende plaat kan grijpen. Zoals in 5 fig. 3 is te zien, kunnen twee op elkaar aansluitende be-schoeiingsplaten 2 aldus met hun eindverdiepingen 3 en 5 om een zelfde paal 1 worden geplaatst, waarbij de beide platen 2 behalve in hetzelfde vertikale vlak ook onder een grotere of kleinere hoek ten opzichte van elkaar kunnen worden ge-10 plaatst als het verloop van de oeverlijn dat vraagt.

In het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 1 is aangegeven, dat de beschoeiingsplaten 2 ook onder inspringende of uitspringende rechte hoeken aangebracht kunnen worden, waarbij ingeval .van een uitspringende hoek de wand van de 15 eindverdieping 5 van de betrokken plaat 2 tot een booglengte van 90° kan worden afgezaagd, zoals bij 5' is aangeduid.

Voorts is aangegeven, dat zonodig ter aanpassing van de standaardlengte van de beschoeiingsplaten 2 aan de lengte van de te beschermen oever twee aan elkaar grenzende platen 2 op 20 zodanige lengten kunnen worden afgezaagd, dat zij met een overlapping 6 van rechte plaatdelen op elkaar aansluiten.

Bij het aanbrengen van de beschoeiing kan aldus tewerk worden gegaan, dat eventueel na het gedeeltelijk afgraven van de te beschermen oever, eerst een rij palen in 25 de grond wordt geslagen, waarbij ter bepaling van de juiste relatieve standen van deze palen bij het indrijven daarvan een beschoeiingsplaat 2 met zijn verdiepingen 3 en 4 als geleidingsmal kan worden gebruikt. Na het indrijven van de palen 1 worden de beschoeiingsplaten 2 eenvoudig achter deze 30 palen geplaatst en zonodig nog over enige afstand in de grond gedrukt. Tenslotte kan de ruimte achter de platen 2 met grond . worden aangestort, zoals in fig. 2 door 7 is aangegeven.

80 0 1 6 64

Claims (8)

1. Beschoeiing bestaande uit op regelmatige afstanden van elkaar in de grond gedreven palen, die door zich aan de landzijde telkens achter een aantal palen uitstrekkende horizontale beschoeiingselementen zijn verbon- 5 den, met het kenmerk, dat de de palen (1) verbindende horizontale beschoeiingselementen bestaan uit dunne platen (2) van met glasvezels gewapend beton, in welke platen op regelmatige afstanden van elkaar om de palen passende vertikale gootvormige verdiepingen (2,4) zijn 10 gevormd, waarmee de platen om de palen grijpen.

2. Beschoeiing volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat aan elk uiteinde van de beschoei-ingsplaat (2) een gootvormige verdieping (3 resp. 5) is gevormd, waarvan de éne (5) een grotere afmeting heeft dan 15 de andere (3) en om deze laatste past.

3. Beschoeiing volgens conclusie 1 of 2, waarbij de palen een rond profiel hebben, met het kenmerk, dat de om de palen grijpende verdiepingen althans bij benadering een half-cirkelvormig profiel hebben.

4. Beschoeiing volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de eindverdieping (5) van grotere afmeting resp. diameter zich in profiel over een kleinere hoeklengte uitstrekt dan de daarin passende andere eindverdieping (3) .

5. Beschoeiing volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dikte van de beschoeiingsplaten circa 10 mm bedraagt.

6. Beschoeiing volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de diameter van de palen 30 circa 60-75 mm bedraagt.

7. Beschoeiing volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de palen bestaan uit rotvrij spijkerbaar materiaal.

8. Losse beschoeiingsplaat voor een beschoei- 35 ing volgens één der conclusies 1-5. 800 1 6 64