NL8001574A - Verbrandingsgassysteem voor ruimteverwarmings- inrichtingen. - Google Patents

Description

N.O. 28.450

Sr

Verbrandingsgassysteem voor ruimteverwarmingsinrichtingen.

De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsgassysteem met een ingebouwde beveiliging voor toepassing in ruimteverwarmingsinrich-tingen5 in het bijzonder voor met vloeibaar gas gestookte ruimteverwarmingsinrichtingen in mobiele toepassing, zoals woonwagens en dergelij-5 ke.

Er zijn verbrandingsgassystemen voor met vloeibaar gas en andere energiedragers gestookte ruimteverwarmingsinrichtingen bekend die speciaal zijn bestemd voor mobiele toepassing en noodzakelijke beveili-gingsinrichtingen bezitten.

10 In het Duitse octrooischrift 1.225.364 is een verbrandingsgassysteem beschreven, waarbij de verbrandingsgassen in hetzelfde vlak, namelijk onder het plaatsingsvlak, worden afgevoerd, waarin de aanzuiging van de verbrandingslucht plaatsvindt. Onder ongunstige stromings-omstandigheden bestaat hier het gevaar, dat de verbrandingsgassen weer 15 met de verbrandingslucht worden aangezogen.

Het Duitse octrooischrift 2.312.975 beschrijft een verbrandingsgasgeleiding, die bestaat uit een eenvoudige buis en die voor het isoleren ten opzichte van de dakdoorvoer een korte isolatiebuis bezit. Bij een optredende stuw worden de verbrandingsgassen weer in de 20 verbrandingsruimte teruggeleid.

Alle bekende uitvoeringen hebben gemeen, dat de verbrandingsgassen bij het optreden van storingen in het verbrandingsgassysteem-of via de voor het beveiligen ingebouwde terugstroombeveiliging worden weggeleid of alnaargelang de stromingsomstandigheden weer in de verbrandingsruim-25 te terechtkomen.

Het doel van de uitvinding is een verbrandingsgassysteem te verschaffen, dat zowel een veilige toevoer van verse verbrandingslucht waarborgt alsook storingen in de eigenlijke verbrandingsruimte vermijdt.

30 De uitvinding beoogt derhalve een verbrandingsgassysteem te ver schaffen, dat zodanig is uitgevoerd, dat een beveiliging wordt verkregen, die het terugstromen van het verbrandingsgas in de verbrandingsruimte van de ruimteverwarmingsinrichting of in de te verwarmen ruimte verhindert.

35 Volgens de uitvinding wordt de verbrandingslucht onder de betref fende vloer van het te verwarmen object aangezogen en via een ontste-kings- en verbrandingsinrichting in de warmteuitwisselaar geleid.

8 0 0 1 5 74 f 2 *

Door geschikte verbrandingsgasombuigers worden de verhittingsgassen gelijkmatig verdeeld en via een verbrandingsgasverzamelkast in bet verbrandingsgassysteem ter verdere geleiding door de verbrandingsgasschoorsteen geleid.

5 Kenmerkend voor bet verbrandingsgassysteem is de toepassing van een dubbelwandige buisgeleiding, die is verbonden met een stuwbeveiliging.

De stuwbeveiliging bestaat uit een vormstuk, dat met zijn open zijde aan een zijwand van bet te verhitten object, bijvoorbeeld een carn-peerwagen, wordt bevestigd. De stuwbeveiliging is voorzien van geschik-10 te aanslultelementen, om de dubbelwandige buisgeleiding van bet verbrandingsgassysteem op te nemen.

Zoals in het volgende uitvoeringsvoorbeeld nader is beschreven, maakt het verbrandingsgassysteem volgens de uitvinding, dat de verbrandingsgassen bij optredende storingen, zoals ongunstige stromings- en 15 drukverhoudingen boven de verbrandingsgasuitlaat of verstopping van de verbrandingsgasuitlaat, met een zo groot mogelijke zekerheid via de stuwbeveiliging in de vrije atmosfeer naar buiten kunnen treden, zonder het verbrandingsproces in de ruimteverwarmingsinrichting negatief te beïnvloeden.

20 Onder normale bedrijfsomstandigheden en stromingsomstandigheden wordt via de stuwbeveiliging frisse lucht in de vrije dwarsdoorsnede van de dubbelwandige buisgeleiding aangezogen, die een afkoeling van de de verbrandingsgassen geleidende binnenste buis tot stand brengt en daardoor een te sterke verhitting van het verbrandingsgassysteem bij de 25 dakuitlaatplaats verhindert.

Bij nadelige beïnvloeding van de normale.bedrijfsomstandigheden en stromingsverhoudingen, bijvoorbeeld bij verstopping van de uitlaatope-ning van de schoorsteen of bij windinval direct in de uitlaatopening, worden de verbrandingsgassen niet via de eigenlijke verbrandingsgas-30 buis, dat wil zeggen de binnenste buis van de dubbelwandige buisgeleiding, in de terugloop daardoor via de noodzakelijke terugstroombeveili-ging afgevoerd, maar raken de terugdringende verbrandingsgassen in de vrije dwarsdoorsnede tussen de binnenste en buitenste buis waarbij deze via de stuwbeveiliging in de vrije atmosfeer worden afgevoerd. Daardoor 35 wordt verhinderd, dat de terugstroming via de terugstroombeveiliging moet worden geleid. Met toepassing van de stuwbeveiliging volgens de uitvinding wordt bereikt, dat de vlammen in de verbrandingsruimte niet doven, omdat de stromingsverhoudingen onder de stuwbeveiliging niet worden beïnvloed. Voorwaarde voor storingsvrij functioneren van het 40 verbrandingsgassysteem is, dat de binnenste buis onder de uitlaatopening van de verbrandingsgasschoorsteen eindigt.

800 1 5 74 5

Zeer goede resultaten worden verkregen bij een verhouding van * 1500 mm buislengte en een vrije dwarsdoorsnede van 2000 mm^.

De dubbelwandige buisgeleiding kan zowel uit stijve buis (plaat) alsook, alnaargelang de montage-omstandigheden, zijn uitgevoerd uit 5 buigzame buis (ommantelde slang).

De uitvinding zal thans nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de in-* richting volgens de uitvinding is weergegeven.

De warmteuitwisselaar 1 met een luchtaanzuigkanaal 11 en een niet 10 weergegeven verbrandingsinrichting is met de verbrandingsgasverzamel-kast 2 vast verbonden met de vloer 3 van het te verwarmen object. Een als stuwbeveiliging 4 aangeduid vormstuk is aan de zijde van zijn opening 41 vast verbonden met een buitenwand 5,

Via buisbochten 6 wordt de binnenste verbrandingsgasbuis 7 verbon-15 den met de verbrandingsgasverzamelkast 2.

Een buitenste beschermingsbuis 8 is verbonden met de stuwbeveiliging 4 en met de verbrandingsgasschoorsteen 9.

Een isolatiebuis 81 wordt onder de stuwbeveiliging 4 daarmee verbonden en brengt een warmteisolatie in de directe nabijheid van de ver-20 binding tussen de verbrandingsgasverzamelkast 2 en de stuwbeveiliging 4 tot stand.

De verbrandingsgassen komen van de verbrandingsgasverzamelkast 2 via de buisbochten 6 in de inwendige verbrandingsgasbuis 7 en vandaar . via de verbrandingsgasschoorsteen 9 en de openingen tussen de verbran-25 dingsgasschoorsteenafsluiting en de Meidinger-schijf 10 in de vrije atmosfeer.

Door de in normaal bedrijf heersende thermische verhoudingen wordt door de opening 41 van de stuwbeveiliging 4 verse lucht aangezogen, die via de tussen de binnenste verbrandingsgasbuis 7 en de buitenste be-30 schermingsbuis 8 gevormde vrije doorsnede weer in de vrije atmosfeer komt. Deze verse lucht maakt, dat de verbrandingsgassen voordat zij in de vrije atmosfeer naar buiten treden worden onderworpen aan een afkoeling, die een te sterke verhitting van het verbrandingsgassysteem, de plafondconstructie en de verbrandingsgasschoorsteen vermijdt.

35 Voor het geval dat de uitlaatopening van de verbrandingsgasschoor steen 9 verstopt is respectievelijk door druk wordt beinvloed, worden de uit de binnenste verbrandingsgasbuis 7 naar buiten tredende afvoer-gassen in de tegengestelde richting gedrukt en kunnen deze door de uit de tussen de binnenste verbrandingsgasbuis 7 en de buitenste bescher-40 mingsbuis 8 gevormde vrije dwarsdoorsnede via de opening 41 van de 80 0 1 5 74 4 stuwbeveiliging 4 in de vrije atmosfeer komen, waardoor een binnen-dringing van verbrandingsgassen in de te verhitte ruimte wordt verhinderd. De aansluitstomp van de stuwbeveiliging 4 voor de buitenste beschermingsbuis 8 en voor de isolatiebuis 81 kunnen alnaargelang de 5 inbouwomstandigheden tegenover elkaar liggend of onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.

Het als isolatiebuis 81 aangeduide buisstuk vangt de uit de buisbochten 6 en het verder niet aangeduide tussenstuk ontwijkende warmte op en leidt daardoor tot een verlaging van de temperatuur in de 10 installatieruimte van de verbrandingsgasgeleiding van ongeveer 10°C.

Bij toepassing van het verbrandingsgassysteem volgens de uitvinding treedt de terugstroombeveiliging 21 alleen maar in werking bij directe drukbeinvloeding van de uittreedopening bij de verbrandingsgasschoorsteen 9 en daardoor op de binnenste 15 verbrandingsgasbuis 7, waarmede de bedrijfszekerheid van de gehele verwarmingsinrichting aanzienlijk wordt verhoogd.

800 1 5 74

Claims (8)

1. Verbrandingsgassysteem voor ruimteverwarmingsinrichtingen, in het bijzonder voor met vloeibaar gas gestookte inrichtingen in mobiele toepassing, met het kenmerk, dat de 5 verbrandingsgasgeleiding uit een dubbelwandige buisgeleiding en een stuwbeveiliging is gevormd.

2. Verbrandingsgassysteem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de dubbelwandige buisgeleiding bestaat uit een ' binnenste verbrandingsgasbuis en een buitenste beschermingsbuis.

3. Verbrandingsgassysteem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de stuwbeveiliging bestaat uit een vormstuk met een open zijde en twee opneemstompen.

4. Verbrandingsgassysteem volgens conclusie 1 en 3, met het kenmerk, dat de opneemstompen van de stuwbeveiliging tegenover 15 elkaar liggen.

5. Verbrandingsgassysteem volgens conclusies 1, 3 en 4, m e t het kenmerk, dat de opneemstompen van de stuwbeveiliging onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.

6. Verbrandingsgassysteem volgens conclusies 1 en 2,met het 20 kenmerk, dat de dubbelwandige buisgeleiding is gevormd uit een binnenste verbrandingsgasbuis en een buitenste beschermingsbuis.

7. Verbrandingsgassysteem volgens conclusies 1, 2 en 6, m e t het kenmerk, dat de bovenrand van de binnenste verbrandingsgasbuis onder de uitlaatopening van de 25 verbrandingsgasschoorsteen eindigt.

8. Verbrandingsgassysteem volgens conclusies 1, 2, 6 en 7,met het kenmerk, dat de dubbelwandige buisgeleiding bestaat uit buigzame buis. 30 800 1 5 74