NL8001565A - Drankzetinrichting. - Google Patents

Description

%

V

Drankzetinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een drankzetinrichting en met name op de vervaardiging van een uit een aantal delen bestaand huis voor gebruik in een drankzetinrichting, waarin een betrekkelijk groot gewicht aanwezig is aan het voorste deel van een 5 vrij dragende kop van de drankzetinrichting.

In een bekende uitvoeringsvorm van een drankzetinrichting, zoals een koffiezetapparaat, is een kop vrijdragend aangebracht aan * het boveneinde van een omhoog staand achterdeel dat op zijn beurt wordt ondersteund op de achterzijde van een basis. Gewoonlijk zijn 10 de verschillende delen van het huis als één geheel uitgevoerd.

-Voorts is het bekend dat in een drankzetinrichting ver-warmingeorganer '.;:rden aangebracht, gewoonlijk in het achterste deel van het kop of in het omhoog staande deel, teneinde warm drankzet-water te verschaffen aan een drankfilterpatroon, dat verwijderbaar 15 is ondersteund aan de onderzijde van het vrij dragende voorste deel van de kop. In een verbeterde uitvoeringsvorm van een drankfilter-patroon bevat het verwarmingsorgaan een massief warmte-uitwissel-element, dat nagenoeg ogenblikkelijk het drankzetwater verwarmt daar dit wordt afgegeven door een toevoerinrichting voor koud water 20 en het water mede in een warmte-uitwisseling staat voor de afgifte aan de drankfilterpatroon. Dergelijke een ogenblikkelijke verwarming verschaffende elementen zijn betrekkelijk zwaar, en bevatten gewoonlijk een massieve metalen lichaam voor het op doelmatige wijze overbrengen van warmte van een daarbij behorend verwarmingselement iTaar 25 het drankzetwater dat met een gewenste snelheid stroomt en daarmede warmte uitwisselt. Wanneer het zware warmte-uitwisselelement is geplaatst aan de voorzijde van het omhoog staande deel in de vrij-dragende kop treedt een probleem op doordat dit gewicht samen met 800 1 5 65 * 2 f é» het gewicht van de drankfilterpatroon, die een aanzienlijke hoeveelheid drankzetwater daarin tijdelijk moet vasthouden bij het drank-zetten, een aanzienlijke spanning veroorzaakt op de verbinding tussen de kop en het boveneinde van het omhoog staande deel tussen het.

5 benedeneinde van het omhoog staande deel en de basis waar deze huisdelen afzonderlijke constructies bevatten.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen voor het onderling verbinden van de kop, het omhoog staande deel en de basis van een drankzetinrichting, zodanig dat een doelmatige positieve on* 10 dersteuning van de kop op de basis door middel van het omhoog staande deel wordt verschaft, ondanks het betrekkelijk zware gewicht dat wordt ondersteund door het voorste vrijdragende deel van de kop.

De verbinding tussen het benedeneinde van het achterste omhoog staande deel en het achterdeel van de basis kan tot stand 15 worden gebracht door middel van vier lagen van metalen wanddelen.

In de getoond uitvoeringsvorm bevatten de metalen wanddelen daarbij een benedenkanaal met L-doorsnede, de bovenwand van de basis een naar gekeerde flens op het benedeneinde van het omhoog staande deel, en een bovenkanaal met C-vormige doorsnede. Deze wanddelen kunnen 20 samen worden vastgezet door van schroefdraad voorziene bevestigings-organen en werken samen voor de vorming van een doelmatige verstijvende verbinding tussen het benedeneinde van het omhoog staande deel en de basis.

Het versterkingskanaal in de basis kan zich voorwaarts uit-25 strekken vanuit de verbinding met het omhoog staande deel, zodanig dat een grotere weerstand wordt verschaft tegen een hellen van het • omhoog staande deel vanuit de gewenste vertikale stand.

De verbinding van het boveneinde van het omhoog staande deel met het achterste einde van de kop kan gevormd worden door vier 30 wanddelen met een kanaal met C-doorsnede, in het bovendeel van het omhoog staande deel, een naar binnen gekeerde flens op het boveneinde van het omhoog staande deel, de bodemwand van de kop, en een bovenste kanaal met L-doorsnede in de kop. Deze metalen wanddelen kunnen samen worden vastgezet door van schroefdraad voorziene be-35 vestigingsorganen, zodanig dat een uit door vier delen gevormde metalen wand bestaande onderlinge verbinding tussen de kop en het om- » 800 1 5 65 ►ί 3 hoog staande deel wordt gevormd.

Het kanaal in de kop kan zich voorwaarts uitstrekken vanuit het achterste deel van de kop dat over het omhoog staande deel ligt, zodanig dat een grotere weerstand wordt verschaft tegen een beneden-5 waarts hellen van de kop ten opzichte van het omhoog staande deel ondanks de aanzienlijke kracht die daarop wordt uitgeoefend door het gewicht dat door het voorste deel van de kop wordt gedragen.

Het verbindingsorgaan in de huisconstructie volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en de constructie is zeer economisch, 10 terwijl nog een huisconstructie van zeer grote stijfheid wordt verschaft, zoals hierboven is uiteengezet.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont een perspectivisch achteraanzicht van een 15 drankzetinrichting met een huisconstructie volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont fragmentarisch een vertikale doorsnede, gezien volgens de pijlen II-II van fig. 3,

Fig. 3 toont fragmentarisch een vertikale doorsnede, gezien volgens de pijlen III-III van fig. 2.

20 Fig. 4 toont op grote schaal een fragmentarisch perspek- tivisch aanzicht van meer bijzonderheden van een van de verbindingen van de huisdelen.

In de tekening is de drankzetinrichting volgens de uitvinding met 10 aangegeven, de inrichting bevat een huis 11 met een 25 basis 12, een achterste omhoog staande deel 13, en een kop 14.

Zoals aangegeven in fig. 1 strekt het omhoog staande deel 13 zich vertikaal naar boven uit vanuit een achterste deel van de basis 12, en een achterste deel 16 van de kop 14 is vastgezet op het boveneinde 17 van het omhoog staande deel. Aldus is de kop 14 30 in voorwaartse richting vrijdragend vanuit het omhoog staande deel en ligt de kop over een voorste deel 18 van de basis 12. Het voorste deel 19 van de kop 14 kan een verwarmingsorgaan 20 bevatten. Voorts kan de bodemwand 21 voorzien zijn van een ondersteuning 22 voor het verwijderbaar ondersteunen van een drankfiltezpatroon 23 van ge-35 bruikelijke constructie.

Het verwarmingsorgaan 20 kan een betrekkelijk zware massa 80 0 1 5 65 4 van een warmte-uitwisselingsmateriaal, zoals een metaal, bevatten dat elektrisch kan worden verwarmd voor het op doelmatige wijze ogenblikkelijk verwarmen van koud drankzetwater dat daaraan wordt afgeleverd en waarbij het aldus verwarmde drankzetwater wordt toegevoerd 5 aan de rankfilterpatroon voor het zetten van een drank daarin. Het resultaat hiervan is dat het gewicht van het verwarmingsorgaan 20 en de drankfilterpatroon, samen met de drankzetvloeistof tijdelijk daarin wordt vastgehouden tijdens het drankzetten, een aanzienlijke kracht uitoefent op het voorste deel 19 van de kop 14 waardoor de 10 verbinding tussen de kop en het omhoog staande deel 13 en de verbinding tussen het omhoog staande deel 13 en de basis 12 inéén wordt gedraaid.

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterd orgaan voor het verstijven van de verbinding zodanig dat op doelmatige 15 wijze een dergelijk inééndraaien wordt weerstaan en de gewenste loodrechte stand tussen de basis, het omhoog staande deel en de kop, zoals getoond in fig. 1, wordt gehandhaafd.

De uitvinding omvat het' aanbrengen van een verbindings-orgaan 24 voor het verbinden van het benedeneinde van het omhoog 20 staande deel 13 met het achterste deel 15 van de basi^ .12, en het aanbrengen van een verbindingsorgaan 25 voor het verbinden van het boveneinde 17 van de ondersteuning 13 met het achterste deel 16 van de kop 14.

Zoals getoond bevat de basis 12 een holle constructie met 25 een bovenwand 26, een bodemwand 27, een linkerzijwand 28 en een rechter zijwand 29. Het benedeneinde 30 vormt naar binnen gekeerde flenzen 31 die zich respectievelijk vanuit de linker zijwand 32 en de rechter zijwand 33 daarvan uitstrekken. Zoals getoond in fig.

3 rusten de flenzen 31 op de bovenwand van de basis 12 aan de binnen-30 zijde van de zijwanden 28 en 29 van de basis.

Een paar eerste kanalen 34 zijn aangebracht in de basis voor het verstijven van de verbinding 24 daarin. Tn .meer bijzonderheden vormt elk kanaal 34 een benedenwaarts gericht been 35, een omgebogen horizontaal bovenbeen 36, en een omgebogen horizontaal 35 benedenbeen 36a. Zoals getoond is in fig. 3 staan de zich benedenwaarts uitstrekkende benen binnenwaarts op afstand van de zijwanden 80 0 1 5 65 'k 5 van de basis 12 en strekken deze benen zich benedenwaarts uit naar de bodemwand 27. De benen 34 kunnen zodanig zijn geplaatst dat zij in één vlak liggen met de zijwanden 32 en 33, zoals getoond is in fig. 3.

5 Het verbindingsorgaan 24 bevat verder een tweede kanaal 37 met C-doorsnede. De kanalen 37 vormen bochten 38 die rusten op de naar binnen gedraaide flenzen van het omhoog staande deel 13 en benen 39 die zich daarvanuit omhoog uitstrekken.

Van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen 40 zijn 10 aangebracht voor het vastzetten van de verbindingen 24 en kunnen, in meer bijzonderheden, zoals getoond is in fig. 3 schroeven bevatten die zich omhoog uitstrekken door de benen 36 van het kanaal 34, de bovenwand 26 van het achterste deel 15 van de basis, de flenzen 31 van het omhoog staande benedendeel 30, en bochten 38 van het 15 kanaal 37. Aldus worden de verbindingsorganen 24 op doelmatige wijze gevormd door de dikte van vier metalen wanden teneinde een stijve versterkte verbinding tussen de basis en het omhoog staande deel te verschaffen, waardoor het mogelijk is dat het huis en het omhoog staande deel uit een betrekkelijk dunne metalen plaat gevormd kunnen 20 worden, waarbij nog steeds een ineendraaien en vervormen daarvan wordt vermeden bij het optreden van aanzienlijke krachten die op het voorste einde van de vrijdragende kop tijdens normaal gebruik van de inrichting worden uitgeoefend.

Zoals blijkt uit fig. 1 kunnen de kanalen 34 zich voor-25 waarts vanuit het achterste deel 15 van de basis naar het voorste deel 18 daarvan uitstrekken zodanig dat een verdere verstijvende versterking van de verbinding van het omhoog staande deel 13 met de basis wordt verschaft,

De bovenste verbindingen 25 kunnen een eerste paar kanalen 30 41 bevatten die, zoals getoond in fig. 3, derde kanalen met C-door snede kunnen bevatten met een bocht 42 en op afstand geplaatste benen 43 die zich benedenwaarts vanuit de bocht uitstrekken, en waarbij de bocht 42 gelegen is tegenover en in aanraking is met een naar binnen gekeerde flens 44 aan het boveneinde van het omhoog staande 35 deel 17.

De bovenste verbindingen bevatten verder kanalen 45 met L- 800 1 5 65 o'’ 6 vormige doorsnede, welke kanalen een horizontaal been 46 hebben dat gelegen is over de bodemwand 21 van de kop 16. De kanalen 45 bevatten verder vertikale omhoog staande benen 47 die binnenwaarts van de zijwanden 48 en 49 van de kop op afstand zijn geplaatst.

5 Van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen 50 zijn aan gebracht voor het bevestigen van de bovenste verbindingen 25 en vormen, zoals in meer bijzonderheden is getoond in fig. 3, schroeven die zich benedenwaarts achtereenvolgens uitstrekken door de benen 46 van het bovenkanaal, de bodemwand 21 van de kop, de om-10 hoog staande naar binnen gekeerde flenzen 44, en de bocht 42 van het . kanaal 41. Het gevolg hiervan is dat de verbindingsorganen 25 gevormd worden door vier metalen wanddelen die stijf aan elkaar zijn bevestigd door de bevestigingsorganen 50 teneinde een stijve verstekte verbinding van het achterste deel 16 van de kop 14 met het 15 bovenste deel 17 van het omhoog staande deel 13 te verschaffen met het oog op het weerstaan van ineendraai- en vervormingskrachten, zoals die worden uitgeoefend door het gewicht aan het voorste deel 19 van de kop 14.

Zoals getoond is in fig. 1 kunnen de kanalen 45 zich voor-20 waarts vanuit het achterste deel 16 van de kop 14 naar het voorste deel 19 uitstrekken teneinde een verdere stijve versterking van de verbinding te verschaffen. Aldus kan de kop 14 vervaardigd zijn uit een betrekkelijk dunne metalen plaat zodat een grotere besparing en een gering gewicht van de drankzetinrichting wordt verkregen, 25 waarbij nog het verbeterde verbindingsorgaan 25 op doelmatige wijze een gehandhaafde loodrechte plaatsing tussen het omhoog staande deel 13 en de kop 14 waarborgt ondanks de aanzienlijke krachten die worden uitgeoefend op het vrij dragende voorste deel 19 daarvan.

In het kort samengevat bevat de drankzetinrichting ver-30 beterde ondersteunende verbindingen die zijn aangebracht tussen een basisdeel en het benedeneinde van een omhoog staand achterste deel van het huis en tussen het boveneinde van het omhoog staande achterste deel en een vrij dragend bovendeel van de kop van het huis.

De verbindingen zijn zodanig aangebracht dat een aantal lagen van 35 metalen wanddelen wordt verschaft die aan elkaar zijn bevestigd voor de vorming van verstijfde tusenverbindingen tussen de huisdelen die 800 1 5 65 'λ 7 met voordelen kunnen worden toegepast in drankzetinrichtingen, waarbij een betrekkelijk groot gewicht is aangebracht aan het voorste einde van de vrijdragende kop van het huis. De verbindingen kunnen een aantal kanalen bevatten, in het getoond uitvoeringsvoorbeeld 5 bevatten de kanalen zowel een C-doorsnede als een L-doorsnede. De kanalen en de onderling verbonden wanddelen van het huis kunnen aan elkaar worden vastgezet door van schroefdraad voorziene be-vestigingselementen teneinde de vervaardigingskosten van de inrichting te verlagen.

80 0 1 5 65

Claims (13)

1. Drankzetinridating, voorzien van een drankzetkop die een achterste deel en een voorste deel vormt en die een massief ogenblikkelijke warmte-overbrengende inrichting bevat voor het doelmatig verwarmen van koud voedingswater op de drankzettemperatuur, alsmede 5 organen voor het verwijderbaar ondersteunen van een drankfilter-patroon op de drankzetkop voor het opnemen van het verwarmde water voor het zetten van een drank daarin, gekenmerkt door organen voor het ondersteunen van de drankzetkop die bestaan uit een holle nagenoeg vlakke basis die een voorste deel en een achterste deel vormt 10 en die een bodemwand en een bovenwand heeft; een hol achterste omhoog staand deel met een benedeneinde dat naar binnen gekeerde flenzen vormt die op het achterste deel van de basis rusten en een boveneinde dat het achterste deel van de kop ondersteunt; een eerste paar kanalen met C-doorsnede in het achterste deel van de basis, 15 een op elke overstaande zijde van het achterste deel van de basis en elk voorzien van een gebogen benedenflens die de bodemwand van de basis raakt, en een gebogen bovenflens die de onderzijde van de bovenwand van de basis raakt, welke flensen van het paar kanalen zich naar elkaar toe uitstrekken; een tweede paar kanalen met C-20 doorsnede in het benedeneinde van het omhoog staande deel en die in opwaartse richting open zijn en waarvan er telkens één op de overstaande zijden daarvan is aangebracht en die gelegen zijn op de gebogen flenzen van het paar kanalen met L-doorsnede, waarbij de kanalen met C-doorsnede elk een bocht vormen die op de omhoog staande naar 25 binnen gebogen flenzen rust en waarbij een buitenste beendeel geplaatst is naast de aangrenzende zijde van het omhoog staande deel; en van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen die de flens van elk der eerste kanalen met C-doorsnede vastzetten op de bocht van het overliggende tweede kanaal met C-doorsnede door de bovenwand 30 van de basis, waarbij het paar tweede kanalen met C-doorsnede en omhoog staande naar binnen gebogen flenzen op doelmatige wijze zijn ondersteund op de bovenwand van de basis en de bovenwand van de basis is versterkt door het genoemde paar eerste kanalen met C-doorsnede, waarbij elk van de eerste kanalen met C-doorsnede, de bovenwand van 35 de basis, de tweede kanalen met C-doorsnede, en de omhoog staande 80 0 1 5 65 naar binnen gebogen flenzen een metalen wanddeel vormen waardoor de verbinding van het omhoog staande deel van de basis wordt gevormd door vier lagen van metalen wanddelen.

. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 5 paar eerste kanalen met C-doorsnede een voorste einde vormen dat gelegen is onder de warmte-overdrachtsinrichting.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat • het paar eerste kanalen met C-doorsnede een lengte heeft welke kleiner is dan die van de basis en een voorste einde vormt dat gele-10 gen is onder de warmte-overdrachtsinrichting.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de basis overstaande vertikale zijwanden vormt en dat het paar eerste kanalen met C-doorsnede aan de binnenzijde daarvan op afstand zijn geplaatst.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omhoog staande delen overstaande zijwanden vormen en dat het paar eerste kanalen met C-doorsnede vertikale delen vormen die in één vlak liggen met de omhoog staande zijwanden.

6. Drankzetinrichting voorzien van een drankzetkop die een 20 achterste deel en een voorste deel vormt, alsmede een bodemwand en die een massieve ogenblikkelijk werkzame warmte-overdrachtsinrichting heeft voor het op doelmatige wijze verwarmen van koud voedingswater op de drankzettemperatuur, alsmede organen voor het verwijderbaar ondersteunen van een drankfilterpatroon op de drankzetkop voor het 25 opnemen van het verwarmde water voor het zetten van een drank daarin, gekenmerkt door organen voor het ondersteunen van de drankzetkop en bestaande uit een holle vlakke basis die een voorste deel en een achterste deel vormt alsmede een bodemwand en een bovenwand; een hol achterste omhoog staand deel met een benedeneinde dat naar binnen ge-30 bogen flenzen vormt die op het achterste deel van de basis rusten en een boveneinde dat het achterste deel van de kop ondersteunt; een voorste paar kanalen met C-doorsnede in het achterste deel van de basis, telkens een op de overstaande zijden van het achterste deel van de basis en elk voorzien van een gebogen benedenflens die de 35 bodemwand van de basis raakt, en een gebogen bovenflens die de onderzijde van de bovenwand van de basis raakt, welke flenzen van het paar 800 1 5 65 t kanalen zich naar elkaar toe uitstrekken; een achterste paar kanalen met C-doorsnede in het omhoog staande benedeneinde en naar boven uitmondend, waarbij telkens een op de overstaande zijde daarvan is gelegen over de gebogen flenzen van het paar voorste kanalen met C-5 doorsnede, waarbij de tweede kanalen met C-doorsnede elk een bocht vormen die op de omhoog staande naar binnen gebogen flenzen rust en waarbij een buitenste beendeel geplaatst is naast de aangrenzende zijde van het omhoog staande deel;een paar kanalen met L-doorsnede in het achterste deel van de kop, telkens één op overstaande zijden 10 daarvan; een derde paar kanalen met C-doorsnede die gelegen zijn onder de bodemwand van de kop; en van schroefdraad voorziene bevesti-gingsorganen voor het bevestigen van het paar kanalen met L-doorsnede en het derde paar kanalen met C-doorsnede op het omhoog staande boveneinde door de bodemwand van de kop.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het paar kanalen met L-doorsnede omhoog staande beendelen hebben die aan de binnenzijde van de overstaande zijden van de kop op afstand zijn geplaatst.

8. Inrichting volgens'conclusie 6, met het kenmerk, dat het 20 paar kanalen met L-doorsnede zich gedeeltelijk in het voorste deel van de kop uitstrekken.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het paar kanalen met L-doorsnede een lengte hebben die gelijk is aan die van het eerste paar kanalen met C-doorsnede.

10. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk van de tweede en derde kanalen een achterste einde vormen, geplaatst in een gemeenschappelijk vertikaal vlak.

11. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk van de tweede en derde kanalen een achterste einde vormt, ge- 30 plaatst in een gemeenschappelijk vertikaal vlak, dat bepaald wordt door een achterwand van het genoemde omhoog staande deel.

12. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het omhoog staande deel naar binnen gebogen flenzen aan de bovenzijde daarvan vormt, welke naar binnen gebogen flenzen geplaatst zijn tussen 35 het derde paar kanalen met C-doorsnede en de genoemde bodemwand van de kop, waarbij elk paar kanalen met L-doorsnede, het cp afstand 800 1 5 65 geplaatste paar kanalen met C-doorsnede, de bodemwand van de kop, en de naar binnen gebogen flenzen een vertikaal wanddeel vormen, waardoor de verbinding van de kop met het omhoog staande deel wordt gevormd door vier lagen van metalen wanddelen.

13. Drankzetinrichting in hoofdzaak zoals aangegeven in de beschrijving en/of afgeheeld in de tekening. 80 0 1 5 65