NL8001388A - Zadel voor een rijwiel of een soortgelijk voertuig. - Google Patents

Description

*

Zadel voor een riwiel. of eep_ soortgeli1k..vDertüig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zadel voor een rijwiel of een soortgelijk door middel van trappers voortbeweegbaar voertuig.

Volgens de onderhavige uitvinding is een zadel voorzien 5 van een zadeldrager, van een beugel voor het verbinden van het zadel met een zadelpen, en van een steuneeriheid van veerkrachtige kunststof tussen het achtereinde van de zadeldrager en de beugel.

De steuneenheid kan een uit een geheel bestaand vormstuk van kunststof zijn.

10 De steuneenheid kan zijn voorzien van een centraal deel, waarvan aan beide zijden een bovenste en een onderste zijdelingse vleugel uitsteken, die zijn verbonden met de zadeldrager respec-^ tievelijk met de beugel. De vleugels kunnen in buitenwaartse richting divergeren.

15 De bovenste vleugels kunnen met de zadeldrager zijn verbonden, doordat de vleugels zijn opgenomen in ogen op de drager.

De steuneenheid kan langs zijn ontrek aan de voorzijde en de achterzijde tenminste ten dele zijn begrensd door een 20 ribbe, die naar voren respectievelijk naar achteren uitsteekt.

De onderste vleugels kunnen met de beugel zijn verbonden door bouten, die uitsteken door openingen in de onderste vleugels en de beugel.

De beugel kan zijn gevormd uit een stuk staaldraad, dat 25 U-vormig is gebogen, waarbij de vrije einden van de poten van de U zijn gebogen in de vorm van lussen, waardoor de bouten uitsteken.

De voorzijde van de beugel kan door middel van een wig zijn aangeklemd tegen de drager, om een voorwaartse beweging van 800 1 3 88 2 de drager ten opzichte van de beugel te verhinderen. De wig kan uit één geheel met de drager zijn gevormd.

De drager kan door vormgieten van kunststof zijn vervaardigd.

5 Het zadel kan zijn voorzien van een afdekking of zadel dek voor de drager van een laag schuimkunststof tussen het zadeldek en de zadeldrager.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

10 Fig. 1 is een perspectivisch aanzich van een zadel; fig. 2 is een achteraanzicht van een steuneenheid; fig. 3 is een bovenaanzicht van de eenheid volgens fig. 2; fig. 4 is een zijaanzicht van de eenheid volgens fig. 2; 15 fig. 5 is een verticale langsdoorsnede van het zadel volgens de uitvinding op een grotere schaal; fig. 6 is een zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de steuneenheid; fig. 7 is een onderaanzicht van de steuneenheid volgens 20 fig. 6; fig. 8 is een bovenaanzicht van de steuneenheid volgens fig. 6; fig. 9 is een zijaanzicht van de steuneenheid volgens fig. 6; 25 fig. 10 is een doorsnede volgens de lijn X-X in fig. 6 en de fig. 11 en 12 tonen een steuneenheid, die overeenkomt met de steuneenheid volgens de fig. 6 en 10.

Het in de fig. 1 t/m 5 getekende zadel voor een rijwiel 30 of een soortgelijk voertuig is voorzien van een uitwendige afdekking of zadeldek 10, dat bijvoorbeeld door vormgieten van kunststof is vervaardigd, van een zadeldrager 11 van gevormde kunststof met een naar beneden gerichte omtreks flens 12 en een naar beneden gerichte omtreksflens 13 op afstand achterwaarts van de vóórkant van het 35 zadel. Zoals bekend is, is het zadel aan de voorzijde smaller uitge- 800 1 3 88 Λ « 3 voerd dan aan de achterzijde. Nabij de achterzijde of het achtereinde is de zadeldrager 11 voorzien van twee zijdelings op afstand van elkaar geplaatste en naar beneden gerichte, uit één geheel net de drager bestaande ogen 14, in elk waarvan een in hoofdzaak dwars 5 op de langsas van het zadel staande opening is aangebracht.

Een zadelbeugel 15, die uit een stuk staaldraad is gevormd, is voorzien van schuin naar buiten gerichte achterste delen 15a, die eindigen in zijdelings op afstand van elkaar liggende lussen 16, waarin bouten 17 zijn opgenomen, die uitsteken door 10 openingen 18 in een steuneenheid 19 en die op hun plaats worden gehouden door moeren 20.

De ruimte tussen het zadeldek 10 en de drager 11 is gevuld met schuiirücunststof 21, dat een zekere veerkracht bezit. Het zadeldek 10 is langs zijn onttrek naar binnen ongebogen en grijpt 15 cm de rand van de drager 11 en aan de achterzijde steekt een tong 9 van het zadeldek 10 uit in een opening in de zadeldrager 11.

Door vormgieten is een wig 22 aangébracht op de zadeldrager 11 en het gekromde voorste einde 23 van de beugel 15 is opgenomen tussen de wig 22 en de flens 13, om bij gebruik een voorwaartse beweging 20 van het zadeldeksamenstel 10, 11, 21 ten opzichte van de beugel 15 te verhinderen.

De steuneenheid 19 is vervaardigd van veerkrachtige kunststof en vormt een veerkrachtige steun aan de achterzijde van het zadeldeksamenstel. De steuneenheid 19 is voorzien van een 25 centraal deel 30, dat is gekromd, zodat een naar voren gericht concaaf oppervlak wordt gevormd. Het in hoofdzaak verticaal staande / deel 30 is voorzien van een centrale opening 32 en van daaromheen aangébrachte kleinere openingen 33, om het gewicht van de steuneenheid kleiner te maken en zijn veerkracht te vergroten.

30 De steuneenheid 19 is aan beide zijden voorzien van diver gerende zijoppervlakken 34 en 35, waardoor in buitenwaartse richting taps toelopende bovenste vleugels 36 en onderste vleugels 37 worden gevormd. De bovenste vleugels 36 zijn aan hun buiteneinden voorzien van in hoofdzaak horizontale, ongeveer cilindrische einddelen 38, 35 die kunnen worden opgenomen in de openingen in de ogen 14.

800 1 3 88 4

De onderste vleugels 37 zijn aan hun buiteneinden voorzien van horizontale afgevlakte einddelen 39, die zijn voorzien van verticale openingen 18.

De bovenste vleugels 36 divergeren, terwijl zij buiten-5 waarts uitsteken; de onderste vleugels 37 divergeren, terwijl zij buitenwaarts uitsteken.

Om het zadel te bevestigen op de zadelpen van een rijwiel of soortgelijk voertuig, zijn de rechte evenwijdige delen 40 van de beugel 15 op bekende wijze omgeven door klenmen 50, die zijn 10 voorzien van een dwarse balk of draadstang, die uitsteekt door de poten van een U-vormig orgaan, dat om de zadelpen heengrijpt en dat daarop wordt vastgezet door aandraaien van de moeren 52 op de einden van de bout of draadstang, on de klemmen vast te zetten.

Het is duidelijk, dat bij verschillende zadels de grootte 15 en de plaats van de ogen 14 en de lussen 16 kan variëren, waarbij de steuneenheid 19 overeenkomstig is gevormd. Ook kan het voor sommige zadels gemakkelijk zijn, de bovenste vleugels 36 te voorzien van afgeplatte delen 39 met een opening, in plaats van cylindrische delen 38.

20 De fig. 6 t/m 10 tonen een gewijzigde constructie van de steuneenheid 19a, waarbij dezelfde verwijzingscijfers zijn geplaatst bij onderdelen, die in hoofdzaak soortgelijk zijn aan die van de uitvoeringsvorm van de steuneenheid volgens de fig.

1 t/m 5.

25 De steuneenheid 19a is voorzien van een centraal lijf 50 met een cmtreksribbe 51 aan beide zijden, teneinde het gewicht van de eenheid te verminderen en zijn veerkracht te vergroten. De steuneenheid 19a is in hoofdzaak vlak, maar kan ook convex/concaaf zijn uitgevoerd, zoals de steuneenheid 19 volgens de fig. 1 t/m 5, 30 hetgeen bij 30 in fig. 3 is aangegeven. Evenals bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 zijn het naar boven gerichte oppervlak 52 en het naar beneden gerichte oppervlak 53 van de ribbe 51 concaaf.

De ribbe 51 is in hoofdzaak overal even dik. De oppervlakken 34 en 35 zijn in hoofdzaak recht of plat.

35 Een andere uitvoeringsvorm 19b van de steuneenheid is in 30 0 1 3 88 « ψ 5 de fig. 11 en 12 getékend, die in hoofdzaak overeenkomen net de fig. 6 en 10, waarbij corresponderende verwijzingscijfers zijn gebruikt. Bij de uitvoeringsvorm 19b van de steuneenheid is het centrale lijf 50a dikker dan het lijf 50 van de steuneenheid 5 19a. Ook is de ribbe 51a in het algemeen breder dan de ribbe 51 en wordt aan de bodem en aan de twee zijkanten van de eenheid in de richting vanaf het centrale deel breder.

De steuneenheden kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd van polypropeen.

10 De steuneenheden volgens de uitvinding verschillen ui terlijk totaal van het conventionele paar schroefveren, die normaal zijn toegepast tussen het achtereinde van de zadeldrager en de beugel en gemeend wordt, dat de volgens de uitvinding toegepaste steuneenheden aantrekkelijker zijn voor het oog. Maar de prijs 15 van de volgens de uitvinding toegepaste steuneenheid bedraagt normaal ongeveer de helft van die van de bovengenoemde veeronder-steuning en de volgens de uitvinding voorgestelde steuneenheid levert in hoofdzaak dezelfde prestatie als de bovenbeschreven ondersteuning door middel van twee schroefveren.

Samenvatting 20 Een zadel is voorzien van een zadeldek 10, van een zadeldrager 11 met ogen 14, waarin bovenste vleugels 36 van een veerkrachtige steuneenheid 19 van gevormde kunststof zijn opgenomen, welke eenheid is voorzien van onderste vleugels 37, die zijn voorzien van een opening voor het opnemen van bouten 17, die uit steken 25 door lussen 16 in een U-vormige beugel, welke beugel is voorzien van zijdelen 40, die door middel van klemmen 50 aan een zadelpen zijn bevestigd. De vleugels divergeren, terwijl zij buitenwaarts uitsteken en de steuneenheid geeft een verende ondersteuning aan een gebruiker. De steuneenheid kan vlak zijn uitgevoerd en zijn 30 voorzien van een omtreksribbe, die naar voren en naar achteren uitsteekt. Een uit ëën geheel met de zadeldrager gevormde wig houdt de zadeldrager vast op de beugel. Een laag schuimkunststof kan zijn aangebracht tussen het zadeldek en de zadeldrager.

80 0 1 3 88

Claims (16)

1. Zadel, gekenmerkt door een zadeldrager, door een beugel voor het verbinden van het zadel met een zadelpen en door een steuneenheid van veerkrachtige kunststof tussen het achtereinde van de zadeldrager en de beugel.

2. Zadel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steuneenheid een uit één geheel bestaand vormstuk van kunststof is.

3. Zadel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steuneenheid is voorzien van een centraal deel, waarvan aan 10 beide zijden een bovenste en een onderste zijdelingse vleugel uitsteken, welke vleugels zijn verbonden met de zadeldrager respectievelijk met de beugel.

4. Zadel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bovenste vleugels met de zadeldrager zijn verbonden, doordat zij 15 zijn opgenomen in ogen op de drager.

5. Zadel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de bovenste en onderste vleugels aan beide zijden divergeren, terwijl zij buitenwaarts uitsteken.

6. Zadel volgens conclusie 3 of 4, of conclusie 5, 20 met het kenmerk., dat de bovenste vleugels divergeren, terwijl zij buitenwaarts uitsteken en dat de onderste vleugels divergeren, terwijl zij buitenwaarts uitsteken.

7. Zadel volgens één van de conclusies 3 t/m 6, met het kenmerk, dat het centrale deel en een deel van de vleugels aan 25 hun voorzijde en achterzijde zijn voorzien van een omtreksribbe, die naar voren respectievelijk naar achteren uitsteekt.

8. Zadel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de ribbe langs een bovenrand van het centrale deel dikker is dan de ribbe langs de zijranden.

9. Zadel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de dikte van de ribbe langs de onderrand groter wordt in de richting van de zijkanten.

10. Zadel volgens één van de conclusies 3 t/m 9, met het kenmerk, dat de onderste vleugels net de beugel zijn verbonden 90 0 1 3 88 door bouten, die uitsteken door openingen in de onderste vleugels en de beugel.

11. Zadel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de beugel is gevormd door een stuk U-vormig staaldraad, en dat de 5 vrije einden van de poten van de ü zijn uitgevoerd als lussen, waardoor de bouten uitstéken.

12. Zadel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorste einde van de beugel door middel van een wig is vastgezet tegen de zadeldrager, om een voorwaartse 10 beweging van de zadeldrager ten opzichte van de beugel te verhinderen.

13. Zadel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de wig uit één geheel is gevormd met de zadeldrager en aanligt tegen de beugel.

14. Zadel volgens één van de voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de zadeldrager van kunststof is gevormd.

15. Zadel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een zadeldek voor de zadeldrager en door een laag schuimkunststof tussen het zadeldek en de zadeldrager.

16. Zadel voor een rijwiel of een soortgelijk door middel 20 van pedalen voortbeweegbaar voertuig, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. SO 0 1 3 88