NL8001158A - Infrastructuur-verdeler. - Google Patents

Description

803028/Ke/sn

Aanvraagster: Compagnie Industrielle des Telecommunications Cit-Alcatel te Parijs, Frankrijk*

Korte aanduiding: Infrastructuur-verdeler.

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd:

Claude CADIOU.

De uitvinding heeft betrekking op een infrastructuur-verdeler. Het is bekend dat op het gebied van de telecommunicatie infra-structuur-verdelers worden gebruikt voor de herverdeling van de kabels die afkomstig zijn van de uitwendige netten of die naar de onder-5 stations gaan, om ze vervolgens te verdelen over de uiteinden van de schakeikabels*

De bekende verdelers bestaan uit een in het algemeen ingewikkeld geheel van onderdelen waarvan de montage betrekkelijk lang duurt, en waarvan de installatie in een bepaald vertrek dikwijls 10 een uitgebreide en kostbare aanpassing vergt.

De uitvinding beoogt dan ook deze bezwaren te ondervangen en is er in geslaagd een verdeler te ontwikkelen met een eenvoudige structuur bestaande uit een minimaal aantal standaardelementen die gemakkeiijk en snel aan elkaar kunnen worden aangepast en kunnen 15 worden neergezet in een willekeurige ruimte, met een matige kostprijs. De uitvinding betreft aldus een infrastructuur-verdeler die geschikt is voor het opnemen en geleiden van de kabels die in een ruimte uitkomen, gekenmerkt doordat hij tenminste een reeks zuilen omvat die elk worden gevormd door twee C-profieien die zodanig naast 20 elkaar zijn geplaatst dat de open zijden zich naast elkaar in een zelfde vlak bevinden, draagsteunen die op verschillende hoogten aan de zuil zijn bevestigd en waarop de kabels rusten, waarbij elk van deze draagsteunen bestaat uit een hol lichaam met C-vormig profiel 8001158 -2- waarvan de hoogte geleidelijk toeneemt van voren naar achteren, en voorzien van een versterkingsplaat die in de sleuven in de zuilpro- fielen is geschroefd, terwijl langs- en dwarsliggers uit C-profiel < aangebracht zijn op verschillende hoogten van de zuil en die door 5 vastzetting met behulp van hoekijzers kunnen zorgen voor een bepaalde afstand tussen de zuilen in een zelfde rij, en in het bijzonder tussen de zuilen van tenminste één rij en de wanden van het vertrek.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

10 Fig. 1 toont de zuilen die worden toegepast bij een eerste manier van bevestigen in de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2a toont de zuilen die worden toegepast bij een tweede manier van bevestigen in de inrichting volgens de uitvinding, en fig. 2b toont een bevestigingshoekstuk; 15 Fig. 3 toont een draagarm voor de kabels;

Fig. 4a en 4b tonen de gebruikte langsliggers;

Fig. 5 tonen de toegepaste dwarsliggers;

Fig. 6 toont een voorbeeld van de plaatsing van de inrichting volgens de uitvinding; 20 Fig. 7 toont een ander voorbeeld van de plaatsing van de inrichting;

Fig. 8 toont nog een ander voorbeeld van de plaatsing van de inrichting volgens de uitvinding.

Men ziet in fig. 1 een zuil 1 die bestaat uit twee C-profielen 25 2 en 3 die zodanig naast elkaar zijn geplaatst dat de twee open zijden ervan zich naast elkaar in een zelfde vlak bevinden. Deze zuil is enerzijds aan het plafond 4 van het vertrek bevestigd met behulp van een vijzel 5 die voorzien is van een schoen met omgezette hoeken, en anderzijds aan de vloer 7 met behulp van een andere 30 schoen met omgezette hoeken 8, die in de vloer zal worden gewerkt onder invloed van het gewicht van de zuil. Fig. 1 toont verder de steunen 9 voor het dragen van de (niet weergegeven) kabels, welke draagsteunen meer in het bijzonder beschreven worden aan de hand van BQO1158 * ί -3- fig. 3. Deze draagsteunen zijn in de sleuven van de profielen 2 en 3 bevestigd met behulp van schroeven 10 van het zogenaamde "kwartslag type". Aldus kan een willekeurig aantal draagsteunen op verschillende hoogten van de zuil 1 worden bevestigd, 5 Fig0 2a toont de zuil 1 die bevestigd is aan de wand 11 van een vertrek door middel van het C-profiel 2, Bij deze manier van bevestigen worden hoekstukken 12 gebruikt, zoals weergegeven in fig, 2b, die in de sleuven van de profielen 2 en 3 zijn geschroefd en aan de wand 11 zijn bevestigd door middel van bouten 13, Er zijn 10 ook draagsteunen 9 weergegeven,

Fig, 3 toont dus een draagsteun 9 voor de kabels. Deze steun omvat een hol lichaam 15 met C-vormig profiel dat vervaardigd is uit roestvrij-staal, waarvan de profielhoogte regelmatig toeneemt van voren naar achteren, voorzien van een aangelaste achterste ver-15 sterkingsplaat 16 met twee gaten 17 waarin de schroeven 10 worden gestoken (fig, 1 en 2). Bovendien is in het uiteinde van de draagsteun een eindstuk 18 gestoken, dat vervaardigd is uit kunststof, en dat dient om te voorkomen dat het zich in het vertrek bevindende personeel zich kan verwonden tegen het uiteinde van de steunen, 20 Fig, 4a en 4b tonen dat in het geval waarin de zuilen 1 niet aan de wand zijn bevestigd, de zuilen op een bepaalde afstand worden gehouden met behulp van langsliggers zoals 20 die uiteraard verdeeld zijn over verschillende hoogten van de zuilen. Deze langsliggers zijn aan de zuilen bevestigd met behulp van bouten en hoekstukken 25 12 zoals weergegeven in fig, 2b,

De langsliggers bestaan uit C-profiel en ze zijn onderling verbonden met behulp van losplaten zoals 21.

Verder is bij 22 een onderdeel weergegeven dat aangeduid wordt als richtingveranderingsstuk, waardoor twee aan elkaar grenzende 30 langsliggers 20 worden verbonden in geval waarin de inrichting bijvoorbeeld geplaatst is in een goot die een hoek maakt. Dit onderdeel is een vlakke plaat met een geschikte kromming, en deze is aan zijn SOD 1 1 -4- uiteinden vastgezet tussen de twee langsliggers. Men kan voor dit doel in plaats van plaatijzer ook stukken C-profiel gebruiken die afgezaagd zijn volgens een hoek die overeenkomt met de richtings-verandering, en eveneens verbonden door losplaten.

5 Ook zijn de draagsteunen 9 zichtbaar die aan de zuilen 1 zijn bevestigd, evenals de openingen 23 die aangebracht zijn in het vertrek waar de kabels uitmonden. In fig. 4b is een kabel 24 getekend die uit het gat 23 komt. Deze kabel is aan een langsligger 20 bevestigd met een beugel 25 en hij komt op de draagsteunen 9 te liggen. 10 Fig. 5 toont twee rijen zuilen 1, die bevestigd zijn aan het plafond en aan de vloer van een ruimte, waarbij van elke rij slechts één zuil is getekend.

Om doorknikken van de rijen zuilen te voorkomen worden dwarsliggers gebruikt zoals 26, bestaande uit C-profiel. Deze profielen 15 worden enerzijds aan de wanden bevestigd ofwel met een vijzel, ofwel door bouten, en wel op dezelfde manier als de zuilen 1 (fig. 1 en 2), en anderzijds aan de zuilen 1 met hoekstukken zoals 12 (fig. 2b) en wel op dezelfde manier als de langsliggers (fig. 4a).

Fig. 6 toont de montage van een verdeler volgens de uitvin-20 ding in een zeer brede goot 30.

Men ziet in deze figuur de zuilen 1 die in twee rijen zijn opgesteld, voorzien van de draagsteunen 9. Deze zuilen zijn bevestigd aan het plafond en aan de vloer, en eveneens aan de langsliggers 20, terwijl in elke rij een richtingsveranderingsstuk 22 aanwezig 25 is. Verder zijn dwarsliggers 26 weergegeven die bevestigd zijn aan de wanden en aan de zuilen 1. Om de tekening duidelijk te houden zijn ze verschoven getekend ten opzichte van de zuilen.

Verder ziet men in deze figuur een kabel 24 die op de steunen 9 ligt, 30 Fig. 7 toont een manier van plaatsen in een brede goot 31.

In dit geval worden de zuilen 1 aan de wanden bevestigd (fig. 2) en worden geen langsliggers en geen dwarsliggers gebruikt, 8001158 -5- t *

Fig. 8 toont een andere wijze van plaatsing in een smalle goot. In dit geval zijn de zuilen 1 geplaatst volgens een rij in het midden en worden ze vastgehouden door dwarsliggers 26 die aan de wanden zijn bevestigd, terwijl de draagsteunen 9 afwisselend in 5 tegengestelde richtingen wijzen. Ook zijn langsliggers zichtbaar, aangeduid door 20.

Hen ziet dus dat de inrichting volgens de uitvinding in verschillende configuraties kan worden gerealiseerd door toepassing van eenvoudige en gestandaardiseerde onderdelen zoals de bevesti-10 gingshoekstukken die gemakkelijk aan elkaar kunnen worden aangepast.

De inrichting kan gemakkelijk en snel op alle plaatsen worden neergezet en vergt daarbij slechts een minimale hoeveelheid werk.

De uitvinding wordt toegepast op het gebied van de telecommunicatie.

- conclusies - 80 0 1 1 58

Claims (7)

1, Infrastructuur-verdeler geschikt voor het opnemen en geleiden van de kabels die in een ruimte uitkomen, met het kenmerk dat hij tenminste een reeks zuilen omvat die elk worden gevormd door twee C-profielen die zodanig naast elkaar zijn 5 geplaatst dat de open zijden zich naast elkaar in een zelfde vlak bevinden, draagsteunen die op verschillende hoogten aan de zuil zijn bevestigd en waarop de kabels rusten, waarbij elk van deze draagsteunen bestaat uit een hol lichaam met C-vormig profiel waarvan de hoogte geleidelijk toeneemt van voren naar achteren, en voorzien van 10 een versterkingsplaat die in de sleuven in de zuilprofielen is geschroefd, terwijl langs- en dwarsliggers uit C-profiel aangebracht zijn op verschillende hoogten van de zuil en die door vastzetting met behulp van hoekijzers kunnen zorgen voor een bepaalde afstand tussen de zuilen in een zelfde rij, en in het bijzonder tussen de 15 zuilen van tenminste één rij en de wanden van het vertrek*

2. Verdeler volgens conclusie 1, m e t het kenmerk dat de zuilen elk bevestigd zijn enerzijds aan het plafond van de ruimte met behulp van een vijzel die voorzien is van een eerste schoen met omgezette hoeken, en anderzijds op de vloer 20 met behulp van een tweede schoen met omgezette hoeken*

3. Verdeler volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de dwarsliggers aan de wanden zijn bevestigd met behulp van vijzels,

4. Verdeler volgens conclusie 1 of 2, m e t het 25 kenmerk dat de dwarsliggers aan de wanden zijn bevestigd met behulp van hoekijzers en bouten,

5. Verdeler volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk dat deze tenminste een stuk plaatijzer omvat met een bepaalde kromtestraal welke geplaatst is tussen twee naburige 30 langsliggers en dienend om aan de rijen zuilen bepaalde richtingen te 9βνβη· 800 1 1 53 * ♦ -7-

6. Verdeler volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk dat deze C-profielen omvat die afgezaagd zijn volgens een bepaalde hoek en die onderling verbonden zijn door losplaten en geplaatst zijn tussen twee naburige langsliggers, 5 welke profielen geschikt zijn cm aan de rijen zuilen bepaalde richtingen te geven.

7. Verdeler volgens conclusie 1, m e t het kenmerk dat de zuilen aan de wanden van de ruimte zijn bevestigd door middel van hoekstukken en bouten. 80011üS