NL8000801A - Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft - Google Patents
Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000801A NL8000801A NL8000801A NL8000801A NL8000801A NL 8000801 A NL8000801 A NL 8000801A NL 8000801 A NL8000801 A NL 8000801A NL 8000801 A NL8000801 A NL 8000801A NL 8000801 A NL8000801 A NL 8000801A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roller
- belt
- discs
- shaft
- chain
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G13/00—Roller-ways
- B65G13/02—Roller-ways having driven rollers
- B65G13/06—Roller driving means
- B65G13/07—Roller driving means having endless driving elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Rollers For Roller Conveyors For Transfer (AREA)
Abstract
Description
M. -iM.-i
Ρ & CΡ & C
W 5357-2 Ned.W 5357-2 Ned.
Aandrijfbare rolleribaanDriveable roller track
De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfbare rolleribaan, bestaande uit een aantal draaibaar gelegerde rollen, welke onderling aan-drijfbaar zijn verbonden door een aandrijfriem of -ketting zonder einde, welke loopt over op de rolassen aangebrachte schijven en op zijn beurt 5 door een motor kan worden aangedreven.The invention relates to a drivable roller track consisting of a number of rotatably alloyed rollers, which are connected to each other in a drive-able manner by an endless drive belt or chain, which runs over discs mounted on the roller shafts and which in turn can be driven by a motor. are powered.
Dergelijke rollenbanen zijn algemeen bekend. Daarbij is het heengaande riem- of kettingpart in ingrijping met de schijven, terwijl het teruggaande kettingpart vrij van de schijven loopt, gewoonlijk gesteund door steun- of spanschijven. Een bezwaar van deze rolleribaan is dat de 10 omspanningshoek van de riem of ketting met de schijven klein is, zodat de aandrijfkracht telkens door een klein oppervlak van de riem of ketting en van de schijven moet worden overgebracht. De optredende wrijvingskrachten zijn doordoor groot, zodat een snelle slijtage optreedt. In bochten van de rolleribaan ontstaan verder moeilijkheden daar het niet over de schijven van 15 de rollen lopende teruggaande part van de riem of ketting bij aanwezigheid van minder steunschijven dan rollenschijven langere rechte baanstukken zal hebben dan het drijvende part ter plaatse van de rollenschijven, zodat een afwijking tussen de banen van de beide parten ontstaat, waardoor de riem neiging tot van de schijven aflopen heeft.Such roller conveyors are generally known. In addition, the outgoing belt or chain part engages the discs, while the return chain part runs free from the discs, usually supported by support or tension discs. A drawback of this roller track is that the angle of engagement of the belt or chain with the discs is small, so that the driving force must always be transmitted through a small area of the belt or chain and of the discs. The frictional forces that occur are therefore large, so that rapid wear occurs. Further difficulties arise in bends of the roller track since the return part of the belt or chain not running over the discs of the rollers will have longer straight track sections than the floating part at the location of the roller discs in the presence of fewer support discs than roller discs, so that a there is a deviation between the tracks of the two parts, as a result of which the belt tends to fall off the discs.
20 Een andere bekende oplossing, die deze bezwaren niet heeft, is die waarbij telkens twee opvolgende rollen van de baan een eigen aandrijf-riem of -ketting hebben. Elke rolas heeft daarbij twee schijven waarmee twee opvolgende riemen in ingrijping zijn. Het nadeel van deze bekende rollenbaan is het grote aantal drijfriemen dat nodig is, terwijl in bochten 25 de beide schijven van een rolas in feite twee verschillende standen ten opzichte van de rolashartlijn moeten hebben.Another known solution, which does not have these drawbacks, is that in which two successive rollers of the web each have their own drive belt or chain. Each roller shaft has two discs with which two successive belts mesh. The drawback of this known roller conveyor is the large number of drive belts that are required, while in bends the two discs of a roller shaft must in fact have two different positions relative to the roller shaft axis.
De uitvinding verschaft nu een rollenbaan zonder de bovengenoemde nadelen.The invention now provides a roller conveyor without the above drawbacks.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat elke rolas is 30 voorzien van twee schijven , waarvan er één vast en de andere vrij draaibaar met de rolas is verbonden, waarover het heengaande resp. teruggaande part van de riem of ketting loopt, waarbij de beide riem- of kettingparten afwisselend in ingrijping zijn met de onderzijde respectievelijk de bovenzijde van één of meer opvolgende schijven.According to the invention, this is achieved in that each roller shaft is provided with two discs, one of which is fixedly connected and the other is rotatably connected to the roller shaft, over which the forward and / or backward respectively. the return part of the belt or chain runs, wherein the two belt or chain parts alternately engage the bottom side or the top side of one or more successive discs.
35 Het teruggaande part werkt nu ook mee voor de aandrijving van de rollen, waarbij de aandrijfkracht gelijkmatig over de gehele riem is verdeeld, terwijl dit teruggaande part niet meer door afzonderlijke rollen behoeft te worden gesteund of gespannen. In bochten ontstaan geen moeilijk- 80 0 080 1The return part now also cooperates with the drive of the rollers, whereby the driving force is distributed evenly over the entire belt, while this return part no longer needs to be supported or tensioned by separate rollers. No bends arise when cornering 80 0 080 1
* -V* -V
-2- heden daar de beide parten op dezelfde wijze door de bocht gaan. Door het afwisselende verloop van de riem boven en beneden de schijven ontstaat een grotere omspanningshoek van de schijven. De grootste omspanningshoek ontstaat wanneer de riemparten telkens boven een schijf en beneden de direkt aangren-5 zende schijf verlopen. Een goede omspanningshoek ontstaat echter ook wanneer het verloop telkens na twee of mogelijk meer schijven wisselt.-2- today as both parts go through the bend in the same way. The alternating course of the belt above and below the discs creates a greater wrap-around angle of the discs. The greatest circumferential angle occurs when the belt sections run above a disc and below the directly adjacent disc. However, a good span angle also arises when the gradient changes after two or possibly more disks.
Een gunstige constructie ontstaat wanneer de beide schijven op één rolas direkt naast elkaar als een op een einde van een rolas beves-tigbaar blok zijn uitgevoerd.A favorable construction results when the two discs on one roller axis are constructed directly next to each other as a block that can be fixed on one end of a roller axis.
10 Dit blok kan met de vrij draaiende schijf het dichtste bij de rol of omgekeerd op de rolas worden geschoven, afhankelijk van het verloop van de riem ter plaatse, aan de boven- of onderzijde van de schijf.10 This block can be slid closest to the roller with the free spinning disk or vice versa, depending on the course of the belt on site, on the top or bottom of the disk.
In verband met de belasting door de aandrijfkracht loopt bij voorkeur één der parten van de riem of ketting over een in het midden van 15 de lengte van de rollenbaan gelegen, op de as van een aandrijfmotor bevestigde aandrijfschijf, welke motoras zich buiten het vlak van de rollenbaan bevindt.In connection with the loading by the driving force, one of the parts of the belt or chain preferably runs over a drive disc located at the center of the length of the roller conveyor, mounted on the shaft of a driving motor, which motor shaft extends outside the plane of the roller conveyor.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de rollenbaan 20 volgens de uitvinding is weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which an embodiment of the roller conveyor 20 according to the invention is shown.
Fig. 1 toont een schematisch zijaanzicht van de rollenbaan.Fig. 1 shows a schematic side view of the roller conveyor.
Fig. 2 is een gedeeltelijk bovenaanzicht in perspectief van een gedeelte van de rollenbaan van fig. 1.Fig. 2 is a partial top perspective view of a portion of the roller conveyor of FIG. 1.
Fig. 3 toont een bovenaanzicht op een einde van de rollen- 25 baan.Fig. 3 shows a top view of one end of the roller track.
Fig. 4 is een doorsnede dwars op de looprichting van de rollenbaan door het aandrijfeinde van een rol.Fig. 4 is a cross-sectional view of the running direction of the roller conveyor through the drive end of a roller.
Fig. 5 komt overeen met fig. 4, maar toont de schijven van de rolas in omgekeerde stand.Fig. 5 corresponds to FIG. 4, but shows the shafts of the roller shaft in inverted position.
30 De in fig. 1 weergegeven rollenbaan 1, waarvan de lengte door het uitsnijden van tussenstukken verkort is weergegeven bestaat uit een frame 2 waarin de rollen 3 draaibaar om hun langshartlijnen zijn gemonteerd. Over de rollen loopt een aandrijfriem 4.The roller track 1 shown in Fig. 1, the length of which is shown shortened by cutting out intermediate pieces, consists of a frame 2 in which the rollers 3 are mounted rotatably about their longitudinal axes. A drive belt runs over the rollers 4.
Uit fig. 2 blijkt duidelijker dat aan één einde van elke rol 35 3 twee schijven 5, 6 zijn gemonteerd. Met de ene schijf is telkens het heengaande part van de riem 4 in ingrijping, terwijl het teruggaande part van de riem in ingrijping is met de andere schijf. Bij wijze van voorbeeld is in fig. 2 het heengaande part van de riem 4 aangeduid met de pijl 7, terwijl het teruggaande part met de pijl 8 is aangeduid. Wanneer men aanneemt 8 0 0 0 8 0 t -3- Ά dat de pijl 7 de aandrijfrichting van de rollen aanduidt is het duidelijk dat, gezien in fig. 2, de met het heengaande part van de riem in ingrijping zijnde schijven van de tweede en de derde en ook van de zesde en de zevende rol vast met deze rollen moeten zijn verbonden, terwijl de met het terug-5 gaande part 8 van deze rollen in ingrijping zijnde schijven vrij draaibaar om de rolassen moeten zijn. Terdegen moeten de met het heengaande part 7 van de riem in ingrijping zijnde schijven van de eerste, evenals van de vierde en de vijfde rol, gezien in fig. 2, vrij draaibaar met de rolassen zijn verbonden, terwijl de andere schijven van deze rollen, in ingrijping 10 met het teruggaande part 8 van de riem vast met de rollen verbonden zijn, dus deze rollen aandrijven.Fig. 2 more clearly shows that two discs 5, 6 are mounted at one end of each roller 35 3. With one disc, the forward part of the belt 4 is in engagement, while the return part of the belt is in engagement with the other disc. By way of example, in Fig. 2 the forward part of the belt 4 is indicated by the arrow 7, while the return part by the arrow 8 is indicated. Assuming 8 0 0 0 8 0 t -3- Ά that the arrow 7 indicates the driving direction of the rollers, it is clear that, seen in Fig. 2, the discs of the second belt engaging the second and the third and also of the sixth and seventh roll must be fixedly connected to these rollers, while the discs engaged with the retreating part 8 of these rollers must be freely rotatable about the roll shafts. On the other hand, the pulleys of the first, as well as of the fourth and fifth roll, seen in Fig. 2, which are engaged with the forward part 7 of the belt, must be freely rotatably connected to the roller shafts, while the other pulleys of these rollers, are engaged with the rollers in engagement 10 with the return part 8 of the belt, thus driving these rollers.
In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat het frame 2 aan de beide einden van de rollen 3 telkens uit een op zijn kant staand U-profiel en zijn de rollen aan hun beide einden ten opzichte van deze U-profielen 15 draaibaar gelegerd door middel van tegen de binnenzijde van de lijven van de U-profielen bevestigde flenslegers 9.In the embodiment shown, the frame 2 at both ends of the rollers 3 each consists of a U-profile standing on its side and the rollers are mounted rotatably at both ends relative to these U-profiles 15 by means of against the inside flange bearings attached to the webs of the U-profiles 9.
Uit fig. 1 in combinatie met fig. 3 blijkt hoe aan een einde van de rollenbaan de riem 4 via vrij draaibaar gelegerde schijven 10 en 11 in een vertikaal verlengstuk 12 van het frame 2 van het heengaande in het 20 teruggaande part wordt omgeleid. De onderste schijf 11 wordt daarbij schuin gesteld teneinde de beide parten in naast elkaar liggende vertikale vlakken te kunnen brengen. In fig. 3 is aangeduid met de getrokken delen ter plaatse van de riemparten waar de rollen 3 worden aangedreven en met de met gebroken lijnen aangeduide delen waar de riem in ingrijping is met vrij draaibare 25 schijven.Fig. 1 in combination with fig. 3 shows how at one end of the roller conveyor the belt 4 is diverted via freely rotatably alloyed discs 10 and 11 in a vertical extension 12 of the frame 2 of the forward part into the return part. The lower disc 11 is thereby inclined in order to be able to bring the two parts in adjacent vertical planes. In Fig. 3 the drawn parts at the location of the belt sections where the rollers 3 are driven are indicated with the broken line parts where the belt engages with freely rotatable discs.
Fig. 4 en 5 tonen de voorkeursconstructie waarbij telkens twee schijven op een rolas tot een blok zijn verenigd. Een rol 3 is met zijn rolas 13 gelegerd in een flensleger 9, dat op zijn beurt is bevestigd aan het U-profiel 2 van het frame. In het weergegeven geval heeft de vaste schijf 30 5 een boring met een zeskantprofiel, terwijl met deze schijf 5 de binnenloop-ring 14 van een kogelleger 15 is verbonden. Dit kogelleger is vast verbonden met de vrij draaibare schijf 6. De binnenloopring 14 heeft een boring met overeenkomstig zeskantprofiel als de schijf 5. Het blok bestaat nu uit de schijven 5 en 6 met kogelleger 15 en kan worden geschoven op een gedeelte 35 16 met uitwendig zeskantprofiel, van de rolas 13, waarvan dit zeskantprofiel corresponderend is aan het inwendige zeskant van het blok. Door middel van vulschijven 17 en 18 aan het getekende en aan het andere einde van de rol kan nu het geheel tussen de U-profielen 2 van het frame worden opgesloten. Voor andere rollen, die,wanneer bijvoorbeeld de rol van fig. 4 bestemd is 8000801Fig. 4 and 5 show the preferred construction in which two discs are each combined on a roller shaft into a block. A roller 3 is mounted with its roller shaft 13 in a flange bearing 9, which in turn is attached to the U-profile 2 of the frame. In the case shown, the hard disc 30 has a bore with a hexagonal profile, while with this disc 5 the inner race 14 of a ball bearing 15 is connected. This ball bearing is fixedly connected to the freely rotatable disc 6. The inner race 14 has a bore with corresponding hexagonal profile as the disc 5. The block now consists of the discs 5 and 6 with ball bearing 15 and can be slid onto a part 35 16 with external hexagonal profile, of the roller shaft 13, whose hexagonal profile corresponds to the internal hexagon of the block. The whole can now be enclosed between the U-profiles 2 of the frame by means of filling discs 17 and 18 at the drawn and at the other end of the roll. For other rolls, which, for example, when the roll of Fig. 4 is intended 8000801
* V* V
-4- voor ingrijping met bovenliggende riemparten, bestemd zijn voor ingrijping met onderliggende riemparten/ zijn weergegeven in fig. 5. Het is duidelijk dat hierbij het blok/bestaande uit de schijven 5 en 6 en het kogelleger 15χ omgekeerd op het gedeelte 16 van de rolas kan worden geschoven.-4- for engagement with upper belt sections, intended for engagement with underlying belt sections / are shown in fig. 5. It is clear that the block / consisting of the discs 5 and 6 and the ball bearing 15eger are inverted on the part 16 of the roll shaft can be slid.
5 Het is duidelijk dat de schijven 5, 6 van staal of een geschikte kunststof of ander geschikt materiaal kunnen zijn vervaardigd, terwijl de riem een riem met cirkelvormige dwarsdoorsnede, van rubber of geschikte kunststof kan zijn. De riem kan ook een andere dan een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben, bijvoorbeeld rechthoekig, waartoe de schijven dan van een 10 overeenkomstig ingrijpprofiel moeten worden voorzien.It is clear that the disks 5, 6 may be made of steel or a suitable plastic or other suitable material, while the belt may be a belt of circular cross section, of rubber or suitable plastic. The belt can also have a cross-section other than a circular cross-section, for instance rectangular, for which purpose the discs must then be provided with a corresponding engagement profile.
Uit fig. 1 blijkt dat in het midden van de lengte van de rollen-baan één der parten van de riem 4 is gevoerd over een schijf 19, welke vast is bevestigd op de as van een elektromotor 20, waarmee de riem kan worden aangedreven. Bij het aanbrengen van de aandrijfmotor in het midden van de 15 lengte van de riem ontstaat een zo gelijkmatig mogelijke belasting van de riem door de aandrijfkracht en een goede omspanningshoek met de beide aangrenzende rollenschijven 5, 6.It can be seen from Fig. 1 that in the middle of the length of the roller track, one of the parts of the belt 4 is passed over a disc 19, which is fixedly mounted on the shaft of an electric motor 20, with which the belt can be driven. When the drive motor is placed in the middle of the length of the belt, the belt is subjected to the most uniform loading possible by the driving force and a good wrap angle with the two adjacent roller discs 5, 6.
80008018000801
Claims (3)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8000801A NL8000801A (en) | 1980-02-08 | 1980-02-08 | Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8000801 | 1980-02-08 | ||
NL8000801A NL8000801A (en) | 1980-02-08 | 1980-02-08 | Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000801A true NL8000801A (en) | 1981-09-01 |
Family
ID=19834803
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000801A NL8000801A (en) | 1980-02-08 | 1980-02-08 | Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8000801A (en) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4479572A (en) * | 1981-11-10 | 1984-10-30 | Merz William J | Conveyor system |
US5040669A (en) * | 1988-05-13 | 1991-08-20 | Protech Automation Gmbh | Duplex conveyor |
EP1566350A1 (en) * | 2004-02-23 | 2005-08-24 | GROB-Werke Burkhart Grob e.K. | Roller way with driving rollers |
-
1980
- 1980-02-08 NL NL8000801A patent/NL8000801A/en not_active Application Discontinuation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4479572A (en) * | 1981-11-10 | 1984-10-30 | Merz William J | Conveyor system |
US5040669A (en) * | 1988-05-13 | 1991-08-20 | Protech Automation Gmbh | Duplex conveyor |
EP1566350A1 (en) * | 2004-02-23 | 2005-08-24 | GROB-Werke Burkhart Grob e.K. | Roller way with driving rollers |
US7594572B2 (en) | 2004-02-23 | 2009-09-29 | Grob-Werke Gmbh & Co. Kg | Conveying line with a driving roller |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2160694C2 (en) | Belt conveyor with chain drive (versions) | |
CA1302336C (en) | Endless accumulating conveyor | |
US4887708A (en) | Drive apparatus for belt power turns | |
US20090008218A1 (en) | Apparatus and methods for accelerating conveyed articles | |
RU2000118806A (en) | CONVEYOR DEVICE FOR DELIVERY OF PRODUCTS, IN PARTICULAR, FRUIT TO THE INSTALLATION OF THE SORTING OF THESE PRODUCTS | |
US4901845A (en) | Friction roller conveyor | |
NL8600734A (en) | TRANSPORTER. | |
KR860008078A (en) | Balance conveying device | |
US4142625A (en) | Holding conveyor system | |
NL8700099A (en) | TRANSPORTATION DEVICE WITH POWERED BALLS, PROTECTIVE FROM OVERLOADING. | |
JP3443565B2 (en) | Transportation equipment | |
US5458228A (en) | Device for carrying an endless conveyor belt | |
US4753338A (en) | Feeder apparatus for timber harvesters | |
NL8000801A (en) | Endless belt conveyor roller track - running-alternately on top and underside of fixed and loose pulleys on roller shaft | |
US3451527A (en) | Article handling conveyors | |
NL8100080A (en) | ACTUATING MECHANISM FOR ACTIVATING TRANSPORT CONTAINERS ON ENDLESS CHAINS IN A CONTINUOUS TRANSPORT SYSTEM. | |
US2558832A (en) | Conveyer mechanism | |
US5007526A (en) | Conveyor curve and live roller, line shaft conveyor system incorporating same | |
JPH01110414A (en) | Conveyor of car into car washing facility | |
US6237755B1 (en) | Chain drive with adjustable friction | |
US4440294A (en) | Conveyor | |
US2732059A (en) | erisman | |
US2990052A (en) | Conveyor | |
US2517444A (en) | Hook conveyer | |
US20080035450A1 (en) | Slat driven positive displacement sorter |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |