NL8000796A

NL8000796A - Gehoorbeentje-prothese.

Info

Publication number: NL8000796A
Application number: NL8000796A
Authority: NL
Original assignee: Friedrichsfeld Gmbh
Priority date: 1979-02-10
Filing date: 1980-02-08
Publication date: 1980-08-12
Also published as: FR2448342B1; CH644261A5; NL184254B; IT1141208B; NL184254C; GB2041759B; GB2041759A; FR2448342A1; IT8019797A0; US4287616A

Description

* i V-

Gehoorbeent je-prothes e

De uitvinding heeft betrekking op een uit een geheel bestaande uit een plaat en een daaraan bevestigde schacht bestaande gehoorbeen-tje-prothese.

Dergelijke prothesen zijn voor het herstellen van de gehoorbeen-5 tje keten en dus voor het verbeteren van het gehoor noodzakelijk indien door chronische ontstekingen van het middenoor of andere beschadigingen deze keten gedeeltelijk of geheel is verstoord. Aangezien in het algemeen geen geval waarbij een sanerende en het gehoor verbeterende middenooroperatie (tympanoplastik) nodig is, aan het 10 andere gelijk is,.is het noodzakelijk dat de benodigde inplantsels aan de individuele omstandigheden kunnen worden aangepast.

De tot nu toe gebruikte inplantsels bestaan uit verscheidene kunststoffen, zoals siliconen. Er zijn ook reeds inplantsels van poreuze kunststoffen in gebruik. Zij bestaan steeds uit een ronde 15 plaat en een aan de ene zijde van de plaat in het midden geplaatste schacht, waarvan de hartlijn loodrecht op het vlak van de plaat staat.

Deze inplantsels hebben het nadeel, dat zij intraoperatief slechts moeilijk kunnen worden bewerkt, aangezien dergelijke zachte kunststoffen bij het slijpen of snijden sterk terugveren. Daar komt bij, dat 20 dergelijke kunststoffen slechts een beperkte verdraagzaamheid ten opzichte van het lichaam hebben, waardoor zich aan het grensvlak tot het beenweefsel in het algemeen een zoom van niet tot het lichaam 'behorende reuzencellen vormt.

Aan de uitvinding ligt daarom het· probleem ten grondslag inplant-25 seis te vinden die intraoperatief hetzij in het geheel niet meer behoeven te worden bewerkt of, indien zij bewerkt moeten worden, een dergelijke bewerking met hoge nauwkeurigheid toelaten en de door de bewerking geschapen vorm zeker houden. Bovendien is het een doel van de uitvinding om dergelijke inplantsels uit een werkelijk bioinert 30 materiaal ter beschikking te stellen.

80 0 0 7 06 2 s ί

Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de plaat aan zijn van de schacht afgekeerde zijde ten minste één groef bezit, en doordat de plaat en de schacht een door beide heenlopende boring bezit.

Een verdere detailering van de uitvinding schrijft voor, dat de 5 plaat aan de van de schacht afgekeerde zijde een reeks evenwijdige groeven bezit. Ter aanpassing aan het trommelvliesvlak dient een gehoorbeentje-prothese waarbij de schachtas ten opzichte van de plaat» normaal onder een hoek van ongeveer 30° staat en waarbij de groef of groeven evenwijdig aan het vlak lopen dat door de plaat^-normaal 10 en de schachtas wordt omspannen. Daarbij is het doelmatig indien de gehoorbeentje-prothese van het zojuist beschreven soort uit een bio-inertmateriaal bestaan. Als b i o i nertn at eri aal in de zojuist bedoelde betekenis is het doelmatig gebleken dat de gehoorbeentje-protheseripit aluminiumoxydekeramiek met een ALgO^-gehalte van meer dan 99 gew. % 15 bestaan.

Een gehoorbeentje-prothese volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat zij door chirurgen intraoperatief nauwkeurig aan de pasvorm kan worden aangepast. Deze extra arbeid kan echter, aangezien de groeven reeds aanwezig zijn, tot het corrigeren van de schachtlengte 20 worden beperkt. Door het gebruik van bioinertmateriaal voor de gehoorbeentje-prothese worden de afstotingsreacties die in het algemeen door het optreden van niet tot het lichaam behorende reuzencellen aan de grens tot het inplantsel merkbaar worden, vermeden. De uitdrukking "bioinert" wordt hier voor materialen toegepast die na het iribrengen 25 in het lichaamsmilieu geen afstotingsreacties teweeg brengen die door het vormen van niet tot het lichaam behorende reuzencellen aan de begrenzing tot het inplantsel tot uitdrukking komen. Als grondstof dat aan deze eisen voldoet, zijn het zeer zuivere aluminiumoxydekeramiek met meer dan 99 gew, % AI^O^ en ook enkele koolstofmodificaties bekend. 30 De reeds genoemde boring loopt op doelmatige wijze coaxiaal aan de schacht. Het is bij het vervaardigen bijzonder eenvoudig indien de boring over zijn gehele lengte een constante dwarsdoorsnede heeft.

Een gehoorbeentje-prothese met boring heeft de volgende voordelen: de totale prothese wordt lichter. Een tussen de achtergebleven 35 delen van de gehoorbeentjesketen teweeg te brengen verhoudingsgewijs 800 0 7 96 v 3 geringe spanning houdt de prothese op zijn plaats. Aangezien de meeste voor deze prothese in aanmerking komende hioinerte materialen een specifiek gewicht hebben dat hoger is dan dat van natuurlijke beentjes, zouden de daardoor veroorzaakte krachten tot ongewenste 5 beentjes reacties kunnen leiden. De met de hogere dichtheid van de prothese verbonden versnellingskrachten zouden bij ongelukken eveneens een ongunstige uitwerking kunnen hebben. Gewichtsvermindering door de door de plaat en schacht lopende boring vermindert deze gevaren.

10 De schachtlengten van dergelijke gehoorbeentje-prothesenworden, zoals reeds werd opgemerkt, intraoperatief bijv, door slijpen aan de individuele anato-mische omstandigheden aangepast. Deze bewegingsmogelijkheid wordt aanzienlijk vergemakkelijkt indien minder materiaal bij het inkorten van de schacht moet worden verwijderd. De door de 15 schacht lopende boring vermindert de hoeveelheid van het intraoperatief weg te slijpen materiaal. De prothese kan bij een bepaalde lengte direct op het beentje van de stijgbeugel, of^te^wel het derde gehcorbeentje, worden geplaatst.

Bij sommige indicaties is het inplanteren van een trommelbuisje 20 (Pauken-Rorchen) doelmatig of noodzakelijk. In dergelijke gevallen kan intraoperatief door een er op afgestemde bewerking een gehoor-beentje-prothese in een trommelbuisje worden omgevormd.

De uitvinding«zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin de wijze van voorbeeld een aantal uitvoerings-25 vormen van een gehoorbeentje-prothese volgens de uitvinding is weergegeven, In de tekening toont: fig. 1 een gehoorbeentje-prothese met een groef, fig. 2 een gehoorbeentje-prothese met drie evenwijdige groeven, fig. 3 een gehoorbeentje-prothese met hellende schacht, en de 30 figuren b en 5 een axiale doorsnede en een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm, waarin een boring is aangebracht.

Fig. 1 toont een plaat 1 en een schacht 2, terwijl de van de schacht afgekeerde zijde van de plaat 1 waarin een groef U is aangebracht, van het verwijzingscijfer 3 is voorzien. In fig. 2 is een 35 prothese weergegeven, waarbij de plaat 1 en de van de schacht 2 af ge- 800 07 96 u keerde zijde met drie evenwijdige groeven 5» β en 7 is uitgerust,

In fig. 3 is een prothese weergegeven, waarbij de schacht 2 ten opzichte van de plaat 1 onder een hoek staat. Daarin is de hartlijn van de schacht 2 met het verwijzingscijfer 8 en de normaal op de 5 plaat 1 van het verwijzingscijfer 9 voorzien. In de bovenzijde 3 van de plaat 1 bevinden zich twee groeven 10 en 11 die evenwijdig aan het vlak liggen dat door de schachtas 8 en de plaat/normaal 9 wordt bepaald.

Bij het inplanteren van een dergelijke prothese bestaat door de 10 aanwezigheid van de groef of groeven de mogelijkheid om de hamer van de gehoorbeentjes keten als rest stabiel in de groef te plaatsen, en wel ongeveer in het midden van de prothese. Daarom is het slechts nodig om de schacht 2 telkens op de vereiste lengte af te slijpen. Daarbij staan de hier gebruikte bioinerte materialen een zeer nauw-15 keurige bewerking toe. De hiervoor benodigde bewerkingsinstrumenten zoals met een diamant bezette frezen behoren tot het gewone operatie-instrumentarium van het betreffende vakgebied.

Zoals in de figuren H en 5 is weergegeven loopt de boring 12 door de plaat 1 en de schacht 2. Zij loopt in dit geval coaxiaal 20 door de plaat en de schacht en heeft een constante dwarsdoorsnede.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan in de tekening zijn weergegeven.

800 0 7 96

Claims

1. Gehoorbeentje-prothese die in één stuk is opgebouwd uit een plaat en een daaraan zittende schacht, met het kenmerk, dat de plaat (1) en de van de schacht (2) afgekeerde zijde (3) ten minste één groef 5 (4) bezit, en dat de plaat en de schacht een door beide heenlopende boring (12) bezit.

2. Prothese.volgens conclusie 1, met hetSkenmerk. dat de plaat aan de van de schacht afgekeerde zijde een reeks evenwijdige groeven (5-7) bezit.

3. Prothese volgens conclusie 1 of 2, nat het kenmerk, dat de schachtas (8) ten opzichte van de plaat normaal (9) onder een hoek van ongeveer 30° staat en de groef of groeven evenwijdig aan het vlak lopen dat door de plaat^normaal (9) en de schachtas (8) wordt bepaald.

15 U. Prothese volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk. dat de boring (12) coaxiaal tot de schacht is opgesteld.

5. Prothese volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de boring over zijn gehele lengte%constante dwarsdoorsnede bezit.

6. Prothese volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk. 20 dat zij uit een bioinert materiaal bestaat.

7. Prothese volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zij uit aluminiumoxydekeramiek met een AL^-gehalte van meer dan 99 gew. % bestaat.

8. Prothese zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan 25 de hand daarvan. 800 0 7 85