NL8000184A - Regelaar voor een transmissie- of distributiestelsel van fluidum. - Google Patents

Description

\ 1 f * ' * ' N.0. 28.625

Regelaar voor een transmissie- of distributiestelsel van fluïdum.

De uitvinding heeft betrekking op een regelaar voor het regelen van de druk en/of stroom van fluïdum in een transmissie-of distributiestelsel van fluïdum, in het bijzonder voor het regelen van de druk en/of stroom van een gas in een pijpleiding.

5 Gasdistributiestelsels moeten zodanig werken, dat wordt ver zekerd, dat het gas dat door de pijpleidingen naar de gebruiker stroomt, op een bepaalde druk wordt gehouden, zodat toestellen die het gas als brandstof verbruiken, efficiënt en veilig kunnen functioneren.

10 Bestaande regelaars bestaan uit een aantal essentiële regelelementen, bijvoorbeeld filters, regelaars, kleppen, noodafsluit-inrichtingen (algemeen bekend als aanslag-afsluitkleppen), en bestu-ringsmiddelen, die elk zijn ondergebracht in gescheiden gegoten of geprefabriceerde lichamen en die zijn gekoppeld door verscheidene 15 stukken van pijpen onder toepassing van een aantal zware flenzen en een groter aantal bouten en moeren. Het resultaat is een stelsel dat veel ruimte inneemt en een groot en duur gebouw of kiosk vereist om de installatie te herbergen en dat complex en ingewikkeld is ten aanzien van het onderhoud ter plaatse en dat een grote waar-20 schijnlijkheid heeft van lekken uit één van de vele koppelingen. De externe impuls-hulppijpleidingen zijn kwetsbaar voor toevallige of opzettelijke beschadiging en druk-instelmechanismen worden gemakkelijk vervalst indien vandalen een kiosk binnentreden. Indien een stelsel éénmaal is geïnstalleerd, bestaat geen mogelijkheid van het 2^ buiten de gebruiksplaats opnieuw testen na onderhoud, aangezien het stelsel een permanente bevestiging heeft en het onderhoud ter plaatse moet worden uitgevoerd, soms in slechte weersomstandigheden. Voorts is het verkrijgen van plaatsen voor het oprichten van kiosken een bijzonder ernstig probleem in ipgebouwde woon- of industriegebieden, 30 waar het bijna onmogelijk kan zijn plaatsen daarvoor te vinden. De keuze de gashoofdleiding af te leiden naar een geschikte plaats voor een kiosk is zeer kostbaar.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een regelaar van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de problemen worden opgelost 35 op welke wijze de bovengenoemde nadelen worden vermeden.

De voordelen geboden door de uitvinding zijn hoofdzakelijk, dat door het verkleinen van de afmeting van de installatie deze kan worden ingegraven, indien gewenst onder grondniveau, waardoor het pro- 80 0 0 1 84 2 bleem van het verkrijgen van ruimten en het bouwen van dure kiosken zou worden verlicht met een resultaat dat de totale kosten van de installatie lager zal zijn, in het bijzonder aangezien de noodzaak wordt verminderd om de gashoofdleiding te verleggen naar een geschikte 5 plaats. Ook de bijzondere constructie en wijze van gebruik van de besturingsstelsels zou in werkelijkheid de noodzaak elimineren van onderhoud ter plaatse, hetwelk kan worden uitgevoerd in een fabriek, en zal de tijd verkorten gedurende welke een gashoofdleiding wordt · afgesloten terwijl een stelsel wordt vervangen. Voorts zullen de 10 veiligheid tegen vandalisme, toevallige beschadiging en onbevoegd toegang tot de regelelementen aanzienlijk worden verbeterd en het aantal lekbronnen zal worden verkleind door het weglaten van vele geschroefde flenskoppelingen en diafragmadeksels van de diverse afzonderlijke elementen in een bestaande installatie.

15 Volgens de uitvinding heeft in een regelinstallatie voor het regelen van de druk en/of stroom van een gas in een transmissie- of distributiestelsel van gas de regelinstallatie de vorm van een compact moduul, bestaande uit een buitenste omhulsel met een verwijderbaar deksel en een ingang en uitgang voor. de koppeling in een 20 gaspijpleiding van het stelsel; een regelaarsamenstelling die losmaakbaar is bevestigd aan een deel van het buitenste omhulsel, welke samenstelling hoofdelementen en besturingselementen van de regelinstallatie omvat; een afdichtmiddel tussen het buitenste omhulsel en de samenstelling voor het verdelen van de inwendige ruimte van 25 het omhulsel in een gasdicht bovenstrooms-compartiment onder hoge druk, dat in verbinding staat met de ingang, een gasdicht beneden-strooms-compartiment onder lage druk, dat in verbinding staat met de uitgang, en een compartiment dat onder hoofdzakelijk atmosferische druk staat.

30 De inrichting is zodanig, dat tijdens bedrijf van het moduul de stroomweg van het gas van de inlaat naar het bovenstroomse compartiment verloopt door de hoofdelementen, het benedenstroomse compartiment naar de uitgang en dat de regelelementen zijn ondergebracht in het compartiment onder atmosferische druk, waardoor toegang voor 35 instelling tot ten minste enkele van de regelelementen mogelijk is na verwijdering van het omhulseldeksel en waardoor toegang tot of verwijdering van de regelsamenstelling kan plaatsvinden hetzij vóór of nè, verwijdering van het omhulseldeksel.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand 40 van de tekening, waarin: 800 0 1 84 3 * \ · fig. 1 een schema van een bepaald gasregelstelsel toont, dat in de moduul kan worden ondergebracht; en fig. 2 een doorsnede van het moduul voorstelt.

Yolgens fig. 1 omvat het bepaalde regelstelsel voor het regelen 5 van de benedenstroomse druk en/of stroom van een gas in een pijpleiding 1, dat in de richting van de pijl A stroomt, gewoonlijk een filter 2, een bewakingsregelaar 3» een actieve regelaar 4» een aanslag-afsluitklep 5» en een drukontlastingsklep 6, welke regelaars 3 en 4 worden bediend door piloot-bestuurde impulsleidingen 7 res-10 pectievelijk 8, terwijl de aanslag-afsluitklep°£eciiend door een impulsleiding 9·

Yolgens de uitvinding zijn de bovengenoemde elementen opgenomen in een moduul 10, dat met de pijpleiding 1 is verbonden, bijvoorbeeld door middel van flenskoppelingen 11 en 12, terwijl de gasstroom wordt 15 afgesloten door isolatiekleppen 13 en 14 die aan elke zijde van het moduul zijn aangebracht.

Yolgens fig. 2 waarin gelijksoortige reeds beschreven elementen dezelfde verwijzingsnummers hebben, omvat het moduul 10 dat zoals vermeld met een pijpleiding is verbonden, een buitenste omhulsel 20 gevormd door een onderste deel 21, dat met de pijpleiding 1 door middel van de flenzen 11 en 12 is verbonden, een verwijderbaar tussengelegen deel 22 en een verwijderbaar bovendeksel 23» waartussen drie compartimenten 24» 25 en 26 worden begrensd. Ringvormige afdichtringen 27, 28 waarborgen de gas- en waterdichte ver-25 bindingen tussen de flenzen van de delen 21, 22, en 23 die onderling zijn vergrendeld door ontgrendelbare grendelmiddelen 29 en 30.

Het onderste omhulseldeel 21 heeft een gasinvoer 32 die in verbinding staat met het compartiment 24, en een gasafvoer 33 die in verbinding staat met het compartiment 25· 30 Het tussengelegen omhulseldeel 22 heeft een ringvormige schei- dingsplaat 34 uit één stuk en maakt deel uit van een verwijderbare regelaarsamenstelling 31. Deze samenstelling omvat een patroon 35 die aan de plaat 34 is bevestigd van waaraf deze hangt en waartegen deze is afgedicht door een afdichtring 36. De patroon 35 grijpt 35 eveneens een afdichting 37 in een ringvormig scheidingsschot 38, dat in binnenwaartse richting van het onderste omhulsel 21 uitsteekt.

Aldus zal duidelijk zijn, dat het bovenstroomse compartiment 24 onder hoge druk is afgedicht van het benedenstroomse compartiment 25 onder lage druk, dat op zijn beurt is afgedicht van het bovenste 40 compartiment 26 dat in verbinding 3fcaat met de atmosfeer via een 800 0 1 84 Γ w τ opening 39 in het bovendeksel 23.

Be patroon 35 van de verwijderbare regelaarsamenstelling 31 bestaat uit een huis 41 met gasafvoerpoorten 42 die in verbinding staan met het compartiment 25 en waarin de bewakingsregelaar 33, de 5 actieve regelaar 4 en de aanslag-afsluitklep 5 zijn ondergebracht.

Het filter 2 is aan de bodem van het huis 41 bevestigd, zodat deze is ondergebracht in het bovenstroomse compartiment 24, dat in plaats van het filter 2 ook een cycloon-stof of deeltjesscheider (niet getoond) kan omvatten, in welk geval de stofdeeltjes op de bodem van 10 het onderste omhulseldeel 21 zullen vallen. De patroon kan eveneens een geluiddemper (niet getoond) omvatten.

De verwijderbare regelsamenstelling 31 omvat eveneens de twee piloot-besturingsinrichtingen 7» 8 voor het bedienen van de regelaars 3, 4» een bedieningsorgaan 43 voor de aanslag-afsluitklep met een 15 terugstel- (open)-middel 44» he drukontlastingsklep 6, en een druk-vereffeningsklep 45 (voor het vrijgeven van het terugstelmiddel 44) tezamen met hun verbindingsleidingen (niet getoond); allen zijn bevestigd op of worden ondersteund door de scheidingsplaat 34 van het tussengelegen omhulseldeel 22, zodanig dat deze daarvan losmaakbaar 20 zijn.

De grendelmiddelen 30 kunnen eveneens veiligheidsmiddelen 40 omvatten voor het ventileren van de gasdruk uit de bovenstroomse en benedenstroomse compartimenten 24, 25 naar de atmosfeer (indien de isolatiekleppen 13, 14 zijn gesloten) alvorens een ontgrendelbewer-25 king kan worden uitgevoerd voor het verwijderen van de gehele regelaarsamenstelling 31· Uiteraard kan toegang tot de besturings-elementen in het bovenste compartiment 26 worden verkregen door het ontgrendelen van de grendelmiddelen 29, bij voorkeur met een speciale sleutel, en door het verwijderen van het bovendeksel 23, 30 aangezien het compartiment 26 een atmosferische druk heeft.

Tijdens bedrijf van het bovenbeschreven moduul en gedurende een normale gasstroom, stroomt het gas door de invoer 32 in het compartiment 24 en wordt door het filter 2 gefiltreerd en stroomt daarna door de drukregelaars 3 en 4 en verder door de aanslag-35 afsluitklep 5 en eventueel naar buiten via de afvoerpoorten 42 tot in het compartiment 25 en naar de afvoer 33, waar het gas de gewenste druk of stroomsnelheid zal hebben.

Het zal duidelijk zijn, dat door deze opstelling het moduul kan worden geïnstalleerd in de pijpleiding in een kleine ruimte onder 40 grondniveau met een toegang via een mangatdeksel. Indien een fout 80 0 0 1 84 5 ' - in de installatie optreedt, kan deze dus snel worden verholpen door het verwijderen van de gehele regelaarsamenstelling 31 uit het onderste omhulseldeel 21 en door deze te vervangen door een werkende samenstelling met minimum verlies aan gasaanbod. De defecte samen-5 stelling kan daarna worden weggenomen en in een werkplaats worden gerepareerd.

Hoewel het beschreven moduul bestemd is voor de bediening door bekende pneumatische besturingsmiddelen, zal het duidelijk zijn dat andere middelen, zoals elektrisch bediende bedieningsorganen die 10 door elektronische middelen worden bestuurd, kunnen worden toegepast binnen het kader van de uitvinding.

Hoewel voorts deze uitvoeringsvorm een bepaalde voordelige rang-schikking heeft, waarbij de diverse componenten van het regelstelsel 2, 3» 4 en 5 axiaal zijn opgelijnd, teneinde een optimale dynamische 15 axiale gasstroom door de diverse componenten van het stelsel te verkrijgen, kunnen andere axiaal of niet-axiaal opgelijnde rangschikkingen van de componenten van het stelsel (die op zichzelf kunnen worden gevarieerd) maar in een afwijkende volgorde dan de getoonde worden toegepast. Ook kan het of elk filter gescheiden worden onder-20 steund als een andere samenstelling binnen het omhulsel of binnen een afzonderlijk verbonden omhulsel, in elk geval met een verwijderbaar toegangsdeksel voor het gemakkelijk vervangen van het filter-element op zichzelf, zonder de samenstelling te moeten verwijderen, die de andere componenten ondersteunt.

25 Bij een andere uitvoeringsvorm zijn in het buitenste omhulsel drie of meer samenstellingen in elke combinatie van filtersamen-stellingen en druk/stroomregelsamenstellingen ondergebracht, die onderling op elke geschikte wijze kunnen zijn verbonden. Indien bijvoorbeeld zulk een uitvoeringsvorm twee druk/stroomregelsamen-30 stellingen en één filtersamenstelling omvat, kan elke regelsamen-stelling worden ontwikkeld voor hetzelfde of een afwijkend bereik van gasdrukken en kan elke regelaarsamenstelling zodanig zijn ingericht, dat van de ene op de andere kan worden overgeschakeld, terwijl de gemeenschappelijke filtersamenstelling wordt gebruikt.

80 0 0 1 84

Claims (10)

1. Eegelinstallatie voor het regelen van de druk en/of stroom van een gas in een transmissie- of distributiestelsel van gas, met het kenmerk, dat de regelinstallatie de vorm heeft 5 van een compact moduul bestaande uit een buitenste omhulsel met een verwijderbaar deksel en een ingang en uitgang voor de verbinding met een gaspijpleiding van het stelsel; een regelaarsamenstelling die verwijderbaar op een deel van het buitenste omhulsel is bevestigd, welke samenstelling hoofdelementen en besturingselementen 10 van de regelinstallatie omvat; afdichtmiddelen tussen het omhulsel en de samenstelling voor het verdelen van de inwendige ruimte van het omhulsel in een gasdicht bovenstrooms compartiment onder hoge druk dat in verbinding staat met de genoemde ingang, een gasdicht benedenstroomscompartiment onder lage druk dat in verbinding staat 15 met de genoemde uitgang, en een compartiment dat hoofdzakelijk onder atmosferische druk staat.

2. Regelinstallatie volgens concluis el, m e t het ke n -m e r k, dat de regelaarsamenstelling een ondersteuningsorgaan omvat, dat de genoemde elementen ondersteunt. 20

3, Regelinstallatie volgens conclusie 2,met het ken merk, dat het ondersteuningsorgaan een deel van het buitenste omhulsel vormt.

4· Regelinstallatie volgens conclusie J>, w. e t het kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan tussen een hoofdlichaamsdeel 25 en het deksel van het omhulsel is aangebracht.

5. Regelinstallatie volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het vergrendelen en ontgrendelen van de regelaarsamenstelling en het deksel aan of van bijbehorende delen van het omhulsel.

6. Regelinstallatie volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het ontlasten van gasdrukken in de bovenstroomse en benedenstroomse compartimenten om de regelaarsamenstelling op veilige wijze uit het omhulsel te kunnen verwijderen.

7. Regelinstallatie volgens conclusie 5 en 6,met het kenmerk, dat de vergrendel- en ontgrendelmiddelen zodanig met de drukontlastingsmiddelen samenwerken, dat gewaarborgd is, dat de genoemde drukontlastingsmiddelen worden bediend om drukken te ontlasten, alvorens de regelaarsamenstelling wordt ontgrendeld. 4°

8. Regelinstallatie volgens één van de voorafgaande conclusies, 80 0 0 1 84 7 , . met het kenmerk, dat de hoofdelementen van de regelaarsamenstelling een filter, één of meer drukregelaars, en een aanslag-afsluitklep omvatten, die elk onderling axiaal opgelijnd zijn geplaatst. 5

9· Regelinstallatie volgens één van de voorafgaande conclusies voor het opnemen in een gaspijpleiding, waarvan de bovenstroomse en bendenstroomse /aïuiteinden zijn voorzien van isolatiekleppen, met het kenmerk, dat de ingang en uitgang van het moduul zijn voorzien van een koppelorgaan voor het verbinden met 10 een bijbehorend aansluiteinde van de pijpleiding.

10. Verwijderbare en vervangbare regelaarsamenstelling geconstrueerd als de regelaarsamenstelling volgens één van de voorafgaande conclusies voor het opnemen in een deel van het buitenste omhulsel van een regelinstallatie zoals beschreven in één van de 15 voorafgaande conclusies. 800 0 1 84