NL7909168A - Blaasvorminrichting. - Google Patents

Blaasvorminrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL7909168A
NL7909168A NL7909168A NL7909168A NL7909168A NL 7909168 A NL7909168 A NL 7909168A NL 7909168 A NL7909168 A NL 7909168A NL 7909168 A NL7909168 A NL 7909168A NL 7909168 A NL7909168 A NL 7909168A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
preform
reversing
plate
turning
shaft
Prior art date
Application number
NL7909168A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Yoshino Kogyosho Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yoshino Kogyosho Co Ltd filed Critical Yoshino Kogyosho Co Ltd
Publication of NL7909168A publication Critical patent/NL7909168A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C49/00Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
    • B29C49/42Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C49/4205Handling means, e.g. transfer, loading or discharging means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C49/00Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
    • B29C49/28Blow-moulding apparatus
    • B29C49/30Blow-moulding apparatus having movable moulds or mould parts
    • B29C49/36Blow-moulding apparatus having movable moulds or mould parts rotatable about one axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C2949/00Indexing scheme relating to blow-moulding
    • B29C2949/07Preforms or parisons characterised by their configuration
    • B29C2949/0715Preforms or parisons characterised by their configuration the preform having one end closed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C49/00Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
    • B29C49/02Combined blow-moulding and manufacture of the preform or the parison
    • B29C49/06Injection blow-moulding

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Blow-Moulding Or Thermoforming Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)

Description

* « VO 885½
Blaasvorminriehting.
De uitvinding heeft betreding op een inrichting voor het toevoeren van een voorvorm van synthetische hars aan een daarop volgend station in een inrichting voor het door blaasvormen vervaardigen van flesvormige houders van biaxiaal georienteerde synthetische hars.
5 Bij het vormen van een flesvoraige houder van synthetisch hars, bijv. polyethyleentereftalaathars door middel van een injectie-blaas-vormproces, wordt een orientatie-blaasvormproces gekozen, waarbij eerst een cylindrische voorvorm met een bodem wordt vervaardigd door injectie-blaasvormen, de voorvorm tot een tevoren bepaalde temperatuur 10 wordt verhit, in een matrijs wordt gebracht en onder biaxiaal oriën teren de voorvorm door middel van blaasvormen tot eindprodukt wordt gevormd. 7cor het sterk vergroten van het aantal produkten, bijv. flesvormige houders, dat door middel van blaasvormen per tijdseenheid kan worden vervaardigd, wordt bij het bekende proces- de voorvorm aan-15 gevat door een tevoren bepaalde mal, de voorvorm in de mal geplaatst en wordt het samenstel van voorvorm en mal door een verhitter gevoerd naar een biaxiaal orienterende blaasvormmachine, waarin bijv. een fles— vormige houder kan worden vervaardigd.
In het algemeen zal, aangezien er een temperatuurverschil is 20 tussen de spuitgietfase en de blaasvormfase, de door spuitgieten ver vaardigde voorvorm tot een tevoren bepaalde temperatuur worden gekoeld tijdens de toevoer ^ de blaasvormmachine en weer tot een tevoren bepaalde temperatuur worden verhit, voorafgaande aan het blaasvormen.
Ben aantal relatief kleine voorvormen wordt tegelijkertijd ver-25 vaardigd in een spuitgietmachine en via een transportband of soortge lijke inrichting worden de voorvormen met willekeurige oriëntatie en ongecontroleerd getransporteerd. Het is echter zeer gunstig de aldus vervaardigde voorvormen naar de blaasvormmachine te transporteren, terwijl zij, aan de buitenzijde van hun halsdelen, waaruit later de fles-30 opening wordt gevormd, zijn aangevat en met dit halsdeel omhoog zijn gericht.
7909168 Ζ η 2
Om dit doel te "bereiken, zouden de voorvormen die aan een blaas-vormmachine worden toegevoerd, door orienterenofe mallen, die omlaag zijn gericht, worden aangevat, omdat het blaasvormproces geschiedt met het halsdeel omlaag gericht.
5 De uitvinding beoogt derhalve met de halsopeningen omhoog ge richte voorvormen om te keren en met het halsgedeelte omlaag te richten, de aldus omgekeerde en met het halsdeel omlaag gerichte voorver -pen aan te laten grijpen door orienterende mallen, die telkens over gelijke sektorhoeken verplaatst bij de omtrek van een met oonstante 10 snelheid in een bepaalde richting roterende draaitafel zijn aangebracht en de voorvormen, zoals deze door de mallen van de draaitafel worden vastgehouden, te presenteren aan een verhittingseenheid, die nabij de draaitafel is opgesteld.
Doel van de uitvinding is derhalve een inrichting te verschaf-15 fen voor het toevoeren van voorvormen van kunsthars· aan een volgende behandelingsinrichting en wel continu, met .hoge snelheid en nauwkeurig toegevoerd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het toevoeren van een voorvorm van synthetische hars, 20 welke inrichting een voorvorm met een halsgedeelte omhoog gericht gemakkelijk kan vasthouden bij een keerplaats en vervolgens de voorvorm kan omkeren.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het toevoeren van voorvormen van synthetisch hars, 25 die de omgekeerde voorvormen vanaf de keerplaat nauwkeurig kunnen aan grijpen met behulp van een orienterende mal.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de. blaasvorminrichting worden beschreven.
30 Figuur 1 is een zijaanzicht, ten dele in doorsnede, van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting voor het toevoeren van voorvormen; figuur 2 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens de figuur 1; 35 figuur 3 is een schematisch zijaanzicht van de omkeerplaat van 7909168 ► i 3 de inrichting en figuur b is een bovenaanzicht van de omkeerplaat volgens figuur 3.
In de tekening zijn voor dezelfde onderdelen steeds dezelfde 5 verwijzingscijfers gebruikt. In het bijzonder volgens figuur 1 is de inrichting voor het toevoeren van voorvormen van synthetische hars, voorzien van een cylindrisehe kolom 2, aangebracht bij het midden van een basis 1, welke is aangebracht naast een eenheid voor het verhitten van voorvormen P. Een draaitafel 10 is rondom de kolom 2 aangebracht.
10 Een cylindrisehe mantel 11 is onder de draaitafel 10 aange bracht. De draaitafel 10 is roteerbaar gelegerd door middel van legers 12 om de kolom 2, ter plaatse van de mantel 11. Tanden 13 zijn op het buitenomtreksvlak van de mantel 11 gevormd en bestemd voor aangrijping met een tandwiel 15, gemonteerd bij het boveneinde van een roterende 15 as ih, die vanaf de basis 1 omhoog reikt. De draaitafel 10 wordt hori zontaal aangedreven door de aangrijping van de tanden 10 met het tandwiel 15 op de basis 1 en wel met een tevoren bepaalde, constante snelheid. De mterende as ih wordt aan de onderzijde aangegrepen door een (stapsgewijze) roterende aandrijving 16.
20 Een aantal sterke magneten 17 (in de afgeheelde uitvoerings vorm 12 in*getal) zijn op gelijke hoekafstanden aangebracht bij het oovenomtrekseinde van de draaitafel 10 en zijn ingericht voor het magnetisch aantrekken van opeenvolgende orienterende mallen 18.
De mallen 18 worden toegevoerd in de positie, waarin zij 25 voorvormen P bij hun halsgedeelten aangrijpen met de halsgedeelten omlaag gericht, waarbij de voorvormen worden toegevoerd aan een ver-hittingseenheid en vervolgens aan een blaasvormmachine, waarin de voorwerpen P door blaasvormen worden vervormd tot flesvormige houders.
Nadat de houders van de mallen 18 zijn gelost, keren de mallen 18 30 terug naar de draaitafel 10.
Op een plaats nabij de basis 1 bevindt zich een basis Uo voor een voorvorm-omkeereenheid 20, waarmee voorvormen P vanuit de stand met het nalsgedeelte omhoog gericht kunnen worden omgekeerd naar een stand met het halsgedeelte omlaag gericht, terwijl een aldus cmgekeer-35 de voorvorm ? op een bepaalde positie kan worden gebracht en waarbij 7909168 ί 4
U
verder een voorvorm-insteekeenheid 30 is aangebracht voor het aangrijpen van' voorwerpen P, die met hun halsgedeelte omhoog gericht worden aangevoerd via een goot S naar de omkeereenheid-20.
De basis Uo is voorzien van een basisplaat Ui en steunen U2 5 rusten op de basisplaat Ui. De omkeereenheid 20 is voorzien van een voorvorm-omkeerplaat 21, die roteerbaar is bevestigd door middel van een roterende as 22, die zich in hoofdzaak in radiale richting van de keertafel 10 uitstrekt op een tevoren bepaalde hoogte boven de steunen U2.
10 De ómkeerplaat 21 is in hoofdzaak rechthoekig gevormd en voor zien van een roterende as 22, die door het midden daarvan reikt. De ómkeerplaat 21 wordt in rotatie aangedreven door de rotatiekracht, overgedragen aan een tandwielschijf 23, die op dezelfde as is gemonteerd als de roterende as 22 en wel in een tevoren bepaalde vertikale rich-15 ting (in figuur 1 tegen de wijzers van de klok in) en intermitterend, teneinde in de horizontale positie daarvan gedurende een tevoren bepaalde tijd stil te staan wanneer de plaat 21 horizontaal is georiënteerd, een en ander getempeerd via de tandschijf 23. De tandschijf 23 is voor dit doel aangesloten op een intermitterende aandrijving (niet 20 afgebeeld] die zich onder de basis Uo bevindt en wel via een ketting- riem C, voachet geven van een tevoren bepaalde intermitterende rotatie aan de ómkeerplaat 21.
Bij de ómkeerplaat 21 zijn gevormde houders 2U aangebracht, en wel in beginsel symmetrisch ten opzichte, van de draaias 22 van de 25 plaat. De figuren 1 en 2 tonen de ómkeerplaat 21 in de gearreteerde
toestand en in het hierna volgende zullen de houders 2U worden beschreven in de positie tegenover de keertafel 10. De U-vormige houder 2b is voorzien van een bovenste steunplaat 25 en een onderste tegenhoud-plaat 26 voor het dragen van het halsgedeelte van de voorvorm P door de 30 steunplaat 25 en door ondersteuning van de bodem van de voorvorm P
door de tegenhoudplaat 26. Een half-cirkelvormige uitsparing 25a met in hoofdzaak dezelfde diameter als het halsgedeelte van de voorvorm P is gevormd in het onderoppervlak van de steunplaat 25, voor het opnemen en afleveren van de voorvorm P, zoals nader meer in detail zal worden 35 beschreven.
7909168 5 *- *
Doordat de tegenhoudplaat 26 draaibaar is gelegerd met de omkeerplaat 21 in de nabijheid van het basiseinde daarvan en via een veer 27 met de omkeerplaat 21 is verbonden, zal het andere einde steeds de neiging vertonen binnen tevoren bepaalde grenzen naar de steun-5 plaat 25 toe te bewegen.
Wanneer een voorvorm P met het halsgedeelte omhoog gericht horizontaal' wordt ingeschoven naar de opening van de uitsparing 25a van de steunplaat 25 tussen de bovenste steunplaat 25 en de onder— tegenhoudplaat 26, wordt de voorvorm door de steunplaat 25 aangegrepen 10 via de uitsparing 25a daarvan en wel bij het halsgedeelte en zonder de mogelijkheid van disorientatie, terwijl de voorvorm naar de bodem daarvan wordt gedrukt door het einde van de tegenhoudplaat 20, via de veer 27 en in de richting van de steunplaat 25, zodat de voorvorm. bij de houder 2k nauwkeurig tussen de beide platen wordt vastgehouden.
15 De omkeerplaat 21 is anderzijds zodanig bij de steunen 22 van de basis kO gelegerd, dat indien de omkeerplaat 21 horizontaal wordt gearreteerd de houder 2h in de nabijheid van de draaitafel 10 zich bevindt in de rotatiebaan van de orienterende mal 18 van de draaitafel . 10.
20 De voorvorm ? wordt, met het halsgedeelte omhoog gericht, in de houder 2k geschoven, die zich tegenover de draaitafel 10 bevindt, wanneer de omkeertafel 21 horizontaal wordt gearreteerd door de voor-vorm-inschuifeenheid 30, die in het hierna volgende in detail zal worden beschreven.
25 Bij de toppen van de ondersteuningen h2 op de basis ^0 bevindt zich een console 31, welke evenwijdig is aan de omkeerplaat 21 en uitsteekt in de richting van de draaitafel 10. Aan het einde van de console 31 bevinden zich voorvorm-oophangingen 32 op de plaats, waar de houder 2k zich bevindt wanneer de omkeertaf el 21 horizontaal wordt 3C gearreteerd. Behalve de voorvom-ophangingen 32 is aan de andere zijde van de omkeerplaat 21 een goot S aangesloten voor het in voorraad houden en toevoeren van voorvormen P, die met het halsgedeelte omhoog afkomstig zijn van een spuitgietinrichting. De ophangingen 32 omvatten een paar platen, die het verlengde van de axiale lijn loodrecht op de 35 omkeerplaat 21 kruisen, welke platen zijn uitgevoerd met horizontale 7909158 6 .
i :s groeven 32a op de tinnenoppervlakken voor aangrijping op de omtrek van liet halsgedeelte van een voorvorm P, dat tussen de platen is geklemd en voor het aldus vasthouden van de voorvorm P tussen de ophangingen 32 met het halsgedeelte omhoog gericht.
5 Bij het midden van de steunen b2 op de basis Uo bevindt zich een as 33, die geleidend in langsrichting en in radiale richting ten opzichte van de draaitafel 10 verschuifbaar is tussen de steunen en direkt onder de console 31. De as 33 is verbonden met een draad W via een console 3^ aan een einde van de draaitafel 10 en met een einde 10 van een schroefveer 35 "bij het andere einde daarvan.
De draad ¥ strekt zich onder spanning omlaag uit via een pulley 36, die op de steunen b2 is gemonteerd. De schroefveer 35 is bij het andere einde verbonden met de steunen b2. De as 33 wordt derhalve steeds in de schuif richting geduwd naar de draaitafel 10 door middel van de 15 schroefveer 35· De draad ¥ wordt, indien deze op enigerlei wijze om laag wordt getrokken, gedwongen in de richting, tegengesteld aan de draaitafel 10 via de pulley 36 en in de richting van de as 33, die aldus ten aanzien van de sterkte van de spanningen van de schroefveer 35 en van de draad ¥, is gebalanceerd.
20 Een steunas 37 is aangebracht aan het van de as 33 afgekeerde einde van de draaitafel 10. Verder is een paar vlakke leiplaten 38 vanaf de steunas 37 omhoog uitstekend naar de draaitafel 10 aangebracht. De leiplaat 38 heeft de vorm van een rechthoekige driehoek en loopt, gezien in bovenaanzicht, taps uit aan de naar de omkeerplaat 21 toege-25 keerde zijde van de leiplaat 38.
In het geval dat de draad ¥ is ontspannen ea de omkeerplaat 21 van de omkeereenheid 30 horizontaal is gearreteerd,glijdt de as 33 naar de draaitafel 10 onder invloed van de spanning van de schroefveer 35, waarna de leiplaat 38 eveneens in de richting van de draaitafel 10 30 wordt bewogen. De voorvormophangingen 32 voor het ophangen van een voorvorm P bevinden zich, gezien in de bewegingsrichting, voor de leiplaat 38. De scherpe einden van de leiplaten 38 reiken tussen de voorste voorvorm P^ en de volgende voorvorm P2 van de continu uit de goot S afkomstige voorvormen P. ¥anneer de leiplaten 38 voorwaarts worden be-35 wogen, wordt de voorste voorvorm P^ voorwaarts· gedrukt naar dé houder 7909168 IT * 7 .
2h van de omkeerplaat 21 via het oppervlak, dat bij het einde van de leiplaten 38 is toegekeerd naar de omkeerplaat 21.
Aangezien de uitsparing 25a van de steunplaat 25 in de houder 2b van de omkeerplaat 21, in de richting van de ophangingen 32 is geopend, 5 kan de voorvorm P1 op eenvoudige wijze met het halsgedeelte daarvan in de uitsparing 25 a worden bewogen en kan derhalve omlaag worden gedrukt met de bodem daarvan tegen de voorspanning van de veer 27 bij de tegenhoudplaat 26 in en aldus kan de·voorvorm in de houder 2b worden geschoven. Aangezien de uitsparing 25a halfcirkelvormig is 10 uitgevoerd volgens de configuratie van het halsgedeelte van de voorvorm P, wordt de voorvorm P niet naar de tegenoverliggende zijde van de ophangingen 32 van de houder 2k geduwd, in welk geval de voorvorm uit de inrichting zou vallen. Dit wordt eveneens verhinderd door de duvkracht van de tegenhoudplaat 26 in de richting van de steunplaat 25.
15 Sen aanslag 39 bij de as 33 in de nabijheid van het einde van de leiplaten 38 dient voor het spannen van de draad W tegen de spanning van de schroefveer 35 ia, nadat de voorste voorvorm in de houder 2b van de omkeerplaat 21 is geschoven, om aldus de as 33 tegengesteld ten opzichte vap. de draaitafel 10 te verschuiven, waardoor de leiplaten 20 38 worden vertraagd en de voorvorm P^ in de gereedstand wordt geplaatst.
De voorvorm-inschuifeenheid 30 is aldus geconstrueerd, en teneinde de voorvorm P aan te grijpen, welke wordt vastgehouden door de omkeerplaat 21 van de omkeereenheid 20 met de orienterende mal 18 van de draaitafel 10 in de positie met het halsgedeelte omlaag gericht, 25 wordt de voorvorm P verplaatst door een schommeleenheid of een oscille rend aandrijfmechanisme 50 en een inrichting βθ voor het lossen van de voorvorm P, die concentrisch ten opzichte van de draaitafel 10 is opgesteld.
De schommeleenheid 50 is concentrisch opgesteld ten opzichte 30 van de draaitafel 10 en is beweegbaar op de kolom 2 van de basis 1. De schommeleenheid is voorzien van een cylindrische uitgaande as 51» die via de kolom 2 is verbonden met een schommelende aandrijving 52 onder de basis.
De uitgaande as 51 van de schommelende eenheid is roteerbaar 35 verbonden met legers 53 van de kolom 2. De schommeleenheid 50 wordt be- 7909168 8 stuurd, afhankelijk van de instelling van de aandrijving 52. Meer in het bijzonder wordt de schommel eenheid 50 heen en weer geroteerd met een tevoren bepaalde tempering en met dezelfde snelheid en in dezelfde richting als de draaitafel. 10 (in deze uitvoeringsvorm over 30°). De 5 schommeleenheid keert dan terug naar de uitgangspositie met een hogere snelheid dan de snelheid van de draaitafel 10.
Het boveneinde van de schommeleenheid 50 is voorzien van een huis 5b, waarin een inrichting 60 is ondergebracht voor het lossen van een voorvorm, welke inrichting ten dele van de zijwand van het huis 10 5^ uitsteekt.
De inrichting 60 bestaat in hoofdzaak uit een schijfnok 61 en een arm 62. De nok 61 is binnen het huis 5^ horizontaal ondersteund bij het boveneinde van de rotatieas 6b, die roterend door de uitgaande as 51 reikt, gebruikmakend van legers 63 in de schommeleenheid 50.
15 De schijfnok 61 wordt afzonderlijk geroteerd in een tevoren bepaalde richting en met een constante snelheid ten opzichte van de schommelbeweging van de eenheid 50 en de rotatie van de draaitafel 10, een en ander met behulp van de (niet afgebeelde) roterende aandrijving, die zich onder de roterende as 6b bevindt. De schijfnok 61 is voorzien 20 van een nokgroef 61a met een tevoren bepaalde configuratie.
Volgens figuur 1 is een stel nokkenschijven 61 boven elkaar aangebracht voor het geval, dat twee stellen armen 62 worden toegepast, een en ander zoals nader zal worden beschreven. De nokken 61 zullen worden beschreven overeenkomstig de beweging van de onderste nok 6l.
25 Figuur 2 en b tonen eveneens de onderste schijf 6l en de nokgroef 61a.
De armen 62 kunnen radiaal ten opzichte van de draaitafel 10 schuiven door de zijwand van het huis 5b van de schommeleenheid 50.
Bij het basiseinde,dat zich binnen het huis 5b bevindt, is de arm 62 uitgerust met een nokvolger 65, aangrijpend in de nokgroef 61a van de 30 nokschijf 61. Aan het einde van de armen 62 bevindt zich een vorkhaak 66. Een veer 67 grijpt aan tussen de haak 66 van de arm 62 en de zijwand van het huis 5b, zodat de armen 60 steeds voorwaarts uitsteken onder invloed van de veer 67. De nokvolger 65 maakt oppervlaktecontact met het nokoppervlak van de nokgroef 61a.
35 De armen 62 worden bij rotatie van de nokschijf 61 door de ro- 7909168 r * 9 tatieas 6k in een bepaalde richting, in radiale richting van de draaitafel 10 heen en weer geschoven, overeenkomstig de configuratie van de nokgroef 6la. De armen hebben een zodanige lengte, dat de haak 66 zich bevindt in de rotatiebaan van de orienterende mal 18 van de draaitafel 5 10 en wel in de meest vooruitgeschoven stand, welke wordt bepaald door het nokmechanisme.
De voorvorm. P wordt aangegrepen door de mal 18, die bij de omtrek van de draaitafel 10 wordt vastgehouden en derhalve kan door middel wan de schommeleenheid 50 en de inrichting 60 de voorvorm P ge-10 tempeerd worden gelost.
Wanneer de omkeerplaat 21 van de omkeer eenheid 20 horizontaal wordt gearreteerd, houdt de houder 2k van de omkeertafel 21 bij de draaitafel 10, de voorvorm P met het halsgedeelte omlaag gericht, in de rotatiebaan van de mal 18 bij de omtrek van de draaitafel 10. De 15 schommeleenheid 50 kan op dit moment beginnen met de voorwaartse bewe ging. De armen 62 worden bewogen tot aan de voorste grens voor het plaatsen van de voorvorm P van de houder 2k met de hals omlaag gericht en met behulp van de haak 66, waarna de schommeleenheid 50 de voorwaartse beweging begint en de armen 62 in dezelfde richting en met de-20 zelfde snelheid bewegen als de draaitafel 10 voor het met de haak 66 aangrijpen Tan de voorvorm P.
In het geval, dat de inrichting zodanig is ingesteld, dat de mal 18 direkt onder de haak 66 wordt geroteerd op het moment, dat het einde van de armen 62 de voorste grens van de beweging bereikt, wanneer 25 de schommeleenheid 50 aan de voorwaartse beweging begint, wordt de voor vorm ?, die alleen tussen de platen van de houder 2k wordt vastgehouden, zijdelings aangegrepen door de haak 66 als gevolg van de schommelbeweging van de armen 62. Aangezien de mal 18 zich direkt onder de haak 66 bevindt tijdens de rotatie, wordt de voorvorm P dus zijdelings aange-30 grepen door de houder 2k, die vast aangrijpt op de mal 18 in de toe stand waarin deze zich bevindt. Voor een nauwkeurige aangrijping van het voorwerp P met de mal 18 in een dergelijke situatie en om uitvallen te vermijden, is een paal 43 op de basisplaat 4l van de basis ko voer de leiplaat 4¼ langs de rotatiebaan van de mal 18 aan de buitenzijde 35 van de draaitafel 10 aangebracht.
79 0 9 1 6 ff . 10 .
» ΐ
Wanneer de armen 62'vooruit worden gestoken, worden de lei-platen 38 eveneens voorwaarts "bewogen tij de insteekeenheid 30, voor het inschuiven van de voorvorm P in de houder 2b van de omkeerplaat.
Wanneer de omkeerplaat 21 dan horizontaal wordt gearreteerd, 5 wordt de voorvorm P in de houder 2k geschoven bij een einde van de plaat 21 door middel van de insteekeenheid 30 en de voorvorm P wordt aan het andere einde van de plaat 21 uit de houder 2b gelost door de ' inrichting 60 voor het lossen van voorvormen P.
Wanneer de voorvormen P aldus in de houders 2k zijn geschoven 10 en van de houders 2k zijn gelost, worden de leiplaten 38 bij de insteekeenheid 3Q onmiddellijk teruggetrokken door de losgelaten draad W, terwijl de armen 62 voorwaarts worden bewogen voor aangrijping van de voorvorm P. De omkeerplaat 21 begint zijn rotatie direkt daarna in de tevoren bepaalde richting (in figuur 1 en 2 tegen de wijzers van de 15 klok in).
De armen 62 bewegen voorwaarts zodra de schommeleenheid 50 voorwaarts beweegt en zij worden geleid door de nokgroef 61a van de nokschijf 61, zodanig dat zij nabij de voorste hewegingsgrens worden vertraagd voor het completeren van de aangrijping van een voorvorm P 20 met de mal 18, zoals af geheeld in figuur 2 en ^ en in de nabijheid van de achterste hewegingsgrens (uitgangspositie), worden zij weer vooruit bewogen voor het lossen van de voorvorm P die nieuw is toegevoerd door de rotatie van de omkeerplaat 21 tijdens de terugaande beweging.
De armen 62 worden aldus heen en terug bewogen, zodat zij niet 25 met de omkeerplaat 21, die teruggaand roteert voor een nauwkeurige aangrijping van een voorvorm P, in botsing komen.
De schijf 61 wordt derhalve eenmaal geroteerd door een schommelbeweging van de eenheid 50. De nokgroef 6”1a. is zodanig uitgevoerd, dat de armen 62 op de bovenbeschreven wijze heen en weer bewegen.
30 Doordat twee stellen van de omkeer eenheid, de inschuif eenheid en de loseenheid, zijn opgesteld, op de met streepstippellijnen aangegeven wijze, kunnen twee voorvormen P tegelijkertijd worden gegrepen door de mallen 18 bij een enkele beweging van de schommeleenheid 50. Aangezien de mallen 18 op onderlinge gelijke hoekafstanden en twaalf 35 in getal bij de draaitafel 1Q zijn aangebracht, heeft de rotatiecyclus 7909168 11 van. de nokschijf β1 zesmaal zo veel rotatiesnelheid als de draaitafel 10. De omkeerplaat 21 wordt natuurlijk geroteerd met de helft van een schommelbewerking van de eenheid 50.
Eet is duidelijk, dat met de inrichting volgens de uitvinding 5 een voorvorm op uiterst eenvoudige wijze met het hals gedeelte omhoog gericht in de houder kan worden vastgezet door de inschuif eenheid en de voorvorm ook kan worden omgekeerd. Verder kan de voorvorm op nauwkeurige wijze van de omkeerplaat worden gelost en met de mal in aan-grijping worden gebracht door de heen en weer beweging van de armen 10 in de losinrichting en door de schommelbeweging van de schommeleenheid.
De inrichting volgens de uitvinding voer. het toevoeren van voorvormen kan continu met hoge snelheid en nauwkeurig voorvormen van kunsthars aanvoeren naar een inrichting, waarmee aldus tevoren vervaardigde voorvormen door middel van biaxiale blaasvormen kunnen wor-15 den vervormd tot flesvormige houders.
7909168

Claims (10)

12 . .# -5
1. Inrichting voor het toevoeren van een door spuitgieten vervaardigde cilindrische voorvorm.met een "bodem, voorzien van draaimid-delen, die met constante snelheid in een tevoren "bepaalde richting 5 roteren en voorzien van een aantal orienterende mallen, die met gelijke hoekafstanden "bij de omtrek daarvan zijn aangebracht, voorvorm-omkeer-middelen, die roteerbaar zijn gemonteerd, in hoofdzaak volgens de radiale richting van de draaimiddelen en wel zodanig, dat deze intermitterend kunnen worden gearreteerd in de horizontale positie en voorzien 10 van een aantal houders aan weerseinden daarvan, voor het aldaar vast houden van de voorvormen, geleidingsmiddelen, die boven elkaar aangebracht, uitsteken naar de draaimi ddelen vanaf een steunas, aan de van de omkeermiddelen af gekeerde zijde van de draaimiddelen, voor het voorwaarts duwen van de voorste van een reeks in een goot aanwezige 15 met de hals omgerichte voorvormen, welke middelen werkzaam zijn tussen de voorste en de eerstvolgende voorvorm bij de houder van de omkeer-middelen aan de andere zijde van de omkeermiddelen en wel tijdens stilstand van de omkeermiddelen in horizontale stand, welke inrichting verder is voorzien van schommelmiddelen, die concentrisch ten opzichte 20 van de draaimi ddelen zijn aangebracht en heen en weer roteerbaar zijn met dezelfde snelheid en in dezelfde richting van de draaimiddelen, en terugkerend naar de uitgangsstand met een hogere snelheid dan de snelheid van de draaimiddelen en waarbij armen radiaal verschuifbaar bij de draaimiddelen zijn aangebracht en heen en weer radiaal beweeg-25 baar zijn ten opzichte van de draaimiddelen in de richting van de voorste bewegingsgrens bij het begin van de voorwaartse beweging van de schommelmiddelen en terugkerend in de nabijheid van de voorste bewegingsgrens van de schommelmiddelen, voor het aangrijpen van een voorvorm, die dóór de stilstaande omkeermiddelen wordt vastgehouden, 30 voor het plaatsen van de voorvorm bij een mal van de draaimiddelen, welke mal zich direkt onder de omkeermiddelen bevindt en voorzien van een haak voor het aangrijpen van het voorwerp.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaimiddelen een draaitafel omvatten, die horizontaal wordt aangedre- 35 ven door een (intermitterende) roterende aandrijving en voorzien van 7909188 C- A. een aantal met onderling gelijke hoekafstanden opgestelde, sterke magneten bij de bovenomtrek daarvan voor bet magnetisch aantrekken van de respectieve mallen.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 5 voorvorm-omkeermiddelen een omkeerplaat omvatten met in hoofdzaak recht hoekige, configuratie en met een door het midden daarvan gaande rotatie as, welke plaat kan worden aangedreven door een tandschijf, die bij de rotatieas is gemonteerd met een tevoren bepaalde vertikale bewegingsrichting en op intermitterende wijze, zodat deze bij de horizontale 10 stand daarvan gedurende een tevoren bepaalde tijd kan stilstaan wan neer de plaat horizontaal is georienteerd, gedurende een tevoren bepaald tijdsbestek, voor welk doel de tandschijf is verbonden met een intermitterende aandrijving. k. Inrichting volgens conclusie 1 en 3, met het kenmerk, dat 15 de houder van de omkeermiddelen in beginsel U-vormig symmetrisch is ten opzichte van de rotatieas en is voorzien van een steunplaat met een half-cirkelvormige uitsparing met -in hoofdzaak dezelfde diameter als het haisgedeelte van een voorvorm, in het onderoppervlak van de plaat, en een tegenhoudplaat, die met de omkeerplaat roteerbaar is in de na-20 bijheid daarvan met behulp van een veer aan de plaat is gekoppeld, met als effekt, dat het einde daarvan binnen tevoren bepaalde grenzen steeds naar de steunplaat wil bewegen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een console, die evenwijdig aan de omkeermiddelen is aangebracht en naar de draai- 25 middelen toe uit steekt en ophangingen voor voorvormen aan het einde van deze console op de plaats, die korrespondeert met die van een houder op het moment, dan de omkeermiddelen horizontaal zijn gearreteerd.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen een paar platte, boven elkaar aangebrachte uitsteek- 30 seis zijn in de richting van de draaimiddelen, uitgaande van een steun- as, aangebracht aan de van de draaimiddelen af gekeerde zijde en in de vorm van een rechthoekige zijde met de top toegekeerd naar de omkeermiddelen.
7· Inrichting volgens conclusie 5» gekenmerkt door een as, die 35 verschuifbaar is aangebracht bij het midden van de steunen op de basis, 7909168 '* 1k we Ike as axiaal verschuifbaar is in radiale richting ten opzichte van de draaimiddelen en onder de console met een einde is verbonden met de draaimiddelen en met een ander einde aan een schroef veer, waarbij een draad met de as is verbonden en zich onder spanning omlaag uitstrelcfc via een pulley, die bij de steunen op de basis is gemonteerd,waarbij 5 de schroefveer met het andere einde aan de steunen is bevestigd, zodat de as door de schroefveer steeds in de richting van de draaimiddelen wordt geduwd en door de draad, wanneer deze omlaag wordt getrokken, van de draaimiddelen af wordt geduwd via de pulley naar de as, die 10 gebalanceerd is voor wat betreft de sterkte van de spanningen van de schroefveer en van de draad.
8. Inrichting volgens conclusie 7» gekenmerkt door een aanslag die bij de as is aangebracht in de nabijheid van het einde van de geleidingsmiddelen voor het spannen van de draad tegen de spanning 15 van de schroefveer in, nadat de voorste van de reeks toegevoerde voorvormen in de houder van de orakeermiddelen is geschoven, voor het aldus schuiven van de as tegengesteld aan de richting van de draaimiddelen · voor het vertragen van de geleidingsmiddelen.
9. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een nok-20 schijf, die horizontaal is ondersteund in de schommelmiddelen en afzonderlijk in een tevoren bepaalde richting roteerbaar is met een constante snelheid ten opzichte van de schommelbeweging van de schommelmiddelen en de rotatie van de draaimiddelen, welke schijf is voorzien van een daarin gevormde nokgroef.
10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee stellen armen radiaal ten opzichte van de draaimiddelen verschuifbaar zijn door de wand van het huis van de schommelmiddelen, een stel nokschijven horizontaal in de schommelmiddelen is aangebracht, een nokvolger met de nokgroeven van de respectieve nokschijven in aan-30 grijping is, een gevorkte haak aan het einde van de armen is aangebracht en een veer is aangebracht tussen de haak en de zijwand van het huis van de schommelmiddelen. 7909168
NL7909168A 1978-12-28 1979-12-19 Blaasvorminrichting. NL7909168A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP16204678 1978-12-28
JP16204678A JPS5590312A (en) 1978-12-28 1978-12-28 Piece feeder

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7909168A true NL7909168A (nl) 1980-07-01

Family

ID=15747055

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7909168A NL7909168A (nl) 1978-12-28 1979-12-19 Blaasvorminrichting.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4312437A (nl)
JP (1) JPS5590312A (nl)
AU (1) AU537368B2 (nl)
CA (1) CA1141912A (nl)
CH (1) CH633489A5 (nl)
DE (1) DE2952428C2 (nl)
FR (1) FR2445206B1 (nl)
GB (1) GB2038267B (nl)
IT (1) IT1164795B (nl)
NL (1) NL7909168A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6040368B2 (ja) * 1978-04-24 1985-09-10 株式会社吉野工業所 ピ−スの2軸延伸ブロ−成形機への供給装置
US4694951A (en) * 1985-10-04 1987-09-22 Cincinnati Milacron Inc. Bottom loader for a conveyor means
JPH0474554U (nl) * 1990-11-13 1992-06-30
US5910326A (en) * 1997-09-16 1999-06-08 Electra Form, Inc. Blow molding apparatus
IT1311209B1 (it) * 1999-03-05 2002-03-04 Sipa Spa Dispositivo per il trasferimento con orientamento prefissabiledi contenitori in resina termoplastica
AU2004257059A1 (en) * 2003-07-14 2005-01-27 Toyo Seikan Kaisha, Ltd. Method and device for forcibly inserting drop into compression molding machine, and molding die follow-up type method and device for supplying drop
US7753192B2 (en) * 2005-12-23 2010-07-13 The Coca-Cola Company Apparatus and method for orienting spheroidal containers and packaging beverages in spheroidal containers
CN108215060A (zh) * 2018-03-29 2018-06-29 广州文谷塑胶有限公司 一种自动软管注肩机
CN114558541B (zh) * 2022-02-28 2024-02-27 湖北金贝壳科技有限公司 平摇式摇摆机

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2207179A (en) * 1938-11-10 1940-07-09 Libbey Glass Co Transfer apparatus
FR83224E (fr) * 1960-09-13 1964-07-03 Marrick Mfg Co Ltd Perfectionnements apportés aux procédés et machines pour fabriquer des objets moulés creux
CH385003A (fr) * 1962-07-04 1965-02-26 Georges Lesieur & Ses Fils Soc Machine automatique pour la fabrication d'objets par moulage sous pression d'une suspension de matière fibreuse dans un liquide
US3347967A (en) * 1963-03-25 1967-10-17 Walker Mfg Co Manufacture of filters
US3252588A (en) * 1964-04-17 1966-05-24 Gen Electric Lamp turnover and transfer device
FR1559785A (nl) * 1968-01-16 1969-03-14
DE1779306A1 (de) * 1968-07-27 1971-09-16 Bosch Gmbh Robert Vorrichtung zum Blasformen von Hohlkoerpern aus Vorformlingen
DE2720129A1 (de) * 1977-05-05 1978-11-09 Heye Hermann Fa Verfahren und maschine zur herstellung von hohlgegenstaenden mit mehrfachformen

Also Published As

Publication number Publication date
US4312437A (en) 1982-01-26
CH633489A5 (fr) 1982-12-15
JPS6129859B2 (nl) 1986-07-09
CA1141912A (en) 1983-03-01
GB2038267A (en) 1980-07-23
AU5369579A (en) 1980-07-03
IT1164795B (it) 1987-04-15
FR2445206A1 (fr) 1980-07-25
JPS5590312A (en) 1980-07-08
GB2038267B (en) 1983-06-15
DE2952428C2 (de) 1982-11-18
DE2952428A1 (de) 1980-07-10
FR2445206B1 (fr) 1985-01-11
AU537368B2 (en) 1984-06-21
IT7951212A0 (it) 1979-12-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7455514B2 (en) Blow molding apparatus
NL7909168A (nl) Blaasvorminrichting.
US9409316B2 (en) Device for forcibly inserting drop into compression molding machine, and molding die follow-up type device for supplying drop
US3650368A (en) Article-orienting apparatus
JPH08508949A (ja) プラスチック材料製プレフォームのブロー成形による容器の製造プラント
US20030168782A1 (en) Biaxial stretch blow molding method and apparatus for wide-mouthed containers
JPS6048422B2 (ja) アンプルあるいは類似のものを引渡す装置
CN107031022B (zh) 成形品的交接装置及吹塑成形装置
US3191357A (en) Apparatus for packaging confections
US3118218A (en) Aerosol valve inserting machine
US5157896A (en) Modularly constructed automatic packaging machine
US3830360A (en) Apparatus for transferring molded products to a trimming machine
US3269514A (en) Apparatus for feeding closure caps
US3537567A (en) Bottle orienting mechanism
US4819785A (en) Device for supplying pieces for blow-molding containers
EP3254994A1 (en) A conveying wheel for transporting articles and an apparatus for handling articles including at least one such conveying wheel
JP2695946B2 (ja) 物品の受渡し装置
US4649697A (en) Banding apparatus with tilting band positioner
CN215396821U (zh) 一种吹塑机瓶坯翻转中转机构
US10065357B2 (en) Preform handling device, and blow forming device
JP4594002B2 (ja) ブロー成形装置及びブロー成形方法
US10065805B2 (en) Molded article supply apparatus
JP6408873B2 (ja) 成形容器の引渡機構およびブロー成形・充填システム
NL7909172A (nl) Inrichting voor het lossen van flesvormige houders.
US737216A (en) Can-header.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable