NL7908967A - Televisiekamera met spelingvrije scherpstelling. - Google Patents

Description

PHN 9646 1 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Televisiekamera met spelingvrije scherpstelling.

De uitvinding heeft betrekking op een televisiekamera met een opnamelens en een daarop uitgerichte, een opneembuis omvattende cilindervormige opneemeenheid die is opgesteld in een houder met een geleidebed waarop de op-® neemeenheid langs zijn eigen as in de richting van de opnamelens verplaatsbaar is met behulp van een instelhefboom die met een tussen zijn uiteinden gelegen deel is gekoppeld met de opneemeenheid terwijl zijn ene uiteinde direkt en zijn andere uiteinde door een instelorgaan met een dwars op ^ het geleidebed gerichte dwarswand van de houder is gekoppeld.

Uit het Duitse octrooischrift Nr. 19·17*673 is een televisiekamera van de in de aanhef genoemde soort bekend, waarbij de opneemeenheid is opgesteld in een houder 15 met een geleidebed dat de opneemeenheid nabij zijn voor- en achtereind radiaal ondersteunt met behulp van twee vaste en twee verende nokken. De houder is verder voorzien van een dwarswand waar de opneemeenheid met zijn voorkant doorheen steekt en waarmee tevens de instelhefboom gekoppeld is. De- 20 ze instelhefboom is midden tussen zijn uiteinden voorzien van een gat waarin een as is gelagerd die is verbonden met een pen die weer is gekoppeld met een aan de opneemeenheid aangebrachte, in zijwaartse richting uitstekende vork. Verder is het ene uiteinde van de instelhefboom voorzien van 25 een vork die om een aan genoemde dwarswand bevestigde as grijpt, terwijl het andere uiteinde is voorzien van een gat waarin een as met een dwars gericht schroefgat is opgesteld.

In dit schroefgat is een met de dwarswand verbonden, in axiale zin gefixeerde als instelorgaan dienende instelbout 30 draaibaar. Bij draaiing daarvan scharniert de instelhefboom om de met de dwarswand verbonden as en - omdat de instelhefboom op de beschreven wijze met de opneemeenheid gekoppeld is - verplaatst de opneemeenheid zich in axiale rich- 7908967 t ΡΗΝ p6k6 2 ting in de houder. Op deze wijze kunnen de opnamelens en de opneemeenheid zodanig ten opzichte van elkaar worden ingesteld dat een scherp televisiebeeld wordt verkregen.

Voor de instelling van de opneemeenheid ten op-5 zichte van de opnamelens zijn in de bekende beschreven televisiekamera nogal wat onderdelen nodig. Om een nauwkeurige instelling te kunnen uitvoeren is het nodig, dat deze onderdelen nauwkeurig worden gemaakt en ook dat zij nauwkeurig worden gemonteerd in de kamera. Hierdoor leent de ^ beschreven televisiekamera zich niet erg voor fabrikage in grotere aantallen. Een extra bezwaar van de bekende kamera is, dat de door het instelorgaan beweegbare instelhefboom gekoppeld is met een zijwaarts uitstekende op de opneemeenheid aangebrachte vork. Dit betekent immers, dat de instel-

1C

hefboom op de opneemeenheid niet alleen een axiaal gerichte kracht, maar ook een koppel uitoefent dat de opneemeenheid in de houder kan doen wringen. Als dan bovendien de onderdelen niet erg nauwkeurig gemaakt zijn en niet zonder speling op elkaar passen, kan bij instelling van de opneemeen- 20 heid in de houder de beweging ongelijkmatig plaatsvinden -er kan "slip-stick" optreden. Hierdoor en ook door de erbij optredende dode slag wordt genoemde instelling sterk bemoeilijkt.

De uitvinding beoogt de genoemde bezwaren te on-25 dervangen en daartoe heeft een televisiekamera van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk, dat de instelhefboom gezien in de richting van de as van de opneemeenheid verend ingeklemd is tussen de opneemeenheid en de dwarswand van de houder en met elk daarvan door mid-30 del van twee puntopleggingen gekoppeld is, waarbij de mid-delloodvlakken door de lijnstukken die de raakpunten met de dwarswand van de houder en de raakpunten met de opneemeenheid onderling verbinden elkaar snijden volgens een lijn die althans nagenoeg samenvalt met de as van de opneemeen-35 heid. Voor instelling van de opneemeenheid ten opzichte van de opnamelens dient in deze kamera - naast het instelorgaan en een veer waarmee de instelhefboom verend ingeklemd is tussen de opneemeenheid en de dwarswand van de houder - 7908967 PHN 96½ 3 « ' * slechts de instelhefboom, zodat het aantal onderdelen uiterst beperkt is. Omdat de hefboom verend wordt ingeklemd, kan de hefboom op erg eenvoudige wijze in de kamera worden gemonteerd, worden aan de nauwkeurigheden waarmee de tegen 5 elkaar geklemde delen gemaakt zijn geen al te hoge eisen gesteld en is de kans op dode slag bij instelling uiterst gering. Omdat bovendien de raiddelloodvlakken door de lijnstukken die de raakpunten van de instelhefboom met de dwars-wand van de houder en de raakpunten van de instelhefboom met M de opneemeenheid onderling verbinden elkaar snijden volgens een lijn die althans nagenoeg samenvalt met de as van de opneemeenheid, grijpt de instelhefboom zodanig centraal aan op de opneemeenheid, dat een koppel dat de opneemeenheid in de houder zou kunnen doen wringen is vermeden. Hiermede is ^ het optreden van "slip-stick" bij instelling van de kamera sterk onderdrukt. De televisiekamera volgens de uitvinding leent zich bijzonder voor fabrikage in grotere aantallen, terwijl de instelling van de opneemeenheid ten opzichte van de opnamelens gemakkelijk en uiterst nauwkeurig kan worden 20 uitgevoerd.

Een voorkeursuitvoering van de televisiekamera volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat de instelhefboom is voorzien van een centrale opening voor doorlating van uit de opnamelens in de richting van de opneemeenheid 25 tredend licht en aan zijn naar de opneemeenheid toegekeerde zijde is voorzien van twee afgeronde nokken die tegen het ingangvenster van de binnen de opneemeenheid opgestelde op- neembuis zijn gedrukt en daar twee puntopleggingen vormen.

Omdat de instelhefboom direkt aangrijpt op de opneembuis 30 zullen eventuele axiale bewegingen van de opneembuis in de opneemeenheid geen invloed hebben op de instelling van de kamera. Dergelijke bewegingen kunnen het gevolg zijn van onder andere bij in- en uitschakelen van de kamera optredende temperatuurwisselingen. Treden herhaaldelijk temperatuur-35 verschillen op tussen de opneembuis en de hem omgevende delen van de opneemeenheid, dan kan de opneembuis zich in de opneemeenheid verplaatsen.

De uitvinding wordt in het navolgende bij wijze 7908967 PHN 9646 4 van voorbeeld aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een doorsnede van een relevant deel van een televisiekamers volgens de uitvinding, 5 fig. 2 een bovenaanzicht van het in fig. 1 getoonde deel,

fig. 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III

in fig. 2,

fig. 4 een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV

10 . Λ.

xn fxg. 2 en fig. 5 een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 2.

Fig. 1 en fig. 2 tonen een relevant deel van een televisiekamers met een opnamelens 1 en een daarop uitge-15 richte opneemeenheid 2 die een opneembuis 3> een spoelen- stelsel 4 en een afschermmantel 5 omvat. De opneemeenheid 2 is opgesteld in een houder 6 met een geleidebed 7 waarop de opneemeenheid 2 langs zijn eigen as 8 in de richting van de opnamelens 1 verplaatsbaar is met behulp van een instelhef-20 , boom 9. Van de vele manieren waarop de opnamelens 1 en de opneemeenheid 2 ten opzichte van elkaar uitgericht kunnen worden, is in de tekening een zeer eenvoudige manier getoond, waarbij de houder 6 is voorzien van een lensvatting 10 waarin de opnamelens 1 met een schroeffitting 11 kan 25 worden bevestigd. Duidelijkheidshalve zijn de opnamelens 1 en de houder 6 los van elkaar getekend. De instelhefboom 9 is gezien in de richting van de as 8 op nog nader te beschrijven wijze ingeklemd tussen de opneemeenheid 2 en een dwarswand 12 van de houder die dwars op het geleidebed 7 ... 30 is gericht. De instelhefbomm 9 is door middel van twee puntopleggingen zowel met de opneemeenheid 2 als met de dwarswand 12 gekoppeld. Met een tussen zijn uiteinden gelegen deel is de instelhefboom 9 door middel van de puntopleggingen 13 en 14 met de opneemeenheid 2 gekoppeld, ter-35 wijl zijn ene uiteinde direkt met een puntoplegging 15 en zijn andere uiteinde met een puntoplegging 16 door een in-stelschroef 17 niet de dwarswand 12 gekoppeld is. Bij verdraaiing van de instelschroef 17 kantelt de instelhefboom 7908967 T *r ΡΗΝ 96h6 5 9 om de puntoplegging 15» zodat de puntopleggingen 13 en 14 en daarmee de opneemeenheid 2-zich in de richting van de as 8 zal verplaatsen. De opnamelens 1 en de opneemeenheid 2 kunnen op deze wijze zodanig worden ingesteld dat de gevoe- 5 lige laag van de opneembuis 3 precies in het brandvlak van de opnamelens 1 is ingesteld, zodat een scherp televisiebeeld wordt verkregen. De instelhefboom 9 kan op zeer eenvoudige wijze in de kamera worden gemonteerd door eerst de instelschroef 17 in de houder 6 te draaien, daarna de into stelhefboom 9 tegen de dwarswand 12 en de instelschroef 17 te leggen, daarna de opneemeenheid 2 tegen de instelhefboom 9 te plaatsen en tenslotte de nog nader te beschrijven veer aan te brengen. Omdat de instelhefboom 9 verend wordt ingeklemd, worden aan de nauwkeurigheden waarmee de dwarswand to 12, de instelschroef 17 en de instelhefboom 9 gemaakt zijn geen al te hoge eisen gesteld. Met toleranties op de afmetingen van genoemde onderdelen van enkele tienden van millimeters kan de opneemeenheid 2, zelfs zonder dode slag, met een nauwkeurigheid van enkele tientallen micrometers ten 20 opzichte van de opnamelens 1 worden ingesteld.

Zoals uit fig. 3 duidelijk blijkt, snijden de middelloodvlakken door de lijnstukken die de raakpunten 15 en 16 met de dwarswand 12 van de houder 6 en de raakpunten 13 en 14 met de opneemeenheid 2 onderling verbinden elkaar 25 volgens een lijn die althans nagenoeg samenvalt met de as 8 van de opneemeenheid 2. De instelhefboom 9 grijpt daarom zodanig centraal aan op de opneemeenheid, dat de kans dat de opneemeenheid 2 bij instelling in de houder 6 zou kunnen wringen is vermeden. Daarmee is eveneens de kans op het op-30 treden van "slip-stick" bij instelling van de kamera zeer gering.

De instelhefboom 9 is voorzien van een centrale opening 18 voor doorlating van uit de opnamelens 1 in de richting van de opneemeenheid 2 tredend licht en aan zijn 35 naar de opneemeenheid toegekeerde zijde voorzien van twee afgeronde nokken 19 en 20 die tegen het ingangsvenster 21 van de opneembuis 3 zijn gedrukt en daar de puntopleggingen 13 en 14 vormen. Omdat de instelhefboom 9 direkt aan- 7 9 0 S 9 o 7 PHN 9646 6 grijpt op de opneembuis 3» zullen eventuele bewegingen van de opneembuis 3 in de opneemeenheid 2 geen invloed hebben op de instelling van de kamera. Dergelijke bewegingen kunnen plaatsvinden, omdat tijdens bedrijf van de kamera de 5 opneemeenheid 2 en de opneembuis 3 vaak verschillende temperaturen hebben. Verder is de instelhefboom 9 voorzien van een afgeronde nok 22 die tegen de dwarswand 12 van de houder 6 is gedrukt en daar de puntoplegging 15 vormt. Aan de instelhefboom 9 bevestigde uitsteeksels 23 en 24 die met normale toleranties van circa 0,1 mm achter aan de dwarswand 12 van de houder 6 bevestigde nokken 25 en 26 grijpen zorgen ervoor dat als - bijvoorbeeld door een val of stoot - de opneembuis 3 even van de instelhefboom 9 lostkomt, de scherpstelling van de kamera als de verbinding weer tot 15 stand komt niet veranderd is. De instelhefboom 9 verloopt vrijwel evenwijdig aan het intreevenster 21 van de opneembuis 3» zodat een verplaatsing van de uitsteeksels 23 en 24 naar de as 8 toe over een afstand van 0,1 mm een verplaatsing van de opneembuis 3 in de richting van de as tot 20 gevolg zal hebben die hooguit enkele micrometers zal bedragen.

Opgemerkt wordt, dat in de tekening is getoond dat de instelhefboom 9 en de dwarswand 12 van de houder 6 aan de voorzijde van de opneembuis 3 zijn opgesteld, maar 25 het zal duidelijk zijn dat een groot aantal van de in het voorgaande genoemde voordelen ook geldt, als de instelhefboom 9 ©n de. dwarswand 12 aan de achterzijde van de opneembuis 3 zijn opgesteld. In dat geval hoeft de instelhefboom 9 niet van een centrale opening 18 te zijn voorzien of kan 30 deze dienen voor doorlating van elektrische aansluitdraden van de opneembuis, maar moet natuurlijk wel de opnamelens 1 op een andere wijze ten opzichte van de opneemeenheid 2 worden uitgericht.

Het geleidebed 7 van de houder 6 omvat - zoals 35 duidelijk blijkt uit fig. 4 - een Y-vormige groef met wanden 27 en 28 waar de opneemeenheid 2 is vastgezet met behulp van draadveren 29 en 30. Deze draadveren 29 en 30 passen in in de afschermmantel 5 aangebrachte groeven 31 en 32 7908967 PHN 9646 7 en zijn achter nokken 33 op de houder 6 zodanig vastgehaakt, dat de opneemeenheid 2 zowel een in de richting van het ge-leidebed 7 gerichte, radiale kracht als een in de richting van de dwarswand 12 van de houder 6 gerichte kracht onder-5 vindt. Op deze wijze is de opneemeenheid zeer eenvoudig en deugdelijk gemonteerd. Om te voorkomen dat de opneemeenheid 2 bij instelling om zijn as 8 zal draaien, is op de af-schermmantel 5 een beugel 34 vastgekit, die dan met zijn uiteinden 35 over de randen 36 van het geleidebed schuift M (zie hiervoor fig. 5)·

Bij voorkeur is de instelhefboom 9 vervaardigd van een met glasvezels versterkte thermohardende kunsthars. Een dergelijke hefboom behoudt ook na langere gebruiksduur zijn vorm terwijl elektrische signalen in de opneembuis 3 15 niet beïnvloed worden.

De houder 6 is zowel aan zijn naar de opnamelens toegekeerde einde als aan het daarvan afgekeerde einde voorzien van gaten 37> 38 en 39> waarvan de gaten 37 zijn voorzien van schroefdraad. Deze gaten 37» 38 en 39 dienen voor bevestiging van verder niet weergegeven kaarten met gedrukte bedrading en van een kamerabehuizing.

25 30 35 79 0 3 9 6 7

Claims (4)

1. Televisiekamera met een opnamelens en een daarop uitgerichte, een opneembuis omvattende cilindervormige op-neemeenheid die is. opgesteld in een houder met een geleide- 5 bed waarop de opneemeenheid langs zijn eigen as in de richting van de opnamelens verplaatsbaar is met behulp van een instelhefboom die met een tussen zijn uiteinden gelegen deel is gekoppeld met de opneemeenheid terwijl zijn ene uiteinde direkt en zijn andere uiteinde door een instelor-gaan met een dwars op het geleidebed gerichte dwarswand van de houder is gekoppeld, met het kenmerk, dat de instelhef-boom gezien in de richting van de as van de opneemeenheid verend ingeklemd is tussen de opneemeenheid en de dwarswand van de houder en met elk daarvan door middel van twee ^ puntopleggingen gekoppeld is, waarbij de middelloodvlakken door de lijnstukken die de raakpunten met de dwarswand van de houder en de raakpunten met de opneemeenheid onderling verbinden elkaar snijden volgens een lijn die althans nagenoeg samenvalt met de as van de opneemeenheid. 20

2. Televisiekamera volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de instelhefboom is voorzien van een centrale opening voor doorlating van uit de opnamelens in de richting van de opneemeenheid tredend licht en aan zijn naar de opneemeenheid toegekeerde zijde is voorzien van twee afge-25 ronde nokken die tegen het ingangsvenster van de binnen de opneemeenheid opgestelde opneembuis zijn gedrukt en daar twee puntopleggingen vormen.

3. Televisiekamera volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het geleidebed van de houder een V-vormige 30 groef omvat waar de opneemeenheid met behulp van een aan de houder vastgehaakte draadveer is vastgezet, waarbij de draadveer op de opneemeenheid zowel een in de richting van het geleidebed gerichte radiale kracht als een in de richting van de dwarswand van de houder gerichte axiale kracht 35 uitoefent.

4. Televisiekamera volgens conclusie 2 of 3> roet het kenmerk, dat de instelhefboom is vervaardigd van een met glasvezels versterkte thermohardende kunsthars. 7908967