NL7908255A

NL7908255A - Werkwijze voor het bepalen van het alcoholgehalte in de ademhalingslucht.

Info

Publication number: NL7908255A
Application number: NL7908255A
Authority: NL
Original assignee: Draegerwerk Ag
Priority date: 1979-02-22
Filing date: 1979-11-12
Publication date: 1980-08-26
Also published as: US4316380A; CH644696A5; DE2906864A1; GB2044448B; FR2449434B2; SE8000463L; AU5577680A; AU528665B2; JPS55146041A; CA1137224A; GB2044448A; FR2449434A2

Description

5* fèrkwijze voor het bepalen van het alcoholgehalte in de ademhalings-lucht.

Een samenhangende octrooiaanvrage heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het bepalen van het alcoholgehalte in de ademhalingslucht met een alcoholmeettoestel in de uit-ademingslucht, welk toestel de vastgestelde waarde van de alcohol-concentratie doorgeeft wanneer de op de hoogte van het alcohol-5 signaal S(t) betrokken verandering met de tijd van S(t) onder een voorafbepaalde drempelwaarde «» ’ .f S(t) dt ligt, de stromingssnelheid v van de uitademingslucht hierbij boven een voorafbepaalde drempelwaarde ligt, en aan deze voorwaarde voor een voorafbepaalde tijd t ononderbroken is aangehouden.

Werkwijzen en inrichting voor het meten van het alcoholgehalte in de ademhalingslucht registreren de werkelijke alcohol-concentratie wanneer het gedeelte van de uitgeademende lucht op de alcoholwaarde daarvan wordt onderzocht, welk gedeelte in de long in de longblaasjes in evenwicht is kunnen komen met de alcoholcon-centratie van het bloed. Derhalve moet de heen en weer gaande lucht uit de mond- en keelruimte en de menglucht van de longblaasjeslucht, meettechnisch worden gescheiden.

Overeenkomstig de samenhangende octrooiaanvrage vindt het registreren van het longblaasjesluchtgedeelte plaats door het

dS

bewaken van het stijgen met de tijd van de alcoholconcentratie.

Dit stijgen met de tijd wordt met het, de uitademingslucht uit de 79 0 8 2 5 5

Jt -+ 2 mond- en keelruimte volgende longblaasjesgedeelte steeds minder* totdat deze na het bereiken van het concentratieplateau geheel ophoudt. Wanneer de stijging, betrokken op de momentele concentratie, onder de voorafbepaalde drempelwaarde W, komt, bevindt zich 5 in het alcoholmeettoestel alleen nog lucht uit de longblaasjes.

Het bewaken van het stijgen is bij proefpersonen, die gewillig zijn, voldoende om met zekerheid een alcoholconeentratie te bepalen nabij de waarde in de longhlaasjeslucht. In de praktijk is echter een bereidwilligheid niet altijd met zekerheid te bereiken. 10 Derhalve worden samen met het bewaken van de stijging, twee andere voorwaarden vervuld, voordat een meetwaarde wordt aangewezen. De door een stromingsmeter bepaalde stromingssnelheid v moet boven een voorafbepaalde waarde v ^ liggen, en moet bovendien vanaf een voorafbepaalde tijd zijn vervuld.

15 Voor het meten dient een meettoestel met een korte aanspreektijd.

De opgave van de uitvinding is een verdere uitvoering van de werkwijze en de inrichting met als doel een veelzijdiger aanpassing mogelijk te maken van de meetinrichting aan de proefper-20 sonen.

De oplossing van deze opgave vindt plaats overeenkomstig het onderscheidende kenmerk van de conclusie 1.

Andere kenmerken, die betrekking hebben op de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, zijn te ontlenen aan de 25 volgconclusies.

De werkelijke voordelen, die ontstaan uit de verdere uitvoering van de meergenoemede samenhangende octrooiaanvrage, liggen in het af zien van de voorwaarde van een tijdsverloop.

In het geval namelijk, dat aan de stijgingsbepaling is 30 voldaan voor de afloop van het tijdsverloop, moet de proefpersoon tot aan het aflopen van het tijdsverloop verder blazen. Dit kan bij het voorafbepalen van een aan een gemiddelde proefpersoon aangepast tijdsverloop t (en alleen dan heeft het voorafbepalen van t pas zin) er toe leiden, dat een gedeelte van de proefpersonen 35 meer wordt belast dan nodig. Onder omstandigheden kan een proefper soon helemaal niet voldoen aan de voorwaarde van het toestel.

7908255 3

De verkwij ze volgens de uitvinding past zich aan aan de proefpersoon. Ook een proefpersoon met een minder dan gemiddeld longvolume kan door deze werkwijze worden geregistreerd.

Door het afwezig zijn van een tijdbepaling past het 5 toestel zich praktisch aan aan het hrede spectrum van proefpersonen. Er bestaat niet het gevaar, dat proefpersonen met een klein longvolume door het te lang moeten blazen, overbelast worden. De proef is afgesloten wanneer de op nie hoogte van het alcoholsignaal betrokken verandering met de tijd onder de voorafbepaalde drempelwaarde Ό valt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 het alcoholsignaal S8t) weergeeft ten opzichte van de tijd t, en 15 fig. 2 de inrichting toont voor het meten van het alcoholgehalte in de ademhalingslucht.

In de fig. 1 zijn het stijgen met de tijd van de al-coholconcentratie in de uitademingslucht met het alcoholsignaal S(t) als Y-as en de tijd t als Z-as uitgezet. De kromme toont twee 20 kenmerkende tijdgedeelten A en B. In het gedeelte A met de meettij dfase tg - tj wordt een onafgebroken stijgen duidelijk van de alcoholconcentratie. De heen en weer gaande lucht wordt steeds meer gemengd met longblaasjeslucht uit de long.

Het gedeelte B met de meettijdfase t^ - toont 25 praktisch geen stijging meer van de alcoholconcentratie, waarbij de kromme zich dan op een plateau beweegt. Er wordt dan alleen nog longblaasj eslucht uitgeademd.

Het gedeelte B wordt door de onderhavige inrichting, zoals is weergegeven in fig. 2, duidelijk onderkend. In de uitade-30 mingsfase begint de inrichting, wanneer de waarde e. _J_ . « S(t) dt van de bewaking van het stijgen onder de drempelwaarde W komt.

Er vindt dan praktisch geen stijging meer plaats van de alcohol-35 waarde. In dit gedeelte B meet het meettoestel 1 dan de met het 7908255

Jh. ·« k bloed in evenwicht zich bevindende alcoholconeentratie in de ademhalingslucht. Het meettoestel 1 komt overeen met de stand van de techniek.

Het meettoestel 1 voor het meten van alcohol is opge-5 steld in de uit ademingsluchtstroom 1 Jt. De terugs 1 agklep 3 voorkomt een omkering van de in de richting 5 stromende uitademhalings-luchtstroom 1^. Op het meettoestel 1 volgt de stromingsmeter 2, waarin de stromingssnelheid v wordt gemeten. Het EN-rooster U geeft een stuurspanning aan het lineaire rooster 5, waarmee dan 10 het doorgeven van het alcoholsignaal S(t) vanaf het meettoestel 1 via het lineaire rooster 5 aan de aanwijseenheid 9 plaatsvindt.

De aanwij seenheid 9 kan een schrijf toestel, een druktoestel of een de laatste meetwaarde, dus de maximum meetwaarde, opslaand aanwijs-toestel zijn.

15 Voorwaarde voor de stuurspanning uit het EN-rooster U

is de vervulling van de twee voorwaarden a. en b.

a. De grootheid

r - _J_ dS

! G " S(t) * dt’ 20 waarbij G wordt’vast gesteld in de rekeneenheid 11, die is aangesloten op de uitgang van het meettoestel 1, moet tot beneden de drempelwaarde W zijn gedaald. De drempelwaarde W wordt gegeven door de drempelwaardegever 10 en in 1. drempelwaardevergelijker 6 vergeleken met G. Bij G ét W gaat een stuursignaal naar het EN-rooster U.

25 b. De in de stromingsmeter 2 gemeten stromingssnelheid v moet groter zijn dan de door de drempelwaardegever 12 gegeven minimum stromingssnelheid v . , en vanaf het eerste overschrijden van v . , mm mm groter zijn geweest. In dit geval geeft een 2. drempelwaardeverge-30 .

lijker 7 via een 1.flip-flop 8 een stuursignaal aan het EN-rooster k. De flip-flops 8 en 17 reageren op de dalende flank van logische signalen of impulsen. Wanneer dus bij de stromingssnelheid v>v .

mm aan de uitgang van de drempelwaardevergelijker 7, een positief signaal (impuls) ligt, reageert de flip-flop 8 in eerste instantie 35 niet. Derhalve ligt aan de geiwerteerde uitgang daarvan een 7908255 5

V J

positieve spanning. Bij het gelijktijdig voldoen aan de voorwaarde a. schakelt het EN-rooster

Wanneer echter v< v . wordt, nadat v> v . reeds mm mm was vervuld, schakelt de flip-flop 8, waarbij aan de geïnverteerde, aan het EN-rooster U liggende uitgang, het logische overdrachts- j niveau nul verschijnt. Dit doet ook de flip-flop 17 schakelen en terug werkend de flip-flop 8 blokkeren, waarbij hij van dat moment niet langer reageert ongeacht het aantal malen dat hij nog beneden en boven v . kan gaan. Deze toestand wordt aangewezen in de aanmin wijzer In-op 18.

Er moet een nieuwe proef worden begonnen voor het begin waarvan de flip-flops 18 en 17 weer in hun uitgangsstand worden gebracht door het indrukken van de terugsteltaster 16.

Bij' deze schakeling wordt het EN-rooster ^ ook bij het einde van het onderzoek, wanneer de proefpersoon na het vervullen van de voorwaarden ophoudt te blazen, geblokkeerd, zodat dan als gevolg van het lineaire rooster 5 geen signaal meer licht aan de aanwijs-eenheid 9. Derhalve is het doelmatig deze eenhèid te voorzien als een schrijftoestel, een druktoestel, of een de laatste meetwaarde of de maximum meetwaarde opslaand aanwijstoestel.

20 Met de voorwaarde a. en b. is verzekerd, dat volledig ondubbelzinnig alleen alcoholsignalen S(t) uit de longblaasjeslucht kunnen worden toegevoerd aan de aanwijseenheid 9·

De controleaanwijzing 13 is tussen de drempelwaardevergelijker 7 en het EN-rooster 1» aangesloten. Deze aanwijzer licht rood op wanneer de stromingssnelheid v< v^.^ is, en groen wanneer v>v . wordt, mm

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

30 79 0 825 5

Claims

1. Werkwijze voor het bepalen van het alcoholgehalte in de ademhalingslucht, in het bijzonder overeenkomstig de samenhangende octrooiaanvrage, met het kenmerk, dat een alcoholmeet- 5 toestel in de uitademingslucht, de vastgestelde waarde van de alco-holconcentratie doorgeeft, wanneer de op de hoogte van het alcohol-signaal S(t) betrokken verandering met de tijd van S(t) onder een voorafbepaalde 1. drempelwaarde 1 as t> wr ae ligt, en de stromingssnelheid v sedert het overschrijden van een voorafbepaalde 2. drempelwaarde v . tot aan het onder de 1. drem- ^ min ^ j-t pelwaarde komen daarvan door—7—r- · — altijd groter dan v . S(t) dt min is geweest.

2. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van een meettoestel en van een stro-mingsmeter in de ademhalingsluchtstroom, waarvan de omkering wordt voorkomen door een terugslagklep, alsmede een aanwijseenheid, gekenmerkt door een EN-rooster (U), dat bij gelijktijdige besturing ΛΛ u door een 1. drempelwaardevergelijker (6) en een 2. drempelwaardevergelijker (7) en een 1. flip-flop (8) een lineair rooster (5) stuurt, dat voor het doorgeven van de meetwaarde van het meettoestel (1) aan de aanwijseenheid (9) dient.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat de geïnverteerde uitgang van de 1. flip-flop (8), ligt aan de ingang van een 2. flip-flop (1T)» waarvan de geïnverteerde uitgang is verbonden met de 1. flip-flop (8). Inrichting volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de flip-flops (8,17) zijn verbonden met de gemeenschappelijke terugsteltaster (16).

5. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.

6. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 7908255