NL7908054A - Veiligheids-afsluitklep, in het bijzonder voor gas- drukregelinstallaties. - Google Patents

Description

* — 1 — τ Ν.Ο. 28.232 ν

Yeiligheids-afsluitklep, in het bijzonder voor gas-drukregelin-stallaties._

De uitvinding heeft "betrekking op een veiligheids-afsluitklep, in het bijzonder voor gas-drukregelinstallties, waarvan de klep-stang samen met de klepsehotel door middel van een in een schakel-leger aangebrachte kogel-arréteer of -vergrendelinrichting of 5 dergelijke in een voorafbepaalde open stand kan worden gearreteerd, waarbij het arrêteren in het geval dat daar behoefte aan bestaat door een regelinrichting voor het sluiten van het instelo^,an kan worden vrijgegeven, terwijl de veiligheids-afsluitklep door een drukdicht, met een overeenkomstig uitgevoerde aansluitflens 10 samenwerkend huis is omgeven.

Yeiligheids-afsluitkleppen vinden in op op zichzelf bekende wijze toepassing in gas-drukregelinstallatues. Zij dienen ervoor om de druk achter het gas-drukregelapparaat te controleren. Daarbij hebben ze tot doel om bij het boven respectievelijk onder een 15 voorafbepaalde grenswaarde komen aan te spreken en de gastoevoer volkomen en blijvend af te sluiten. Het opnieuw arreteren of vergrendelingen van het apparaat mag daarbij slechts met de hand plaatsvinden.

Bij kleine apparaten heeft een gecombineerde bouwwijze veld 20 gewonnen. Daarin is zowel de voor de drukregeling dienende func-tie-eenheid als ook voor de veiligheidsafsluiting dienende functie-eenheid in hetzelfde huis aangebracht. Niet in de laatste plaats om redenen van rationele bouwwijze en gemakkelijkere controle wordt hier de functieeenheid van de veiligheids-afsluitklep als 25 verwisselbare bouwgroep geconstrueerd.

Onder de hiervoor genoemde gegevens is het noodzakelijk om de apparaten zodanig te construeren, dat na het aanspreken een openen van het instelorgaan en een opnieuw arrêteren of vergrendelen slechts van buiten af mogelijk is. Om dit proces mogelijk 30 te maken wordt de klepstang gewoonlijk centraal door het schakelen regelapparaat heen gevoerd, zodat de klepstang van buiten af niet alleen bereikbaar is, maar eventueel ook door middel van een werktuig weer in de gearrêteerde of vergrendelde stand kan worden 35 gebracht.

Het naar buiten voeren van de klepstang vereist in het regelapparaat tussen de klepstang en het meetmembraan een, over de tijd veilige, afdichting, terwijl de onderzijde van het membraan 790 8 0 54 f - 2 - / van het regelapparaat door de uitgangsdruk wordt belast. Yoor het in de niet gearrêteerde of niet vergrendelde stand brengen zijn relatieve bewegingen tussen het meetmembraan en de klepstang noodzakelijk. De bij een dergelijk bewegingsverloop onvermijdelijk 5 optredende wrijvingskraehten werken natuurlijk een nauwkeurige als ook een reproduceerbaar afschakelen tegen.

In verband met de aan deze bekende oplossingen klevende nadelen heeft de onderhavige uitvinding tot doel om een bijzondere bouwconstructieve uitvoering te vinden, waarbij volledig ervan 10 kan worden afgezien om de klepstang door het membraansysteem van het regelapparaat'heen te voeren, zodat ook de bij de bekende oplossingen anders onvermijdelijke wrijvingskraehten worden geëlimineerd.

Dit wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat met de 15 kogel-arrêteer- of vergrendelinrichting corresponderende tegen-elementen, die samen met het regelapparaat in de door de sluit-stand van de klep bepaalde stand van de arrêteerinrichting vormende elementen tegen de kepstang worden gebracht en tot arrêteren worden gebracht, waarbij hierdoor tussen klepstang enerzijds en 20 de door schakelapparaat/regelapparaat gevormde bouweenheid anderzijds een krachtsluitende verbinding wordt gegeven en de klep door heffen van de bouweenheid geopend wordt en door middel van een draaibeweging kan worden gefixeerd, terwijl het fixeren op elk ogenblik kan worden losgemaakt en de veiligheids-afsluitklep wan-25 neer dat nodig is ook met de hand kan worden gesloten.

Het hiervoor beschrsen openingsproces is ook omkeerbaar. Dit betekent dat ook bij gearrêteerd schakelapparaat de fixering van de open stand weer kan worden losgemaakt en de veiligheids-afsluitklep door een geschikte axiale beweging met de hand kan worden 30 gesloten.

Yerdere kenmerken die belangrijk zijn voor de uitvinding en die betrekking hebben op voor wat de bouw betreft constructieve vormgeving van de in het huis aangebrachte mechanische middelen kunnen worden ontleend aan de onderconclusies benevens aan de 35 later te volgen figuurbeschrijving.

De uitvinding verschaft een reeks voordelen:

Afgezien daarvan, dat de uitvinding een meer eenvoudige en daarmee ook minder aan storingen onderhevige bouwwijze mogelijk maakt, bestaat het wezenlijke voordeel vooral daarin, dat afgezien kan worden van een afgedichte en daarmee met wrijving verbonden 3 ' naar buiten voeren van de klepstang uit de drukmeetruimte. Dit heeft onder het tijdaspect zeer positieve invloed op de aanspreek-nauwkeurigheid van het apparaat, vooral omdat de veranderlijke wr i j vingskracht en niet meer de noodzakelijke ontgrendelingsbeweging 5 van het meetmembraan tegenwerken. Een tweede wezenlijk voordeel is daardoor gegeven, dat door de axiale verschuifbaarheid van het huis in de aansluitflens de mogelijkheid bestaat om het apparaat ook bij gearrêteerd of vergrendeld schakelapparaat op elk tijdstip met de hand te sluiten.

10 Vanzelfsprekend kan ook bij de oplossing volgens de uitvinding niet worden afgezien van het afdichten van de uitgangsdrukruimte door middel van een 0-ring. Ondertussen ligt echter deze ring niet tegen de klepstang aan, maar in de overnag van het huis naar de aansluitflens. De ring heeft dus geen enkele invloed op de nauwkeurig-15 heid van het afschakelen, maar verhindert dat op geen enkel tijdstip, ook niet bij het weer arrêteren, gas in de opstellingsruimte stroomt.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader verduidelijkt.

20 Eig. 1 geeft een verticale doorsnede door een veiligheidsaf- sluitklep weer, waarbij aan de linker kant de gearrêteerde of vergrendelde stand en aan de rechter kant de niet-gearrêteerde gearre-teerde of niet-vergrendelde stand is weergegeven.

Eig. 2 is een detail over een in het huis van de veiligheids-25 afsluutklep aangebrachte I-vormige geleidingsgroef in de richting A-A in fig. 1.

In een met 1 aangegeven huis zijn de mechanische middelen aangebracht, die er voor dienen om de gasdruk achter een gasdruk-regelapparaat te controleren en bij het overschrijden van een vooraf-30 bepaalde grenswaarde de gastoevoer volledig en blijvend af te sluiten. Deze mechanische middelen zijn in wezen een instelveer 11 voor de gewenste waarde, een meetmembraan 3? benevens een vergrendel- of arrêteerinrichting 4, 5, 6, 7 met kogels.

De arrêteerinrichting bestaat daarbij uit een arrêteerbus 4 35 en daarmee overeenkomende arrêteerkogels 5. De arrêteerbus 4 sluit in zijn bovenste gebied direct aan tegen het meetmembraan 3» waarmee de bus 4 door middel van een schijf 9 en een schroef 10 vast, maar losneembaar is verbonden. Aan de van het meetmembraan 3 afgekeerde zijde is de arrêteerbus 4 van een ten opzichte van zijn buiten-40 diameter concentrische boring, uitsparing of dergelijke 4a voorzien, 790 8 0 54 ✓ 4

J

die zich ongeveer over de halve bouwlengte van de arrêteerbus 4 uitstrekt. Naar onderen is de arrêteerbus 4 door een in het huis 1 aangebracht tegenleger 6 afgesloten. Door een passend grote boring 6a in het tegenleger 6 gaat de concentrisch in de arrêteerbus 4 naar 5 binnen stekende klepstang 8 heen, waarvan het boveneind vast met een steunbus 7 is verbonden.

Ben aansluitflens 2 of dergelijke is concentrisch om het buis 1 heen aangebracht. Voor het afdichten .is aan het telkens draai-symmetrisch uitgevoerde aanrakingsgebied tussen huis1 en aansluit-10 flens 2 een afdichtring 15 aangebracht. Ben overeenkomstige afdichting 12 bewerkstelligt bovendien ook een afdichtende geleiding van de klepstang 8, aan het ondereind waarvan een klepschotel 15 is aange-bra.cht, die samen met een daarmee overeenkomende klepzitting 17 door snel sluiten de gastoevoer naar het, eveneens niet weergegeven, gas-15 drukregelapparaat kan afsluiten.

Het huis 1 met zijn hiervoor reeds beschreven binnenopbouw is in axiale richting relatief ten opzichte van de aansluitflens 2 verschuifbaar. Hiervoor zijn, nog in detail te beschrijven, mechanische middelen aarigebracht, die het huis 1, na het brengen van de klep 20 (klepschotel 15) in de openingsstand, daarin ten opzichte van de aansluitflens 2 fixeren. De hiervoor noodzakelijke mechanische middelen zijn in het aanrakingsgebied van het huis 1 en de aansluitflens 2 aangebracht. Zij bestaan aan de zijde van het huis uit ten minste twee over de omtrek verdeelde en in wezen L-vormig uitgevoerde 25 geleidingsgroeven, infrezingen of dergelijke 1a, 1b (zie ook fig.-2), waarin in daarmee overeenkomende opstelling met de aansluitflens 2 vast verbonden stiften, kerfnagels of dergelijke 14 ingrijpen.

De werking van de inrichting volgens de uitvinding is als volgt: 30 in cLe vergrendelde stand van het apparaat bewerkstelligen de van de veer 11-voor de gewenste waarde uitgaande axiale krachten, dat de arrêteerbus 4 tegen het in het huis 1 aangebrachte, bijvoorbeeld ingegoten, tegenleger 6 wordt gedrukt. De arrêteerkogels 5 worden via de afschuining in de concentrische vrije ruimte gedrukt, 35 die door de uitsparing 4a in de arrêteerbus 4 en de buitendiameter van de klepstang 8 wordt gevormd. In deze gedwongen stand voor de arrêteerkogels 5 kunnen deze de van de sluitveer 16 uitgaande en door het aanlegvlak Ja. van de steunbus 7 overgedragen sluitkrachten opnemen en daarmee de klepschotel 15 in de open stand houden.

790 8 0 54

V

5 · .

De door het regelapparaat te controleren druk wordt door de aansluitVoring 2a in de ruimte onder het meetmembraan 3 gevoerd.

Wanneer de op het meetmembraan 3 werkende uitgangsdrukkrachten groter worden dan de kracht van de veer 11 voor de gewenste marde, 5 dan gaat het meetmembraan 3 en de daarmee vast verbonden arrêteer-bus 4 naar boven. Hierdoor kunnen de arrêteerkogels 7 onder werking van de kracht van de sluitveer 16 naar buiten uitwijken en de weg voor de sluitbeweging van de klepstang 8 benevens ook voor de klep-schotel 15 vrijgeven.

1Q Voor het openen moet vanzelfsprekend eerst eerst de het sluiten arrêterende te hoge druk op zijn normale waarden worden teruggebracht, zodat vanaf het vergelijkingsorgaan (meetmembraan 3) weer een kracht wordt gegeven, die de arrêteerbus 4 tegen het tegen-leger 6 probeert te drukken. Deze beweging wordt in de niet-15 gearrêteerde stand echter door de arrêteerkogels 5 tegengewerkt, die thans in de door de buitendiameter 7b van de steunbus 7 en de af-schuining 4b van de arrêteerbus 4 gevormde vrije ruimte liggen.

Wordt echter het huis 1 ten opzichte van de door aanliggen op de klepzitting 17 in de hoogte gefixeerde klepstang 8 zover naar 20 beneden gebracht, dat de steunbus 7 boven de arrêteerkogels 5 ligt, dan worden deze kogels 5 door de afschuining 4b in de inwendige, concentrische vrije ruimten gedrukt en daarmee de krachtsluitende verbinding tussen de bouweenheid schakelapparaat/controleapparaat en de klepstang 8 tot stand gebracht. Hu kan het huis 1 axiaal 25 worden geheven en daarmee het instelorgaan 15, 17 worden geopend.

Door een lichte draaiing van het huis worden afsluitend de stiften 14 in de radiale benen 1b van de L-vormige groeven gebracht en daarmee de open stand gefixeerd.

Het sluiten van het instelorgaan met de hand kan bij gearrêteerd 30 schakelapparaat op eenvoudige wijze daardoor worden bereikt, dat door draaien van het huis 1 in tegengestelde richting het fixeren weer wordt opgeheven en daarna het huis 1 axiaal zover naar beneden wordt verschoven totdat de klepschotel 4 op ie klepzitting 17 tot aanliggen is gekomen.

790 80 54

Claims (7)

1. Veiligheids-afsluitklep, in het "bijzonder voor gas-druk-regelinstallaties, waarvan de klepstang samen met de klepschotel door middel van een in een schakelleger aangebrachte arreteer- 5 inrichting of vergrendelinrichti'ng met kogels of dergelijke in een vooraf "bepaalde open stand kan worden gearrêteerd, waarbij het arrêteren zonodig door een regelapparaat voor het sluiten van een instelorgaan kan worden vrijgegeven, waarbij de veiligheids—afsluitklep door een drukdicht, met een overeenkomstig uitgevoerde aansluit-10 flens samenwerkend huis is omgeven, gekenmerkt door ten opzichte van de kogel-arrêteerinrichting (4> 5> 6, 7) overeenkomstige tegenelementen, die samen met het regelapparaat in de door de sluitstand van de klep bepaalde stand van de de arrêteerinrich-ting vormende elementen (4, 5» 6, 7) tegen de klepstang (8) worden 15 gebracht en tot arrêteren worden gebracht, waarbij hierdoor tussen klepstang (8) enerzijds en de door het schakelapparaat regelapparaat gevormde bouweenheid anderzijds een krachtsluitende verbinding wordt gegeven en de klep.door heffen van de bouweenheid wordt geopend en door middel van een draaibeweging kan worden gefixeerd, terwijl de * 20 op elke tijd kan worden losgemaakt en de veiligheids-af- sluitklep in gevallen waar dit nodig is ook met de hand kan worden gesloten.

2. Veiligheids-afsluitklep volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de met de kogel-arrêteerinrichting (4, 5, 6, 7) 25 overeenkomende tegenmiddelen in wezen uit een draaisymmetrische, concentrisch in het huis van het schakelapparaat aangebrachte arrêteerbus (4) bestaan, die vast, echter, losneembaar, met een meet-membraan (3) is verbonden.

3. Veiligheids-afsluitklep volgens conclusie 2, m e t het 30 k e n m e r k, dat de arrêteerbus (4) aan zijn van het meetmembraan (3)' afgekeerde zijde van een ten opzichte van zijn buitendiameter concentrische, zich ongeveer over de halve bouwlengte uitstrekkende boring, uitsparing of dergelijke (4b) is voorzien.

4. Veiligheids-afsluitklep.volgens conclusie 2, m e t het 35. e n m e r k, dat de boring, uitsparing of dergelijke (4b) voor het opnemen van de klepstang (8) samen met een daarop bevestigde steun-bus (7) benevens van de arrêteerkogels (5) dienst doet.

5· Veiligheids-afsluitklep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de van het meetmembraan 40 (3) afgekeerde zijde van de bus (7) op een vast met het huis ver- bonden tegenleger )6) steunt.

6. Veiligheids-afsluitklep volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voor het weer arrêteren en fixeren dienende mechanische middelen (4, 5> 6, 7) in 5 het telkens draai-symmetrisch gevormde aanrakingsgebied van huis (l) en aansluitflens (2) aan de zijde van het huis uit ten minste twee over de omtreksrichting verdeeld aangebrachte en in wezen I-vormig gevormde geleidingsgroeven, infrezingen of dergelijke (1a, 1b), waarin in daarmee overeenkomende opstelling met de aansluitflens (2) 10 vast verbonden stiften, kerfnagels of dergelijke (14) ingrijpen.

7. Veiligheids-afsluitklep volgens cpnclusie 6, m e t het kenmerk, dat de verticale benen (la) van de L-vormig uitgevoerde geleidingsgroeven een axiale beweging van het huis (1) voor het opnieuw vergrendelen en openen toelaat, terwijl het andere, 15 radiaal verlopende been (1b) voor het fixeren in de openingsstand dienst doet. 790 8 0 54