NL7907823A

NL7907823A - TRUCK.

Info

Publication number: NL7907823A
Application number: NL7907823A
Authority: NL
Original assignee: Noord Nederlandsche Maschf
Priority date: 1979-10-24
Filing date: 1979-10-24
Publication date: 1981-04-28
Also published as: DE8028302U1; DE3040022A1; FR2467718B3; FR2467718A1; BE885863A

Description

* * Ï το aka·* - 1 - TJitvindsr:* * Ï το aka · * - 1 - TJitvindsr:

Cornells Johannes ran Os.Cornells Johannes ran Os.

Werkwagen.Work trolley.

De uitvinding heeft betrekking op een verkvagen van het type dat gebruikt wordt voor werkzaamheden langs een spoorlijn. Een dergelijke verkregen is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse Octrooi-schrift 1388236. Deze bekende verkvagen is voorzien van vier flens-5 vielen, vaarmee de vagen over spoorrails kan rijden, en die ten opzichte van twee rupsbanden, waarmee de vagen zich over het naast de spoorrails gelegen terrein kan voortbewegen, in vertikale zin verstelbaar zijn. In plaats van rupsbanden kunnen ook terreinvielen voorzien van luchtbanden worden toegepast, zoals bijvoorbeeld is be-10 schreven in het Amerikaanse Octrooischrift 2718197·The invention relates to a blurring of the type used for work along a railway line. Such a result is known, for example, from United States Patent Specification 1388236. This known blurring is provided with four flange-5 traps, with which the fades can drive over rail tracks, and with respect to two tracks, with which the traverses move over track located terrain can move forward, vertically adjustable. Instead of tracks, pneumatic tires can also be used for off-road tracks, as is described, for example, in United States Patent Specification 2718197 ·

Werkwagsns van de beschreven soort dienen bij nadering van een trein de spoorrails te verlaten en, nadat de trein is gepasseerd veer met de flensvielen op de rails te worden gemanoevreerd. Dit laatste is een tamelijk tijdrovende bezigheid, die een grote nauwkeurigheid 15 vereist en die in de praktijk naast de bestuurder tenminste een extra man vereist om aan te geven wanneer de flenswielen zich exact boven de rails bevinden.Work wagons of the type described should leave the rails when approaching a train and, after the train has passed, spring with the flanged fins on the rails. The latter is a fairly time-consuming activity, which requires great accuracy and which in practice requires at least one additional man in addition to the driver to indicate when the flange wheels are exactly above the rails.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen door middel van een pcsitioneringsstelsel met behulp waarvan een verkvagen ge-20 heel automatisch, alsook naar keuze met handbesturing, de spoorrails kan verlaten en weer op de spoorrails kan vorden geplaatst.The object of the invention is to obviate this drawback by means of a positioning system by means of which a blurring can leave the rails and be placed on the rails again automatically, as well as optionally with manual control.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwagen van de beschreven soort gekenmerkt door een positioneringsstelsel, omvattende een aantal aan de onderzijde van de verkvagen aangebrachte detectors, 25 die bij het naderen van een spoorstaaf een signaal kunnen afgeven aan een stuurschakeling, die de aandrijving van de rupsbanden of terreinvielen bestuurt.To this end, according to the invention, a work trolley of the type described is characterized by a positioning system, comprising a number of detectors arranged on the underside of the blurring, which, when approaching a rail, can give a signal to a control circuit, which drives the tracks. or grounds.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een vocrkeursuitvoerings-3C vorm.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing of a preferred embodiment 3C.

Fig. 1 toont schematisch in zijaanzicht een werkwagen van het type waarop de uitvinding betrekking heeft; fig. 2 toont schematisch in bovenaanzicht de diverse mogelijke 79 0 73 23 ΐ Μ - 2 - posities van een werkdagen ten opzichte van een spoorbaan; fig. 3 toont schematisch in bovenaanzicht een op een spoorbaan geplaatste verklagen waarbij tevens een voorkeursplaatsing van de detectors is aangegeven; 5 fig. k toont een blokschema van een positioneringsstelsel volgens de uitvinding; fig* 5 toont een mogelijke bevestigingswijze van de detectors; en fig. 6 toont een zijaanzicht van de constructie van fig. 5· 10 Fig. 1 toont schematisch in zijaanzicht een verkwagen van het type waarop de uitvinding betrekking heeft in de toestand waarin de --wagen over de rails kan rijden.-De werkwagen omvat een gestel .1, dat in de afgebeelde uitvoeringsvorm is voorzien van. rupsbanden 2, waarvan er in de tekening slechts een zichtbaar is. De rupsbanden zijn 15 op gebruikelijke wijze om wielen 3 gelegd. Tenminste iin der wielen 3 van elke rupsband kan worden aangedreven.Fig. 1 schematically shows, in side view, a work trolley of the type to which the invention relates; Fig. 2 schematically shows a top view of the various possible 79 0 73 23 ΐ Μ - 2 positions of a working day in relation to a railway track; Fig. 3 schematically shows, in top view, a report placed on a railway track, wherein a preferred location of the detectors is also indicated; Fig. K shows a block diagram of a positioning system according to the invention; Fig. 5 shows a possible mounting method of the detectors; and FIG. 6 shows a side view of the construction of FIG. 5-10. 1 schematically shows, in side view, a trailer of the type to which the invention relates in the condition in which the trolley can drive over the rails. The trolley comprises a frame. 1, which in the embodiment shown is provided with. tracks 2, only one of which is visible in the drawing. The tracks are placed around wheels 3 in the usual manner. At least one of the wheels 3 of each track can be driven.

Voorts is het gestel 1 voorzien van flenswielen b, die eveneens aangedreven kunnen worden. De flenswielen b rusten in de weergegeven toestand op spoorstaven 5> die op gebruikelijke wijze op de 20 bodem zijn geplaatst.Furthermore, the frame 1 is provided with flange wheels b, which can also be driven. The flanged wheels b in the shown condition rest on rails 5> which are placed in the usual manner on the bottom.

Elke rupsband kan, zoals reeds opgemerkt ook worden vervangen door twee of meer terreinwielen. De rupsbanden of terreinvielen en de flenswielen kunnen ten opzichte van elkaar in vertikale zin worden verplaatst. Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat de flens-25 wielen ten opzichte van het gestel op en neer kunnen worden bewogen, zoals aangegeven met pijlen 7S terwijl de rupsbanden een vaste hoogte ten opzichte van het gestel hebben. Als de werkwagen van de rails verwijderd dient te worden, worden derhalve eerst de flenswielen ingetrokken tot de rupsbanden 'de wagen dragen, waarna de wagen van de 30 rails wordt gereden. Als de werkwagen weer op de rails moet worden geplaatst, wordt de wagen met de rupsbanden dwars over de rails gemanoeuvreerd, totdat de flenswielen zich juist boven de spoorstaven bevinden, waarna de flenswielen zover naar beneden worden bewogen, dat de rupsbanden vrijkomen van de rails.As already noted, each track can also be replaced by two or more all-terrain wheels. The tracks or off-road tracks and the flange wheels can be moved vertically relative to each other. By way of example, it is believed that the flange wheels can be moved up and down relative to the frame, as indicated by arrows 7S, while the tracks have a fixed height relative to the frame. Therefore, if the work trolley is to be removed from the rails, the flange wheels are first retracted until the tracks carry the carriage, after which the carriage is driven off the 30 rails. If the work trolley is to be placed back on the rails, the track is maneuvered across the rails until the flanged wheels are just above the rails, after which the flanged wheels are moved downwards so that the tracks are released from the rails.

35 Fig. 2 toont diverse mogelijke wagenposites ten opzichte van 7907823 - 3 - de spoorrails. Aangezien de werkdagen zovel in voorvaartse als achter-vaartse richting op equivalente vijze bruikbaar dient te zijn is in de tekening geen voorzijde of achterzijde van de vagen aangegeven, en zijn de hoekpunten van de vagen aangeduid met A, B, C en D, vaar-5 bij de door de terreinvielen of rupsbanden verschafte bevegingsin-richting dvars op de zijden AB en CD verloopt. De vagen zelf is in fig. 2 aangegeven, met 10 en is voorzien van tvee aandrijf eenheden, schematisch aangegeven met MR en ML, voor het aandrijven van de aan de zijde BD, respektievelijk aan de zijde AC, gelegen terreinvielen 10 of rupsband.FIG. 2 shows various possible carriage positions with respect to 7907823 - 3 - the rails. Since the working days must be usable in equivalent forward and backward direction on equivalent peg, the front and rear of the fuzes are not shown in the drawing, and the corner points of the fades are indicated by A, B, C and D, 5, in the sweeper provided by the off-road or tracks, dvars on sides AB and CD. The vanes themselves are indicated by 10 in FIG. 2 and are provided with two drive units, schematically indicated by MR and ML, for driving the terrain traps 10 or caterpillar track located on the AC side, respectively.

Indien de verklagen vanuit een positie naast de spoorrails op de spoorrails geplaatst dient te vorden zullen in het algemeen de langszijden AC, BD van de vagen niet dvars op de richting van de spoorrails staan, doch een van 90° afvijkende hoek daarmee insluiten, 15 zoals aangegeven door de pijlen 11 t/m 1^. De vagen dient derhalve naar de rails te bevegen en tevens te draaien teneinde de gevenste positie op de rails te kunnen bereiken.In general, if the reporting is to be placed on the rails from a position adjacent to the rails, the longitudinal sides AC, BD of the fades will not be opposite the direction of the rails, but will enclose an angle 90 ° therefrom, such as indicated by arrows 11 to 1 ^. The fades should therefore sweep towards the rails and also rotate in order to reach the given position on the rails.

Ier nadere toelichting van het positioneringsstelsel volgens de uitvinding zal thans bij vijze van voorbeeld vorden aangenomen, dat 20 de in fig. .2 rechtsonder getekende vagen in een eindpositie op de rails, vergelijkbaar met die van de in het midden van fig. 2 getekende vagen, dient te vorden gebracht.A further explanation of the positioning system according to the invention will now be assumed by way of example, that the fades drawn in the bottom right-hand corner in fig. 2 are in an end position on the rails, comparable to that of the fades drawn in the middle of fig. 2 , must be brought.

Allereerst zij vermeld, dat de verkvagen volgens de uitvinding nabij de vier hoekpunten is voorzien van aan de onderzijde aangebrach-25 te raildetectors 15, 16, 17, 18. Dit kunnen schakelaars zijn, die zijn voorzien van mechanische voelers, dan vel magneetschakelaars of dergelijke, die bij nadering van een rail een elektrisch circuit sluiten of verbreken- Dergelijke schakelaars zijn in de handel verkrijgbaar en zullen hier niet nader vorden beschreven. De afstand tussen de 3G detectors 16 en 17 respektievelijk 15 en 18 correspondeert met de'hart-afstand van de spoorstaven. Vanuit de als voorbeeld genomen uitgangspositie doet de bestuurder de vagen naar de rails rijden, vaarbij hij zich cp de vagen kan bevinden, teneinde een aldaar gemonteerd bedieningspaneel te bedienen, dan vel op afstand van de vagen met een draag-35 baar bedieningspaneel, dat met een kabel met de vagen is verbonden of met 7907823 * *, - k - behulp waarvan de wagen draadloos kan worden bestuurd.First of all, it should be noted that the blurring according to the invention is provided near the four corners with rail detectors 15, 16, 17, 18, which are mounted on the underside. which close or break an electrical circuit when a rail approaches. Such switches are commercially available and will not be described in more detail herein. The distance between the 3G detectors 16 and 17 and 15 and 18, respectively, corresponds to the center distance of the rails. From the starting position taken as an example, the driver makes the fades drive to the rails, where he can be located on the fades in order to operate a control panel mounted there, then sheet remote from the fades with a portable control panel, which a cable is connected to the fuzes or to 7907823 * *, - k - which allows the carriage to be controlled wirelessly.

Als verondersteld wordt, dat de wagen door de bestuurder in de richting van de pijl 12 wordt gereden, bereikt het hoekpunt B van de wagen het^erst de eerste spoorstaaf. De zich nabij het hoekpunt BIf it is assumed that the car is being driven by the driver in the direction of the arrow 12, the corner point B of the car reaches the first rail first. The is located near the corner point B.

j 5 bevindende detector 15 detecteert dan dat het hoekpunt B de spoorstaaf heeft bereikt, en geeft een elektrisch signaal af, dat, indien de besturing althans in de stand ’’automatisch" is gezet, bewerkstelligt dat een stuurschakeling de besturing overneenrt en dat de bestuurder geen invloed meer kan uitoefenen op de besturing van de wagen zolang TO ie stand "automatisch" gehandhaafd wordt.Detector 15 located then detects that the vertex B has reached the rail, and outputs an electrical signal which, if the control is at least in the "automatic" position, causes a control circuit to override the control and the driver to can no longer influence the steering of the car as long as TO ie position "automatic" is maintained.

Door het afgegeven elektrische signaal wordt tevens de maximale snelheid van de wagen tot een lage waarde beperkt- Dit is de zogenaamde kruipgang.The electrical speed is also limited to the maximum speed of the car to a low value. This is the so-called crawl speed.

De stuurschakeling ontvangt slechts van detector 15 een sig-15 naai en bestuurt, bijvoorbeeld door de aandrijf eenheid. MR tijdelijk stil te zetten en/of door de wielen of rupsband, aan de zijde 3D af te remmen, de aandrijf eenheden zodanig, dat de wagen draait en ook het hoekpunt A de eerste spoorstaaf bereikt, waarna ook detector 16 een signaal afgeeft aan de stuurschakeling.The control circuit only receives a signal from detector 15 and controls it, for example by the drive unit. MR temporarily stop and / or by braking the wheels or track, on the side 3D, the drive units such that the car turns and also the corner point A reaches the first rail, after which detector 16 also gives a signal to the control circuit.

20 Na ontvangst van het signaal van de detector 16 worden beide aandrijfeenheden MR en ML op gelijke wijze bestuurd, zodat de wagen zich nu dwars op de spoorstaven verder voortbeweegt, waarbij de zijde AB de eerste spoorstaaf passeert.After receiving the signal from the detector 16, both drive units MR and ML are controlled in the same manner, so that the carriage now moves further transverse to the rails, the side AB passing the first rail.

In deze richting voortgaand zullen na enige tijd de detectors 25 15 en 16 de tweede spoorstaaf detecteren, terwijl de detectors 17 en 18 de eerste spoorstaaf detecteren. De stuurschakeling ontvangt dan gelijktijdig vier detectorsignalen en schakelt in reactie daarop de remmen van de rupsbanden of de terreinwielen in. Vervolgens worden, bij voorkeur eveneens automatisch, de flenswielen neergelaten, waarna 30 de werkwagen zich in de gewenste eindpositie bevindt.Continuing in this direction, detectors 15 and 16 will detect the second rail after some time, while detectors 17 and 18 will detect the first rail. The control circuitry then simultaneously receives four detector signals and, in response, engages the brakes of the tracks or the off-road wheels. The flange wheels are then lowered, preferably also automatically, after which the work trolley is in the desired end position.

Het is ook mogelijk de stuurschakeling zodanig uit te voeren dat de wagen pas bijdraait als de eerste detector (in het voorbeeld detector 15) de tweede spoorstaaf bereikt en derhalve voor de tweede maal een spoorstaaf detecteert, dan wel indien nadat de detector 15 35 een spoorstaaf heeft gedetecteerd, één van de nabij de andere dwars- 7907823 •β' * - 5 - zijde Tan de wagen geplaatste detectors voor de eerste maal een spoorstaaf detecteert.It is also possible to design the control circuit such that the carriage does not turn until the first detector (in the example detector 15) reaches the second rail and therefore detects a rail for the second time, or if after the detector 15 a rail has detected one of the detectors placed near the other transverse side 7907823 • β '* - 5 - side Tan the carriage detects a rail for the first time.

In deze gevallen zal de wagen» die onder een hoek de spoorstaven nadert, na detectie van een spoorstaaf door êen der detectors 5 onder dezelfde hoek voortbewegen en pas als de wagen zich geheel, doch nog niet dwars, op de spoorbaan "bevindt, hij draaien totdat alle detectors een signaal afgeven, waarna de remmen worden ingeschakeld en de flenswielen worden neergelaten.In these cases the wagon approaching the rails at an angle will, after detection of a rail by one of the detectors 5, move at the same angle and only turn when the wagon is completely, but not yet transverse to the track. until all detectors emit a signal, then apply the brakes and lower the flange wheels.

Bij het in het voorgaande beschreven positionerings stelsel 10 zouden zich problemen kunnen voordoen indien de wagen enigszins doorschiet of juist een weinig terugglijdt. Dergelijke problemen kunnen worden ondervangen door de stuurs chakeling te voorzien van een geheugeninrichting, waarin het aantal malen dat door elke detector een spoorstaaf is gedetecteerd, alsmede de voortbewegings-15 richting is opgeslagen.With the positioning system 10 described above, problems could arise if the carriage slips slightly or just slides back a little. Such problems can be overcome by providing the control circuit with a memory device in which the number of times a rail has been detected by each detector and the direction of travel is stored.

Volgens de uitvinding wordt echter aan een andere oplossing de voorkeur gegeven, die is aangegeven in fig. 3.However, according to the invention, another solution is preferred, which is indicated in Fig. 3.

Fig. 3 toont schematisch in bovenaanzicht een op de rails gepositioneerde verkwagen. De hoekpunten van de wagen zijn weer aan-20 gegeven met A, B, C en D. Nabij elk hoekpunt bevinden zich telkens twee detectors in de vorm van magneetschakelaars, die telkens in de richting AC respektievelijk BD een weinig ten opzichte van elkaar zijn verschoven en wel zodanig, dat telkens beide detectors, die bij hetzelfde hoekpunt behoren zich in de gewenste eindpositie aan 25 weerszijden van de hartlijn van de corresponderende spoorstaaf boven de spoorstaaf bevinden.Fig. 3 schematically shows a top view of a trailer positioned on the rails. The corner points of the car are again indicated with A, B, C and D. Near each corner point there are two detectors in the form of magnetic switches, each of which are shifted slightly in the direction of AC and BD respectively. and in such a way that both detectors belonging to the same corner point are in the desired end position on either side of the center line of the corresponding rail above the rail.

De acht detectors zijn in fig. 3 aangegeven met de vervij-zingscijfers 31 t/m 38.The eight detectors are indicated in FIG. 3 by reference numerals 31 to 38.

Als de wagen bij toepassing van acht detectors op de aangege-30 ven wijze bij het positioneren een weinig doorschiet, kan bijvoorbeeld de situatie ontstaan, dat de detectors 32, 3^·, 36 en 38 zich nog boven de spoorstaven bevinden, terwijl de detectors 31, 33, 35 en 37 zich naast de spoorstaven bevinden en geen signaal of een zwakker signaal afgeven aan de stuurschakeling. De stuurschakeling is 35 dan zodanig ingericht, dat bij aanwezigheid van signalen van de 7907823 - 6 - a- % detectors 32, 3^, 36 en 38 en tij afwezigheid van signalen 31, 33, 35 en 37 aan de aandrij feenheden ML en MR zodanige stuursignalen worden af gegeven, dat de wagen zich in de richting van de pijl 39 beweegt totdat de stuurschakeling van alle acht detectors een sig-5 naai ontvangt, waarna de aandrijfeenheden worden stilgezet of ontkoppeld en de remmen in werking worden gesteld.If, when using eight detectors in the manner indicated during positioning, the carriage is slightly overshot, the situation may arise, for example, that detectors 32, 3, 36 and 38 are still above the rails, while the detectors 31, 33, 35 and 37 are next to the rails and do not give a signal or a weaker signal to the control circuit. The control circuit 35 is then arranged such that in the presence of signals from the 7907823-6% detectors 32, 3, 36 and 38 and in the absence of signals 31, 33, 35 and 37 at the driving units ML and MR control signals are output such that the carriage moves in the direction of arrow 39 until the control circuit receives a sig-5 sew from all eight detectors, then stopping or disengaging the drive units and applying the brakes.

Het is ook mogelijk, dat de wagen niet geheel recht boven de rails staat, bijvoorbeeld door wegglijden of doordat een stuurscha-keling wordt toegepast, die niet direkt bij de eerste maal deteete-10 ren van een spoorstaaf de wagen doet bijdraaien, zodat bijvoorbeeld de detectors 32,. 36 en 33, 37 zich naast de spoorstaven bevinden en geen signaal of een zwakker signaal af geven. In dat geval reageert de stuurschakeling op de ontvangen.combinatie van signalen door de aandrijf eenheid ML in te schakelen op zodanige wijze, dat 15 de zijde AC van de wagen zich. in de richting van de pijl ^0 beweegt, terwijl de aandrijfeenheid MR in tegenovergestelde richting in werking wordt- gesteld.It is also possible that the carriage is not completely straight above the rails, for example by slipping or by using a control circuit which does not cause the carriage to turn immediately upon the first detection of a rail, so that, for example, the detectors 32 ,. 36 and 33, 37 are next to the rails and do not give a signal or a weaker signal. In that case, the control circuit responds to the received combination of signals by switching on the driving unit ML in such a way that the side AC of the car is located. in the direction of the arrow ^ 0, while the drive unit MR is actuated in the opposite direction.

Een stuurschakeling, die op de gewenste wijze reageert op de van de detectors afkomstige signalen kan op relatief eenvoudige wij-20 ze met behulp van in de elektronica gebruikelijke logische elementen worden opgebouwd. Derhalve zal de stuurschakeling niet gedetailleerd worden beschreven en wordt volstaan met het in fig. U getekende blokschema.A control circuit which reacts in the desired manner to the signals from the detectors can be constructed in a relatively simple manner using logic elements customary in electronics. Therefore, the control circuit will not be described in detail and the block diagram shown in FIG. U will suffice.

Het in fig. 1 getekende blokschema toont een stuurschakeling 25 Ui, die is voorzien van acht ingangen voor de van de detectors 31 t/m 38 afkomstige signalen. De stuurschakeling wordt middels een voedingseenheid B van elektrische energie voorzien.The block diagram shown in Fig. 1 shows a control circuit 25 Ui, which is provided with eight inputs for the signals from detectors 31 to 38. The control circuit is supplied with electrical energy by means of a power supply unit B.

Voorts is een aantal uitgangen aanwezig, waarvan de uitgangen ML1 en ML2, respektievelijk MR1 en MR2 dienen om signalen af tege-30 ven, die bewerkstelligen, dat de aandrij feenheden ML en MR in de ene richting of in de andere richting werkzaam worden ingeschakeld. Zulks kan bijvoorbeeld, in het geval dat hydraulische motoren worden gebruikt, op eenvoudige wijze geschieden door de desbetreffende uitgangssignalen magneetspoelen te doen bekrachtigen, die samenwerken met 35 kleppen in het hydraulische circuit van de motoren.Furthermore, a number of outputs are provided, the outputs ML1 and ML2 and MR1 and MR2, respectively, which serve to output signals which cause the drive units ML and MR to be switched on in one direction or the other. For example, in the case where hydraulic motors are used, this can be done in a simple manner by energizing the respective output signals of magnetic coils which cooperate with valves in the hydraulic circuit of the motors.

7907823 - 7 -7907823 - 7 -

Verder zijn uitgangen EL en RR aangegeven, die dienen om de remmen van de rupsbanden of* zerreinvieien aan de ene en/of de andere zijde van de vagen in of uit te schakelen.In addition, outputs EL and RR are indicated, which serve to engage or disengage the brakes of the crawler or * zerreinvien on one and / or the other side of the fuzes.

Tenslotte is een uitgang FW aanvezig die in de stand "autcma-5 tisch" dient om met een geringe vertraging na het inschakelen van de remmen de flensvielen neer te laten, of, indien de vagen van de rails dient te vorden vervijderd, de flensvielen op te trekken.Finally, an output FW is present which, in the "automatic" position, serves to lower the flange traps with a slight delay after the brakes are applied, or, if the fades have to be removed from the rails, the flange traps fell on to pull.

Voorts is nog een ingang b2 aanvezig voor een bedieningskastje h3. Bij voorkeur is de vagen op een aantal plaatsen voorzien van aan-10 sluitcontacten in de vorm van een contactdoos, vaarin een contactste-ker van het bedieningskastje al dan niet met gebruikmaking van een verlengkabel kan vorden aangebracht, zodat de vagen zovel door een zich cp de vagen bevindende bestuurder als naar keuze door een zich naast de vagen bevindende bestuurder kan vorden bediend.Furthermore, an entrance b2 is provided for a control box h3. Preferably, the fuzes are provided in a number of places with connection contacts in the form of a socket, in which a contact plug of the control box can be fitted, with or without the use of an extension cable, so that the fuzes are so much the fuzzy driver may optionally be operated by a driver adjacent to the fuzzy.

15 Het bedieningskastje is voorzien van een keuzeknop met behulp vaarvan gekozen kan vorden tussen handbesturing en automatische besturing. Indien de automatische besturing is gekozen verkt de installatie als in het voorgaande is beschreven.15 The control box is equipped with a selector button, which allows you to choose between manual control and automatic control. If the automatic steering is selected, the installation is as described above.

Voor het geval dat handbesturing vordt gekozen zijn voorts 20 knoppen of schakelaars aanvezig voor het bedienen van de aandrijfeen-heden ML en MR, voor het bedienen van de remmen RL en RR en voor het op en neer doen bevegen van de flensvielen.In addition, in case manual control is selected, 20 buttons or switches are provided for operating the drive units ML and MR, operating the brakes RL and RR and sweeping the flange traps up and down.

Toorts zijn controlelampjes aanvezig, vaarvan er een aangeeft of handbesturing of automatische besturing is gekozen. Ook zijn acht verklik-25 kerlampjes aanvezig, die met de acht detectors corresponderen en die gaan branden vanneer de desbetreffende detector een spoorstaaf detecteert. Deze verklikkerlampjes verken zovel bij handbesturing als bij automatische besturing.The torch is equipped with pilot lights, one of which indicates whether manual or automatic steering has been selected. Eight indicator lights are also present, which correspond to the eight detectors and which light up when the detector in question detects a rail. These warning lights explore as much with manual control as with automatic control.

Te allen tijde kan vorden overgeschakeld van automatische besturing 30 op handbesturing vice versa.At any time it is possible to switch from automatic control 30 to manual control vice versa.

Tenslotte is nog een knop of schakelaar aanvezig cm de vagen automatisch de rails te doen verlaten. Als deze knop of schakelaar vordt bediend, vorden automatisch de flensvielen opgetrokken en vorden met enige vertraging de remmen uitgeschakeld en de aandrijfeen- 7907823 8Finally, a button or switch is present for the fades to automatically leave the rails. When this button or switch is operated, the flange covers are automatically pulled up and the brakes released and the drive units 7907823 8 with some delay.

* V* V

heden heide in dezelfde, door de bestuurder te kiezen, richting ingeschakeld gedurende een voorafbepaalde tijd, die lang genoeg is om de vagen van de rails te rijden. Ha afloop van de voor afbepaalde tijd worden de aandrijf eenheden automatisch uitgeschakeld en worden de 5 remmen weer bekrachtigd.Today heathland in the same driver-selectable direction is engaged for a predetermined time long enough to drive the fades off the rails. At the end of the predetermined time, the drive units are automatically switched off and the 5 brakes are applied again.

Dit is de zogenaamde noodprocedure, die de bestuurder kan gebruiken als hij zelf snel de wagen moet verlaten. Voor normale gevallen is een knop aanwezig, die de bestuurder indrukt als hij de wagen de rails wil doen verlaten. Bij bediening van deze knop worden auto-10 matisch de flenswielen opgetrokken, de remmen uitgeschakeld en de aandrijf eenheden beide in dezelfde richting ingeschakeld.: De aandrijf eenheden blijven, ingeschakeld zolang de bestuurder de knop blijft indrukken. Als de knop wordt losgelaten worden de aandrijf-eenheden. pas uitgeschakeld en de remmen weer bekrachtigd.This is the so-called emergency procedure, which the driver can use if he has to leave the car quickly. In normal cases there is a button that the driver presses when he wants to leave the car on the rails. When this button is pressed, the flange wheels are automatically pulled up, the brakes are released and the drive units are both engaged in the same direction .: The drive units remain on as long as the driver continues to press the button. When the button is released the drive units. just turned off and the brakes applied again.

15 Aangezien de wagen zo snel mogelijk van de rails verwijderd moet kunnen, worden, wordt bij het verlaten van de rails niet zoals bij het positioneren op de rails de kruipgang ingeschakeld.15 Since the carriage must be able to be removed from the rails as quickly as possible, the crawl speed is not switched on when leaving the rails, as when positioning on the rails.

Opgemerkt wordt dat in het voorgaande is uit gegaan van de toepassing van vier detectorparen. Het is echter ook denkbaar dat. een 20 andere configuratie van detectors wordt toegepast. Zo zouden bijvoorbeeld met een geringe aanpassing van de stuurschakeling de detectors 32 en 3^, re spekt ievelijk 36 en 38 telkens tot een enkele ter hoogte van de hartlijn van de wagen geplaatste detector kunnen worden gecombineerd. Dergelijke en andere modificaties liggen na het boven-25 staande voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.It is noted that the foregoing has assumed the use of four detector pairs. However, it is also conceivable that. a different configuration of detectors is used. For example, with a slight adjustment of the control circuit, the detectors 32 and 3, each 36 and 38, could in each case be combined into a single detector placed at the center line of the carriage. Such and other modifications are obvious to those skilled in the art from the above and are considered to be within the scope of the invention.

De detectors dienen om hun functie naar behoren te kunnen vervullen de spoorstaven zeer dicht te kunnen benaderen. Hierdoor ontstaat het gevaar, dat de detectors bij het op of van de spoorbaan -30 rijden van het voertuig in aanraking komen met de rails of met een steen of iets dergelijks, waardoor de detectors beschadigd kunnen worden. Teneinde dit gevaar te elimineren kunnen de detectors volgens de uitvinding verend worden gemonteerd naast tenminste één be-schermplaat, die eveneens verend is opgehangen en die tesamen met de 35 detectors kan bewegen.The detectors must be able to approach the rails very closely in order to perform their function properly. This creates the danger that the detectors will come into contact with the rails or with a stone or the like when the vehicle is traveling on or off the railway track, as a result of which the detectors can be damaged. In order to eliminate this danger, the detectors according to the invention can be resiliently mounted next to at least one protective plate, which is also resiliently suspended and which can move together with the detectors.

7907823 - 9 -7907823 - 9 -

Sen voorbeeld van een dergelijke constructie is schematisch getoond in fig. 5· Bij de in fig. 5 afgeheelde constructie is aan heide zijden van een detector of een stel detectors 50 een heschermplaat pi aangehracht. De heschermplaten en de detector(s) zijn op een dwars-5 staaf 52 gemonteerd, die is voorzien van twee door boringen in een deel 53 van het gestel van de wagen reikende stangen 5k. Tussen de dwarsstaaf en het gesteldeel zijn om de stangen 5^ schroefveren 55 aangehracht, die het mogelijk maken dat het samenstel van platen 51 en detector(s) 50 omhoog veren indien de platen, die een weinig lager 10 reiken dan de detector(s) met een obstakel in aanraking komen.An example of such a construction is schematically shown in Fig. 5. In the construction shown in Fig. 5, a shield plate pi is attached to the sides of a detector or a set of detectors 50. The guard plates and the detector (s) are mounted on a transverse bar 52, which is provided with two bars 5k extending through bores in a part 53 of the frame of the car. Between the crossbar and the frame part are mounted about the rods 5 ^ coil springs 55, which allow the assembly of plates 51 and detector (s) 50 to spring upwards if the plates, which reach a little lower than the detector (s) come into contact with an obstacle.

Vanzelfsprekend zijn middelen voorzien om te voorkomen dat de stangen 5^· uit de boringen in het gesteldeel vallen.Obviously, means are provided to prevent the rods from falling out of the bores in the frame part.

De heschermplaten zijn hij voorkeur in zijaanzicht afgerond zoals getoond in fig. 6.The guard plates are preferably rounded in side view as shown in Fig. 6.

15 Vele variaties van deze constructie zijn mogelijk. De platen 51 kunnen bijvoorbeeld worden vervangen door rondgebogen heugels of door roteerbare ronde schijven. Ook is het mogelijk de detector(s) en de bescheraorganen te monteren op een aan het gestel bevestigde, schuin naar beneden gerichte verende arm. Voorts kunnen de bescherm-20 organen werden gecombineerd tot een de detector(s) aan vijf zijden omsluitend huis.Many variations of this construction are possible. The plates 51 can be replaced, for example, by curved racks or rotatable round discs. It is also possible to mount the detector (s) and the guard members on a suspension arm mounted obliquely downwards on the frame. Furthermore, the guards can be combined into a housing enclosing the detector (s) on five sides.

Tenslotte kunnen ter verdere bescherming de detectors nog ingegoten worden in bijvoorbeeld kunsthars.Finally, for further protection, the detectors can still be cast in, for example, synthetic resin.

79078237907823

Claims

1. Work trolley intended for work along a railway line comprising a number of all-terrain wheels or tracks for propulsion over the terrain next to the rails, as well as a number of flange wheels adjustable for movement over the tracks, vertically with respect to the all-terrain wheels or tracks, characterized by a positioning system comprising a number of detectors arranged on the underside of the work trolley, which can, when approaching a rail, give a signal to a control circuit which controls the drive of the off-road wheels or tracks.

2. Work trolley according to claim 1, characterized in that at least one detector is placed near each corner point of the work trolley, wherein the distance between the connecting line of at least two neighboring detectors and the connecting line of the other two detectors is equal to the center distance of the rails.

Work trolley according to claims 1 or 2, characterized in that each detector consists of a switch with a sensor arm, which converts the switch when a rail touches, thereby influencing an electrical circuit connected to the control circuit.

Work trolley according to claims 1 or 2, characterized in that each detector consists of a magnetic switch which changes state when approaching a rail.

5. A trolley according to claims 1, 3 or characterized in that two detectors are arranged on each corner point of the trolley, which, when the trolley is positioned on the rails, is positioned on either side of the center line of the associated rail above the track. rail.

Work trolley according to claims 1, 3 or U, characterized in that at least one detector is provided near each corner point, and that approximately in the middle of each side of the trolley, which runs parallel when the trolley is positioned on the rails an additional detector is placed on the rails, such that the detectors located near the corner points are located above the associated rail 7907823 <ΰτ - * -lane on one side of the center line thereof "and the additional detector is located above the corresponding rail on the is on the other side of its centerline.

Work trolley according to one of the preceding claims, characterized in that the control circuit comprises a memory device, in which the number of times each detector passes a rail is recorded, as well as the direction of movement of the trolley.

8. A trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that the control circuit for each detector has an input and a number of outputs via which output signals can be output under the influence of the detector signals for controlling the drive of the detector. all-terrain wheels or tracks, for applying the brakes when all detectors give a signal to the steering circuit and for lowering the flange wheels after applying the brakes.

Work trolley according to one of the preceding claims, characterized in that the control circuit, after detecting a rail for the first time, gives a signal for controlling the drive of the off-road wheels or tracks in such a way that the trolley is first moved to a transverse position. rotates relative to the rails before moving further.

Work trolley according to one of Claims 1 to 8, characterized in that the control circuit, after detecting a rail for the second time by the detector (s) from one and the same corner point, gives a signal that the drives the off-road wheels or tracks so that the car turns to a position transverse to the rails.

11. A trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that before leaving the rails, the steering gear can, under the influence of a corresponding emergency command signal, release the brakes, retract the flanged wheels and engage the drive for a predetermined time with some delay. .

12. A trolley according to any one of claims 1 to 8, characterized in that before leaving the rails, the control circuit can switch off the brakes and the flange wheels under the influence of a corresponding command signal. can retract while the drive is engaged and "remains engaged as long as the" driver continues to press an appropriate button ".

13. A trolley according to any one of the preceding claims, characterized by a number of sockets in which a plug of a control box is provided, with or without intervention. an extension cable can be plugged in to connect the control box to the control circuit. The trolley according to claim 13, characterized in that the control box is provided with a selector switch for manual or automatic control and indicator lamps for indicate each detector when it is near a rail. Work trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that the detectors are mounted resiliently on the frame of the work trolley.

16. A trolley according to claim 15, characterized in that the detectors are provided with protective members extending slightly below the detectors. Work trolley according to claim 16, characterized in that the protection members consist of rotatable disks arranged on either side of the detectors.

Work trolley according to claim 16, characterized in that the protection members. consist of plates placed on either side of the detectors, rounded at the bottom.

Work trolley according to any one of the preceding claims, characterized in that the detectors are cast in a suitable material. 7907823