NL7907293A

NL7907293A - Inrichting voor het regelen van de beweging van een voorwerp.

Info

Publication number: NL7907293A
Application number: NL7907293A
Authority: NL
Original assignee: Bogey Bv
Priority date: 1979-10-01
Filing date: 1979-10-01
Publication date: 1981-04-03
Also published as: EP0026552A3; ATE8486T1; EP0026552B1; JPS5674839A; US4528654A; CA1155545A; DE3068609D1; EP0026552A2; JPS6138534B2

Description

5 £-*· ^ -1- ΪΓ.Ο. 28.527

Inrichting voor het regelen van de beweging van een voorwerp.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van de in één vlak gelegen beweging van een voorwerp, bestaande uit twee aan weerszijden van het voorwerp tegenover elkaar gelegen klemorganen waarvan er één loodrecht op het genoemde bewe-5 gingsvlak ten opzichte van het andere klemorgaan kan bewegen tussen twee uiterste standen, waarbij in de ene stand het voorwerp tussen de beide klemorganen wordt vastgeklemd en in de andere stand het voorwerp vrij tussen de klemorganen kan bewegen.

Het beweegbare klemorgaan is gewoonlijk voorzien van een veer 10 die dit klemorgaan in een van de beide uiterste standen brengt en houdt. Deze uiterste stand kan zowel de stand zijn waarin het voorwerp tussen de beide klemorganen is vastgeklemd, als de stand waarin de klemorganen zo ver mogelijk van elkaar zijn verwijderd en het voorwerp vrij tussen de beide klemorganen kan bewegen.

15 In sommige gevallen is het gewenst de beweging van een voor werp zeer snel te kunnen regelen. Toorts bestaat er soms behoefte aan het regelen van de snelheid van een voorwerp dat zich in een gesloten omhulsel bevindt waar geen bewegende delen doorheen mogen worden geleid.

20 De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat zulk een snelle regeling en zulk een regeling van de snelheid van een voorwerp dat zich in een gesloten omhulsel bevindt kunnen worden verwezenlijkt door toepassing van (elektro)magnetische velden.

De uitvinding heeft derhalve betrekking op een inrichting van 25 de in de aanhef genoemde soort, welke inrichting volgens de uitvinding hierdoor is gekenmerkt, dat een eerste middel aanwezig is dat het beweegbare klemorgaan bij afwezigheid van andere dan door deze middelen uitgeoefende krachten in één van de beide uiterste standen brengt en houdt, en dat voorts het beweegbare klemorgaan is voorzien 50 van een tweede middel dat het mogelijk maakt dit klemorgaan via (elektromagnetische velden in de andere uiterste stand te brengen en te houden.

Meer in het bijzonder heeft de inrichting betrekking op het regelen van de snelheid van een band en dan wel meer speciaal van 55 een band waarop permanent in de lengterichting een kracht wordt uitgeoefend, zodat deze band in de lengterichting beweegt als hij niet door klemorganen wordt vastgeklemd. De inrichting volgens 790 7293 -2- de uitvinding kan met vrucht worden toegepast in een houder waarin zich twee haspels bevinden waarop een bandvormige informatiedrager is aangebracht. Op de twee haspels worden koppels uitgeoefend waardoor de band van de ene haspel naar de andere beweegt. Tussen deze 5 haspels is een inrichting voor het regelen van de snelheid volgens de uitvinding aangebracht, in welke inrichting de band kan worden vastgeklemd en zodoende tijdelijk tot stilstand kan worden gebracht. De elektromagnetische velden waarmede de inrichting voor het regelen van de snelheid wordt bestuurd, kunnen door een buiten de houder 10 gelegen spoel worden opgewekt en bereiken door de wand van de houder heen het beweegbare klemorgaan dat zich in de houder bevindt.

Als regel zal elk van de haspels een roterend onderdeel zijn waarop de band kan worden op- of afgewonden. Echter is ook een kon-struktie mogelijk waarbij de band tegelijkertijd op de buitenzijde 15 van een haspel wordt opgewonden en van de binnenzijde van dezelfde haspel wordt afgewonden. Tevens is dan een aangedreven rol aanwezig waar de band overheen loopt, eventueel met een de band aandrukkende tegenrol. In deze beschrijving wordt zulk een rol ook met de term haspel aangeduid, zodat de zojuist beschreven konstruktie mede valt 20 onder de term "inrichtingen met twee haspels".

Indien de band is voorzien van optisch uitleenbare informatie kan het voordelen bieden in een van de klemorganen een optische lens op te nemen waarvan een oppervlak tegen de band gedrukt kan worden en eventueel het naar de band toegekeerde oppervlak van het andere 25 klemorgaan reflekterend te maken.

De uitvinding zal nu nader worden verklaard aan de hand van de tekening. Hierin is in doorsnede een houder 1 weergegeven met twee haspels 2 en 3 waarop een band 4 is gewonden die is voorzien van optisch uitleesbare informatie. De tussen de haspels aangebrachte in-30 richting volgens de uitvinding voor het regelen van de snelheid van de band 4» bestaat uit twee onderdelen, te weten een draaibaar gelagerd wiel 5 waarvan de ongeveer cylindervormige zijkant, waarover de band 4 loopt, reflekterend is, en een cylindrische lens 6 die omgeven is door en vast verbonden met een ring 7 van magnetisch of magneti-35 seerbaar materiaal. Het wiel 5 vormt het statische klemorgaan en de cylindrische lens 6 met de ringYvan magnetisch of magnetiseerbaar materiaal, die zodanig is gemonteerd dat deze in vertikale richting op en neer kan bewegen, het beweegbare klemorgaan. Yoorts is een (niet in de tekening weergegeven) veer aanwezig die het beweegbare 40 klemorgaan 6, 7 tegen de band 4 drukt en derhalve de band 4 vastklemt tussen de cylindrische lens 6 en het reflekterende wiel 5·

7 Ö Λ 7 O ft T

_ ί- *ϊ -D- ~

Buiten de houder 1 is een bekrachtigingsspoel met een poolschoen 8 opgesteld die een 'elektromagnetisch veld kan opwekken dat door de wand van de houder 1 heen dringt tot op de plaats van de ring 7· Wordt de spoel 8 Bekrachtigd, dan wordt de ring 7 tezamen met de cylindrische 5 lens 6 naar boven getrokken tegen de kracht van de veer in en wordt de klemming van de band 4 opgeheven. De poolschoen is voorzien van een (in de tekening vertikaal lopende) opening 9 waardoor lichtstralen 10 van buitenaf de lens 6 en hierdoor ook de band 4 en' de reflektor 5 kunnen bereiken en omgekeerd doorYband 4 en de reflektor 5 gereflek-10 teerde stralen 10 kunnen uittreden.

tvanv

Het is ook mogelijk de veer zodanig aan te brengen dat dez&net beweegbare klemorgaan 6, 7 van de band af ligt, terwijl de spoel zodanig is opgesteld, dat deze na bekrachtigd te zijn het beweegbare klemorgaan 6, 7 op de band drukt.

15 Een houder met een band met optisch uitleesbare informatie, voor zien van een inrichting volgens de uitvinding, kan worden gebruikt in een inrichting voor het lezen, schrijven of wissen van optisch uitleesbare informatie. De houder dient dan in een van tevoren bepaalde stand in een holte van zulk een inrichting voor het lezen, 20 schrijven of wissen te worden bevestigd. De inrichting is voorzien van een spoel die bij aanwezigheid van een houder zich ten opzichte van deze in de juiste stand bevindt, en een elektromagnetisch veld kan opwekken ter plaatse van het zich in de houder bevindende, beweegbare klemorgaan.

25 De inrichting voor het lezen, schrijven of wissen kan voorts zodanig zijn gekonstrueerd, dat informatie wordt uitgelezen uit één zich in de lengterichting over de band uitstrekkend spoor. Er is voorts een stuurinrichting aanwezig waaraan de uitgelezen informatie wordt toegevoerd. Deze stuurinrichting is zodanig gekonstrueerd, dat, 30 indien een bepaalde informatie wordt uitgelezen die aangeeft dat zich ook naast het genoemde spoor informatie op de band bevindt, deze stuurinrichting wordt geaktiveerd en, via de spoel en de kleminrich-ting, de band stil**zet. Als de band stilstaat kan de zich naast het genoemde spoor bevindende informatie worden uitgelezen.

35 Toorts kan de inrichting voor het lezen, schrijven of wissen zijn voorzien van een klok, die met regelmatige intervallen impulsen afgeeft naar een stuurinrichting. De stuurinrichting is zodanig gekonstrueerd, dat deze, na ontvangst van een klokimpuls, via de spoel en de kleminrichting het vastklemmen van de band opheft waarna deze weer 40 gaat bewegen. Het uitlezen van de zich op het genoemde spoor bevin- 790 72 93 -4- dende informatie wordt dan hervat, totdat weer een speciale informatie wordt uitgelezen die aangeeft dat zich naast het spoor ook informatie op de band bevindt.

Tenslotte kan de inrichting voor het lezen, schrijven of wissen 5 zijn voorzien van een regelinrichting die de snelheid van de band zodanig regelt, dat gedurende een periode die verloopt tussen twee klokimpulsen de band een halve periode beweegt en een halve periode is vastgeklemd. De bekrachtiging van de kleinrichting verloopt dan periodiek volgens een sinusfunktie (plus een aantal even harmo-10 nischen). Hierdoor is een elektromechanische afstemming mogelijk, waardoor de bekrachtiging minder energie vergt en minder strenge .eisen worden gesteld aan de elektromagnetische koppeling tussen de inrichting voor het lezen, schrijven of wissen en de houder voor de band. Tevens wordt hierdoor de trekspanning in de band tot een mini-15 mum gereduceerd.

7907293

Claims

1. Inrichting voor het regelen van de_in één vlak gelegen beweging van een voorwerp, bestaande uit twee aan weerszijden van het voorwerp tegenover elkaar gelegen klemorganen waarvan er één loodrecht op het genoemde bewegingsvlak ten opzichte van het andere klem-5 orgaan kan bewegen tussen twee uiterste standen, waarbij in de ene stand het voorwerp tussen de beide klemorganen wordt vastgeklemd en in de andere stand het voorwerp vrij tussen de klemorganen kan bewegen, met het kenmerk, dat een eerste middel aanwezig is dat het beweegbare klemorgaan bij afwezigheid van andere dan door 10 dit middel uitgeoefende krachten in één van de beide uiterste standen brengt en houdt, en dat voorts het beweegbare klemorgaan is voorzien van een tweede middel dat het mogelijk maakt dit klemorgaan via (elektromagnetische velden in de andere uiterste stand te brengen en te houden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorwerp een band is.

3· Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn die op de band een kracht in de lengterichting ervan uitoefenen. 20 4· Houder voor een bandvormige informatiedrager voorzien van twee haspels waarop zulk een drager is aangebracht, met het kenmerk, dat zich tussen deze haspels een inrichting bevindt volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

5. Houder volgens conclusie 4» met het kenmerk, 25 dat de band een drager is voor optisch uitleesbare informatie en dat in een van de klemorganen een optische lens is opgenomen waarvan een oppervlak tegen de band gedrukt kan worden.

6. Houder volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat het naar de band toegekeerde oppervlak van het andere klemorgaan 30 reflekterend is.

7. Inrichting voor het lezen, schrijven of wissen van informatie op een bandvormige drager, te gebruiken tezamen met een houder volgens een van de conclusies 4-6, welke inrichting is voorzien van een holte voor het opnemen van zulk een houder en van middelen voor

35 Het houden van deze houder in een van tevoren bepaalde positie in de holte, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een spoel die zodanig is gekonstrueerd en geplaatst, dat deze bij aanwezigheid van een houder een elektromagnetisch veld kan opwekken ter plaatse of in de onmiddellijke omgeving van het beweeg- 7907293 ~ ' -6- bare klemorgaan, welk veld zo sterk is dat het dit beweegbare klemorgaan van de ene in de andere uiterste stand kan bewegen.

8. Inrichting volgens conclusie 7> met het kenmerk, dat eem stuurinrichting aanwezig is die door het uitlezen van een be- 5 paalde informatie van een band die zich in een in de holte aangebrachte houder bevindt, zodanig wordt geaktiveerd, dat deze stuurinrichting de bekrachtiging van de spoel zodanig wijzigt, dat de band door de klemorganen wordt vastgeklemd.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, welke inrichting is 10 voorzien van een klok, met het kenmerk, dat deze klok met gelijke intervallen elektrische impulsen afgeeft, dat de klok voorts elektrisch is verbonden met een stuurinrichting die op zijn beurt is verbonden met de gpoel en voorts zodanig is gekonstru-eerd, dat deze stuurinrichting na het ontvangen van een impuls van 15 de klok het vastklemmen van de band door de kleminrichting opheft.

10. Inrichting volgens conclusie 9» voorzien van middelen die bij aanwezigheid van een band in de holte een draaimoment op de haspels kunnen uitoefenen, met het kenmerk, dat een stuurorgaan aanwezig is dat de op de haspels uitgeoefende draaimo- 20 menten zodanig regelt dat tijdens een periode die verloopt tussen twee opeenvolgende klokimpulsen de band gedurende een halve periode beweegt en gedurende de andere halve periode is vastgeklemd. 7907293