NL7907249A - Transporteur bestemd voor het uit een pluimveestal afvoeren van kippen. - Google Patents

Description

- ί - 4 -1-

Transporteur "bestemd voor het uit een pluimveestal afvoeren van kippen.

De uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op het uit een pluimveestal afvoeren van kippen.

In moderne pluimveebedrijven worden grote aantallen kippen in meer-etage batterijen gedurende twaalf tot veertien maanden gestald.

5 Ha als legkip te zijn afgedankt, moeten zij naar een slachterij worden overgebracht. De batterijen liggen langs lange gangen met een lengte van bijvoorbeeld 70 meter. Het overbrengen van de uit de kooien verwijderde kippen naar een vrachtauto of ander transportmiddel, waarmee zij naar de slachterijen worden gebracht, vindt tot nu 10 toe met de hand plaats. Steeds worden zes kippen door een persoon te voet vanaf de plaats waar zij uit een kooi zijn verwijderd, naar de vrachtauto gebracht. Het zal duidelijk zijn, dat dit een tijdrovend werk is, waarvoor moeilijk arbeidskrachten te vinden zijn.

Met de uitvinding wordt beoogd dit nadeel te vermijden en een 15 inrichting te verschaffen, waarmee het uit een pluimveestal afvoeren van kippen, die uit hun kooi zijn genomen, efficiënt kan plaatsvinden.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een transporteur samengesteld uit een aantal los of losneembaar op elkaar 20 aansluitende secties . elk omvattende een transportband zonder einde op het bovenpart waarvan twee zijplaten op enige afstand van elkaar zijn aangebracht.

Het met behulp van zo een transporteur uit een stal afvoeren van kippen vindt als volgt plaats: Over de gehele lengte van een 25 gang, aan weerszijden waarvan meer-etage batterijen zijngelegen, wordt een transporteur uit secties opgebouwd en in werking gesteld.

Het afvoereinde van die transporteur mondt uit in een tijdelijke opslagkooi, waaruit de kippen met de hand kunnen worden verwijderd.

Aan het toevoereinde van de transporteur begint een persoon de kippen 50 uit de nabije kooien te nemen en op de transportband van de eerste sectie te plaatsen. De kippen worden via de op elkaar volgende transportbanden naar het afvoereinde getransporteerd. Zodra over de lengte van een sectie de kippen uit de nabije kooien zijn afgevoerd, wordt die sectie afgekoppeld en naar een volgende gang overgebracht, 55 waarmee het opbouwen van een volledige transporteur in die gang is aangevangen.

790 7 2 4 § - · - -2-

Het geleidelijk afbreken van de in bedrijf zijnde transporteur gaat dus gepaard met het geleidelijk opbouwen van de transporteur in een volgende gang.

Bij de overgang van een transportband van een sectie naar de 5 transportband van een volgende sectie moet er voor worden gezorgd, dat de kippen met hun poten of dergelijke niet klem komen te zitten. Hiertoe kan ten minste het afvoereinde van de transportband van elke sectie hoger liggen dan het toevoereinde daarvan, waarbij de secties zodanig op elkaar aansluiten, dat het afvoereinde van een sectie 10 overlappend over het toevoereinde van een volgende sectie is geplaatst.

33e zijplaten dienen bij het in overlappende aansluiting tot elkaar brengen van de secties niet in de weg te zitten. Een mogelijke oplossing daarvoor is dat de afstand tussen de zijplaten nabij het afvoereinde van elke sectie iets kleiner is dan nabij het toevoer-15 einde.

33e kippen mogen uiteraard niet de gelegafceid krijgen uit de ruimte tussen de zijplaten te ontsnappen; anderzijds moeten Zij gemakkelijk op de transporteur kunnen worden geplaatst. Tussen de bovenranden van de zijplaten van elke sectie is dan ook een rooster 20 met ten minste-één opklapbaar gedeelte in aangebracht.

Niet uitgesloten is de transportbanden van alle secties door één en dezelfde motor te laten aandrijven, waarbij tussen alle secties mechanische overbrengingen worden ingeschakeld. Het is echter eenvoudiger en verdient daarom de voorkeur om elk^van de band-25 transporteurs te voorzien van zijn eigen elektrische aandrijfmotor.

Om de elektrische stroom voor elke sectie gemakkelijk te kunnen inschakelen is elke sectie voorzien van een kontaktdoos voor de elektrische verbinding met een voorgaande sectie en een snoer met stekker voor de elektrische verbinding met een volgende sectie.

30 In geval de transportband van één van de secties door een storing of dergelijke onwerkzaam wordt, dient de toevoer van kippen naar die transportband tot stilstand te worden gebracht, terwijl anderzijds de afvoer voorbij de onwerkzame transportband moet doorgaan. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een elektrische scha-35 keling, die bij storingen in een sectie de elektrische stroom naar de voorgaande sectie uitschakelt en naar de volgende sectie in tact houdt.

7907249 -3-

Van belang is voorts dat de kippen niet met hun poten tussen de zijplaten en de transportband kunnen geraken. Hiertoe schuift het bovenpart van elke transportband over een frameplaat, terwijl aan de onderranden van de zijplaten op het bovenpart aangrijpende 5 borstels zijn bevestigd.

Een gemakkelijk transport van elke sectie wordt bevorderd, indien ten minste één einde daarvan rust op wielen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren, waarin een uitvoeringsvoorbee1d is weergegeven, nader worden toegelicht.

jO Eig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een gedeelte van de transporteur, waarbij de secties voor de duidelijkheid iets uit elkaar zijn getrokken.

Eig. 2 toont een aanzicht op het vooreinde van een sectie, waarbij het aandrijfgedeelte in doorsnede is weergegeven.

15 De fig. 3 en 4 geven een schematisch beeld van drie tot de transporteurs samengevoegde secties respektievelijk in zij- en bovenaanzicht.

De weergegeven transporteur is bestemd om in een pluimveestal te worden aangebracht en te worden gebruikt voor het uit die stal 20 afvoeren van voor de leg afgekeurde kippen. De transporteur bestaat uit een aantal los op elkaar aansluitende secties 1, elk voorzien van een transportband 2, twee zijplaten 3 en een roosterwerk 4 met twee scharnierende delen 4a en 4b en een tussengelegen vast deel 4°· De delen 4a en 4b kunnen in de richting van de pijlen in fig. 1 25 omhoog worden geklapt tot zij rusten op deel 4c.

Elke transportband 2 omvat een ïï-vormig frame 5» een aangedreven rol 6, een vrij lopende rol 7, een elektromotor 8 en een overbrenging 9 tussen de motor 8 en de rol 6.

Het bovenpart van de transportband 2 schuift over een boven-30 plaat van het frame 5. De onderranden van de zijplaten 3 zijn L-vor-mig naar buiten gebogen voor het vormen van delen 3a, die gedeeltelijk om het frame 5 vallen.

Aan elk van de zijplaten 3 is een op het bovenpart van de transportband 2 aangrijpende afsluitborstel 11 bevestigd. Deze borstel 35 vormt een veiligheid tegen het beklemd raken van de po-ten van de af te voeren kippen.

De transportbanden 2 hellen in de transportrichting omhoog, zodat het afvoereinde hoger ligt dan het toevoereinde.

7907249 -4- *» -♦

Dit schept de mogelijkheid om de handen elkaar te laten overlappen, hetgeen in fig. 3 is weergegeven.

Om bij deze overlappingen ervoor te zorgen, dat de zijplaten niet in de wegritten zijn deze platen convergerend in de richting 5 van het hoger gelegen deel van de transportband geplaatst. De omgebogen delen 3a van de zijplaten 3 zijn bij het hoge einde voorzien van een insnijding 12. De omgebogen delen 3a van de zijplaten 3 het van een volgende sectie kunnen bij lagereinde in die insnijdingen 12 vallen.

een 10 Elke sectie omvat/elektrische schakeldoos. 13> die via afzon derlijke leidingen in verbinding staan met een kontaktdoos 14» een elektromotor 8 en een stekker 15 ter doorverbinding met een kontaktdoos 14 van een volgende sectie. De schakeldoos 13 is voorzien van elektrische schakelmiddelen, die bij het uitvallen van de transport-15 band (bijvoorbeeld bij het doorslaan van een zekering of het doorbranden van de motor) de elektrische stroomvoorziening naar de -gezien in de transportrichting - voorgaande secties kan uitschakelen, terwijl de stroomvoorziening naar de volgende secties in stand blijft. In een mogelijk schakelschema hiervoor zijn de elek-20 tromotoren parallel op een hoofd-voedingsldding voor de elektrische stroom aangesloten. In elk van de aftakleidingen tussen een elektromotor en de hoofdvoedingsleiding bevindt zich een schakelrelais, dat de stroom vanaf de voedingsleiding naar de betreffende motor kan uitschakelen. De verschillende schakelrelais zijn met elkaar 25 verbonden via schakelleidingen waarin dioden zijn opgenomen, die een schakelsignaal slechts in een richting tegengesteld aan de transportrichting van de transportbanden doorlaten. Elk van de motoren heeft een voorziening die bij het uitvallen van een betreffende motor een signaal geeft naar het schakelrelais van die motor en via de van dioden voorziene schakelleidingen naar de schakelrelais van de motoren, die gezien in de transportrichting, achter (stroomopwaarts van) de uitgevallen motor zijn gelegen. Deze signalen zorgen voor het omschakelen van die relais waardoor de bijbehorende motoren worden uitgeschakeld.

is

Elke sectie^aan één einde van twee wielen 16 en aan het tegen- over gelegen einde van twee stangen 17 voorzien. Hierdoor kunnen de secties worden verplaatst op de wijze van een kruiwagen.

7907249 00 -5-

Het met behulp van de beschreven transporteur verwijderen van kippen uit een pluimveestal vindt als volgt plaats;

In een bijvoorbeeld 70 meter lange gang tussen meer-etage batterijen wordt een transporteur uit secties opgebouwd op de wijze 5 zoals in de figuren 3 en 4 is getoond. Uiteraard worden de secties elektrisch doorverbonden. Het afvoereinde van de transporteur mondt uit in een opvangkooi. Ha de transporteur door het eenvoudigweg inschakelen van de elektrische stroom naar de laatste sectie (nabij het afvoereinde) in werking te hebben gesteld, zal een bedienings-10 persoon de kippen uit de kooien nabij de eerste sectie verwijderen en op de transportband van die sectie plaatsen. Zij worden via de op elkaar volgende en elkaar overlappende transportbanden naar de opvangkooi nabij het afvoereinde van de transporteur gevoerd. Zodra de kooien nabij de eerste sectie leeg zijn, wordt deze sectie afge-15 koppeld en naar een volgende gang gereden, waar die sectie de eerste sectie van een nieuw op te bouwen transporteur vormt. De secties, die bij het geleidelijk afbreken van de transporteur van de eerste gang vrijkomen worden dus voor het opbouwen van de volgende transporteur gebruikt. Zodra de batterijen aan weerszijden van de eerste 20 gang leeg zijn kan het leegmaken van de batterijen van de tweede gang aanvangen enz.

De toepassing van de beschreven transporteur bij het legen van een pluimveestal, waarin zich bijvoorbeeld enkele tienduizenden kippen bevinden, levert een grote tijdwinst op. Het werk voor het 25 personeel wordt verlicht. De kippen kunnen bij het transport niet met hun poten of dergelijke bekneld raken. Het opbouwen en afbreken kan zeer efficient plaatsvinden.

Binnen het kader van de conclusies zijn verschillende wijzigingen van de bovenbeschreven construktie mogelijk.

-conclusies- 790 7 2 49

Claims (9)

1. Transporteur bestemd voor het uit een pluimveestal afvoeren van kippen, met het kenmerk, dat de transporteur is samengesteld uit een aantal los of losneembaar op elkaar aansluitende secties (1) elk omvattende een transportband (2) zonder einde op 5 het bovenpart waarvan twee zijplaten (3) op enige afstand van elkaar zijn aangebracht.

2. Transporteur volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat ten minste het afvoereinde van de transportband (2) van elke sectie hoger ligt dan het toevoereinde, en dat de secties 10 zodanig op elkaar aansluiten, dat het afvoereinde van de sectie overlappend over het toevoereinde van een volgende seotie is geplaatst.

3. Transporteur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afstand tussen de zijplaten (3) nabij het afvoereinde van elke sectie iets kleiner is dan nabij het toevoereinde. 15

4· Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de bovenranden van de zijplaten (3) van elke sectie een rooster (4) met ten minste één opklapbaar gedeelte (4a)4b) is aangebracht.

5. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat elk van de transportbanden zijn eigen elektrische aandrijfmotor (δ) heeft.

6. Transporteur volgens conclusie 5>niet het kenmerk, dat elke sectie (l) is voorzien van een kontaktdoos (14) voor de elektrische verbinding met een voorgaande sectie en een 25 snoer met stekker (15) voor de elektrische verbinding met een volgende sectie.

7. Transporteur volgens conclusie 6, gekenmerkt door een elektrische schakeling, die bij storing in een sectie de elektrische stroom naar de voorgaande secties uitschakelt en naar 30 de volgende secties in tact houdt.

8. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenpart van elke transportband (2) over een plaat van het frame (5) schuift en dat aan de onderrand van de zijplaten (3) op het bovenpart aangrijpende borstels 35 (ll) zijn bevestigd. 7907249 -7-

9. Transporteur "volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één einde van elke sectie rust op wielen (16). 7907249