NL7907134A - Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort. - Google Patents

Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort. Download PDF

Info

Publication number
NL7907134A
NL7907134A NL7907134A NL7907134A NL7907134A NL 7907134 A NL7907134 A NL 7907134A NL 7907134 A NL7907134 A NL 7907134A NL 7907134 A NL7907134 A NL 7907134A NL 7907134 A NL7907134 A NL 7907134A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
telephone
pulse
subscriber station
dialing
Prior art date
Application number
NL7907134A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ericsson Telefon Mij
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ericsson Telefon Mij filed Critical Ericsson Telefon Mij
Priority to NL7907134A priority Critical patent/NL7907134A/nl
Priority to FI802986A priority patent/FI802986A/fi
Priority to GB8030653A priority patent/GB2060316A/en
Priority to AU62657/80A priority patent/AU6265780A/en
Priority to NO802825A priority patent/NO802825L/no
Priority to IT24872/80A priority patent/IT1149255B/it
Priority to FR8020536A priority patent/FR2466161A1/fr
Priority to DK403980A priority patent/DK403980A/da
Priority to SE8006662A priority patent/SE8006662L/
Priority to ES495348A priority patent/ES8105913A1/es
Publication of NL7907134A publication Critical patent/NL7907134A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/26Devices for calling a subscriber
    • H04M1/30Devices which can set up and transmit only one digit at a time
    • H04M1/31Devices which can set up and transmit only one digit at a time by interrupting current to generate trains of pulses; by periodically opening and closing contacts to generate trains of pulses
    • H04M1/312Devices which can set up and transmit only one digit at a time by interrupting current to generate trains of pulses; by periodically opening and closing contacts to generate trains of pulses pulses produced by electronic circuits
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/71Substation extension arrangements
    • H04M1/715Substation extension arrangements using two or more extensions per line
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M9/00Arrangements for interconnection not involving centralised switching
    • H04M9/002Arrangements for interconnection not involving centralised switching with subscriber controlled access to a line, i.e. key telephone systems
    • H04M9/005Arrangements for interconnection not involving centralised switching with subscriber controlled access to a line, i.e. key telephone systems with subscriber controlled access to an exchange line
    • H04M9/007Arrangements for interconnection not involving centralised switching with subscriber controlled access to a line, i.e. key telephone systems with subscriber controlled access to an exchange line wherein the key telephone sets are star-connected to a central unit by a limited number of lines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Interconnected Communication Systems, Intercoms, And Interphones (AREA)
  • Use Of Switch Circuits For Exchanges And Methods Of Control Of Multiplex Exchanges (AREA)
  • Monitoring And Testing Of Transmission In General (AREA)
  • Monitoring And Testing Of Exchanges (AREA)

Description

it -i -1- VO 7823
Ericsson Telefoonmaatschappij B.V.
Gilze en Rijen
Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort.
De uitvinding heeft "betrekking op een telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangedulde soort. Een dergelijke voor particulier gebruik dienende telefooninstallatie voor een aantal abonneeposten, bijvoorbeeld vijf van dergelijke abonnee-5 posten, is ingericht om het interne verkeer tussen deze abonnee-posten af te wikkelen via een daarvoor gemeenschappelijke, interne lijn» terwijl extern verkeer kan worden afgewikkeld via een voor deze abonneeposten gemeenschappelijke netlijn, waarbij elk van de abonneeposten is gekoppeld met een daarvoor gemeenschappelijke 10 verwerkingseenheid, die is ingericht om de voor het afwikkelen van extern en intern verkeer benodigde schakel- en signaleringsfuncties te besturen en uit te voeren.
Een dergelijke telefooninstallatie is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7^0^-995, die op ik oktober 1975 ter 15 inzage werd gelegd.
Bij een dergelijke telefooninstallatie is als een verbetering ten opzichte van eerder ontwikkelde systemen op dit gebied, elk abonneeposttoestel van de installatie via een kabel, die slechts vier draden bevat, verbonden met de centrale verwer-20 kingseenheid. Het ene twee-draads circuit vormt het spreekcircuit en het circuit voor overdracht van audio-weksignalering en kies-gegevens uit te zenden over de netlijn, terwijl het andere twee-draads circuit uitsluitend voor signalering dienst doet.
Bij deze bekende installatie is elk abonneeposttoestel 25 voorzien van een enkele voor interne oproepsignalering bedoelde kiestoets; een over de interne lijn verlopende telefoonverbinding kan dan worden gekozen door deze.kiestoets een aantal malen , overeenkomende met het identificatienummer van het op te· roepen abonneeposttoestel van de installatie, in te drukken.
7907134 « 'i - 2 -
Met de uitvinding is nu beoogd om met behoud van de technische voordelen inherent aan bovenvermelde bekende telefoon-installatie, het bedienings- en gebruikscomfort daarvan te verbeteren.
5 Tevens is er naar gestreefd de besturing vrijwel volledig elektronisch uit te voeren, met de mogelijkheid om daarbij C-MOS-techniek toe te passen met gebruikmaking van standaardcomponenten.
Daartoe is een telefooninstallatie van de in de aanhef omschreven soort volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat 10 elk van de telefooninstallatie deel uitmakende abonneeposttoe-stellen voor elk te kiezen abonneeposttoestel van de installatie·, is voorzien van een afzonderlijke voor het desbetreffende te kiezen abonneeposttoestel aangewezen kiestoets; de kiestoetsen zijn opgenomen in een stuurketen, die als gevolg van een éénmalig 15 bedienen van een kiestoets, een elektrisch kiessignaal teweegbrengt, dat éénduidig bepalend is voor de identiteit van een tot de telefooninstallatie behorend, opgeroepen abonneeposttoestel; en elk abonneeposttoestel verder is voorzien van een elektrische pulszender, die is ingericht om a) in responsie op zulk een elek-20 trisch kiessignaal een reeks opeenvolgende kiespulsen te genereren, die een aanduiding geven omtrent de identiteit van het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel van de installatie, als ook om b) voorafgaande aan elk zulk een reeks van kieSpulsen een beginpuls met een vooraf vastgestelde breedte teweeg te brengen; 25 en middelen dienende om onder het bestuur van de door de pulszender teweeggebrachte pulsen een met de centrale verwerkings-eenheid gekoppeld signaleringscircuit te openen en te sluiten.
Teneinde een abonneeposttoestel voor een telefooninstallatie volgens de uitvinding met behulp van standaardcomponenten 30 te kunnen realiseren is volgens een verder kenmerk van de-'uitvinding genoemde pulszender samengesteld uit een klokpulsbron voor het teweegbrengen van van klokpulsen, elk met een breedte die bepalend is voor de breedte van de kiespulsen; een door -genoemd kiessignaal instelbare hoofdteller, die bij een aan de ingang 7907134 * ji -3- daarvaa aanwezig kiessignaal een aantal telstappen uitvoert, overeenkomende met de waarde van het aangelegde kiessignaal, vermeerderd met 1; en een hulpteller, die in responsie op klokpulsen van de klokpulsbron, als ook een uitgangssignaal van de hoofd-5 teller, de telwerking van deze hoofdteller zodanig regelt, dat via poortmiddelen voor het combineren van klokpulsen en uitgangssignalen van de hoofdteller en de hulpteller, onafhankelijk van de bedieningsduur van een desbetreffende kiestoets, ten minste êén volledige pulsreeks, bestaande uit een beginpuls en een stel 10 kiespulsen, indicatief voor het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel, gevolgd door een onvolledige pulsreeks, bestaande uit een beginpuls en een kiespuls, naar de centrale verwerkingseenheid worden over gedragen.
Teneinde tegemoet te kunnen komen aan de wens om een tele-1? fooninstallatie volgens de uitvinding te kunnen gebruiken in combinatie met ongewijzigde telefoontoestellen van welke uitvoering dan ook, is volgens een verder kenmerk van de uitvinding elk - abonneeposttoestel samengesteld uit een telefoontoestel van normale uitvoering met een spreekcircuit, en een afzonderlijke 20 hulpeenheid, waarin zijn ondergebracht genoemde kiestoetsen, een netlijnkiestoets, de signaal lamp, genoemde stuurketen, genoemde elektrische pulszender en genoemde overdraagmiddelen, waarbij via een optisch-elektrische koppelketen in genoemde hulpeenheid stroomvariaties in het spreekcircuit van het genoemde 25 telefoontoestel, en zoals veroorzaakt door opleggen/opnemen van de microtelefoon daarvan, kunnen worden gedetecteerd teneinde in afhankelijkheid van deze stroomvariaties de hulpeenheid niet/ wel via een tweedraads-signaleringscircuit werkzaam met de centrale verwerkingseenheid te koppelen.
30 Teneinde het gebruikscomfort van de telefooninstallatie verder te verbeteren is volgens een verder aspect van de uitvinding de mogelijkheid gegeven om een over de netlijn binnenkomende oproepsignalering bij al de op de telefooninstallatie aangesloten 4 ’ abonneeposttoestellen aldaar door een optisch signaal·, dat 79 0 7 1 3 4 4s * -k- karakteristiek is voor een dergelijke over de netlijn binnenkomende oproep, te signaleren.
Daartoe is volgens een verder kenmerk van de uitvinding een telefooninstallatie en meer in het bijzonder de centrale 5 verwerkingseenheid voorzien van een extra signaalgenerator, die in responsie op een over de netlijn binnenkomende oproepsigna-lering wordt gekoppeld met de signaalgenerator die aanwezig is voor het verzorgen, van de optische bezetsignalering van de netlijn, waarbij 'dit signaal dan door deze extra generator wordt 10 gemoduleerd met een frequentie,die karakteristiek is voor de omstandigheid dat over de netlijn een oproepsignalering binnenkomt.
Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het onderstaande een uitvoeringsvoorbeeld daarvan, worden beschreven met 15 verwijzing naar de tekening. In de tekening is.: fig. 1 een algemeen blokschema van een uitvoeringsvoor-• beeld van een telefooninstallatie volgens de uitvinding; fig. 2 een meer gedetailleerd schema van een abonnee-posttoestel deel uitmakend van de installatie volgens fig. 1; 20 fig. 3 een eerste stel golfvormen ter illustratie van de werking van een van een abonneeposttoestel deel uitmakende pulszender wanneer een kiestoets voortdurend wordt ingedrukt; fig. 4 een tweede stel golfvormen ter illustratie van de werking van een dergelijke pulszender wanneer dezelfde kies-25 toets relatief lang wordt ingedrukt; fig. 5 een derde stel golfvormen ter illustratie van de werking van een dergelijke pulszender wanneer een andere kiestoets wordt ingedrukt; fig. 6 een meer gedetailleerd schema van een van de 30 centrale verwerkingseenheid deel uitmakende koppelketen, die voor elk abonneeposttoestel, dat op de installatie is aangesloten afzonderlijk is aangebracht; fig. 7 een schema van een netlijnbesturingsketen die deel uitmaakt van de centrale verwerkingseenheid; 7907134 -5- ·* fig.'8 een schema van een. kiesregister, dat deel uitmaakt van de centrale verwerkings eenheid; en fig. 9 een schema van een basiseenheid, die eveneens deel uitmaakt van de centrale verwerkingseenheid.
5 Bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een telefooninstallatie volgens de uitvinding zijn vijf abonneeposttoestellen TKH1-TKH5 elk door middel van een slechts vier draden bevattende kabel verbonden met de voor al deze abonneeposttoestellen gemeenschappelijke verwerkingseénheid,die 10 in fig. 1 rechts van de streep-punt-lijn is weergegeven. Deze verwerkingseenheid omvat een voor al de abonneeposttoestellen gemeenschappelijke netlijnbesturingsketen NBK, een voor al de abonneeposttoestellen gemeenschappelijk kiesregister KRR, een voor al deze abonneeposttoestellen gemeenschappelijke basiseen-15 heid BED en een aantal toestelkoppelketens TKG1-TKG5, waarbij voor elk op'de installatie aangesloten abonneeposttoestel. een afzonderlijke van deze toestelkoppelketens is aangebracht.
De soortgelijke aansluitcontacten van de abonneeposttoestellen en de toestelkoppelketens zijn in fig. 1 aangegeven 20 door twee getallen met een daartussen geplaatste punt, - waarbij het eerste getal dient als aanduiding van het desbetreffende aansluitcontact, terwijl het achter de punt geplaatste cijfer aangeeft het rangnummer van de keten, waarvan dit aan-sluitcontact deel uitmaakt. Tevens is in fig. 1 aangegeven op 25 welke wijze de aansluitcontacten aan de rechterzijde van de desbetreffende toestelkoppelketens zijn verbonden met de overige onderdelen van de verwerkingseenheid.
Elk abonneeposttoestel is via een twee-draads signale-ringscircuit, zoals bijvoorbeeld 1.1-2.1,gekoppeld met de bij-30 behorende zich in de centrale verwerkingseenheid bevindende toe-stelkoppelketen en wel via de aansluitcontacten, zoals c,. 1-d. 1 van de toestelkoppelketen TKG1. Over een dergelijke signalerings-circuit wordt de signalering tussen het desbetreffende abonneeposttoestel en de centrale verwerkingseenheid uitgewisseld, meer 7907134 ♦' * -6- in het bijzonder de kiesgegevens voor de interne oproepsignalering, signalering ten behoeve van netlijnverkeer met bijbehorende optische signalering,zoals netlijnbezetsignalering, netlijnwacht-standsignalering en over netlijn binnenkomende oproepsignalering, 5 als ook signalering in verband met ruggespraak, transport en aardfunctie. Verder is elk abonneeposttoestel via een tvee-draads spreekcircuit, zoals bijvoorbeeld 6.1-4.1 verbonden met de bijbehorende toestelkoppelketen, zoals TKG1 en vel via de aaasluit-contacten B21.1-B20.1. Bij normaal‘bedrijf is namelijk het net-10 spanningsbevakingsrelais K501 bekrachtigd, zodat de contacten k501. en k’501. dan zijn aangesloten op genoemde aansluit contact en B21.1 en B20.1. Over een dergelijk spreekcircuit wordt de spraakinformatie tussen het desbetreffende abonneeposttoestel en de centrale ververkingseenheid uitgevisseld, terwijl bovendien 1? de kiesgegevens die over .de .netlijnen, zijn uit te zenden, over dit circuit worden getransporteerd als ook de voor de desbetreffende abonneepost"binnenkomende audiosignalering ten behoeve van intern kiezen. In fig. 1 is verder aangegeven, dat al de toestelkoppel-ketens via de desbetreffende aansluitcontacten B16 en BI 8 20 rechtstreeks zijn verbonden met de netlijn die uitkomt uit de aansluitcontacten Ha-Ib.
Wanneer in een dergelijke telefooninstallatie de microtelefoon van een abonneeposttoestel wordt opgenomen is deze abonneeposttoestelketen rechtstreeks verbonden met de voor het 25 afwikkelen van intern verkeer aanwezige gemeenschappelijke lijn (Euislijnl.
Wanneer vanuit een abonneeposttoestel van de installatie, bijvoorbeeld het toestel TKN1,. een interne verbinding wordt gewenst met een ander abonneeposttoestel, bijvoorbeeld TKG5 van de 30 installatie, kan het gewenste toestelnummer, in dit geval 5, bij het oproepende toestel worden gekozen door het indrukken van de desbetreffende kiestoets, die voor het op te roepen toestel nummer 5 is aangebracht. De in het oproepende toestel dopr - indrukken van de kiestoets teweeggebrachte kiespulsen, die indicatief 7907134 I * * -τ- zijn voor het opgeroepen abonneeposttoestel, worden via het signa-leringscircuit (1.1-2.1) overgedragen naar de centrale verwerkings-eenheid, waar deze pulsen "binnenkomen via de aansluitcontacten c.1-d. 1. Via de bijbehorende toestelkoppelketen TKG1, die als een 5 intermediaire keten (interface) fungeert tussen het desbetreffende abonneeposttoestel en de overige voor deze abonneeposttoe— stellen gemeenschappelijke onderdelen van deze centrale verwer-kingseenheid, worden de kiespulsen vanaf het aansluitcontact B1.1 overgedragen naar de desbetreffende ingang D10 van het kiesregis-10 ter KRB, welk kiesregister aan de uitgang daarvan . (D1) die is aangewezen aan het abonneeposttoestel nummer 5* via het aansluit-contact 33.5 van de toestelkoppelketen TKG5, die bij dit opgeroepen abonneeposttoestel behoort, een bekrachtigingssignaal teweegbrengt, waardoor het naar dit opgeroepen abonneeposttoestel 15 nummer 5 leidende spreekcircuit (a.5~b.5) wordt omgeschakeld naar een weksignaalcircuit (B9.5-B8.5) dat is verbonden met een van de basiseenheid BED deel uitmakende voor de interne audioweksigna-lering dienende weksignaal-generator (6θ V wisselspanning).
Hierdoor wordt in het opgeroepen abonneeposttoestel de oproep 20 gemeld door een - - zoemersignaal, dat karakteristiek is voor een interne oproep en dat duidelijk waarneembaar verschilt van een weksignaal, dat teweeg wordt gebracht wanneer over de netlijn een oproep is binnengekomen. ETadat in het opgeroepen abonneeposttoestel de microtelefoon is opgenomen, is de interne verbinding tus-25 sen de desbetreffende twee abonneeposttoestellen, in dit geval de toestellen 1 en 5S tot stand gebracht. Een dergelijk interne verbinding is niet geheim. Elk ander abonneeposttoestel waarvan de microtelefoon wordt opgenomen is direct op een reeds bestaande verbindingen aangesloten zonder dat een signaal wordt gehoord.
30 Door het niet geheime karakter van een dergelijke interne gespreksverbinding kan een interne conferentie worden gehouden door de desbetreffende andere abonneeposttoestellen van de installatie op te roepen.
Een over de netlijn vanaf de aansluit contacten Ha-Nb 7907134 i 'a -8- binnenkomende externe oproep wordt in de telefooninstallatie gemeld door een of meer bellen, welke naar keuze of wel centraal ' of wel bij een of meer van de abonneeposttoestellen kunnen worden aangebracbt. Bij een telefoontoestelinstallatie volgens de uit-5 vinding kan een dergelijke over de netlijn binnenkomende oproep tevens worden gemeld door een ter plaatse van de abonneeposttoestellen teweeggebracht optisch signaal, waarvan de knipper-frequentie karakteristiek is voor een dergelijke externe oproep.
Een dergelijke externe oproep kan in elk abonneeposttoe-10 stel worden beantwoord door de aldaar aangebrachte netlijntoets in te 'drukken. Wanneer de netlijn bezet is wordt zulks op alle abonneeposttoestellen gesignaleerd door een optisch signaal, meer in het bijzonder een continu oplichten van de desbetreffende signaallamp.
15 Wanneer een externe oproep door een bepaald abonneepost- toestel van de installatie is beantwoord zijn al de andere ahoa-neeposttoestellen voor extern gespreksverkeer geblokkeerd. Voor een via de netlijn uitgaande verbinding gelden dezelfde indicaties en blokkeringen.
20 Wanneer de telefooninstallatie is aangesloten op een centrale met aardtoetsfuncties, zal de netlijntoets van een desbetreffend abonneeposttoestel na het in beslag nemen van de netlijn verder als aardtoets kunnen fungeren.
Vanuit een abonneeposttoestel van de installatie, dat op 25 de netlijn is aangesloten, kan ruggespraak worden gehouden met andere abonneeposttoestellen van de telefooninstallatie door in het desbetreffende abonneeposttoestel de kiestoets in te drukken van het op te roepen abonneeposttoestel, waarmee ruggespraak moet worden gehouden. Hierdoor wordt het desbetreffende abonneeposttoe— 30 stel automatisch weer met de huislijn verbonden, terwijl de netlijn in een wacht stand wordt geschakeld. Een dergelijke situatie wordt op de andere abonneeposttoestellen gesignaleerd door een intermitterend lichtsignaal," waarvan de khipperfrequentie ’ karakteristiek is voor een dergelijke wachtstandsituatie van een 7907134 φ ♦ -9- netlijn. Na "beëindiging van de ruggespraak kan in het desbetreffende abonneeposttoestel de netlijntoets weer worden ingedrukt waardoor dit toestel weer op de netlijn wordt aangesloten teneinde het daarover te voeren gesprek te hervatten. Ruggespraak kan 5 zowel bij binnenkomend als wel bij uitgaand netlijnverkeer worden gehouden.
Ook is het mogelijk om een via de netlijn met een ahonnee-posttoestel van de telefooninstallatie bestaande verbinding, te transporteren naar een ander abonneeposttoestel van de telefoon-10 installatie. Hiertoe worden in het abonneeposttoestel, dat in eerste aanleg met de netlijn is verbonden, dezelfde handelingen verricht als bij ruggespraak. Het abonneeposttoestel, waarnaar moet worden getransporteerd, en dat hierbij is opgeroepen, neemt via het indrukken van de netlijntoets het gesprek over. Op het 15 transporterende abonneeposttoestel wordt eveneens door het continu oplichten van de signaallamp gesignaleerd, dat de externe verbinding is getransporteerd. Hierna kan van het transporterende abonneeposttoestel de microtelefoon worden opgelegd. Transport is mogelijk zowel bij binnenkomend als wel bij uitgaand netlijn-20 verkeer.
Verder is de telefooninstallatie voorzien van een span-ningsbewakingsrelais (K501) dat deel uitmaakt van de basiseenheid BED. Bij aanwezigheid van de voedingsnetspanning voor de telefooninstallatie is dit relais bekrachtigd, zodat de bijbehorende 25 contacten k501-kf501 het spreekcircuit van het abonneeposttoestel ΤΚΕΠ rechtstreeks verbinden met de centrale verwerkingseenheid, de aansluitcontacten B21.1-B20.1. Wanneer nu de voedingsnetspanning van de telefooninstallatie wegvalt wordt de bekrachtiging voor dit relais verbroken waardoor deze relaiscontacten in de 30 ruststand worden geschakeld, waardoor het abonneeposttoestel 1 rechtstreeks met de netlijn is verbonden. In een dergelijke situatie worden alle binnenkomende oproepen op dit toestel gesignaleerd, waarbij tevens verkeer via de netlijn mogelijk. is.
De optische bezetsignalering van de netlijn wórdt verzorgd 7907134 * * -10- door een van de ‘basiseenheid BED deel uitmakende signaalgenerator voor het afgeven van een signaleringssignaal met een frequentie van 18 kHz,waar van" deuitgangus verbonden met de aansluitcontacten BT*1-BT«5 van de desbetreffende toestelkoppelketens TKG1-TKG5· 5 De startingang (R501) van deze signaalgenerator is verbonden met het aansluitcontact C23 van de net lij nb e s tur ingsket en HBK via welke deze signaalgenerator uit al de abonneeposttoestellen van de installatie, meer in het bijzonder vanuit de aansluitcontacten Bk..1-Bk.5, bij het in beslag nemen van de netlijn, kan worden . 10 gestart , via de desbetreffende aansluitcontactingangen C13, C11, C8y 02 en 05 van de netlijnbesturingsketen. HBK. Deze netlij nbe-sturingsketen omvat verder een. tweede en een derde signaalgenerator, waarbij de daardoor afgegeven signalen het signaal van de eerste generator moduleren wanneer respectievelijk een wachtstand-15 situatie is ontstaan of een oproep over de netlijn is binnengekomen. Bij het ontstaan van een wachtstandsituatie wordt een houd-relais K502 bekrachtigd, waardoor de netlijn via het relaiscontact k502 wordt overbrugd door een weerstand R550 en tevens vanuit de desbetreffende toestelkoppelketen behorende bij het abonneepost-20 toestel waar de wachtstandomschakeling is gemaakt, vanaf het desbetreffende aansluitcontact B6.1-B6.5, aan het desbetreffende aansluitcontact C15, Cl2, C9, C6 of C3 van de netlijnbesturings-keten een wachtstandindicatie wordt gegeven, waardoor behalve een bekrachtigingsketen voor het genoemde houdrelais K502, tevens 25 een startsignaal wordt gegeven voor de tweede signaalgenerator die dan het signaleringssignaal van de eerste generator moduleert met een signaal dat karakteristiek is voor de wacht standsituatie.
Op soortgelijke wijze kan bij een oproep binnenkomende over de netlijn (aansluitcontacten C21-C26 van de netlijnbesturingsketen) 30 de derde signaalgenerator werkzaam worden gekoppeld met de eerste signaalgenerator, zodat deze wordt gemoduleerd met een signaal dat karakteristiek is voor de via de netlijn binnenkomende oproep. Van de netlijnbesturingsketen HBK deel uitmakend^aardrelais K301 kan vanuit elk van de abonneeposttoestellen via de bijbeho- 7907134 «ί · -11- rende toestelkoppelketen worden bekrachtigd, en wel vanaf bet desbetreffende aansluitcontact B2/5.1-B2/5-5 en via bet desbetreffende aansluitcontact Cll·, C10, CJ, C1, Cl· van de netlijn-. besturingsketen.
5 Het kiesregister ERE heeft vijf afzonderlijke ingangen, meer in. bet bijzonder de aansluitcontacten D10, D8, D6, Dl· en D2, die respectievelijk zijn verbonden met een bijbehorende van de toestelkoppelketens, meer:..in het bijzonder de aansluit contacten BT.1, B1.2r B1.3» B1.l· en BI.5. De respectievelijke uitgangen 10 van dit kiesregister KRR, meer in het bijzonder aansluitcontacten D9, DJ» D5» D3 en D1 zijn verbonden met de respectievelijke ingangen van de desbetreffende toestelkoppelketens, meer in het bijzonder de aansluitcontacten B3.1s B3.2, B3.3, B3.l· en B3.5·
Ha de in het voorafgaande gegeven algemene beschrijving 15 van de toestelinstallatie, zullen in het onderstaande de afzonderlijke elementen daarvan nader gedetailleerd worden behandeld.
In fig. 2 is weergegeven een nader uitgewerkt schema van een van de abonneeposttoestellen ΤΚΕΠ-ΤΚΝ5. Een dergelijk abonnee-posttoestel omvat twee van elkaar gescheiden ketens, nl. een 20 keten voor het transport van spraak en akoestische weksignalering (intern) en uitkomende op de aansluitcontacten 6.1 -l·. 1; en een voor het transport van besturingssignalen en signalerings-signalen dienende keten, die uitkomt op de aansluitcontacten 1.1 en 2.1. De spraakoverdrachtsketen is van een conventionele 25 uitvoering en omvat een akoestische veksignaalgever H101, die via een door de microtelefoon te bedienen haakcontact K109 over de twee-draads keten, die met de centrale verwerkingseenheid is verbonden, is aangesloten. Wanneer het abonneeposttoestel een kiesschijf omvat is de gebruikelijke vonkblusketen met de condensator 30 C107 en de weerstand R108 vast aangesloten over het door de kies-schijfwerking te bedienen pulscontact K108 zodat het gebruikelijke tweede door de microtelefoon te bedienen haakcontact K107 vrij is voor een functie -in de' andere voor de besturingssignalen *en signalering dienende keten, die uitkomt op de aansluitcontacten .
7907134 -12- * ί 1.1 en 2.1. Wanneer het abonneeposttoestel in plaats van met een kiesschijf is uitgevoerd met druktoetsen voor toonfrequente kiessignalering, vervalt bovenvermelde vonkblusketen. Een dergelijke kiesschijf respectievelijk toondruktoetsen worden gebruikt 5 om over de netlijn kiesgegevens uit te zenden. Ten behoeve van het tot stand brengen van een interne verbinding is het abonneeposttoestel verder voorzien van een aantal kiestoetsen, welk aantal gelijk is aan het aantal abonneeposttoestellen dat op de tèlefooninstallatie kan worden aangesloten. In het onderhavige 10 geval is dit aantal, maximaal 5· Deze kiestoetsen K102, K103, K10U,. K105 en ΚίΟβ zijn opgenomen in een stuurketen met drie uitgamgsgeleiders, “die uitkomen op instelingangen 12 .en 13 van een nader te behandelen instelbare omhoog/omlaagteller D101, Verder is het abonneeposttoestel voorzien van een netlijntoets 15 . K101 en een door een LEDB101 gevormd !· optisch signalerings-orgaan.
Vanuit een abonneeposttoestel kunnen over het signalerings-circuit vanaf de aansluitcontacten 1.1-2.1 verschillende signa-leringssignalen naar de centrale verwërkingseenheid worden ge-20 zonden. De zet- en terugzetsignalen respectievelijk corresponderende met een situatie waarbij de microtelefoon wordt opgenomen, en een situatie waarbij de microtelefoon is opgelegd, manifesteren zich respectievelijk als een spanningsval over en een onderbreking van de op bedoelde aansluitcontacten 1.2 en 2.1 uitkomende 25 signaleringsdraden.
Door bediening van de netlijntoets K101, respectievelijk aardtoets, worden deze signaleringsketendraden kortgesloten, als gevolg waarvan de spanningsval over de toestelvoeding (over V102 en V105) verdwijnt, m.a.w. de signaleringsdraden 1.1 en 2.1 30 worden kortgesloten, waarbij aan de zijde van de centrale ver-werkingseenheid een spanningsverhoging ontstaat als kenmerk voor de bediening van de netlijntoets.
Door bediening van één van de kiestoetsen K102-K106 wordt de van het abonneeposttoestel deel uitmakende puls zender*, die de 7907134 -13- eerder genoemde ins tell) are omhoog/omlaagteller D101 omvat, via eerder genoemde stuurketen geactiveerd, zodat de met de centrale ververkingseenheid verbonden signaleringsketen zolang de desbetreffende kiestoets is ingedrukt, cyclisch verschijnende puls-5 reeksen indicatief voor het opgeroepen abonneeposttoestel van de telefooninstallatie, in de vorm van lijnonderbrekingen over-draagt naar de centrale ververkingseenheid, vaar deze pulsen vorden geïnterpreteerd en geteld.
De verschillende voor de optische signalering op het des-10 betreffende abonneeposttoestel dienende signalen, meer in het bijzonder netlijnbezetsignalering, netlijnvachtstandsignalering en externe netlijnoproep worden respectievelijk in de vorm van een sinusspanning van 18 kHz, een met een Herz gemoduleerde sinusspanning van 18 kHz en een met vier Herz gemoduleerde 15 sinusspanning van 18 kHz vanuit de centrale verwerkingseenheid over de tvee signaleringsdraden en. via de aansluitcontacten 1.1 en 2.1 naar het abonneeposttoestel overgedragen vaar dergelijke signalen via de condensator C105 ® cfeeai resonantieketen-vormende spoel T103 en Cl 11 kunnen vorden veergegeven door het als een 20 LED uitgevoerde optische signaleringsorgaan B101.
De kiestoetsen K102 t/m K106 zijn verder zodanig in het geheel opgenomen, dat vanneer een van deze kiestoetsen vordt ingedrukt het optische signaleringsorgaan B101 vordt kortgesloten, vaardoor vordt verhinderd dat bij het inzenden van kies-25 pulsen over de signaleringsketen 1.1-2.1 der gelijke pulsen door dit signaleringsorgaan B101 vorden veergegeven.
Het elektronische gedeelte van het abonneeposttoestel ontvangt de elektrische voeding via de Zenerdiode V105» de diode V104 en een buffercondensator C104. De transistor V102 30 vordt door de, door. de pulszender teweeggebrachte, pulsen bestuurd en onderbreekt de signaleringsketen, die uitkomt op de aansluitcontacten 1.1 en 2.1, in het ritme van de aan deze transistor toegevoerde pulsen. Door de in serie met deze-transistor opgenomen smoorspoel T101 vordt verhinderd, dat aandrijf- 7907134 -1U- signalen voor het optisch signaleringsorgaan ΒΙΟΙ de werking van de puls zender en de voeding daarvan "beïnvloeden.
reik ahonneeposttoestel van de telefooninstallatie omvat een eigen pulszender, die is samengesteld uit de geïntegreerde 5 ketens D101, D102 en D103. De geïntegreerde keten D101 is een instelbare binair werkende omhoog/omlaagteller van een op zichzelf bekende uitvoering» Een dergelijke teller kan of wel binair of wel decadisch tellen in afhankelijkheid van het spanningsniveau, dat wordt aangelegd aan het ingangscontact 9.
10 "Wanneer aldaar een logische "een" wordt aangelegd telt de teller binair. Op soortgelijke wijze kan worden bereikt, dat de teller omhoog telt, wanneer aan het aansluitcontact 10 een logische "een" wordt aangelegd en vice versa. Wanneer aan het ingangs?* contact 1 een logische "een" wordt aangelegd is de teller vrij-. 15 gegeven om via de. ingangen uitkomende op de aansluitcontact en k, 12, 13 en. 3 de teller in te stellen op een gegeven waarde en zonder synchronisms met kloksignalen, die worden aangelegd aan het aansluitcontact 15. Verder is een dergelijke teller zodanig ingericht, dat een stap verder wordt geteld in responsie op 20 een positief gerichte flank van het kloksignaal aangelegd aan het aansluitcontact 15, indien aan de ingangen uitkomende op de aansluitcontacten 5 en 1 een logische "nul" is aangelegd. De voortgang van de telwerking wordt verhinderd wanneer of wel de ene of wel de andere of wel beide van deze aansluitcontacten y 25 .een logische "een" krijgen toegevoerd. Het aansluitcontact 2 vormt een uitgang via welke voor elk tweetal getelde klokpulsen een uitgangspuls wordt afgegeven.
Elk van de geïntegreerde ketens Dl02a en D102b is een binaire omhoogteller van een op zichzelf bekende uitvoering.
30 Elk van de twee identieke tellers D102a en D102b is een vier-traps teller. Deze teltrappen zijn uitgevoerd als omschakelbare flip-flops die een telstap vooruit kunnen schakelen in responsie op of wel een positief gerichte flank van een klokpuls toegevoerd aan een klokpulsingang 1, 9 van de desbetreffende teller of wel 7907134 -15- een negatief gerichte flank van een vrijgeefpuls toegevoerd aan de daartoe dienende ingang 2,10 van de desbetreffende teller.
Elke teller kan asynchroon -worden teruggezet door een hoog niveausignaal op de desbetreffende terugzetingang 7,15· Een 5 dergelijke teller schakelt derhalve een telstap vooruit bij het gelijktijdig aanwezig zijn van een positieve flank van een kloksignaalpuls, een "éên,T van het vrij geef signaal en een '’nul" van het terugzet signaal; een “nul” voor het kloksignaal, een negatief gerichte flank van het vrijgeef signaal en een "nul” 10 van het terugzetsignaal. De aansluitcontacten 3.en k zijn de Q1— en Q2-uitgangen van de ene teller en het aansluitcontact 12 is de Q2-uitgang van de andere teller.
Verder maakt van de puls zender deel uit een klokpuls generator met de UOF-poorten D103a en D103b.
15 De stuurketen, waarin de kiestoetsen K102-E106 zijn op genomen, is zodanig ingericht, .dat bij indrukken van één van deze kiestoetsen qrrfe.drie uit gangs geleiders van deze stuurketen, dié zijn aangesloten op de aansluitcontacten ki‘l2 en 13 van de teller D101, een spanningsbeeld ontstaat dat karakteristiek is voor de identi-20 text van het op te roepen abonneeposttoestel van de telefoon-installatie, zoals aangegeven door het indrukken van de desbetreffende kiestoets. Bijvoorbeeld ontstaat op de drie uitgangs-geleiders als gevolg van het bedienen van de kiestoets Κ1θ6 een spanningsbeeld +-+ , dat representatief is voor het nummer vijf, 25 m.a.w. het abonneeposttoestel met het nummer vijf. Door deze stuurketen kan de teller D101 worden ingesteld, zodat, wanneer aan het aansluitcontact 1 een vrijgeefsignaal wordt toegevoerd, deze teller,onafhankelijk van de aan het ingangscontact 15 aangelegde klokpulsen, wordt ingesteld op de door deze stuurketen 30 aangegeven waarde.
De bovenomschreven tellers, de met de vrij geefingang 2 van de teller D102a verbonden klokpulsgenerator en de beide ïTOF-pcorten D103c en D103d zijn zodanig met elkaar verbpnden, dat elke cyclus van door de pulszender teweeggebrachte pulsen 7907134 -16- teikens begint met een vaste puls van Uo millisec., welke in de centrale verwerkings eenheid als een terugzetpuls voor de van bet kiesregister deel uitmakende tellers wordt herkend. Volgend op zulk een beginpuls wordt een aantal kiespulsen, elk met een 5 breedte van 2,5 millisec. en zoals bepaald door de klokpulsen, uitgezonden, waarbij het aantal uitgezonden kiespulsen van een cyclus gelijk is aan het nummer van het gekozen abonneeposttoe-stel vermeerderd met één. Wanneer een desbetreffende kiestoets wordt losgelaten wordt of wel de lopende pulscyclus voltooid, 10 of wel wordt een. beginpuls met één kiespuls uitgezonden, één en ander in afhankelijkheid van het moment waarop de desbetreffende kiestoets wordt vrijgegeven. Deze laatste pulscombinatie zal echter in de centrale verwerkingseenheid niet worden herkend. De verbinding tussen de Q2-uitgang (het aansluitcontact k) van 15 de teller D102a en de ingang, aansluitcontact 3» Tan de teller D101 voorkomt het 'VLat ch.-up" verschijnsel bij het inschakelen van de voedingsspanning. In de fig. 3, k en 5 is de werking van de in het voorafgaande beschreven pulszender nader geïllustreerd. Fig. 3 is illustratief voor de situatie, waarbij de kiestoets 20 K106 (voor het kiezen van het *abonneetoestel nummer vijf) be trekkelijk kort durend wordt ingedrukt (lijn 31). De lijn 32 geeft aan het in responsie op bediening van deze toets aan de Q1-uitgang (het aansluitcontact 11) van de teller D102b ontwikkelde signaal. De lijn 33 geeft weer de klokpulsen, zoals door 25 de klokpulsgenerator aan het aansluitcontact 3 van de HOF-poort D103a worden ontwikkeld in responsie op bediening van boven vermelde kiestoets. Door de lijn 3^ is aangegeven het aan de Q4-uitgang (aansluitcontact 2) van de teller D101 ontwikkelde signaal, terwijl de lijn 35 aangeeft de door de teller D102a 30 aan het aansluitcontact 3 ontwikkelde vrijgeefpulsen die worden aangelegd aan de vrijgeefingang (het aansluitcontact l)van de teller. Dl01. Hierbij ontstaat aan het aansluitcontact 4 van deze teller D102a een signaal, zoals aangegeven door lijn 36, waarbij * *7 * · - een en ander tot gevolg heeft dat aan de uitgang van;;de’ HOF-poort 7907134 -1T- D103d een. signaal ontstaat, zoals aangegeven door lijn 3T en dat wordt aangelegd aan de ene ingang 9 van de HOF-poort D103c. Het uiteindelijk door de puls zender af gegeven besturingssignaal voor de transistor VI01 is weergegeven door lijn 38, waaruit 5 blijkt, dat door de bediening van de kiestoets voor het abonnee-posttoestel nummer 5 een pulscyclus teweeg wordt gebracht bestaande uit een beginpuls van Uo millisee. gevolgd door een aantal van zes kiespulsen terwijl tevens blijkt, dat na loslaten van de desbetreffende kiestoets nog maar een kiespuls wordt 10 ingezonden.
Fig. ^ is illustratief voor de situatie, waarbij de kiestoets van het abonneeposttoestel 5 relatief lang wordt ingedrukt (lijn 1H), waarbij dan twee_ opeenvolgende reeksen van kiespulsen met elk met zes kiespulsen worden teweeggebracht 15 (lijn U8). De in fig. h weergegeven lijnen kl, b2, h3, Wl·, en ^4-8 corresponderen met de lijnen 31, 32, 33, 3^, 35 en 38 van fig. 3.
Fig. 5 geeft weer de situatie, waarin de kiestoets K102 voor het abonneeposttoestel nummer 1 wordt ingedrukt, waarbij 20 de in fig. 5 weergegeven lijnen 51, 52, 5^, 55 en 58 respectievelijk corresponderen met de lijnen 31, 32, 3^, 35 en 38 van fig. 3.
Bij opgenomen microtelefoon van het desbetreffende abonneeposttoestel is het haakcontact K107 gesloten, waarbij de deor 25 de pulszender teweeggebrachte pulsen dan als onderbrekingen van het signaleringscircuit verlopende via de aansluitcontacten 1.1 en 2.1 naar de centrale verwerkingseenheid worden overgedragen.
Teneinde te voldoen aan de naar voren gekomen wens om de telefooninstallatie van de onderhavige soort' te kunnen ge-30 bruiken in combinatie met ongewijzigde telefoonstoestellen van welke uitvoering dan ook, is een hulpeenheid ontwikkeld die als een console voor een dergelijk telefoontoestel kan worden gebruikt en waarin het met de signaleringsketen (1.1-2.1) ver-bonden gedeelte van het in fig. 2 weergegeven abonneeposttoestel 7907134 -1 βίε ondergebracht J2enin:<xmb:inatie met een dergelijke hulpeenheid te gebruiken telefoontoestel kan op deze als console uitgevoerde hulpeenheid worden aangesloten zonder dat enige verdere aanpassing nodig is. In verband hiermee en aangezien de haak-5 contactfunctie van het mechanische contact K107 (fig. 2) door elektronische middelen moet worden gerealiseerd, is het spreek-circuit van het desbetreffende abonneeposttoestel via een naar de hulpeenheid voerende kabel elektrisch verbonden met een in ~ dit spreekcircuit opgenomen licht-emitterende diode, die in serie TO met een stroombegrenzingsweerstand de ene diagonaaltak vormt van een vierannige gelijkrichtende brugschakeling,. waarvan de andere diagonaaltak over het spreekcircuit van het abonneeposttoestel is aangesloten. Deze gelijkrichtende brugschakeling is aangebracht teneinde de te koppelen signaleringsketen ongevoelig 15 te maken voor polariteitswisselingen in de spreekketen. Parallel met de serieketen gevormd door de licht-emitterende diode en genoemde weerstand is een Zener-diode aangesloten, teneinde te bereiken, dat de door de." spreekketen .vloeiende lijnstroom kan variëren tussen circa 5 en 150 mA zonder dat door de licht-20 emitterende diode een stroom vloeit groter dan de maximaal toelaatbare waarde. Deze licht-emitterende diode is optisch gekoppeld met een fototransistor die reeds bij een lijnstroom van U mA omschakelt. De door de licht-emitterende diode vloeiende stroom bedraagt dan circa 3 mA. Wanneer de lijnstroom in de 25 spreekketen 100 mA bedraagt is bij deze inrichting de door de licht-emitterende diode vloeiende stroom slechts toegenomen tot circa 15 mA, waardoor deze schakeling universeel toepasbaar is.
De haakcont act functie van het mechanische contact K107 (fig· 2) wordt in de hulpeenheid overgenomen door een met genoemde fioto-30 transistor gekoppelde schakeltransistor die bij opnemen respectievelijk opleggen van .de microtelefoon van het abonneeposttoe-stel als gevolg van de optische koppeling tussen bovenvermelde licht-emitterende diode en bijbehorende fototransistor^ de op het aansluitcontact 2.1 (fig. 2) uitkomende draad van de signa- 79 0 7 1 3 4 -19- leringsketen doorverbindt met respectievelijk ontkoppelt van bet verbindingspunt tussen de smoorspoel T101 (fig. 2) en de verbinding met de netlijntoets K101 (fig. 2). De in verband met fig. 2 beschreven kiespulsschakeling voor interne signalering 5 en de optische netlijnsignalering kunnen bij deze hulpeenheid ongewijzigd worden toegepast. Verder wordt het uitschakelen van deze in de. genoemde fototransistor gekoppelde sehakeltransistor vertraagd door een in de basisemitterketen daarvan opgenomen condensator zodat bij toepassing van een telefoontoestel met 10 een kiesschijf door de werking van de kiesschijf veroorzaakte onderbrekingen in de spreekketen geen invloed hebben op de goede werking van deze optisch-elektrische koppelketen. Verder wordt deze sehakeltransistor door een tussen de emitter en collector daarvan aangesloten condensator kortgesloten voor wisselspanning, 15 waardoor de optische netlijnindicatie wordt verzorgd.
" ïa fig. 6 is een nader gedetailleerd schema weergegeven van een van de toestelkoppelketens TKG1-TKG5 volgens fig. 1.
Voor elk abonneeposttoestel dat op de-telefooninstallatie is aangesloten, is een afzonderlijke van dergelijke toestelkoppel-20 ketens aangebracht waarbij een dergelijke toestelkoppelketen in feite een intermediaire keten (interface) vormt tussen het desbetreffende abonneeposttoestel enerzijds en de overige onderdelen van de centrale verwerkingseenheid anderzijds. Wanneer ππ-nrifyr dan het maximale aantal abonneeposttoestellen op de 25 telefooninstallatie wordt aangesloten,kunnen ook de modulair uitgevoerde toestelkoppelketens voor die abonneeposttoestellen-, die niet zijn aangesloten, achterwege worden gelaten, zonder dat de goede werking van het overige wordt beïnvloed en zonder dat doorverbindingen of andere aanpassingen in het system moeten worden 30 gemaakt.
Een toestelkoppelketen is werkzaam betrokken bij de volgende systeemfuncties: de netlijnfunctie; overdracht van kiespulsen voor interne signalering; de besturing van jhe-t houd-relais in verband met de wachtstandsituatie van de netlijn; 7907134 -20- onderkenning van een door het haakcontact van een microtelefoon teweeggebrachte ketenonderbrekingbesturing van het aardrelais in verband met aardlijnfuncties; het besturen van een. bekrachti-gingsketen. voor de interne weksignalering; en de overdracht van 5 signalen voor de optische signalering in een abonneeposttoestel.
Verondersteld is, dat de in fig. 6 weergegeven..toestel-koppelketen behoort bij het abonneeposttoestel* TKN1, waarbij de aansluitcontacten van deze toestelkoppelketen van dezelfde nummering zijn voorzien als de in fig. 1 in. blokschemavorm 10 weergegeven toestelkoppelketen TKG1.
De toestelkoppelketen'volgens fig. 6 omvat een aansluit-contact B19.1 via hetwelk signaleringssignalen, die vanaf het bijbehorende abonneeposttoestel kunnen worden ingezonden, door bediening van het haakcontact,. ein van de kiestoetsen of de 15 netlijn/aardtoets, kunnen worden ontvangen en signalen voor de optische signalering bij het desbetreffende abonneeposttoestel,, daarnaar kunnen worden overgedragen. Met dit aansluitcontact B19.1 zijn via een smoorspoel T210 verbonden twee spannings-gevoelige ingangsketens met respectievelijk de transistoren V202 20 en V201. Wanneer het haakcontact K107 van het bijbehorende abonneeposttoestel is geopend, m.a.w. de microtelefoon is opgelegd, is de spanning in het knooppunt tussen de weerstanden R208 en R209 voor de ingangsketen van de transistor V202 nul, terwijl wanneer dit haakcontact K107 is gesloten en door onderbreking 25 als gevolg van een kiespuls voor de interne weksignalering deze signaleringsketen niet is geopend $h:aibpófc eeh.sparning-bestaafc--.met '· een grootte tussen 6 en 10 V, in afhankelijkheid van de weerstand van de aangesloten signaleringsketen. Doordat in de ingangsketen van de transistor V201 een drempelketen is opgenomen, 30 de Zenerdiode V205 vormt een ingangsdrempel van 13 V, reageert deze transistor V201 niet op dergelijke spanningen tussen 6 en 10 V. Doordat de transistor V202 als gevolg van een dergelijke spanning tussen 6 en 10 V ontwikkeld in het knooppunt tussen de weerstanden R208 en R209 geleidend wordt, zullen via de kip- 79-0 7 1 3 4 • 0 -21- ketens D20ka en D20Ub en de EW-poort D202b de beide bestuurbare flip-flops D203a en D203b, die zijn uitgevoerd als identieke JK-flip-flops worden vrijgegeven. Tevens wordt hierbij via de kipketen D20kc de M-poort D202c blokkerend.
5 · Wanneer nu in het bijbehorende abonneeposttoestel de net lijntoets K101 wordt ingedrukt, wordt als gevolg daarvan over de signaleringsketen uitkomende op de aansluitcontaeten 1.1-2.1 (fig. 2) kortgesloten, hetgeen tot gevolg heeft, dat in het aansluitcontact B19.1 van de tojstëkcppelket en. een verhoogde 10 spanning ontstaat met een grootte tussen 15 en 18 Y, in afhanke— - · lijkheid van de weerstand van de hierop aangesloten signaleringsketen. Als gevolg hiervan wordt de Zener-diode V205 geleidend, aangezien de aangelegde spanning groter is dan de drempelspan-ning van 13 V, zodat via de transistor V2Q1, vertragings- en 15 ontstoringsketens met de condensator C203, de weerstand H203 en de kipketen D20Ud, en de EU-poort D202a.de bestuurbare flip-flop D203a wordt omgeschakeld als gevolg waarvan het netlijnrelais K201 wordt bekrachtigd. Als gevolg hiervan zullen de relais-contacten k201-kr201 worden omgelegd, waardoor de spreekketen 20 uitkomende op de punten B21.1 en B20.1, via de leidingen B16.1 en BI8.I met de netlijn (Ha-ïïb, fig. 1) is verbonden. Met andere woorden is het bijbehorende abonneeposttoestel door het opkomen van dit netlijnrelais K201 met de netlijn verbonden. Door het omschakelen van de flip-flop D203a wordt deze flip-flop tevens 25 geblokkeerd, zodat deze flip-flop in de omgeschakelde stand blijft staan. Een dergelijke blokkering ontstaat ook wanneer een ander abonneeposttoestel door het indrukken van de netlijntoets aldaar zich met de netlijn verbindt, waarbj het desbetreffende blokkeersignaal dan bij deze toestelkoppelketen binnenkomt 30 via het punt BIT-1· Door een dergelijke blokkering blijft een dergelijke over de netlijn verlopende verbinding geheim.
t *
Het door het omschakelen van de flip-flop D203a teweeggebrachte blokkeringssignaal verlaat de toestelkoppelketen via f- * de leiding BU.l, waarbij, zoals nog naderhand zal worden behan- 7907134 -22- deld,de signaalgenerator voor de optische netlijnindicatie wordt gestart.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat hij \ hét aanschakelen van de netlijn tevens de flip-flop D203b wordt omgeschakeld.
5 De door de in verhand met fig. 2 behandelde pulszender van het bijbehorende abonneeposttoestel uitgezonden pulsen bevatten een aantal kiespulsen, welk aantal gelijk is aan het nummer van het opgeroepen abonneeposttoestel vermeerderd met êén, waarbij elk van deze kiespulsen èen breedte heeft van 2,5 millisec. Elk 10 zulk een groep van kiespulsen wordt gevolgd door een ais terugzet-puls voor het kiesregister werkzame puls met een breedte van circa i|Q millisec. De totale tijdsduur van zulk een groep kiespulsen en een. bijbehorende terugzetpuls is maximaal circa 60 millisec. , zodat het intern kiezen gebeurt met een herhalingstempo van ten 15 minste - 17 maal per seconde. Dergelijke kiespulsen doen zich. voor als een onderbreking van de draden van de signaleringsketen, en worden via de transistor V202 en de kipketen D20Ua tot rechthoekige pulsen gevormd, die vervolgens, via de kipketen D20hb en de EN-poort D201a over de leiding B1.1 worden toegevoerd aan het 20 nog nader te behandelen kiesregister KKR.
Zoals reeds in het voorafgaande werd aangegeven worden wanneer een abonneeposttoestel zich verbindt met de netlijn, de beide flip-flops D203a en D203b omgeschakeld en in deze omgeschakelde toestand vastgehouden. Doordat deze beide flip-flops 25 worden omgeschakeld, onstaat aan de uitgang van de EH-poort D201c, die via de leiding B6.1 in verbinding staat met het voor de netlijn wachtstandomschakeling dienende houdrelais K502 (fig. 7), geen verandering, zodat dit houdrelais K502 niet wordt bekrachtigd wanneer een desbetreffend abonneeposttoestel zich met de netlijn 30 verbindt. Wanneer nu echter bijvoorbeeld door het indrukken van een kiestoets het desbetreffende abonneeposttoestel weer van de netlijn wordt ontkoppeld en weer wordt verbonden met de interne, voor al de abonneeposttoestellen gemeenschappelijke lijn, .zal de flip-flop D203a door de dan weer bij het aansluitcontact B19.1 7907134 -23- binnenkomende ki espulsen, via de kipketen D20l*b worden teruggeschakeld. De flip-flop 203¾ wordt echter nu niet teruggeschakeld aangezien de vertragingsketen met de weerstanden R2T1, R212 en de condensator C206 de vanuit het ahonneeposttoestel nu ingezonden • · 5 pulsen blokkeert, zodat via de EN-poort 202h geen terugzetsignaal voor deze flip-flop 203b ontstaat. Doordat nu de flip-flop D203a wel en de flip-flop 203b niet is teruggeschakeld zal aan de uitgang van de poort 201c een toestandsverandering ontstaan, waardoor het houdrelais K502 wordt bekrachtigd en de netlijn via 10 het relaiscontact k502 in de wachtstand wordt geschakeld.Tevens wordt hierbij de eerder genoemde tweede signaalgenerator werkzaam gekoppeld met de genoemde eerste signaalgenerator zodat ook een voor de wachtstandsituatie karakteristieke optische signalering kan worden gegeven.
15 Het houdrelais zal weer afvallen wanneer hierna, vanuit het desbetreffende ahonneeposttoestel de netlijn opnieuw wordt aangeschakeld, waarbij dan de flip-flop D203a opnieuw wordt omgeschakeld.
Wanneer de microtelefoon wordt opgelegd als gevolg waarvan 20 het haakcontact K10J wordt geopend, zal ook de flip-flop D203b weer worden teruggeschakeld waardoor de oorspronkelijke rusttoestand is teruggekeerd.
De weerstand, die bij het opkomen van het houdrelais K502 over de spreekketen wordt geschakeld, heeft een grootte van 560 ohm. 25 Zoals in het voorafgaande reeds werd uiteengezet wordt de bestuurbare flip-flop D203a teruggeschakeld als gevolg van via de leiding B19.1 binnenkomende kiespulsen voor de interne weksignale-ring. Ook zal deze flip-flop D203a worden teruggeschakeld wanneer als gevolg van het opleggen van de microtelefoon, het haakcontact 30 K107 van het „.desbetreffende ahonneeposttoestel wordt geopend.
De bestuurbare flip-flop D203b wordt echter uitsluitend teruggeschakeld als gevolg van een door het haakcontact van het desbetreffende ahonneeposttoestel veroorzaakte onderbreking van de signaleringsketen. De vertragingsketen R211, R212 en>-C206, is nl.
7907134
-2U
gedimensionneerd voor een vertraging van 100 millisec,, welke onderbrekingstijd bij de door de puls zender van het desbetreffende abonneeposttoestel ingezonden pulsen niet wordt bereikt. Een door deze pulszender teweeggebrachte terugzetpuls van UO millisec. is 5 dan ook uitsluitend werkzaam om de van het kiesregister deel uitmakende teller, welke nog nader zal worden behandeld, terug te zetten-
De flip-flop D203b kan verder nog worden teruggeschakeld vanuit de EN-poort D201d,via welke de uitgangssignalen van de 10 flip-flops, zoals D203a echter deel uitmakende van de toestèl- koppelketens behorende bij elk. van de andere abonneeposttoestelien warden Tfe*gele'kèrb met het uitgangssignaal van de flip-flop D203a in de toestelkoppelketen van het desbetreffende abonneeposttoestel, een en ander teneinde te verhinderen, dat de netlijn in de wacht-15 stand wordt geschakeld, wanneer een ander abonneeposttoestel de verbinding met de netlijn zou verbreken..
Onder bepaalde omstandigheden is het gewenst om êên of beide draden van de netlijn met aarde te kunnen verbinden. Daartoe is de toestelinstallatie voorzien van een aardrelais K301 (fig. 7)» 20 Vanuit elk van de abonneeposttoestelien kan via de bijbehorende toestelkoppelketen dit aardrelais worden bediend en wel door nadat de netlijntoets, zoals K101, van het desbetreffende abonneeposttoestel voor een eerste maal is bediend,deze netlijntoets opnieuw te bedienen. Wanneer de netlijntoets voor de eerste maal 25 wordt bediend, wordt - zoals in het voorafgaande reeds is uiteengezet - de bestuurbare flip-flop D203a geblokkeerd, terwijl tevens de Μ-poort D202a wordt geblokkeerd. De Eïï-poort D201b combineert nu een signaalrtiveauverandering, ontstaan door een tweede en eventueel daarop volgende bedieningen van de netlijntoets, met 30 het aan de uitgang van de kipketen D20Uf ontwikkelde signaal, zodat wanneer de netlijntoets voor een tweede maal wordt ingedrukt aan de uitgang van deze poort D201b een toestandsverandering ontstaat, die via de leiding B2/5.1 en via de nog nader te behandelen netlijnbesturingsketen WBK het aardrelais K301 .beÉrachtigt.
7907134 -25-
Hierdoor worden de relaiscontacten k301 en/of k'301 omgelegd, waardoor de gewenste aardverbinding is gevormd.
Yerder omvat elke toestelkoppelketen een weksignalerings-relais K202 voor de interne akoestische weksignalering. Het twee-5 waardige stuursignaal voor dit weksignaleringsrelais wordt teweeg-- gebracht door het kiesregister KBE, welk signaal via de leiding B3.1 wordt toegevoerd aan de transistor V203 en een EN-poort B202c omvattende besturingsketen voor dit- weksignaleringsrelais K202. Wanneer dit relais wordt bekrachtigd worden de relaiscontacten 10 k202 en k'202 omgelegd,. waardoor de spreekketen van het desbetreffende abonneeposttoestel wordt verbonden met een wisselspanning van i 6θ V en een frequentie van 50 Hz, die wordt teweeggebracht door een van de basiseenheid BED deel uitmakende generator voor het teweegbrengen van het akoestische weksignaal voor de in-15 terne weksignalering. Wanneer de microtelefoon van het desbetreffende aldus opgeroepen abonneeposttoestel wordt opgenomen, wordt de poort D202c blokkerend, waardoor dit weksignaleringsrelais K202 afvalt.
Zoals reeds eerder werd vermeld wordt door de generator 20 voor de optische signalering een sinusspanning teweeggebracht met een top-topwaarde van 20 V en een frequentie van 18 kHz, waarbij een dergelijk voor de optische signalering werkzaam signaal via de leiding B7.1 van de desbetreffende toestelkoppelketen wordt geleid. In deze..leiding is een af ges temde keten opgenomen be-25 staande uit de weerstand E219, de spoel T202 en de condensator C209, teneinde door dit signaal van 18 kHz veroorzaakte hoogfrequente uitstraling binnen de gestelde normen te houden. De condensator C201 vormt een gelijkspanningsscheidingscondensator, waardoor de in de signaleringsketen van het desbetreffende abonnee-30 posttoestel veroorzaakte gelijkspanningen worden gescheiden van de eindversterker van deze signaalgenerator. Door de smoorspoel 1201 wordt voor het signaal met de frequentie van 18 kHz een dusdanig hoge impedantie gepresenteerd dat het sinussignaal geen invloed uitoefent op de digitale besturing. Door de weerstand E219 7907164 * > -26- wordt tevens een stroombegrenzing gevormd.
Teneinde schade en/of defecten in een spreekketen uit te sluiten zijn de beveiligingsweerstanden R215 en R218 opgenomen; op soortgelijke wijze zijn voor de interne weksignalering bevei-5 ligingsweerstanden R216 en R21T aangebracht.
In fig. T is een nader gedetailleerd schema weergegeven van een voor al de abonneeposttoestellen en toestelkoppelketens gemeenschappelijke netlijhbesturingsketen NEK, die deel uitmaakt van de centrale verwerkingseenheid. Deze netlijnbesturingsketen 10 , is werkzaam, betrokken bij het implementeren van de volgende functies: het verzorgen van de blokkering in verband met de net— lijnfunctie;, het besturen van het houdrelais; het besturen van het aardrelais; het verwerken van een via de netlijn of externe aansluiting binnenkomende oproep; het' starten van de optische 15 netlijnbezetsignalering; het genereren van een voor de over de netlijn binnenkomende.oproep karakteristieke optische signalering; en het genereren van een voor de wachtstand karakteristieke optische signalering.
Wanneer een abonneeposttoestel zich verbindt met de netlijn 20 wordt een daarvoor karakteristieke indicatie gegeven op een desbetreffende van de ingangen C5> C2, C8, C11, C13 en wel vanaf de desbetreffende toestelkoppelketen behorende bij het abonneeposttoestel, dat zich aan de netlijn heeft aangeschakeld. Als gevolg van een dergelijke netlijnindicatie zal aan de uitgang van 25 de EN-poort D305a een toestandsverandering -ontstaan, die zonder vertraging via de leidingen C20 en C2^ wordt overgedragen aan al de toestelkoppelketens (de aansluitcontacten B15- 1-B15-^ en B.17.1— B17.5). Hierdoor blijft de over de netlijn gevormde gespreks-verbinding geheim. Via de keten met de diode V315» de weerstanden 30 R320 en R321, de condensator C309 en de kipketen D307e wordt een vertraging geïntroduceerd zodat het blokkeersignaal op de leiding C19 pas 1,5 sec. na het beëindigen van de bezettoestand van de netlijn deze zal vrijgeven. Een dergelijk vrijgeefsignaal wordt • i-- ' aan al de toestelkoppelketens aangelegd, aan de desbetreffende 7907134 -27- aansluitcontacten Binnen dit tijdsinterval zal de openbare centrale, waarop de netlijn is aangesloten, zich afschakelen, zodat een eenmaal beëindigd gesprek niet kan worden overgenomen vanuit een ander abonneeposttoestel.
5 Het genoemde voor de waehtstandsituatie van de netlijn aangebrachte houdrelais K502 wordt vanuit de netlijnbesturings-keten bekrachtigd via de daarvan uitgaande leiding C22. De aan-sluitcontacten B6.1-B6.5 van de desbetreffende toestelkoppelketens TKG1-TKG5 zijn verbonden met de ingangen C15, C12, C9, C6 en C3 10 - van een de EN-poortketens D306a en D301a omvattende ingangsketen van del.: bekrachtigingsketen voor dit houdrelais K502. De uitgangen van deze ingangspoortketens besturen een schakekxansdÉEr T?302., een en ander zodanig dat, wanneer vanuit ëên van de abonneeposttoe— stellen de netlijn in de wachtstand wordt geschakeld op dedesbe-15 treffende van genoemde ingangen C15-C3 een toestandsverandering ontstaat, waardoor de transistor V302 in de geleidende toestand wordt geschakeld en het houdrelais K502 opkomt» Dit relais K502 is aangebracht op de basiseenheid BED.
Tevens wordt door de netlijnbesturingsketen de bekrachti-20 ging van het aardrelais K301 verzorgd, en wel via een de M-poortketens D305b en D303a omvattende ingangsketen van deze bekrachtigingsketen. De aansluitcontacten B2/5·1-B2/5·5 van de desbetreffende toestelkoppelketens TKG1-TKG5 zijn verbonden met de ingangen C14, C10, C7, C1 en Ck van deze ingangsketen, waarbij 25 wanneer vanuit êën van de abonneeposttoestellen een aardtoets-functie wordt geïnitieerd op de desbetreffende vandeze ingangen een toestandsverandering ontstaat, waardoor cfe sdslefcrans-istór' V303 van deze bekrachtigingsketen in de geleidende toestand wordt geschakeld waardoor het aardrelais K301 kan opkomen en de gewenste 30 aardverbinding wordt gevormd. Desgewenst kan alleen de a-draad van de netlijn met aarde worden verbonden door weglating van een draaibrug.
Wanneer geen aardtoetsfunctie is vereist, kan hej..aardrelais K301 buiten dienst worden geschakeld door in de + leiding 7907134 -28- daarvan de desbetreffende draadbrug te verwijderen. Hierdoor worden ongewenste schakelklikken en onnodig energieverbruik vermeden..
In dit verband wordt opgemerkt, dat de in bet voorafgaande 5 beschreven ingangsketens kunnen worden uitgevoerd met standaardbouwstenen in C-MOS techniek, en wel doordat telkens de vijfde ingang van deze ingangsketens is toegevoerd aan de ene ingang van een afzonderlijke M-poortketen*·-
Vanuit de ingangsketen, die de poorten D3Q5a en D301c 10 omvat wordt ·:·.; —.. via êên van de. ingangen daarvan C13-C5 tevens bewerkstelligd, dat via de kipketen B307e de EN-poort D30éb en de EH-poort D303b de schakeltransistor V301 in de geleidende toestand wordt geschakeld, waardoor over de leiding C23 een start-signaal wordt gegeven voor de van de basiseenheid BED deel uitma-15 kende signaalgenerator voor de optische bezetsignalering van de netlijn; zoals eerder vermeld wordt een dergelijke bezetindicatie gegeven doordat in de desbetreffende abonneeposttoestellen een signaallamp continu oplicht.
De netlijnbesturingsketen is nu tevens voorzien van een 20 signaalgenerator met bijbehorende ingangsketen, waardoor het mogelijk is om bij een over de netlijn binnenkomende oproep in responsie op het daarbij binnenkomende weksignaal deze signaalgenerator werkzaam te koppelen met de eerder genoemde voor de optische bezetsignalering van de netlijn dienende signaalgenerator 25 waardoor een resulterend signaal wordt gegeven dat karakteristiek is voor de situatie, waarbij een oproep over een netlijn is binnengekomen. Hierdoor kan in de desbetreffende abonneeposttoestel-len deze situatie door een optisch signaal met een daarvoor karakteristieke flikkerfrequentie (UHz) worden gegeven. Bedoelde 30 ingangsketen is via de leidingen C21 en C26 verbonden met de netlijn. Bij een staande gespreksverbinding blijft deze keten op de netlijn aangesloten, aangezien deze keten een hoogohmige ingangsimpedantie presenteert. Deze ingangsketen omvat een vier-armige diodebrugketen met de diodes V306, V30?, V308; en* V309, 7907134 -29- door welke brugketen een over de netlijn binnenkomend weksignaal (frequntie 25 of 50 Hz) gelijk wordt gericht, waarbij dit gelijkgerichte signaal werkzaam is om een opto-koppelinrichting D302 (waarvan de uitvoering soortgelijk is aan die welke in de eerder 5 genoemde hulpeenheid is toegepast) wordt omgeschakeld als gevolg waarvan via de weerstanden R312* R31Q, de transistor V30U en de weerstand R311 de triac V311 wordt ingeschakeld. Hierdoor worden, ten behoeve van de akoestische signalering van een dergelijke over de netlijn binnenkomende oproep, de aangesloten netlijn-10 bellen (maximaal vijf) vanaf de voedingstransformator, die deel uitmaakt van de basiseenheid BED van bélstroom voorzien, zodat de akoestische signalering voor deze over de netlijn binnenkomende oproep kan worden gegeven.
Tijdens een staande netlijnverbinding wordt de opto-15 koppelinrichting D302 via de blokkeringslijnen en de kipketn D30Td uitgeschakeld, zodat kiespulsen geen invloed hebben op de signalering.
Door het in responsie op een over de netlijn binnenkomende oproep schakelen van de transistor Y30k wordt tevens bewerkstel-20 ligd, dat de eerder genoemde signaalgenerator voor de optische signalering van de situatie waarin over de netlijn een oproep is binnengekomen, werkzaam wordt gekoppeld met de signaalgenerator voor de optische bezetsignalering van de netlijn. Daartoe is de uitgang van deze transistor V30h tevens verbonden met een 25 vertragingsketen met de weerstand R3Q9 en de condensator C305, waardoor de pauzetijden van het over de netlijn binnenkomende weksignaal worden overbrugd, zodat aan de uitgang van de kipketen D307f bij een dergelijke netlijnoproep een constant signaal aanwezig is. Door dit signaal wordt de, de Eïï-poorten D30^c en 30 D30hd omvattende signaalgenerator voor het teweegbrengen van een kanteelvormig signaal met de frequentie van UHz gestuurd. Deze signaalgenerator wordt via de poort D30hb gestart, waarbij het uitgangssignaal via de EN-poort D306b (ingangscontact 11) en via de poort D303b en de transistor V301 als modulatiesignaal'wordt 7907134 -30- toegevoerd aan de signaalgenerator voor het teweegbrengen van een sinusgolf met een frequentie van 18 kHz. De weerstanden R30ij· en R305 begrenzen de spanning aan de poortingangen van deze modulatie-signaalgenerator.
5 Verder omvat de netlijnbesturingsketen ten behoeve van de.
optische netlijnwachtstandsignalering een verdere modulatiesig-naalgenerator die zodanig is gedimensioneer, dat daardoor een kanteelvormig uitgangssignaal teweeg kan worden gebracht met ëen frequentie van 1 Hz , zodat daarmee een voor de wachtstandsituatie TG karakteristieke optische signalering kan worden gegeven. In responsie op een voor het eerder genoemde houdrelais K502 gegeven bekrachtigingssignaal, wordt deze verdere modulatiesignaalgenerator vanaf de poort D301a gestart, waardoor via de EW-poort D303b en de schakeltransistor V30T dit kanteelvormige modulatiesignaal met 15 het signaal van de eerder genoemde signaalgenerator voor het afgeven van een sinusgolf met een frequentie van 18 kHz wordt gecombineerd.
Tenslotte biedt de netlijnbesturingsketen een mogelijkheid om de desbetreffende telefooninstallatie te gebruiken in combina-20 tie met een andere (huis)automaat, zoals bijvoorbeeld een WB- automaat. De behoefte bestaat dan om de optische signalering van de telefooninstallatie vanuit een dergelijk ander systeem te kunnen schakelen. Via de schakeltransistor V3.17 omvattende .ingangs-keten wordt deze mogelijkheid gegeven. De leidingen C30 en C31 25 zijn daartoe verbonden met de aansluitcontacten BSa en BSb, waarop het desbetreffende andere systeem is aangesloten. Wanneer deze aansluitcontacten als gevolg van een schakelactie in het desbetreffende andere system met elkaar worden verbonden (tot een maximale impedantie van 10 K) zal de transistor V317 via de 30 poorten D30Ua, D306b en D303b, en de transistor V30T de eerder genoemde signaalgenerator voor het teweegbrengen van een' sinusgolf met een frequentie van 18 kHz, starten. De voor een binnenkomende netlijnoproep dienende signalering en de netlijnwacht-standsignalering hebben voorrang op deze bezetsignalerifig’(D30^a 7907134 -31- en D303b).
In fig. 8 is een nader gedetailleerd schema weergegeven van het eerder genoemde kiesregister KRR, dat dient voor iie interne oproepsignalering. Dit kiesregister is evenals de netlijn-5 besturingsketen en elk van de toegepaste toestelkoppelketens een modulaire eenheid deel uitmakend van de centrale verwerkingseenheid.
Dit kiesregister is samengesteld uit vijf identieke in-gangsketens met blokkeervoorzieningen, ëen teller, een aflees/ 10 terugzetketen en een uitgangsketen. Elk van de ingangsketens is verbonden met een bijbehorende van de toestelkoppelketens. Bij een toestelinstallatie met vijf aangesloten abonneeposttoestellen zijn derhalve de aansluitcontacten B1.1-B1.5 van de desbetreffende toestelkoppelketens verbonden met de ingangen D10, D8, Dé, Dk en 15 D2 van het kiesregister.
Elk van’deze ingangsketens omvat een bestuurbare bi-stabiele keten (J-K-flip-flop) zoals DUOTb, DU01a, DU02b, OkQ2a en Dk03a. Door middel van een vertragingsketen met de diode VU01, de weerstanden St01 en Rh02 en de condensator CU01 is de desbe-20 treffende ingangsketen ongevoelig gemaakt voor stoorpulsen, waarbij de desbetreffende flip-flop Dl01b via de ingang R pas wordt vrijgegeven na t 20 millisec. na een binnenkomende schakel-flank.
Aangezien, zoals in het voorafgaande is uiteengezet, een 25 door de desbetreffende puls zender ten behoeve van de interne wek-signalering gezonden pulstrein steeds begint met een als terug-zetpuls (- U0 millisec.) werkzame beginpuls, zal de desbetreffende flip-flop D^01b steeds zodanig zijn geschakeld, dat de eerste kiespulsen van de desbetreffende pulstrein via de bijbehorende 30 EN-pcort D^-OU.c zullen: worden doorgelaten. - Verder is de desbetreffende flip-flop Dk01b ingericht om bij de ontvangst van een dergelijke pulstrein de overige ingangsketens van het kiesregister te blokkeren, zodat het kiesregister niet meer dan een, puls- 4 * trein gelijk kan opnemen. Een dergelijke blokkering wordt ver- 7907134 1 4.
-32- kregen doordat de desbetreffende uitgangen van deze van de ingangsketens deel uitmakende flip-flops zijn verbonden met de EN-poorten Db05a en DU09&, waarbij via de kipketen Db09c deze ingangs-flip-flops worden geblokkeerd via bun desbetreffende J-5 en K-ingangen. Een reeks van door de desbetreffende ingangs-flip-flop- zoals Db01b doorgelaten pulsen, kunnen via de poorten Db05b en Db09a de telingang van de teller Dbo8 bereiken. Een aan deze telingang toegevoerde· pulstrein bestaat» wanneer bet abonneepost-toestel 1 moet worden opgeroepn, uit twee kiespulsen en een 10 terugzetpuls. De twee kiespulsen geven drie flanken van nul naar één, zodat, wanneer bet abonneeposttoestel 1 is gekozen, de met dit abonneeposttoestel corresponderende uitgang van de teller JDU08 (leiding 7) wordt geactiveerd.
Elk van de uitgangen van de teller correspondeert met één 15 van de abonneeposttoestellen van de telefooninstallatie, en is ' verbonden met een bijbehorende afzonderlijke ingang van: een uit-gangsketen, die is uitgevoerd als een als een geheugenketen werkzame 6D-flip-flop. De terugzetingang R van de teller Dbo8 en de leesingang C1; en de terugzetingang R van deze uitgangsketen D^OT 20 zijn verbonden met een lees/terugzetketen, die de poorten DUo6a, DUo6b en Db09b omvat. Hierbij vormen de diode Vbo6, de weerstand Rb· 11, de condensator CUoé en de weerstand Rbl2 een vertragings-keten waardoor de van de poort'Db09a afkomstige kiespulsen (2,5 millisec.) worden onderdrukt, zodat op de ingang 2 van de poort 25 DbOéa uitsluitend terugzetpulsen aanwezig kunnen zijn. Als gevolg van een dergelijke terugzetpuls ontstaat aan de ingang 5 van de poort DbOéb een êén-niveau met een duur van - 35 millisec.
Wanneer ecbter vanaf de poort Db09a kiespulsen worden toegevoerd, bevindt deze ingang 5 van de poort DUo6b zich op nul-niveau, 30 zodat deze kiespulsen geen invloed hebben op het uitgangssignaal van deze poort Dboéb. Dit aan de ingang 5 van de poort Dboéb veroorzaakte één-niveau wordt gebruikt om het geheugen Db07 uit te lezen. Meer in het bijzonder neemt de 6D-flip-flop Db07 in responsie op de positieve flank van de vanaf de ingang 5 van de 7907134 -33- poort D^+06b aan de ingang C1 toegevoerde uitleespuls, de stand van de teller DU08 over en houdt aan de desbetreffende van de uitgangen D9, D7, D5» D3 en D1 deze stand vast totdat de volgende positieve flank, van een uitleespuls verschijnt. Met andere voorden 5 zal» wanneer het abonneeposttoestel 1 is gekozen, de naar de toestelkoppelketen TGK1 leidende uitgang (D9) constant op een staan,
De weerstand R^13 en de condensator CUOT vormen verder een vertragingsketen, waardoor een van een pulstrein deel uitmakende TQ terugzetpuls ten opzichte van een rechtstreeks aan de ingang 6 van de poort DUoéb toegevoerde terugzetpuls wordt vertraagd, zodanig dat aan de uitgang van de poort DUoéb een verschilpuls ontstaat met een duur van - 1 millisec., door middel waarvan juist voor het aanbieden van nieuwè· kiespulsen, de teller DU08 wordt 15 teruggezet.
Het in het voorafgaande behandelde blokkeringssignaal zoals teweeggebracht door een desbetreffende van de ingangs-flip-flops, zoals D^01b, wordt ook toegevoerd aan de ingang· 1 van de poort D^06a, zodat ook bij het beëindigen van een pulstreincyclus 20 de teller DUo8 automatisch wordt teruggezet.
Deze ingangsblokkering is tevens werkzaam aan de terugzet ingang R van de uitgangsketen DUOT, zodat ook dit geheugen automatisch wordt teruggezet.
Zoals reeds in het voorafgaande werd behandeld is een op 25 één van de uitgangen van het uitgangsgeheugen DU07 teweeggebracht uitgangssignaal via de desbetreffende toestelkoppelketen werkzaam om het weksignaalrelais K202 voor de interne veksignalering van het opgeroepen abonneeposttoestel te bekrachtigen.
Fig. 9 geeft een nader gedetailleerd schema van de even-30 eens van de centrale verwerkingseenheid deel uitmakende basiseenheid BED,die een verbinding vormt tussen de insteekbare uitgevoerde printketens, zoals de toestelkoppelketens, netlijnbestu-ringsketen en kiesregister.
Deze eveneens op een printplaat ondergebrachte basiseenheid 7907134
ί V
-34- omvat verder de signaalgenerator voor de optische signalering (18 kHz); de voeding voor de spreekketens; de voeding voor de vanuit een abonneeposttoestel uitgaande signalering; de voeding voor bovengenoemde signaalgenerator voor de optische signalering; 5 de voeding voor de geïntegreerde ketens en de desbetreffende relais; de voeding voor de akoestische signalering; het houdrelais K502; het netspanningsbewakingsrelais K5.01; en aansluit contacten en beveiligingen.
De voedingsnettransformator is' buiten deze printplaat aan-10 gebracht.
De bovenvermelde· signaalgenerator omvat de operationele versterker D502, waarbij de condensatoren C504 en C505 en de weerstand R515 frequentie-bepalende onderdelen zijn. De in anti— parallel verband aangesloten diodes V506 en V507 vormen met de 15 weerstanden R503, R505 en R506 een versterkingsregeling.
Wanneer via de weerstand R501 een voor de signaalgenerator werkzaam startsi'gnaal wordt ontvangen en wel'doordat de ingang C23 dan op nul-niveau komt, zal de trilling relatief langzaam tot de volle amplitude aangroeien, waardoor geen inschakelpieken of on-20 gewenste storingen zullen ontstaan. Evenzo zal bij het uitschakelen van deze signaalgenerator de versterking geleidelijk afnemen.
De inschakeltijd bedraagt 250 microsec. en de uitschakeltijd bedraagt 300 microsec. Het door de signaalgenerator teweeggebrachte sinussignaal met de frequentie van 18 kHz wordt in vermogen ver-25 sterkt door de versterker D501 en de balans eindt rap met de transistor en V501 en V502. Tezamen met de in verband met de toestel-koppelketen behandelde af gestemde keten (weerstand R219’ ,de smoorspoel T202, de condensator C209) geeft het signaalpad voor deze sinusgolf van 18 kHz een dusdanig grote hoogfrequente denying 30 dat ongewenste uitstralingen worden vermeden.
De voor intern verkeer in de toestelinstallatie dienende spreekketens worden gevoed vanuit een conventionele voeding,die - uitgaande van een voedingsnetspanning van 220 V - minimaal een spanning heeft van 49 V. Wanneer de netspanning oplodpt zal deze 7907134 -35- spanning worden "begrensd tot een waarde van 51 V.
De transformator T501 vormt voor de wisselspanmngscomponent een hoge impedantie en transformeert tevens de belspanning, zodat een akoestische oproep ook hoorbaar is bij het oproepende 5 abonneeposttoestel ter controle, dat het opgeroepen abonneepost-toestel belstroom ontvangt. De Zener-diodes 7508, 7509 en 751^ en V515 begrenzen eventuele in de transformatorspoelen teweeggebrachte inductiepieken, welke tijdens een interne verbinding kunnen ontstaan, wanneer de kiesschijf zou worden bediend.
10 Tevens bevat de basiseenheid een voedingsgedeelte ten behoeve van de van een abonneeposttoestel uitgaande signalering en het elektronische gedeelte van zulk een abonneeposttoestel.
Dit voedingsgedeelte omvat de geïntegreerde keten D503 en de transistoren 7526 en 750^, waarbij een gestabiliseerde spanning 15 van 27 V wordt geleverd. Deze spanningsuitgang is hoogfrequent ontkoppeld door middel van de condensatoren C500 en C511. Hierbij is een begrensde geïntegreerde ketenvoeding aanwezig van 33 7, waarbij de spanning van 27 7 wordt gestabiliseerd tot een stroomwaarde van circa 500 milli-ampère. De weerstanden R521 en R522 20 werken als stroombegrenzers en de weerstanden R52U en R529 zijn bepalend voor de afgegeven spanning.
Aangezien de operationele versterkers en de balanseindtrap van de signaalgenerator voor het teweegbrengen van de signaal-spanning met een frequentie van 18 kHz een positieve-negatieve 25 voeding vereisen, wordt de beschikbare spanning van 27 7 gedeeld door de spanningsdeler gevormd door de weerstanden R520 en R528. Hierdoor ontstaat in het verbindingspunt van deze weerstanden een spanning van 13,5 V, welke als nul-niveau voor de voeding van deze signaalgenerator kan dienen, zodat ten opzichte van deze 30 nul-spanning een spanning van -13,5 7 en een spanning van +13,5 7 beschikbaar is. Door de condensatoren C508 en C511 wordt bereikt, dat dit voor de signaalgenerator dienende voedingsgedeelte een minimale inwendige impedantie heeft. De voor de geïntegreerde ketens en relais benodigde voeding wordt verzorgd door een voedings- 7907134 J * -36- gedeelte met de geïntegreerde keten D50U en een transistor V505.
De door dit voedingsgedeelte teweeggebrachte voedingsspanning heeft een grootte van 10 V en is binnen een bereik van 0,2 V gestabiliseerd bij een stroomafname tussen 0 en 250 mA. De maxi-5 male bronspanning bedraagt hierbij slechts 1,3 millivolt. Samen met de hoogfrequente onderdrukkingsketen met de condensatoren C5lk en C513, wordt door dit gedeelte voedingsenergie beschikbaar gesteld, die geschikt is-voor de geïntegreerde ketens. Zolang de spanning van 10 V aanwezig is, is zoals reeds eerder werd opge-10 merkt het netspanningsbewakingsrelais K501 bekrachtigd, waarbij wanneer deze spanning verdwijnt, dit relais een schakelfunctie uitoefent, die reeds in het voorafgaande werd behandeld.
Wanneer derhalve de netspanning: zou uitvallen worden door de relaiscontacten k501 en k’501 de spreekdraden van het abonnee-15 toestel 1 rechtstreeks met de netlijn verbonden, zodat hoewel de telefooninstallatie buiten werking is, dit abonneeposttoestel 1 als normaal toestel kan fungeren, waardoor over de netlijn binnenkomende oproepen worden gesignaleerd en gesprekken met de openbare centrale mogelijk zijn.
20 Voor de interne weksignalering zal in het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel een bel of zoemer een akoestisch signaal doen ontstaan. De hiervoor benodigde wisselspanning (βθ V) wordt van de voedingsnettransformator afgeleid. Aangezien ook bij een over de netlijn binnenkomende oproep de (extra) netlijn-
25 bellen vanuit deze transformator worden gevoed, wordt ook 6θ V
afgenomen voor de wikkeling T501. Tevens wordt, aangezien voor deze laatste signalering de triac wordt omgeschakeld, een zijde van de wisselspanningsbron aan de nulleiding gelegd van de ge- lijkspanningsaansluitingen voor 10 en 27 V. Dit nulpunt is op de / 30 printplaat centraal gekozen teneinde bromspanningen te vermijden.
Alle binnenkomende en uitgaande draden kunnen overzichtelijk op de basisprint worden afgewerkt en aangesloten en wel: de netlijn met eventuele aarde; de netlijnbei of netlijnbellen; de optische bezetsignalering vanaf buiten de telefooninstallatie; de 7907134 -37- vijf abonneeposttoestellen met eventuele aarde; en de netspanning.
De vier secundaire 'wikkelingen van de voedingsnettransfor-mator zijn beveiligd door de zekeringen F501, F502, F503 en F50U.
De op de basisprint aanwezige weerstanden R530 t/m R5^9 5 bewerkstelligen dat de ingangslijnen van de verschillende ketens op eên-niveau (10 V) worden gehouden» zodat de goede werking van de telefooninstallatie is verzekerd wanneer êên of meer van de toestelkoppelketens zouden ontbreken.
De dubbele Zener-diodes V528 t/m V533 beveiligen de in-10 gangen van de bekabeling tegen extreem hoge spanningen en bliksem-ontladingen.
De weerstand R551 vormt met de condensator C516 een filter waardoor storingen, welke door een of meer van de netlijnbellèn kunnen worden veroorzaakt, worden geëlimineerd.
15 De voedingsnettransformator is buiten de printplaat aange bracht op de bodemplaat van een uit kunststof gevormde behuizing. Aan de secundaire zijde zijn vier wikkelingen aangebracht voor de in het voorafgaande besproken voedingsvoorzieningen, terwijl aan de primaire zijde een temperatuurbegrenzer is aangebracht, welke 20 bij 115°C uitschakelt en niet herstelbaar is. Het vermogen, dat bij 220 V en wanneer de microtelefoons van de abonneeposttoestellen zijn opgelegd, is 15 W.
H * ' 7907134

Claims (10)

1. Voor particulier gebruik dienende telefooninstallatie voor een aantal abonneeposten, waarbij intern verkeer tussen deze abonneeposten kan worden afgewikkeld via een daarvoor gemeenschappelijke interne lijn, en extern verkeer kan worden af gewikkeld 5 via een voor deze abonneeposten gemeenschappelijke netlijn; en elk van de abonneeposten is gekoppeld met een daarvoor gemeenschappelijke verwerkingseenheid die is ingericht om de voor het afwikkelen van extern en intern verkeer benodigde schakel—-en signaleringsacties te besturen en uit te voeren, met het kenmerk, 10 dat elk van de telefooninstallatie deel..uitmakende abonneepost-toestellen voor elk. te kiezen abonneeposttoestel van de installatie , is voorzien van een afzonderlijke voor het desbetreffende te kiezen abonneeposttoestel aangewezen kiestoets;.de kiestoetsen zijn opgenomen in een stuurketen, die als gevolg van een eenmalig 15 bedienen van een kiestoets,- een elektrisch kiessignaal teweegbrengt, dat eenduidig bepalend is voor de identiteit van een tot de telefooninstallatie behorend, opgeroepen abonneeposttoestel; en elk abonneeposttoestel verder is voorzien van een elektrische puls zender, die is ingericht om a) in responsie op zulk een elek-20 trisch kiessignaal een reeks opeenvolgende kiespulsen te genereren, die een aanduiding geven omtrent de identiteit van het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel van de installatie, als ook om b) voorafgaande aan elk zulk een reeks van. kiespulsen een beginpuls met een vooraf vastgestelde breedte teweeg te brengen; 25 en middelen dienende om onder het bestuur van de door de puls-zender teweeggebrachte pulsen een met de centrale verwerkingseenheid gekoppeld signaleringscircuit te openen en te sluiten.
2. Telefooninstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde pulszender omvat een klokpulsbron voor het tèweeg-30 brengen van klokpulsen, elk met een breedte die bepalend is voor de breedte van de kiespulsen; een door genoemd kiessignaal instelbare hoofdteller, die bij een aan de ingang daarvan aanwezig 7907134 -39- kiessignaal een aantal telstappen uitvoert, overeenkomende met de waarde van liet aangelegde kies signaal, vermeerderd met 1; en een hulpteller, die in responsie op klokpulsen van de klok-pulsbron, als ook een uitgangssignaal van de hoofdteller, de 5 telwerking van deze hoofdteller zodanig regelt, dat via poort-middelen voor het combineren van klokpulsen en uitgangssignalen van de hoofdteller en de hulpteller, onafhankelijk van de be-dieningsduur van een desbetreffende kiestoets, ten minste een volledige pulsreeks, 'bestaande uit een beginpuls en een st el 10 kiespulsen, indicatief voor het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel, gevolgd door een onvolledige pulsreeks, bestaande uit een beginpuls en één kiespuls, naar de centrale ververkingseenheid worden overgedragen.
3. Telefooninstallatie volgens de conclusies 1 of 2, waarbij 15 elk abonneeposttoestel van de installatie is voorzien van een signaleringslamp, met het kenmerk, dat elk van de kiestoetsen tevens is ingericht om bij bediening van zulk een toets tevens een kortsluitketen voor de signaal 1 amp van het desbetreffende abonneeposttoestel te vormen. 20 k. Telefooninstallatie volgens een van de voorafgaande conclusies 1 t/m 39 met het kenmerk, dat elk abonneeposttoestel is samengesteld uit een telefoontoestel van normale uitvoering met een twee-draads spreekcircuit, en een afzonderlijke hulp-eenheid, waarin zijn ondergebracht genoemde kiestoetsen, een 25 netlijnkiestoets, de signaal lamp, genoemde stuurketen, genoemde elektrische pulszender en genoemde overdraagmiddelen, waarbij via een optisch-elektrische koppelketen in genoemde hulpeenheid stroomvariaties in het spreekcircuit van het genoemde telefoontoestel, en zoals veroorzaakt door opleggen/opnemen van de 30 microtelefoon daarvan, kunnen worden gedetecteerd teneinde in afhankelijkheid van deze stroomvariaties de hulpeenheid niet/wel via een tweedraads-signaleringscircuit werkzaam met de centrale verwerkingseenheid te koppelen. 7907134 * *S _-1φ-
5. Telefooninstallatie volgens een van de voorafgaande conclusies 1 t/m !+, waarbij genoemde centrale verwerkingseenheid is voorzien van een voor het verzorgen van de interne weksignale-ring dienende, een kiespülsteller omvattende signaleringsinrich- 5 ting, die in responsie op een reeks ontvangen kiespulsen, voor het daardoor gekenmerkte opgeroepen abonneeposttoestel een omschakelsignaal toevoert aan een afzonderlijke, bij het desbetref- ; fende opgeroepen abonneeposttoestel behorende schakelketen, die i . in responsie- op zulk een omschakelsignaal het spreekcircuit van 10 het desbetreffende opgeroepen abonneeposttoestel ontkoppelt en verbindt met een voor- al de abonneeposttoestellen gemeenschappelijke veksignaalgenerator voor het teweegbrengen van een voor de interne weksignalering kenmerkend audiosignaal, met het kenmerk, dat de uitgang van de kiespülsteller (DÜ08) is verbon-T5 den met een kiespulsgeheugen (dU07)»· waarvan een leessignaalin-gang (9, DU07) is gekoppeld met een leessignaal/terugzetsignaal-keten (D^Oéa, DUoéb, DÜ09b), die tevens is gekoppeld met de terugzet ingang (15» DU08) van de kiespülsteller, waarbij een en ander zodanig is ingericht, dat in responsie op een door deze 20 leessignaal/terugzetzignaalketen teweeggebracht leessignaal een genoemd omschakelsignaal ontstaat aan een afzonderlijke uitgang van het kiespulsgeheugen, welke uitgang is aangewezen door de telstand van de kiespülsteller, en telkens na beëindiging van een reeks ontvangen kiespulsen via deze leessignaal/terugzet-25 signaalketen aan de t erugz et ingangen van de kiespülsteller en het kiespulsgeheugen een terugzetsignaal wordt aangelegd.
6. Telefooninstallatie volgens conclusie 5» waarbij de signaleringsinrichting is voorzien van een aantal afzonderlijke ingangsketens, die telkens met êên tegelijk via poortmiddelen met 30 de ingang van de kiesteller kunnen worden verbonden, met het kenmerk, dat elke ingangsketen een bestuurbare bi-stabiele keten (D^-Ola, D^01b, D^02a, DU02b, D^03a) omvat, die in responsie op daaraan toegevoerde kiespulsen, enerzijds poortmiddelen .die met de uitgang van de desbetreffende bestuurbare bi-stabiele 7907134 9 -in- keten zijn verbonden, in de doorlaatstand schakelen, waarbij deze kiespulsen de ingang van de kiespulsteller kunnen bereiken, anderzijds een blokkeersignaal voor al de overige van genoemde bi-stabiele ketens teweegbrengt, zodanig dat het via deze ketens 5 verlopende pad naar de kiespulsteller is geblokkeerd. T. Telefooninstallatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat al die uitgangen van genoemde bestuurbare bi-stabiele ketens, waaraan een blokkeersignaal voor de overige van deze bi-stabiele ketens kan worden-ontwikkeld, zijn verbonden met verdere poort-10 middelen (ïïk05&9 BkQ9d, Dk09c) via welke, na beëindiging van een ontvangst van kiespulsen een terugzetsignaal voor het genoemde kiespulsgeheugen en genoemde kiespulsteller teweeg wordt gebracht.
8. Telefooninstallatie volgens een van de voorafgaande conclusies 1 t/m T, waarbij genoemde centrale verwerkingseenheid 15 een bij het afwikkelen van netlijnverkeer betrokken netlij n-besturingsketen omvat, die a) in responsie op het aanschakelen van een abonneeposttoestel aan de netlijn, een eerste signaal— generator voor het produceren van een voor de bezettoestand van de netlijn karakteristiek optisch signaal aanschakelt aan al de 20 met de abonneeposttoestellen van de installatie verbonden twee— draads- signaleringscircuits teneinde een voor een dergelijke bezettoestand karakteristiek optisch signaal bij deze abonneeposttoestellen teweeg te brengen, b) in responsie op een-schakelactie in een abonneeposttoestel, waardoor de netlijn in een wachtstand 25 wordt geschakeld, een tweede signaalgenerator met genoemde eerste signaa.Tgp>n<ara±m? koppelt, zodanig dat in al de abonneeposttoe— stellen een- voor de. wachtstand van de. netlijn karakteristiek optisch signaal wordt gegeven, met het kenmerk, dat genoemde netlijnbesturingsketen verder is ingericht om in responsie op 30 een over de netlijn binnenkomende oproepsignalering, een derde signaalgenerator (D30^d, D30^c) te koppelen met genoemde eerste signaalgenerator (D502, C50i, R515» C505), teneinde voor ‘de desbetreffende signaleringscircuits, die met de desbetreffende abonneeposttoestellen zijn gekoppeld, aldaar een optisch.' signaal 7907134 -U2- dat karakteristiek is voor een dergelijke over de netlijn binnenkomende oproep, teweeg te brengen.
9. Telefooninstallatie volgens conclusie 8, met bet kenmerk, dat een over de netlijn'binnenkomend oproepsignaal, via een opto- 5 elektrische keten (D302) wordt omgezet in een startsignaal voor genoemde derde signaalgenerator.
10. Telefooninstallatie volgens een van de conclusies 1 t/m 9» waarbij de centrale verwerkingseenheid, voor elk abonneeposttoe stel van de installatie,, een afzonderlijke koppeleenheid omvat 10 die als: een intermediaire keten (interface) dient tussen het desbetreffende abonneeposttoestel en de overige gedeelten van de centrale verwerkingseenheid, met het kenmerk, dat elke intermediaire keten is voorzien van twee bestuurbare bL-stabiele flipflops (D203b, D203a) die respectievelijk zijn opgenomen in een 15 eerste spanningsgevoelige keten (V202), die reageert op spannings-variaties veroorzaakt door schakelaeties van hetiaateontact van het desbetreffende abonneeposttoestel of vandaar uit ingezonden voor interne Wéfesignalering dienende kiespulsen, en in een tveede(20T) spanningsgevoelige keten, die uitsluitend reageert op spannings-20 variaties veroorzaakt door bediening van de netlijntoets van het desbetreffende abonneeposttoestel, welke beide flip-flops in combinatie de besturing uitoefenen ten aanzien van een voor het aanschakelen van de netlijn dienend netlijnrelaiss.eei vnr het in de wachtstand schakelen van de netlijn dienend houdrelais, als ook 25 de blokkering van de overige tweede flip-flops (D203a), ien en ander in afhankelijkheid van de aan de desbetreffende genoemde spanningsgevoelige ketens aangelegde stuurspanningen.
11. Telefooninstallatie volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat indien na bediening van de netlijntoets van een abonneepost- 30 toestel, gedurende de periode dat de microtelefoon daarvan is opgenomen, opnieuw aan genoemde tweede spanningsgevoelige keten een stuurspanning wordt aangelegd, de in deze keten opgenomen tweede flip-flop (D203a) niet omschakelt, waarbij het door deze tweede flip-flop afgegeven uitgangssignaal in combinatie^mèt 7907134 -itf- genoemde opnieuv verschijnende stuurspannings een aardrelais (301) bekrachtigt, teneinde een of heide spreekdraden van het spreek-circuit van het desbetreffende ahonneeposttoestel met aarde te verbinden. « 7907134 Lfü VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX o. A. Nr. 7907134 Ned. S-GRAVENHAGE (HOLLAND) Beh. bij schrijven d.d. 16-10-1979 Sm/611 LIJST VAN WIJZIGINGEN blz. 5, regel 2 het woord "en" schrappen; blz. 5, na regel 2 inlassen "fig. 9 een stel golfvormen ter nadere illustratie van de werking van het kiesregister volgens fig. 8; en...;" blz. 5, regel 3 "fig. 9" vervangen door "fig. 10"; 5 blz. 17, regel 10 inlassen "In het algemeen geldt dat na het los laten van een kiestoets de pulszender een daardoor aan de gang gebrachte pulscyclus zal afmaken. Onafhankelijk van het moment waarop de desbetreffende kiestoets wordt losgelaten zal tenminste een volledige pulscyclus (een stel kiespulsen indicatief voor opgeroepen toestel en een terugzet-10 puls) en een kiespuls met een terugzetpuls worden afgegeven. Een combinatie van laatstbedoelde twee pulsen wordt echter door het kiesregister niet herkend. Nadat een kiestoets is losgelaten stopt de interne weksignalering. M.a.w. het bij het opgeroepen toestel teweeggebrachte weksignaal houdt dan op en wordt dus slechts zolang de desbetreffende kiestoets is ingedrukt 15 als een (niet intermitterend) signaal gepresenteerd." Blz. 33, na regel 28 de volgende inlas: Fig. 9 geeft een stel golfvormen (A-F) die illustratief zijn voor de werking van het in het voorafgaande omschreven kiesregister. Fig. 9A geeft (in de tekening gaande van links naar rechts) een rustinterval (1), een stel kiespulsen (2) en een terugzetpuls (3), zoals geldend aan de ingang (14) van de teller D408.
20 Fig. 9B geeft weer de golfvorm van het corresponderende signaal zoals ontwikkeld over de condensator C406, terwijl het daarbij ^a,an. de uitgang (3) van de poort D406a ontwikkelde signaal in fig. 9C is getekend. Fig. 9D -¥Γ geeft weer de golf vorm van het signaal zoals toegevoerd aan de ingang (9) van de uitgangsketen D407, en welk signaal aldaar ontstaat als gevolg van het signaal zoals ontwikkeld over de condensator C4Q7 (fig. 9E). Het aan de uitgang van de poort D406b gevormde signaal is weergegeven in 5 fig. 9F. Dit signaal is ontstaan als resultante van de signalen volgens de fign. 9A en 9E. Gedurende het tijdsinterval t^H^ worden de kiespulsen geteld door de teller D408. Op het tijdstip t^ (positieve flank van de puls volgens fig. 9D), wordt de stand van de teller D408 opgenomen aan de ingangen van de uitgangsketen D407 en deze informatie wordt doorgegeven 10 naar de uitgangen daarvan. Aldaar blijft deze informatie staan totdat de volgende puls (fig. 9D) verschijnt. Deze uitgangsinformatie verandert niet wanneer bij de volgende puls (fig. 9D) blijkt, dat de teller D408 in dezelfde telstand staat. Zulks omdat de informatie zoals aangeboden aan de ingangen van de uitgangsketen D407 dan dezelfde is als bij de 15 vorige uitlezing. Op het tijdstip t. begint een terugzetwerking. blz. 33, regel 29 "Fig. 9" vervangen door "Fig. 10". * * '
NL7907134A 1979-09-25 1979-09-25 Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort. NL7907134A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7907134A NL7907134A (nl) 1979-09-25 1979-09-25 Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort.
FI802986A FI802986A (fi) 1979-09-25 1980-09-22 Intercomsystem
GB8030653A GB2060316A (en) 1979-09-25 1980-09-23 Intercom system
AU62657/80A AU6265780A (en) 1979-09-25 1980-09-24 Key telephone intercom system
NO802825A NO802825L (no) 1979-09-25 1980-09-24 Interkom-system
IT24872/80A IT1149255B (it) 1979-09-25 1980-09-24 Sistema di intercomunicazione
FR8020536A FR2466161A1 (fr) 1979-09-25 1980-09-24 Dispositif d'intercommunication telephonique
DK403980A DK403980A (da) 1979-09-25 1980-09-24 Kommunikationsanlaeg
SE8006662A SE8006662L (sv) 1979-09-25 1980-09-24 Abonnenttelefonsystem
ES495348A ES8105913A1 (es) 1979-09-25 1980-09-25 Sistema telefonico para uso privado

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7907134 1979-09-25
NL7907134A NL7907134A (nl) 1979-09-25 1979-09-25 Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7907134A true NL7907134A (nl) 1981-03-27

Family

ID=19833910

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907134A NL7907134A (nl) 1979-09-25 1979-09-25 Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort.

Country Status (10)

Country Link
AU (1) AU6265780A (nl)
DK (1) DK403980A (nl)
ES (1) ES8105913A1 (nl)
FI (1) FI802986A (nl)
FR (1) FR2466161A1 (nl)
GB (1) GB2060316A (nl)
IT (1) IT1149255B (nl)
NL (1) NL7907134A (nl)
NO (1) NO802825L (nl)
SE (1) SE8006662L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3000858C2 (de) * 1980-01-11 1986-11-13 Neumann Elektronik GmbH, 4330 Mülheim Tastengesteuerte Wechsel-, Gegen- oder Lautsprechanlage
US4744103A (en) * 1985-11-27 1988-05-10 Rauland-Borg Corporation Computer controlled multi-link communication system
IN167984B (nl) * 1986-09-23 1991-01-19 Siemens Ag
US4769837A (en) * 1987-05-04 1988-09-06 Eoa Systems, Inc. Device for adding intercom functions to a phone system

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2139693B1 (nl) * 1971-05-28 1973-05-25 Supravox Sarl
ZA728043B (en) * 1971-12-23 1973-07-25 Standard Telephones Cables Ltd Improvements in or relating to electric impulse transmitters
FR2285775A1 (fr) * 1974-09-17 1976-04-16 Berna Guy Installation d'interphones a appels selectifs
US4088846A (en) * 1977-03-30 1978-05-09 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Hold-plus-intercom for single-line stations

Also Published As

Publication number Publication date
FR2466161A1 (fr) 1981-03-27
ES495348A0 (es) 1981-06-16
SE8006662L (sv) 1981-03-26
FI802986A (fi) 1981-03-26
ES8105913A1 (es) 1981-06-16
IT1149255B (it) 1986-12-03
IT8024872A0 (it) 1980-09-24
DK403980A (da) 1981-03-26
GB2060316A (en) 1981-04-29
NO802825L (no) 1981-03-26
AU6265780A (en) 1981-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4769837A (en) Device for adding intercom functions to a phone system
JPS5812467A (ja) 電話利用制限装置
US4028498A (en) Private automatic branch exchange system and apparatus
US4079212A (en) Extension telephone system
US4112261A (en) Key telephone system and method
US4136263A (en) Telephone system having space divided speech channels and a separate time divided data highway
NL7907134A (nl) Telefooninstallatie van de als sterpuntinstallatie aangeduide soort.
US3420963A (en) Communication system line circuit particularly for key telephone systems
JPH07203006A (ja) ボタン電話装置
US3626101A (en) Loop extender for subscribers connected to a central office by abnormally long telephone lines
US3651271A (en) Circuit arrangement including a relaxation oscillator for alternately providing ringing-tone and supervisory signals to subscriber stations
NL7809628A (nl) Schakeling voor multipel aangesloten telefoontoestel- len.
US4099031A (en) Method and apparatus for automatically identifying an individual calling party on a multiparty telephone line
US4320265A (en) Line repeater for telephone system using radio links
US4095056A (en) Toll restrictor access circuit
US5392341A (en) Automatic telephone line monitoring and selection apparatus and method
US3378642A (en) Line lockout circuit
KR900000722B1 (ko) 호출신호 전송장치
JPS59133761A (ja) 加入者電話システム
US3662116A (en) Subscriber superimposed signaling unit
RU2162250C2 (ru) Телекоммуникационный терминал с устройством визуальной сигнализации
CA1088686A (en) Tone applying line circuit
US6480596B1 (en) Direct inward-outward dialing trunk circuit
EP0352827B1 (en) Intercommunicating telephone set system on bifilar line
US4748659A (en) Calling signal transmission apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed