NL7907013A - Videobeeldprojector. - Google Patents

Description

«A

» - I - t "Videobeeldprojector".

Dé uitvinding heeft betrekking op een videobeeldpro jector, en meer in het bijzonder op een kleurenvideobeeld-projector met drie kathodestraalbuizen voor gescheiden afgifte van drie primaire kleurbeelden in respectievelijk de kleu-5 ren rood, blauw en groen.

Men kent reeds een kleurenvideobeeldprojector van het type, waarbij een videobeeld, bijvoorbeeld een op een kleurenkathodestraalbuis verschijnend kleurenbeeld, wordt vergroot en op een scherm wordt geprojecteerd.

10 De figuren 1, 2 en 3 van de bijbehorende tekening tonen een typisch uitvoeringsvoorbeeld van een dergelijke projector van bekend type, waarbij primaire kleurbeelden in respectievelijk de kleuren, rood, groen en blauw eerst afzonderlijk worden gevormd en vervolgens via twee lenzenstel-15sels worden geprojecteerd tot éên kleurenbeeld; het type van een dergelijke videobeeldprojector wordt wel aangeduid als "two-eyed three-tube".

Daarbij vindt toepassing plaats van drie kleur-kathodestraalbuizen IR, 1G en 1B voor afgifte van respectie— 20velijk bijbehorende, primaire kleurbeelden in respectievelijk de kleuren rood, groen en blauw; de kleurkathodestraal-buizen zijn op bijvoorbeeld de in figuur 2 weergegeven wijze ondergebracht binnen een projectorlichaam 2. De verwijzings-cijfers 3 en 4 hebben in figuur 2 betrekking op lenzenstel-25seis, terwijl voorts een dichromatische spiegel 5 en een projectiescherm 6 aanwezig zijn.

Teneinde de door de projector met inbegrip van het projectiescherm 6 in beslag genomen ruimte zo klein mogelijk te houden en na-instelling van het optische stelsel overbodig 30te maken, kan men ermee volstaan, het projectiescherm 6 bijvoorbeeld op een gedeelte van het lichaam 2 aan te brengen, zoals in de tekening is weergegeven. Bij een dergelijke uitvoering moet noodzakelijkerwijs een spiegel 7 worden toegepast, daar het onmogelijk is een kleurenbeeld rechtstreeks op het 7907013 ï % -2- projectiescherm 6 te projecteren.

De genoemde spiegel 7 dient in verband met de in aanmerking komende, optische afstanden op een bevestigingsbord 8 buiten het projectorlichaam 2 te worden aangebracht, zoals 5 duidelijk in figuur 1· is te zien. Wanneer de projector buiten bedrijf is, verdient het aanbeveling, dat de spiegel 7 binnen het projectorlichaam 2 wordt opgenomen; dit voorkomt beschadiging van de spiegel en maakt de projector minder opvallend.

Bij toepassing van een dergelijke projector van be-10 kend type dient het bevestigingsbord 8 met de spiegel 7 steeds, wanneer de projector moet worden gebruikt, uit het projectorlichaam 2 naar buiten te worden bewogen. Daarbij is het noodzakelijk, dat het bevestigingsbord 8 in de richting van de pijl A in figuur 3 buitenwaarts wordt verplaatst en vervolgens 15 in de richting van de pijl B in figuur 3 wordt gedraaid. Indien het bevestigingsbord 8 per ongeluk voorafgaande aan zijn buitenwaartse verplaatsing wordt verdraaid, zal de onderste eindrand 8a van het bevestigingsbord tegen de bovenste eind-rand van het frontpaneel 2a van het projectorlichaam 2 stoten.. 20 Daarbij treedt het gevaar op, dat zowel het frontpaneel 2a als een beweegbare arm 18, die om een pen 17 kan scharnieren ten opzichte van een steun 16 van het bevestigingsbord 8,. worden beschadigd.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel een 25 videobeeldprojector, meer in het bijzonder een kleurenvideo-beeldprojector, van nieuw type te verschaffen.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een dergelijke videobeeldprojector te verschaffen, welke vrij is van de nadelen van tot nog toe bekende videobeeldprojectoren van 30 dit type.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een videobeeldprojector, meer in het bijzonder een. kleuren-videobeeldprojector, waarbij het bevestigingsbord van de spiegel binnen het projectorlichaam is ondergebracht en, vooraf-35 gaande aan zijn buitenwaartse verplaatsing , niet behoeft te worden verdraaid of geopend.

Daartoe verschaft de uitvinding een videoheeldprojector voor projectie op vergrote schaal van een door een 7907013 t * * -3- kathodestraalbuis gevormd beeld via een spiegel op een projectiescherm, waarbij een voor ondersteuning aan de spiegel aangebracht bevestigingsbord is gekoppeld met een beweegbare arm, die het bord ondersteund en geleidt wanneer dit in een 5 beweging ten opzichte van een bijbehorende kast wordt geopend of gesloten voor verplaatsing in verticale richting van een met het bevestigingsbord samenwerkend orgaan, dat bij een sluitbeweging van het bevestigingsbord naar binnen wordt gedrukt, wanneer de beweegbare arm een schuivende beweging naar 3_q zijn respectievelijk bij de open stand en de sluitstand van het bevestigingsbord behorende stand uitvoert in zijn voorwaartse beweging wordt onderbroken, en wanneer het bevestigingsbord naar zijn open stand wordt verplaatst zowel in zijn voorwaartse als zijn achterwaartse beweging wordt onderbro- 15 ken·

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: 20 figuur 1-3 enige schematische weergaven van een kleu- renvideobeeldprojector van bekend type, figuur 4, in perspectief, een uitvoeringsvoorbeeld van een kleurenvideobeeldprojector volgens de uitvinding, figuur 5, eveneens in perspectief, de achterzijde, van 25 de kleurenvideobeeldprojector volgens figuur 4, figuur 6, op vergrote schaal, een zijaanzicht op de bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 4 toegepaste inrichting voor het openen en sluiten van het bevestigingsbord, figuur 7, op verder vergrote schaal en gedeeltelijk 30 in doorsnede, het bevestigingsbord volgens figuur 6, figuur 8 een verticale doorsnede door de beweegbare arm volgens figuur 7 en figuur 9 een verticale doorsnede door een detail van de projector wTanneer het bevestigingsbord zich binnen het pro-35 jectorlichaam bevindt.

De figuren 4 en 5 tonen, voor een uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding van een videobeeldprojector, ce 7907013 -4-

Kast 10 van het projectorlichaam 2; de kast 10 vertoont een traptredevormige uitsparing lOd met een frontpaneel 10a en een bovenvlak 10b, waarbij zich aan de buitenzijden langs de beide laatstgenoemde organen respectievelijk de zijrandorganen 5 10c en 10c' uitstrekken. In de traptredevormige uitsparing lOd past een bevestigingsbord 12, op het binnenoppervlak waarvan een spiegel 11 is aangebracht.

Het bevestigingsbord 12 kan door middel van een nog nader te beschrijven inrichting T worden geopend, dat wil zeg-10 gen in een in de figuren 4 en 5 weergegeven, open stand worden gebracht, waarin de spiegel 11 lichtbeelden, die hij ontvangt van twee in het genoemde frontpaneel 10a van de kast 10 opge- . nomen lenzenstelsels 13 en 14, weerkaatst naar een scherm 15,' dat zich aan de achterzijde boven de kast 10 uitstrekt. Het 15 bevestigingsbord heeft in doorsnede althans tenminste, bij benadering de vorm van een L, waarvan het ene been 12a bij het genoemde frontpaneel 10a van de kast IQ en het andere been 12b bij het genoemde bovenvlak 10b van de kast 10 past. In het binnenoppervlak van het andere L-been 12b is de spiegel 20 11 zodanig vast ingebed, dat hij daarmede in één vlak ligt, aan het binnenoppervlak van het ene L-been 12a is een schar-niersteun 16 aangebracht, welke ter verkrijging van voldoende sterkte door vormgieten kan zijn vervaardigd en aangebracht.

Zoals figuur 6 duidelijk laat zien, bestaat de voor 25 het openen en sluiten van het bevestigingsbord 12 dienende inrichting T hoofdzakelijk uit een beweegbare arm, die aan zijn voorste einddeel door middel van een scharnierpen 17 aan de scharniersteun 16 wordt ondersteund en een schuivende beweging in voorwaartse en achterwaartse' richting ten opzichte 30 van de kast 10 kan uitvoeren langs aan de kast aangebrachte leirollen 19a, 19b en 19c, die de arm 18 in een horizontale stand aan de kast 10 ondersteunen en geleiden. Tegenover de leirol 19c is een drukrol 20 aangebracht, welke in roterende aanraking met het bovenoppervlak van de beweegbare arm 18 35 verkeert. Een orgaan 22 kan in ten opzichte van. de langsas van de beweegbare arm 18 hoofdzakelijk loodrechte richting omhoog- en omlaag bewegen; wanneer de beweegbare arm naar 7907013 *. 4 t zijn voorste eindstand wordt verplaatst, komt het orgaan 22 in aangrijping met een aan de arm 18 uitstekende pen 21, waardoor een verdere verschuiving van de beweegbare arm 18 in voorwaartse richting of een teruggaande verschuiving van de arm wordt verhinderd. Zoals figuur 8 laat zien, heeft de be-5 weegbare arm 18 een holle vorm met respectievelijk aan zijn bovenvlak en zijn ondervlak V-vormige leigroeven 23a en 23b, welke zich in de langsrichting van de arm uitstrekken en de rollen 19 opnemen.

Binnen het voorste einddeel van de arm bevindt zich 10 een schroefveer 25, waarvan het achtereinde is gekoppeld met een bevestigingsorgaan 24 en het vooreinde is gekoppeld met een koppelorgaan 26, zoals figuur 7 laat zien. Het vooreinde van het koppelorgaan 26 is in de nabijheid van het scharnierende gedeelte van de scharniersteun 16 daarmede gekoppeld voor 15 uitoefening van een voorspanning op de scharniersteun 16. De richting, waarin de schroefveer 25 het scharnierende gedeelte van de scharniersteun 16 trekt, wordt steeds op de volgende wijze bepaald. Het bevestigingsbord 12 met de spiegel 11 heeft een zodanig groot gewicht, dat het horizontale -r.onaf-20 hankelijk van het feit of het bevestigingsbord 12 zich in zijn in figuur 7 met volle lijnen getekende sluitstand of in zijn in figuur 7 met gebroken lijnen getekende openingsstand bevindt - op de beweegbare arm een rotatiekoppel uitoefent,, welke de arm 18 om de als scharnierend gedeelte functioneren-25 de scharnierpen 17 van de scharniersteun 16 doet roteren. De beweegbare arm zal nu, afhankelijk van het feit of het bevestigingsbord 12 zich in zijn sluitstand of in zijn openingsstand bevindt, in tegengestelde richtingen roteren, terwijl de tegengesteld gerichte rotatiekrachten elkaar in evenwicht 30 houden wanneer het bevestigingsbord 12 zich in een tussen zijn beide genoemde standen liggende evenwichtsstand bevindt. De schroefveer 25 is op een zodanig plaats aangebracht,- dat hij in dat geval een elastische kracht ter grootte nul uitoefent, waarbij hij zich tussen de scharniersteun 16 en de beweegbare 35 arm zodanig uitstrekt, (zie de met een gebroken lijn getekende middenstand van het koppelorgaan 26 in figuur 7), dat hij bij rotatie van het bevestigingsbord 12 in de ene of de andere .

7907013 -6-

* 1 I

richting daarop een vereffenende veerkracht gaat uitoefenen, zodat het bevestigingsbord in iedere willekeurige tussenstand stil kan staan.

De leirollen 19a, 19b en 19c, die met hun convexe 5 loopvlak in de genoemde leigroeven 23a en 23b van de bewegende arm 18 passen, zoals figuur 8 laat zien, zijn op de volgende wijze verdeeld aangebracht. De eerste leirol 19a en de tweede leirol 18b bevinden zich aan de achterzijde van de beweegbare arm en sluiten deze in verticale richting op, terwijl de derde 10 leirol 19c zich aan de voorzijde van de arm bevindt voor ondersteuning van het ondervlak daarvan. De drukrol 20 is tegenover de derde leirol 19c aangebracht en verkeert in roterende aanraking met het bovenvlak van de beweegbare arm 18. De rollen 19a 19b, 19c en 20 zijn respectievelijk door middel assen 27a, 27b, 15 27c en 28 zodanig op een chassis 29 (zie figuur 0 aangebracht, dat de beweegbare arm een schuivende, heen en weer gaande beweging in horizontale richting ten opzichte van de kast 10 kan uitvoeren. Bij deze constructie kan de drukrol 20 uiteraard worden vervangen door een leirol.

20 Zoals figuur 6 laat zien, kan het orgaan 22 in ten opzichte van de langsas van de beweegbare arm 18, dat wil zeggen in verticale richting verschuiven; het orgaan staat onder de spanning van een veer 30, zodanig, dat het boveneinde het orgaan 22 aan het bovenblak 10b van de kast 10 kan uit-25 steken. Bovendien draagt het orgaan 22 aan zijn boveneinde een as met daarop een wiel 31; in zijn middengedeelte vertoont het orgaan 32 een omgekeerd L-vormige sleuf 32 welke, wanneer het orgaan 22 wordt ingedrukt, zich bevindt tegenover een aan de beweegbare arm 18 uitstekende pen 21. Wanneer het bevesti-30 gingsbord 12 naar voren is getrokken, zodat het binnenopper-vlak van het andere L-been 12b, waarin de spiegel 11 is opgenomen, op het bovenvlak 10b van de kast 10 terecht komt, wordt het orgaan 22 door middel van het wiel 31 naar binnen getrokken. Wanneer het bevestigingsbord 12 onder die. orcstan-35 digheden in zodanig mate naar buiten wordt getrokken, dat de. beweegbare arm naar voren schuift, waardoor de pen 21 in het horizontale gedeelte 32a van de sleuf 32 komt, treedt 7907013 ™ “ " * * -7- vergrendeling op. Wanneer het bevestigingsbord 12 vervolgens wordt opgeheven naar zijn open stand, wordt het orgaan 22 uit zijn ingedrukte toestand bevrijd en door de veer 30 in bovenwaartse richting teruggedreven. De pen 21 komt dan in het 5 verticale gedeelte 32b van de sleuf 32, waardoor een schuivende beweging van de beweegbare arm in voorwaartse of achterwaartse richting wordt verhinderd. Een aan het achterste einddeel van de beweegbare arm 18 aangebracht stoporgaan 33 bevindt zich dan tegenover de leirol 19b op enige afstand daar-10 van. Dit wil zeggen, dat indien de beweegbare arm plotseling een schuivende beweging in voorwaartse richting zou maken, het stoporgaan 33 tegen de leirol 19b terecht komt, waardoor een ongewenste schuivende beweging van de beweegbare arm 18 en een daaruit resulterende schokbelasting van het orgaan 22 15 worden verhinderd.

De zojuist beschreven inrichting T voor het openen en sluiten van het bevestigingsbord 12 strekt zich aan beide zijkanten van het bevestigingsbord uit, waardoor een soepel verlopende beweging in voorwaartse en achterwaartse richting 20 van het bord wordt verkregen.

In de binnenoppervlakken van de zich aan de bovenzijde van de kast 10 uitstrekkende zijrandorganen 10c en 10c' zijn zich hoofdzakelijk horizontaal vanaf de voorzijde naar de achterzijde uitstrekkende leigroeven 35 en 35' gevormd, 25 waarin respectievelijk leipennen 34 en 34* kunnen grijpen, welke als rotatiepennen aan de beide zijrandgedeelten van het, de spiegel 11 bevattende beendeel 12b van het bevestigingsbord 12 uitsteken (zie figuur 9). Aan de voorste einddelen van de leigroeven 35 en 35' bevinden zich continu daarin overgaan-30 de ontsnappingsgroeven 34, respectievelijk 34’ (zie figuur 4), via welke de leipennen 34 en 34' in bovenwaartse richting kunnen worden vrijgemaakt, zodat het bevestigingsbord 12 kan worden geheven wanneer de beweegbare arm in aangrijping met het orgaan 22 tot stilstand is gebracht. Op enige afstand ach-35 ter de scharniersteunen 16, die zijn aangebracht aan het beendeel 12a van het bevestigingsbord of in respectievelijk tegenover de beweegbare armen 18 gelegen plaatsenzijn stelschroeven 7907013 φ· % -8- 37 aangebracht, welke zodanig uitsteken (zie de figuren 6 en 7), dat wanneer het bevestigingsbord 12 wordt opgeheven om in zijn openingsstand te worden gebracht, de stelschroeven 37 in aanraking met de onderzijden van de respectievelijk bijbe-5 horende arm 18 komen. De hoek, waarover het, de spiegel 11 bevattende beendeel 12b van het bevestigingsbord kan worden geheven, kan derhalve door verandering van de uitsteekhoogte van de stelschroeven 37 worden ingesteld. In figuur 5 van de tekening heeft het verwijzingsgetal 38 betrekking op steunarr 10 men voor ondersteuning van het projectiescherm 15; deze steun-armen 38 worden door middel van organen 39 aan de kast 10 bevestigd.

Vervolgens zal de werking van het beschreven uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding worden toegelicht. De figuren 15 4 en 5 tonen de toestand, waarin het bevestigingsbord 12 in zijn openingsstand is gebracht, zodat de projector klaar voor gebruik is.

Wanneer het bevestigingsbord 12 vanuit de toestand, waarin het zich nog binnen het projectorlichaam 2 uitstrekt,, 20 dat wil zeggen nog past in de traptredevormige uitsparing lOd aan de voorzijde en de bovenzijde van de kast 10, naar voren wordt getrokken, zal de beweegbare arm in een glijdende beweging in voorwaartse richting aan de beweging van het bevestigingsbord 12 deelnemen. Daarbij wordt het bevestigingsbord 12 25 eerst niet geheven, aangezien de leipennen 34 en 34’ nog in ingrijping verkeren met de respectievelijk aan de beide zij-randGrganen 10c en 10c' van de kast 10 gevormde leigroeven 35 en 35'. Wanneer het bevestigingsbord zover naar voren wordt getrokken, wat de pen 21 tot aangrijping komt in het horizon-30 tale gedeelte 32a van de groef 32 van het orgaan 22, bereiken de leipennen 34 en 34' respectievelijk de aan het voorste einde van de leigroeven beginnende ontspanningsgroeven 36 en 36’, waarbij zij vrijkomen van deze geleiding, zodat het bevestigingsbord 12 vervólgens kan worden geheven. De hefbeweging van 35 het bevestigingsbord 12 vindt plaats onder de inwerking van de zich tussen de scharnieras 16 en de beweegbare arm 18 uitstrekkende schroefveer 25, zodat het, de spiegel 11 bevattende beendeel 12b van het bevestigingsbord vrij komt uit de 7907013 * « -9- traptredevormige uitsparing 10d van de kast 10. het voorste beendeel 12a van het bevestigingsbord 12 bevindt zich dan op aanzienlijke afstand van het frontpaneel 10a van de kast 10, dat wil zeggen op een grotere afstand dan de langsdimensie van 5 het voorste beendeel 12a. Vervolgens wordt het bevestigingsbord 12 tegen de werking van de schroefveer 25 in nog verder geheven totdat het in een positie komt, waarin de door de schroefveer 25 uitgeoefende, elastische kracht gelijk aan nul is, zodat het de spiegel 11 bevattende beendeel van het be-10 vestigingsbord voldoende is geheven om. de spiegel 11 tegenover het scherm 15 te positioneren. De instelling van de voor lichtweerkaatsing en beeldprojectie juiste spiegelhoek vindt plaats door wijziging van de instelling van de stelschroeven .

37, waardoor de helling van het bevestigingsbord 12 wordt 15 gewijzigd. De spiegel 11 wordt op deze wijze in zijn juiste stand gebracht, waarna van de lenzenstelsels 13 en 14 afkomstige beelden door de spiegel 11 worden weerkaatst en op het beeldscherm 15 worden geprojecteerd.

Wanneer de spiegel 11 uit de zojuist beschreven stand 20 moet worden verwijderd, wordt het bevestigingsbord 12 naar beneden gescharnierd, waardoor de leipennen 34 en 34' in respectievelijk de ontsnappingsgoreven 36 en 36' binnendringen, terwijl het ondervlak van het, de spiegel bevattende beendeel 12b van het bevestiginsbord 12 in aanraking met het bovenvlak 25 10b van de kast 10 komt. Het orgaan 22 wordt dan naar binnen of naar benéden gedrukt, zodat het verticale deel 32b van de groef 32 naar een lagere positie dan die van de aangrijppen 21 van de beweegbare arm 18 wordt gebracht, waarbij het horizontale groefdeel 32a tegenover de aangrijppen 21 terecht 30 komt. Wanneer het bevestigingsbord 12 vervolgens naar achteren wordt gedrukt, zal de aangrijppen 21 uit het horizontale deel 32a van de groef 32 van het orgaan 22 vrijkomen met als gevolg, dat de beweegbare arm 18 voor een schuivende beweging in achterwaartse richting vrij komt. Vervolgens wordt het beves-35 tigingsbord 12 langs de leigroeven 35 en 35' naar achter verplaatst en eventueel in de traptredevormige uitsparing löd van de kast 10 gedrukt.

7907013 # * -10-

Hoewel het bevestigingsbord daarbij in nog geheven stand naar achter wordt verplaatst, wordt het orgaan 22 daarbij naar boven gedrukt om het verticale deel 32b van de aan- grijpsleuf 32 in aangrijping met de pen 21 van de beweegbare * c arm te houden. Verhinderd wordt derhalve, dat de beweegbare arm naar achter verschuift, zodat het bevestigingsbord 12 niet in de genoemde uitsparing kan worden gebracht.

Bij het hier beschreven uitvoeringswoorbeeld kan het bevestigingsbord 12 met de spiegel 11 uit de kast 10 worden 10 getrokken of in de kast 10 worden gedrukt zo lang als het bevestigingsbord 12 in zijn liggende toestand verkeert; het op— heffen en in zijn open stand brengen van het bevestigingsbord 12 kan plaats vinden wanneer het bord 12 geheel uit de kast 10 is getrokken. Wanneer het bevestigingsbord in zijn sluitstand 15 is teruggebracht, vormt het met het kabinet 10 als het ware 'ëên geheel, dat wil zeggen ëên van de panelen van de kast.

Zoals in het voorgaande is beschreven, dient volgens de uitvinding de beweegbare arm 18 voor ondersteuning en geleiding van het bevestigingsbord 12 met de spiegel 11, zodanig, 20 dat het bevestigingsbord 12 in zijn openingsstand en zijn sluitstand ten opzichte van de kast 10 kan worden gebracht, waarbij het orgaan 22 in ten opzichte van de langsas van de beweegbare arm 18 verticale richting wordt verplaatst. Het orgaan 22 wordt bij een dalende beweging van het bevestigings-25 bord 12 naar binnen gedrukt; wanneer de beweegbare arm 18 tijdens zijn schuivende beweging die stand heeft bereikt, waarin het bevestigingsbord 12 kan worden geopend of gesloten, dan wordt de beweging van de arm onderbroken, zodat, de arm niet naar voren kan schuiven. Wanneer het bevestigingsbord 12 30 zich in zijn openingsstand bevindt, wordt een beweging in voorwaartse of achterwaartse richting van de beweegbare arm 18 eveneens verhinderd. Daardoor wordt een ongewenste schuivende beweging in achterwaartse richting van de arm verhinderd wanneer het bevestigingsbord 12 door een scharnierende beweging 35 ten opzichte van de beweegbare arm in zijn openings- of sluitstand wordt gebracht.

De desbetreffende scharnierende beweging van het 7907013 > « -11-.

bevestigingsbord 12 kan derhalve op soepele, ongestoorde wijze verlopen; bovendien kan de spiegel 11 in de openingsstand van het bevestigingsbord 12 in zijn juiste stand voor nauwkeurige weerkaatsing en projectie van beelden worden gehouden. Voorts 5 kan worden opgemerkt, dat wanneer het bevestigingsbord 12 in de kast 10 wordt teruggevoerd, een beweging in achterwaartse richting van het bevestigingsbord 12 in de nog open stand van het bord onmogelijk is, zodat het terugbrengen van het bord met de spiegel op veilige wijze mogelijk is, dat wil zeg-10 gen zonder gevaar, dat de spiegel tegen de kast 10 stoot en daarbij wordt beschadigd.

Hoewel bij het in het voorgaande beschreven uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding een spiegelbevestigingsbord met L-vormige dwarsdoorsnede wordt toegepast, kan het desbe-15 treffende bevestigingsbord ook een geheel andere vorm hebben. Voorts wordt opgemerkt, dat hoewel de toepassing van de onderhavige uitvinding in het voorgaande wordt beschreven bij een projector van het "two-eyed three-tube"-type, het aantal toegepaste kathodestraalbuizen en lenzenstelsels geen beperkende 20 factor van de uitvindingsgedachte vormen.

teer in het algemeen kan worden gesteld, dat verschillende wijzigingen in de beschreven onderdelen en in hun onderlinge samenhang kunnen worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

Claims (4)

1. Videobeeldprojector, meer in het bijzonder kleuren-videobeeldprojector, voorzien van: een kast met een traptredevormige uitsparing die wordt begrensd door een grondpaneel, een bovenvlak en zijrandorganen die ter weerszijden van het bovenvlak een leispoor bepalen; een althans ten minste in hoofdzaak L-vormig bevestigingsbord met aan zijn binnenopper-vlak daar, waar het bord zich in een sluitstand over het bovenvlak van de traptredevormige uitsparing uitstrekt, een spiegel; en van een paar steunarmen voor ondersteuning van het bevestigingsbord dat, door de leisporen geleid, een schuivende beweging uit en naar zijn genoemde sluitstand kan uitvoeren; gekenmerkt· door middelen ter belemmering van een bovenwaartse beweging en een schommelende beweging van het bevestigingsbord tenzij het bord zich in een vooraf bepaalde, geheel opengetrokken stand bevindt, waarbij het bevestigingsbord een schommelende beweging om het voorste einde van de steunarmen kan uitvoeren, terwijl voorts middelen aanwezig zijn ter verhindering van een schommelende beweging van-het bevestigingsbord tenzij het bord zich in zijn buitenste stand tegenover de kast bevindt.

2. Videobeeldprojector voor projectie op een beeldscherm van een vergrote afbeelding van een door een kathode-straalbuis gevormd videobeeld via een optische baan die een spiegel bevat, voorzien van een kast en van een bevestigingsbord met een daaraan bevestigde spiegel, welk bord scharnierend is gekoppeld met een paar beweegbare armen voor ondersteuning en verplaatsing van het bevestigingsbord, gekenmerkt door aan de kast gevormde leigroeven, waarin aan het· bevestigingsbord uitstekende leipennen grijpen, welke leigroeven een ontsnappingsopening hebben, via welke de leipennen uit de leigroeven kunnen bewegen wanneer het bevestigingsbord zich in zijn voorste stand bevindt; een in verticale richting beweegbaar grendelorgaan dat tijdens het sluiten van het bevestigingsbord wordt ingedrukt; en door middelen ter belemmering van een bovenwaartse beweging van het belemmeringsbord tenzij het bord zich in zijn voorste stand bevindt... 7907013 - 13 -

3. Videobeeldprojector, meer in het bijzonder kleuren-videobeeldprojector, voorzien van: een kast met een traptredevormige uitsparing die wordt begrensd door een grondpaneel, een bovenvlak en zijrandorganen die ter weerszijden van het bovenvlak een leispoor bepalen; een althans ten minste in hoofdzaak L-vormig bevestigingsbord met aan zijn binnenopper-vlak daar, waar het bord zich in zijn ingeklapte stand over het bovenvlak van de traptredevormige uitsparing uitstrekt, een spiegel; en van middelen voor ondersteuning van het bevestigingsbord tijdens een beweging uit een stand, waarin het bord zich over het bovenvlak van de traptredevormige uitsparing uitstrekt, naar een stand, waarin het bevestigingsbord zich vóór de kast uitstrekt; gekenmerkt door middelen die de bewegingen van het bevestigingsbord gewoonlijk, dat wil zeggen totdat het bord zich in zijn buitenste stand vóór de kast bevindt, tot een in een althans ten minste nagenoeg horizontaal vlak verlopende beweging beperken; middelen die een bovenwaartse beweging en een schommelende beweging van het bevestigingsbord toelaten; en door middelen ter verhindering van een teruggaande beweging van het bevestigingsbord totdat de uitgangssituatie is hersteld, waarin het bevestigingsbord zich met de spiegel in een aan het bovenvlak van de traptredevormige uitsparing evenwijdig vlak uitstrekt.

4. Videobeeldprojector, meer in het bijzonder kleuren-videobeeldprojector, voorzien van: een kast met een traptredevormige uitsparing die wordt begrensd door een frontpaneel en een bovenvlak; een althans ten minste nagenoeg L-vormig bevestigingsbord met een gedeelte, dat zich in de onwerkzame stand van het bord over het genoemde frontpaneel uitstrekt; en van een paar door de kast verschuifbaar ondersteunde steun-armen voor ondersteuning van het bevestigingsbord tijdens een beweging daarvan in een aan het bovenvlak van de traptredevormige uitsparing evenwijdig vlak, waarbij het buitenste einde van ieders steunarm voor ondersteuning van het bevesti— gingsbord daarmede is gekoppeld; gekenmerkt door middelen ter begrenzing van een buitenwaartse beweging van de steunarmen wanneer het bevestigingsbord zich vóór de kast bevindt? esn in verticale richting beweegbaar grendelorgaan dat gewoonlijk, 7907013 f. %. - 14 - dat wil zeggen tot aan ontgrendeling door een bedieningspersoon, een beweging in bovenwaartse richting van het bevestigingsbord verhindert; één of meer veren die het grendelorgaan naar een stand proberen te drukken, waarin een teruggaande beweging van het bevestigingsbord naar zijn zich over het bovenvlak van de kast uitstrekkende stand onmogelijk is; en door een met de hand instelbaar aanslagorgaan voor bepaling van de werkzame stand van het bevestigingsbord. 7907013