NL7906976A - Meegevende verbinding met passieve compensatie. - Google Patents
Meegevende verbinding met passieve compensatie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7906976A NL7906976A NL7906976A NL7906976A NL7906976A NL 7906976 A NL7906976 A NL 7906976A NL 7906976 A NL7906976 A NL 7906976A NL 7906976 A NL7906976 A NL 7906976A NL 7906976 A NL7906976 A NL 7906976A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- annular
- elastic
- elements
- rigid
- joint according
- Prior art date
Links
- 239000007788 liquid Substances 0.000 claims description 18
- 239000013013 elastic material Substances 0.000 claims description 9
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 7
- 238000006116 polymerization reaction Methods 0.000 claims description 5
- 239000007787 solid Substances 0.000 claims description 5
- 239000002904 solvent Substances 0.000 claims description 5
- 238000004073 vulcanization Methods 0.000 claims description 5
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 claims description 4
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 4
- 238000005553 drilling Methods 0.000 claims description 2
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 2
- 239000002195 soluble material Substances 0.000 claims description 2
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 6
- 239000005060 rubber Substances 0.000 description 5
- 150000001875 compounds Chemical class 0.000 description 4
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 4
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 3
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 3
- 229920003052 natural elastomer Polymers 0.000 description 3
- 229920001194 natural rubber Polymers 0.000 description 3
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 3
- 229920003051 synthetic elastomer Polymers 0.000 description 3
- 239000005061 synthetic rubber Substances 0.000 description 3
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 description 2
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 2
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 2
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 2
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 2
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 2
- 238000010008 shearing Methods 0.000 description 2
- LFQSCWFLJHTTHZ-UHFFFAOYSA-N Ethanol Chemical compound CCO LFQSCWFLJHTTHZ-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 244000043261 Hevea brasiliensis Species 0.000 description 1
- XUIMIQQOPSSXEZ-UHFFFAOYSA-N Silicon Chemical compound [Si] XUIMIQQOPSSXEZ-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- AZDRQVAHHNSJOQ-UHFFFAOYSA-N alumane Chemical compound [AlH3] AZDRQVAHHNSJOQ-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000011324 bead Substances 0.000 description 1
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 1
- 238000005266 casting Methods 0.000 description 1
- 229940125773 compound 10 Drugs 0.000 description 1
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 1
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 239000000806 elastomer Substances 0.000 description 1
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
- ZLVXBBHTMQJRSX-VMGNSXQWSA-N jdtic Chemical compound C1([C@]2(C)CCN(C[C@@H]2C)C[C@H](C(C)C)NC(=O)[C@@H]2NCC3=CC(O)=CC=C3C2)=CC=CC(O)=C1 ZLVXBBHTMQJRSX-VMGNSXQWSA-N 0.000 description 1
- 238000003754 machining Methods 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
- 229920000642 polymer Polymers 0.000 description 1
- 239000002994 raw material Substances 0.000 description 1
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 1
- 239000011863 silicon-based powder Substances 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 230000008719 thickening Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B17/00—Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
- E21B17/02—Couplings; joints
- E21B17/04—Couplings; joints between rod or the like and bit or between rod and rod or the like
- E21B17/046—Couplings; joints between rod or the like and bit or between rod and rod or the like with ribs, pins, or jaws, and complementary grooves or the like, e.g. bayonet catches
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L27/00—Adjustable joints, Joints allowing movement
- F16L27/10—Adjustable joints, Joints allowing movement comprising a flexible connection only, e.g. for damping vibrations
- F16L27/103—Adjustable joints, Joints allowing movement comprising a flexible connection only, e.g. for damping vibrations in which a flexible element, e.g. a rubber-metal laminate, which undergoes constraints consisting of shear and flexure, is sandwiched between partly curved surfaces
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Joints Allowing Movement (AREA)
- Pivots And Pivotal Connections (AREA)
- Supports For Pipes And Cables (AREA)
Description
i' Jt S/tj/lh/il
Meegevende verbinding met passieve compensatie.
De uitvinding heeft betrekking op een meegevende verbinding voor het met elkaar verbinden van twee stijve buisvormige gedeelten die ten opzichte van elkaar om een centraal punt kunnen roteren, met een beperkte hoekamplitude.
5 Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een meegevende verbinding van het type dat een aantal elastische, bolle ringvormige elementen omvat, waarbij de binnen en buitenvlakken van eik element met ringvormige oppervlakken zijn verbonden met de vorm van delen van boloppervlakken waarbij 10 deze delen vormen van twee oppervlakken die een ringvormige spleet begrenzen welke de twee stijve lichamen geheel van elkaar scheiden, en waarbij elk bevestigd is een of een deel vormt van een onderscheidenjk buisvormig gedeelte.
Een bijzondere toepassing van een meegevende 15 verbinding overeenkomstig de uitvinding is de verbinding van twee gedeelten van een afgedichte pijp of afgedicht kanaal welke een boorplatvorm met de zeebodem verbindt.
3innen het kader van deze speciale toepassing moet een dergelijke verbinding de volgende funkties kunnen vervul-20 len: - het overbrengen van de langskrachten die op de verbinding worden uitgeoefend; - het toelaten van een onderlinge hoek tussen de lichamen waartussen deze gemonteerd is (hoek van een paar graden); en 25 - het vormen van een afdichting ter plaatse van de verbinding tussen de binnenzijde van de pijp en het medium aan de buitenzijde, in het bijzonder in het geval van de aanwezigheid van een hogere verschildruk.
Om deze resultaten te bereiken is voorgesteld ver-30 bindingen te maken welke meegevende bolvormige elementen omvatten die elk gevormd worden door een aantal afwisselende bolvormige lagen van een elastisch materiaal (rubber) en een stijf, niet-meegevend materiaal (bijvoorbeeld metaal).
Nu is gebleken dat een dergelijk samengesteld 35 element de verschillende hierboven genoemde funkties niet alleen uit kan voeren gedurende een lance tijd.
7906975 -2-
Ingewikkelder oplossingen moesten toen gebruikt worden.
In het Amerikaanse octrooischrift no. 3.680.895, is een cilindrisch hulpelement beschreven voor het opnemen 5 van de trekkrachten en om beschadiging van de bolvormige samengestelde elementen van de verbinding te vermijden.
De Franse octrooiaanvrage no. 2.323.089 stelt voor de meegevende bolvormige elementen die dienen voor het overbrengen van krachten te scheiden van die welke dienen voor de 10 afdichting, om te vermijden dat deze laatste aan krachten worden blootgesteld waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
Gebleken is echter dat deze oplossingen duur zijn, gedeeltelijk vanwege de kosten en moeilijkheden bij het ver-15 vaardigen van elementen die gevormd worden door afwisselende bolvormige lagen van metaal (of een ander stijf materiaal) en van rubber, waarbij deze lagen perfekt met elkaar zijn verbonden.
Het is daarom een doel van de huidige uitvinding 20 een meegevende verbinding te verschaffen welke de verschillende funkties uitoefent die uitgeoefend moeten worden, waarbij deze goedkoper te vervaardigen is dan de hierboven genoemde bekende verbindingen.
Dit doel wordt bereikt met de verbinding waarin, 25 overeenkomstig de huidige uitvinding, elk elastisch element gevormd wordt door één enkel stuk dat met de bolle ringvormige oppervlakken is verbonden waartussen het is aangebracht, waarbij de elastische‘elementen, in de ringvormige spleet tussen de stijve lichamen, tenminste één afgesloten ringvormige kamer 30 bepalen die geheel met een vloeistof is gevuld die weinig of niet samendrukbaar is.
Eén stijf deel heeft dus, ten opzichte van het andere, drie graden van vrijheid in de rotatie om de centrale verbinding. Tijdens de bewegingen is geen toevoer van hydrau-35 lische vloeistof uit een buitenliggende bron (actieve compensatie) nodig. De verbinding overeenkomstig de uitvinding is daardoor een meegevende verbinding met een passieve compensatie.
7906976
* I
-3-
De in de kamers opgenomen vloeistof verzekert de overbrenging van de axiale krachten tussen de stijve lichamen, waardoor dus wordt vermeden dat de elastische elementen aan te sterke deformaties worden blootgesteld. Deze elementen 5 worden dan elk in één stuk gemaakt, van rubber of elastomeer.
Het zal duidelijk zijn dat de kosten van dergelijke elementen lager zijn dan die van de elementen welke gevormd worden door het op elkaar stapelen van afwisselend lagen van rubber en niet-buigzame vers terkingen.
10 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de verbin ding overeenkomstig de uitvinding, heeft de ringvormige spleet, in dwarsdoorsnede, tenminste nagenoeg de vorm van tenminste een S, waarbij de delen van de spleet welke de eindarmen van de S vormen elk een elastisch element zijn en het centrale 15 deel een met vloeistof gevulde kamer vormt.
De verbinding omvat op grinstige wijze tenminste drie elastische bolle, ringvormige elementen, twee aan de einden en één in het midden, die allen in een geheel gevormd worden van elastisch materiaal, in de ringvormige spleet wor-20 den aangebracht en daarin twee afgesloten ringvormige, met vloeistof gevulde kamers bepalen. Het tussenliggende elastische element is, aan de binnenzijde, bevestigd aan een bolvormig oppervlak 'waarvan de krommingsstraal groter is dan die van tenminste één van de bolle oppervlakken waaraan de elastische 25 eindelementen aan de binnenzijde zijn bevestigd.
Eén van de kamers kan, in dwarsdoorsnede, een langwerpige vorm hebben tenminste nagenoeg loodrecht op de hartlijn van de ringvormige elastische elementen.
Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de 30 verbinding overeenkomstig de uitvinding, vormt de ringvormige spleet in dwarsdoorsnede, tenminste nagenoeg de vorm van een ü, 'waarbij de delen van de spleet welke de armen van de U vormen elk een elastisch element zijn en het centrale deel een met vloeistof gevulde kamer.
35 Ket is ook een doel van de uitvinding een werk wijze te verschaffen voor het vervaardigen van een meegevende verbinding die tenminste één elastisch element in één stuk omvat dat aangebracht is in een spleet tussen twee stijve 790697¾ * #» » -4- stukken, die met de wanden zijn verbonden tegenover deze twee stukken en welke, tenminste gedeeltelijk, met die stukken een afgesloten kamer bepalen, die geheel met een vloeistof is gevuld.
5 Dit doel wordt bereikt met een werkwijze overeen komstig welke een massieve kern van een in een oplosmiddel oplosbaar materiaal, terwijl een produkt dat een elastisch materiaal door polymerisatie of vulkanisatie van dat materiaal vormt, tussen de stijve stukken en op de plaats voor het 10 elastische element wordt aangebracht, waarna de kern wordt opgelost door het oplosmiddel via tenminste één kanaal in één van de stijve stukken in te leiden.
De uitvinding zal hierna uiteengezet worden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
15 Figuur 1 is een schematische langsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een meegevende verbinding overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 2 is een schematische langsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de verbinding van figuur 1.
20 Figuur 3 is een gedeeltelijke schematische dwars doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2.
Figuur 4 is een schematische langdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een meegevende verbinding overeenkomstig de uitvinding. - ...
25 Figuur 5 en 6 zijn twee sterk schematische aan zichten welke de deformatie van de elastische elementen van de verbinding van figuur 4 weergeven.
De buisvormige verbinding 10 in figuur 1 verbindt de einden van twee stijve buizen 11-12, die zich op éën lijn 30 met elkaar bevinden. De buizen 11 en 12 hebben normaal samenvallende hartlijnen x-x en y-y. De verbinding 10 is echter bedoeld om een relatieve rotatie tussen de buizen 11-12, met een beperkte hoekamplitude om een centraal over het O, op de hartlijnen x-x en y-y toe te staan. In het geval bijvoorbeeld 35 dat de buizen 11,12, van gedeelten van een pijpleiding welke een platvorm met een vast punt ten opzichte van de hartlijn x-x verbindt, moet de hartlijn y-y elke positie in kunnen nemen binnen een kegel met hartlijn x-x, met als top O en met 7906978 • · ί % -5- een halve tophoek gelijk aan enige graden, bijvoorbeeld maximaal 10°.
De buis 11 is aan het met buis 12 verbonden einde, voorzien van een ringvormige verdikking 13, waarbij de hart-5 lijnen van de buitenoppervlakken 13a, 13b, 13c_ samenvallen met hartlijn x-x en deze oppervlakken op 0 gecentreerd zijn.
De oppervlakken 13a, 13b, 13c zijn ringvormige omwentelingsoppervlakken die gevormd worden door gedeelten van bolvormige oppervlakken. Deze oppervlakken, en andere 10 overeenkomende oppervlakken, zullen ter vereenvoudiging aangeduid worden met "ringvormige bolle oppervlakken".
De ringvormige bolle oppervlakken 13a en 13c zijn buitenoppervlakken van een kogelscharnier 14 aan weerszijden van het centrale dwarsvlak van dit kogelscharnier.
15 Het ringvormige bolle oppervlak 13b heeft een krommingsstraal die groter is dan die van de oppervlakken 13a en 13c. Dit oppervlak 13b is het omtreksoppervlak van een ringvormig uitstekend stuk 15, dat het kogelscharnier 14 omgeeft en ëën geheel daarmee vormt. In het getoonde voorbeeld, is 20 het oppervlak 13b verbonden met de oppervlakken 13a en 13c met een continu cilindrisch oppervlak 15a met hartlijn x-x en met een behoorlijk groot radiaal doorlopend oppervlak 15c.
De verdikking 13 wordt volledig omgeven door stukken die een onderdeel vormen van de buis 12 of daaraan v 25 zijn bevestigd, en rotaties symmetrisch zijn om het centrale punt O.
Een eerst op een schouder 25 aan het einde van de buis 12 geschroefd huid 23, dat daarna is vastgelast, vormt dus ringvormige bolle inwendige oppervlakken 23a, 23b met 30 hartlijn y-y en middelpunt 0, welke de oppervlakken 13a, 13b omgeven, terwijl deze zich op een afstand daarvan bevinden.
De oppervlakken 23a, 23b zijn door een cilindrisch oppervlak 25a met hartlijn y-y onderling verbonden, waarbij dit cilindrische oppervlak tegenover het oppervlak 15a ligt, op een 35 afstand daarvan.
Een ringvormig bol oppervlak 23c omgeeft het oppervlak 13c en bevindt zich op een afstand daarvan. Het tenminste nagenoeg radiale vooroppervlak 25c van de schouder 25 verbindt 7906976 tl· ·* -6- de oppervlakken 23c en 23a.
Een continue spleet 30 wordt daardoor om het geheel van de verdikking 13 heen gevormd. In deze spleet bevinden zich drie bolvormige ringen 31, 32, 33 die van elastisch 5 materiaal zijn gevormd, bijvoorbeeld van natuurlijk of synthetisch rubber. De eindring 31 verbindt de wanden 13a en 23a met elkaar, terwijl de ander eindring 33 de wanden 13c en 23c onderling verbindt. De tussenliggende ring 32 verbindt de oppervlak 13b en 23b.
10 In de spleet 30, bepalen de ringen 31, 32, 33 met hun randen, twee afgesloten ringvormige kamers 34, 35 die geheel gevuld worden met een vloeistof die weinig of niet samendrukbaar is. De kamer 34. wordt bepaald door de aangrenzende randen van de ringen 31,32 en door de wanden 15a, 25a.
15 Deze kamer 34 heeft daardoor, in dwarsdoorsnede, een langwerpige vorm die zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de hartlijnen x-x en y-y uitstrekt.
De kamer 35 wordt begrensd door de aangrenzende randen van de ringen 32,33 en door de wanden 15b, 25b. Deze 20 kamer 35 heeft daardoor, in dwarsdoorsnede, een langwerpige vorm die zich tenminste nagenoeg radiaal uitstrekt ten opzichte van de hartlijnen x-x en y-y.
De werking van de hierboven beschreven verbinding 10 is als volgt: . - 25 De buizen 11 en 12 hebben, ten opzichte van elkaar, drie graden van vrijheid bij de rotatie om het middelpunt O.
De twee graden van vrijheid van het kogelscharnier met middelpunt O, worden beperkt door een direkt kontakt van de buis 11 met de kegelvormige binnenflens 22 van het huis 23.
30 De kamers 34,35 zorgen voor de overbrenging van de langskrachten tussen de buizen 11 en 12 zonder dat de ringen 31,32,33 deformaties door een trek- of drukkracht ondervinden, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden. Dit is de reden waarom deze ringen eenvoudig in één-geheel worden 35 gevormd en van elastische materiaal zijn.
De drukspanningen in langsrichting worden overgebracht doordat de druk in de kamer 35 toeneemt, terwijl de trekkracht in langsrichting overgebracht worden doordat de 7906976 -7- *- k druk in de kamer 34 toeneemt.
De radiale krachten worden overgebracht doordat de elastische ringen 31,32,33 worden samengedrukt. In het geval dat een verbinding gebruikt wordt voor het verbinden 5 van twee stukken van een pijpleiding, welke een platform aan het oppervlak verbindt met de zeebodem, zijn deze radiale krachten relatief klein.
Het zal duidelijk zijn dat het gedeelte van de meegevende verbinding, dat opgenomen is in een deel van de 10 spleet 30 met een dwarsdoorsnede in S-vorm, en dat de elastische elementen 31 en 32 omvat welke de kamer 34 bepalen (of de elementen 32 en 33 welke de kamer 35 bepalen), het hierboven beschreven resultaat bereikt met uitzondering van het overbrengen van de trekkracht in langsrichting. Een mee-15 gevende verbinding welke twee ringvormige elastische elementen omvat gescheiden door een ringvormige kamer gevuld met vloeistof zou dus voldoende zijn, wanneer de over te brengen langs-krachten alleen drukkrachten zijn.
Zoals hierboven werd aangegeven, worden de axiale 20 deformaties van de éLastische ringen beperkt tengevolge van de aanwezigheid van de kamers 34,35. Een onderlinge axiale verplaatsing met een beperkte amplitude van de buizen 11,12 is echter niet uitgesloten. Het is gewenst de deformatie tengevolge van trekkrachten te vermijden, die het gevolg zou ··.
25 kunnen zijn van een dergelijke relatieve axiale verplaatsing, welke alleen wordt opgenomen worden door de elastische ringen.
In het bijzonder wordt erbijvoorkeur naar gestreefd dat het gevolg van de inwendige druk, die in de leiding heerst, de elastische ringen samengedrukt houdt, onafhankelijk van de 30 grootte van deze inwendige druk en de tussen de buizen 11 en 12 overgebrachte trekkracht. Om één van deze ringen te beschermen, bijvoorbeeld de ring 33, wordt deze hiertoe met het bolle oppervlak 23c_ van een stuk 24 verbonden, dat onbeweeglijk is ten opzichte van de buis bij rotatie om het punt O, 35 maar dat ten opzichte van de buis 12 axiaal kan bewegen. Het stuk 24 is een ring die aan het einde van de buis naar binnen wordt geschoven en daarmee wordt verbonden door een elastische cilindrische ring 26, welke verbonden is met cilindrische wan- 7906976 ψ * -8- den tegenover de buis 12 en het stuk 34.
Een relatieve axiale verplaatsing tengevolge van een trekkracht/ tussen de buizen 11 en 12, wordt daardoor opgenomen door een schuifkracht in de ring 26/ die bijvoorbeeld 5 van het natuurrubber of synthetische rubber kan zijn vervaardigd.
Voor het overbrengen van de drukkrachten, komt de ring 24 in kontakt met een radiale wand 27 van de buis 12.
Als variant (figuur 2), wordt oppervlak 23c op 10 de buis 12 gevormd of op een daaraan bevestigd stuk, terwijl het oppervlak 13c op een ringvormig stuk 14' met hartlijn x-x is gevormd. Het stuk 14' is ongebeweeglijk ten opzichte van de buis 11 bij rotatie om het punt 0 maar kan axiaal ten opzichte van de buis 11 bewegen. In het weergegeven voorbeeld 15 vormt het stuk 14’ het kogelscharnier 14, en het stuk 14" dat ten opzichte van de buis 11 onbeweeglijk is, en dat het ringvormige uitsteeksel 15 draagt. De verbinding tussen de stukken 14’ en 14" geschiedt door een cilindrische elastische ring 16, bijvoorbeeld van rubber, die met de cilindrische wanden is 20 verbonden tegenover de stukken 14* en 14".
Een relatieve axiale verplaatsing tengevolge van een trekkracht, tussen de buizen 11 en 12, wordt opgenomen door een schuifkracht in de ring 16. Voor het overbrengen van de drukkrachten, komt het stuk 14' in kontakt met een radiale 25 wand 17 van het stuk 14".
Als variant (figuur 2 en 3), worden middelen aangebracht voor het begrenzen van de relatieve rotatie van de buizen 11 en 12 om hun hartlijn, in het geval dat een aanzienlijk koppel wordt uitgeoefend. Koppelelementen met een rela-30 tief grote speling tussen de buizen worden daardoor aangebracht om de buizen bij rotatie om hun hartlijn onbeweeglijk ten opzichte van elkaar te maken, wanneer de rotatie van één van de buizen ten opzichte van de andere een bepaalde waarde overschrijdt.
35 In het weergegeven voorbeeld (figuur 2 en 3), zijn de koppelelementen nokken 18 op de buis 11, die bijvoorbeeld in axiale richting uitsteken op het radiale oppervlak 15 c.
7906976 . *. <* -9- t
De nokken 18 steken met tussenruimte uit in groeven 28, in de vorm van sectoren, die gevormd zijn in het voorste radiale oppervlak 26c van de buis 12.
De maximale hoekbeweging van de nokken 18 in de 5 groeven 28 wordt zodanig gekozen dat deze verenigbaar is met de maximaal toelaatbare deformaties in het elastische materiaal van de ringen 31-33.
Daardoor bestaat er alleen kontakt tussen de buizen 11 en 12 wanneer het torsie moment een bepaalde waarde 10 overschrijdt.
Figuur 4 toont een andere uitvoeringsvorm van een meegevende verbinding overeenkomstig de uitvinding, die in het bijzonder bedoeld is voor de constructie van een geleden dichte leiding, bijvoorbeeld voor het vormen van een droog 15 kanaal welke een platform boven water verbindt met de kop van een onder waterbron.
De in figuur 4 getoonde meegevende ring 40 kan een basiselement vormen van de waterdichte verbinding of het kanaal dat dan gevormd wordt door een aantal ringen met de 20 einden tegenelkaaraan te monteren. Deze meegevende ring 40 kan ook een geleding vormen van de dichte leiding of het Ztanaal, en deze wordt dan aangebracht tussen twee stijve buisvormige gedeelten.
De meegevende ring 40 omvat drie stijve buisvormi-25 ge lichamen 41,42,43. De lichamen 41 en 43 vormen de axiale einden van de ring 40 en worden met het tussenliggende lichaam 42 verbonden door een meegevende verbinding 44,45 overeenkomstig de uitvinding. Het symmetrie vlak voor de ring 40 is het centrale radiale vlak P van het lichaam 42.
30 De verbindingen 44,45 worden opgenomen in ringvor mige ü-groeven 46-47 die gesloten zijn aan het einde tegenover de radiale vlakken 42a, 42b van het lichaam 42. Elke groef wordt begrensd door twee ringvormige bolle wanden resp.
46a, 46b, 47a, 47b, die resp. verbonden zijn met een radiale 35 platte wand 46c of 47c.
De bolle ringen 48,49 die ten opzichte van de lichamen 41,43 onbeweeglijk zijn steken, met een tussenruimte, uit in de groeven 46,47.
7906976 ✓ Λ -10-
De ringen 48,49 hebben inv/endige vlakken 48a, 49a en uitwendige vlakken 48b, 49b, resp. in de vorm van ringvormige bolle oppervlakken met dezelfde krommingscentra als de oppervlakken 46a, 47a en 46b daartegenover. De eindvlakken 5 48c, 49c van de ringen 48,49 zijn platte radiale vlakken die tegenover de bodems 46c, 47c van de groeven 46,47 liggen.
Tussen de ringen 48,49 en de wanden van de groeven 46,47 zijn resp. spleten 50,51 met een U-vormige dwarsdoorsnede aanwezig.
10 The spleet 50 wordt, aan de eindgedeelten overeen komend met de armen van de U, ingenomen door elastische bolle ringvormige elementen 52,53, elk in één stuk, die met de wanden 46c, 480 een gesloten ringvormige tussenkamer 54 bepalen die geheel gevuld is met een vloeistof die weinig of niet 15 samendrukbaar is. De elementen 52,53 zijn verbonden met de wanden waartussen deze resp. zijn aangebracht, 46a, 48a en 46c, 48b.
Op overeenkomstige wijze is de spleet 51 gevuld met elastische bolle ringvormige elementen 55,56 die elk 20 in één stuk zijn gevormd en verbonden zijn met de wanden tussen welke deze zijn aangebracht, en welke met de wanden 47c, 49c een ringvormige kamer 57 bepalen die geheel gevuld is met vloeistof die weinig of niet samendrukbaar is.
De werking van de meegevende ring is als volgt:.
25 De afdichting tussen de binnenzijde van de ring en de buitenzijde wordt verzekerd door de verbinding tussen de elastische elementen en de stijve lichamen.
Het in stand houden van een verschildruk tussen de binnenzijde en de buitenzijde van de ring wordt bereikt 30 door de weerstand van de elastische elementen tegen langs-krachten (figuur 5).
De passieve compensatie van de op de ring uitgeoefende drukkrachten, in het bijzonder wanneer een aantal ringen vertikaal gestapeld zijn, geschiedt door de vloeistof 35 uit de kamers 54,57.
De meegevendheid van de ring 40 wordt bereikt door een relatieve rotatie van de stukken 41,42 aan de ene kant en 42,43 aan de andere kant, met een deformatie van de elastische 7906975 -11- elementen {figuur 5).
Het zal duidelijk zijn dat de krommingscentra van de in de groeven 46 en 47 gevormde verbindingen verschillend kunnen zijn of samen kunnen vallen in een punt 0 in het vlak 5 P, waarbij de ring-40 een geleding vormt om twee punten of om het punt O in het vlak P.
Wanneer de ringen 40 de basiselementen van een dichtkanaal, een dichte leiding of tunnel vormen, wordt aan het einde van één van de stijve lichamen 43 een huis 58 aan-10 gebracht, waarin het einde 59 van het andere stijve lichaam van een volgende ring wordt gemonteerd. De ringvormige flenzen 60,61 worden aangebracht ter hoogte van het huis 58 en het einde 59. Deze flenzen zijn bij voorkeur inwendige flenzen om toegang van binnen de ring naar bevestigingselementen via 15 openingen 62 in deze flenzen mogelijk te maken en de volgende ringen 40, met tussenvoeging van een afdichting, stijf te kunnen verbinden.
Een dichte, droge leiding of tunnel kan aldus worden geconstrueerd voor het doorlaten van verschillende uit-20 rustingsstukken en zelfs van personeel tussen een platform bovenwater en de kop van een onderwaterbron.
De meegevende verbindingen overeenkomstig de uitvinding omvatten elastische ringvormige elementen uit één stuk, die met wanden van stijve lichamen zijn verbonden en met 25 vloeistof gevulde afgesloten kamers bepalen.
Om een bevredigende verbinding te verkrijgen tussen de elastische elementen, in het algemeen van natuur- of synthetisch rubber, en de stijve metalen lichamen, in het algemeen van staal, wordt deze verbinding gevormd door ver-30 harding door verhitting ter plaatse (polymerisatie of vulkani-satie) van het de elastische elementen vormende materiaal).
Hiertoe wordt het ruwe materiaal, dat dit elastisch materiaal vormt na de verharding, in de voor de elastische ringen bedoelde ruimten gegoten.
35 De plaats van de kamers 34,35,54,57 wordt inge nomen door massieve kernen die oplosbaar zijn in een oplosmiddel en bestand zijn tegen de omstandigheden die noodzakelijk zijn voor de polymerisatie of vulkanisatie van het elas- 7906976 -12- V « tische materiaal. Wanneer deze bewerking uitgevoerd is, worden de massieve kernen opgelost door oplosmiddel door de kanalen (niet getoond) bijvoorbeeld in de wand van het huis 23 of het lichaam 42, in te spuiten. Na het oplossen van de kernen, wor-5 den de met vloeistof gevulde kamers definitief afgesloten door de kanalen af te stoppen.
De oplosbare kernen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door een polymeer dat bijvoorbeeld aluminium- of sili-ciumpoeder bevat, en dat, na het uitharden, een goede mecha-10 nische sterkte heeft, waardoor het geschikt wordt om gegoten en machinaal bewerkt te worden. Dit produkt kan eenvoudig worden afgebroken door een straal oplosmiddel onder druk, dat het materiaal van de elastische elementen niet aantast, bijvoorbeeld water of alcohol.
79 0 6 97 6
Claims (11)
1. Meegevende verbinding voor het met elkaar verbinden van twee stijve buisvormige gedeelten die met een beperkte hoekamplitude om een centraal punt ten opzichte van 5 elkaar kunnen bewegen, waarbij die verbinding een aantal elastische ringvormige elementen omvat, waarvan de binnen en buitenoppervlakken telkens met ringvormige oppervlakken zijn verbonden die de vorm hebben van bolvomige oppervlakdelen en onderdelen vormen van twee oppervlakken die een ringvormige 10 spleet begrenzen, welke twee stijve lichamen geheel van elkaar scheiden, die elk bevestigd zijn aan of een onderdeel vormen van een onderscheidelijk buisvormig gedeelte, met het kenmerk, dat elk elastisch element in éën stuk wordt gevormd en met de bolle ringvormige oppervlakken waartussen 15 het aangebracht is is verbonden, en de elastische elementen bepalen, in de ringvormige spleet tussen de stijve lichamen, tenminste één gesloten ringvormige kamer die geheel gevuld is met een vloeistof die weinig of niet samendrukbaar is. ZV Meegevende verbinding volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat de ringvormige spleet, in dwarsdoorsnede, tenminste nagenoeg de vorm van tenminste een S heeft, waarbij de delen van de spleet welke de eind armen van de S vormen elk ingenomen worden door een elastisch element en het centrale deel een met vloeistof gevulde kamer vormt.
3. Meegevende verbinding volgens éën van de conclu sies 1-2, met het kenmerk, dat deze tenminste drie bolle elastische ringvormige elementen omvat, twee eindelementen en één tussenelement, die, uit één stuk van elastisch materiaal zijn gevormd, en in de ringvormige spleet zijn aangebracht en 30 tussen zich in twee gesloten ringvormige kamers, met vloeistof gevuld, bepalen.
4. Meegevende verbinding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het elastische tussenelement aan de binnenzijde, aan een bolvormig oppervlak is bevestigd waarvan de 35 kronmingsstraal groter is dan die van tenminste één van de bolvormige oppervlakken waaraan de elastische eindelementen aan de binnenzijde zijn bevestigd. 7906976 -14- «r r * w- -c
5. Meegevende verbinding volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat deze een ringvormige kamer omvat die, in dwarsdoorsnede, langwerpig van vorm is, en zich tenminste nagenoeg loodrecht op de hartlijn van de elas- 5 tische elementen uitstrekt.
6. Meegevende verbinding volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat deze een ringvormige kamer omvat welke, in dwarsdoorsnede, een langwerpige vorm heeft, en zich tenminste nagenoeg evenwijdig aan de hartlijn van de 10 elastische elementen uitstrekt.
7. Meegevende verbinding volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat tenminste één van de elastische elementen, met één van de vlakken, met een stuk is verbonden dat onbeweeglijk is ten opzichte van één van de 15 stijve lichamen bij rotatie om het centrale punt en axiaal met dit lichaam is verbonden door een dunne elastische ring, welke opgenomen is in een cilindrische spleet tussen dit stuk en het stijve lichaam.
8. Meegevende verbinding volgens één van de con-20 clusies 1-7, met het kenmerk, dat deze tenminste één verbindingsstuk omvat welke de stijve lichamen bij rotatie om de hartlijn van de buigzame elementen koppelt, wanneer de rotatie-hoek van één van de stijve lichamen ten opzichte van de andere, om deze hartlijn, een bepaalde waarde overschrijdt. ... .
9. Meegevende verbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringvormige spleet, in dwarsdoorsnede, tenminste nagenoeg de vorm van een U heeft, waarbij de delen van de spleet welke de armen van de ü vormen, elk ingenomen worden door een elastisch element en het centrale deel een met 30 vloeistof gevulde kamer vormt.
10. Meegevende verbinding volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat één van de stijve stukken de vorm heeft van een ring, waarvan de radiale vlakken aan weerszijden ringvormige groeven omvatten met een dwarsdoorsnede in de vorm 35 van een ü, en waarvan de zijwanden de vorm hebben van gedeelten van bolvormige oppervlakken, en dat een stijf lichaam in elk van deze groeven uitsteekt, en met de wanden daarvan een ringvormige spleet bepaald waarin tenminste twee elastische 7906976 • s· -15- ringvormige elementen zijn bevestigd die, tussen zich in, een met vloeistof gevulde ringvormige kamer bepalen.
11. Meegevende verbinding volgens een van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de buisvormige gedeelten 5 onderdelen vormen van een gelede, dichte leiding voor het verbinden van de zeebodem met een boor- of werkplatform boven water.
12. Werkwijze voor het vervaardigen van een meegevende verbinding met tenminste één elastisch element in één 10 stuk, aangebracht in een spleet tussen twee stijve stukken en verbonden met de wanden tegenover deze twee stukken en welke, tenminste gedeeltelijk, met deze stukken een afgesloten kamer, geheel gevuld met een vloeistof bepalen, gekenmerkt door: het op de plaats van de gesloten kamer aanbrengen van een mas-15 sieve kern gemaakt van een in een oplosmiddel oplosbaar materiaal, het tussen de stijve stukken en op de plaats voor het elastische element aanbrengen van een produkt dat een elastisch materiaal vomt door polymerisatie of vulkanisatie, 20 het veroorzaken van de polymerisatie of vulkanisatie van dat materiaal, en het oplossen van de kern door het inleiden van het oplosmiddel door tenminste ëën kanaal in ëén van de stijve stukken. 7906976
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7826846 | 1978-09-19 | ||
FR7826846A FR2436930A1 (fr) | 1978-09-19 | 1978-09-19 | Joint flexible a compensation passive et procede pour sa fabrication |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7906976A true NL7906976A (nl) | 1980-03-21 |
NL186402B NL186402B (nl) | 1990-06-18 |
NL186402C NL186402C (nl) | 1990-11-16 |
Family
ID=9212780
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE7906976,A NL186402C (nl) | 1978-09-19 | 1979-09-19 | Meegevende verbinding voor het verbinden van buisgedeelten. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4295671A (nl) |
JP (1) | JPS5547013A (nl) |
DE (1) | DE2937583A1 (nl) |
FR (1) | FR2436930A1 (nl) |
GB (1) | GB2033520B (nl) |
NL (1) | NL186402C (nl) |
NO (1) | NO154808C (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4570979A (en) * | 1982-06-10 | 1986-02-18 | Dunlop Limited | Flexible joint means |
GB2190970B (en) * | 1986-05-27 | 1990-04-11 | Dunlop Ltd | Flexible joint means |
JPH048848U (nl) * | 1990-05-11 | 1992-01-27 | ||
US7341283B2 (en) * | 2004-01-29 | 2008-03-11 | Oil States Industries, Inc. | High temperature flexible pipe joint |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US939908A (en) * | 1908-01-23 | 1909-11-09 | Greenlaw Mfg Co | Flexible pipe-joint. |
DE928384C (de) * | 1952-04-27 | 1955-05-31 | Metallgummi G M B H | Elastische Rohrverbindung |
US3680895A (en) * | 1969-11-24 | 1972-08-01 | Lockheed Aircraft Corp | Flexible joint means |
US3643728A (en) * | 1970-07-08 | 1972-02-22 | United Aircraft Corp | Process of casting nickel base alloys using water-soluble calcia cores |
FR2273206A1 (en) * | 1974-05-28 | 1975-12-26 | Hydra Corp | Dilatant hydraulic linings for seals or annular press tools - involving a thick wall elastic (polyurethane) moulded lining |
US4068868A (en) * | 1975-09-02 | 1978-01-17 | Vetco Offshore Industries, Inc. | Flexible joints for marine risers |
US4173360A (en) * | 1975-10-10 | 1979-11-06 | Lord Corporation | Flexible sealing joint |
US4183556A (en) * | 1977-04-29 | 1980-01-15 | Lord Corporation | Liquid filled flexible sealing joint |
-
1978
- 1978-09-19 FR FR7826846A patent/FR2436930A1/fr active Granted
-
1979
- 1979-08-27 US US06/069,738 patent/US4295671A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-09-03 GB GB7930492A patent/GB2033520B/en not_active Expired
- 1979-09-13 JP JP11867679A patent/JPS5547013A/ja active Granted
- 1979-09-14 NO NO792979A patent/NO154808C/no unknown
- 1979-09-18 DE DE19792937583 patent/DE2937583A1/de active Granted
- 1979-09-19 NL NLAANVRAGE7906976,A patent/NL186402C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS6335845B2 (nl) | 1988-07-18 |
DE2937583C2 (nl) | 1987-06-04 |
GB2033520B (en) | 1983-05-11 |
DE2937583A1 (de) | 1980-04-03 |
NL186402C (nl) | 1990-11-16 |
JPS5547013A (en) | 1980-04-02 |
FR2436930B1 (nl) | 1982-07-02 |
NL186402B (nl) | 1990-06-18 |
NO792979L (no) | 1980-03-20 |
FR2436930A1 (fr) | 1980-04-18 |
NO154808B (no) | 1986-09-15 |
US4295671A (en) | 1981-10-20 |
NO154808C (no) | 1986-12-29 |
GB2033520A (en) | 1980-05-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1233855A (en) | Pipe connectors | |
EP0543103B1 (en) | A sealing device | |
CA1314863C (en) | Universal joint arrangement for downhole tools | |
GB2099529A (en) | Improvements in and relating to pipe connectors | |
US5489164A (en) | Method of connection | |
NL7906976A (nl) | Meegevende verbinding met passieve compensatie. | |
GB2253888A (en) | Flexible joint with non-diffusive barrier | |
CA2339298A1 (en) | Flexible fluid-transport pipe joint apparatus | |
US4214780A (en) | Rotatable pipe coupling structure | |
US5433482A (en) | Weldless pipe repair apparatus and method | |
EP1079163B1 (en) | Flexible expansion joint for tubes and assembling method thereof | |
US4215882A (en) | Joint structure | |
RU81249U1 (ru) | Манжета пакера | |
CN211925116U (zh) | 复式铰链型etfe涂层复合膨胀节 | |
US3094343A (en) | Pipe coupling | |
NL8100349A (nl) | Gelede leiding. | |
US4018463A (en) | Pipe stress/strain neutralizer | |
US4484511A (en) | Piston | |
WO1984000594A1 (en) | Articulated pipe coupling | |
CA1103719A (en) | Flexible joint | |
EP0960262B1 (en) | Device by a retrievable bridge plug | |
JP7147282B2 (ja) | セグメント、及びセグメントリング | |
SU1190133A1 (ru) | Быстроразъемное двухканальное гидравлическое соединение | |
CA1088589A (en) | Apparatus for connecting together flowline end portions | |
NL7906810A (nl) | Buigzame verbindingsinrichting. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: SOCIETE NATIONALE D ETUDE ET DE CONSTRUCTION DE MO |
|
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 19990919 |