NL7906280A - Steekapparaat voor het nemen van grondmonsters. - Google Patents

Description

- 1 - fc' ^ ï »

Goudsche Machinefabriek B.Y. te Gouda.

Eorte aanduiding: Steekapparaat voor het nemen van grondmonsters.

De uitvinding heeft betrekking op een steekapparaat voor het nemen van grondmonsters, voorzien van een aan het ondereinde van een serie pijpen te bevestigen steekbuis.

Yoor het nemen van grondmonsters kan tot een diepte van 5 circa 1 meter eenvoudig te werk worden gegaan door een nabij het ondereinde van een vangorgaan (catcher) voorziene pijp in de grond te drukken en de pijp vervolgens uit de grond te trekken, waarbij de grondkern door het vangorgaan wordt vastgehouden.

Bij grotere diepte zou dit eenvoudige systeem tot problemen 10 leiden omdat de wrijving tussen het grondmonster en het binnen-oppervlak van de pijp zo groot zou worden dat het monster door de grote belasting te veel zou veranderen. Voor dieptes tot circa 20 meter is er een systeem bekend, waarbij een in de steekbuis om een binnenbuis balgvormig opgevouwen kous uit bijvoorbeeld ny- 15 Ion zich door het in de pijp dringende grondmonster laat afwikkelen.

Yoor grotere dieptes is er een in de aanhef aangegeven steekapparaat bekend, waarbij de steekbuis na te zijn gevuld met een grondmonster wordt opgehaald. Daarbij moeten alle pijpen van de pijpenserie waaraan de steekbuis is bevestigd, worden getrok- 20 ken, hetgeen een tijdrovend werk is. In de periodes dat de pijpenserie uit de grond is getrokken bestaat bovendien gevaar voor dichtklappen van het gat.

Met de uitvinding wordt beoogd de genoemde nadelen van het bekende steekapparaat voor grotere dieptes te vermijden en hiertoe 25 bevindt zich volgens de uitvinding in de steekbuis een afzonderlijk omhoog te voeren houder voor het opnemen van een grondmonster, welke houder op zijn plaats in de steekbuis kan worden gehouden door' -I- 7906280 2 'φ- \ een vergrendelingsmechanisme dat door een zich door de pijpense-rie uit strekkend orgaan vanaf het maaiveld ontgrendelbaar is.

Voor de constructie van het vergrendelingsmechanisme bestaan verschillende mogelijkheden. Een simpel en doelmatig vergrendelingsmechanisme omvat een met de monsterhouder verbonden 5 cilindrisch vergrendelingshuis met ten minste een radiaal verplaatsbaar vergrendelingsorgaan, dat in de grendelstand in een groef in de wand van de steekbuis steekt, waarbij in het vergrendelingshuis een op en neer verplaatsbare prop is aangebracht die door een trekorgaan omhoog kan worden getrokken en in de hoogste 10 stand de monsterhouder met vergrendelingshuis kan meenemen, waarbij de prop een deel van relatief kleine diameter en een daarboven gelegen deel van relatief grote diameter heeft welke delen door een conisch oploopvlak van elkaar zijn gescheiden,welk op-loopvlak het vergrendelingsorgaan radiaal naar buiten kan duwen. 15

In geval de lege monsterhouder met vergrendelingshuis en prop in de pijpenserie omlaag wordt bewogen door vieren van het trekorgaan, zal de vergrendeling pas tot stand komen nadat het trekorgaan bijvoorbeeld een aantal kogels tegenover de groef in de steekbuis is komen, te liggen en in die groef is gedrukt door 20 het conische oploopvlak. Zodra de monsterhouder door het in grond drukken van de steekbuis is gevuld, kan de vergrendeling worden teniet gedaan door aan het trekorgaan te trekken waardoor de prop omhoog zal bewegen en,nadat het oploopvlak de groef heeft gepasseerd, het vergrendelingsorgaan volledig in de relatief brede 25 ringvormige ruimte tussen het propdeel van relatief kleine diameter en de wand van het vergrendelingshuis kan worden opgenomen.

Bij verder trekken zullen dé monsterhouder en het vergrendelingshuis door de prop omhoog worden meegenomen.

Be uitvinding zal nu aan de hand van de figuur, waarin een 30 uitvoeringsvoorbeeld schematisch is weergegeven, nader worden toegelicht.

Be figuur toont een doorsnede door het onderste deel van een steekbuis in de grendelstand.

790 62 80 V' ·? 3

De weergegeven inrichting omvat een aan het ondereinde van een serie pijpen bevestigde steekbnis 1 met snijmond 2. In de steekbuis bevindt zich een houder 3 voor het opnemen van een grondmonster. Aan het ondereinde van die houder zijn geleidingsorganen 4 voor het geleiden van de houder ten opzichte van de pijpenserie, 5 de steekbuis en snijmond aangebracht. Yerder is een vangorgaan (catcher) 5 aanwezig voor het tegenhouden van een in de houder 3 aanwezig grondmonster.

Het boveneinde van de houder 3 is bevestigd aan het huis 6 van een vergrendelingsmechanisme. Dit huis omvat een nauwkeurig 10 in de steekbuis 1 passende cilinder met openingen die kogels 7 kunnen doorlaten. Yerder heeft het huis een bodemdruk 6a.

In de grendelstand steken de kogels 7 voor een gedeelte in een groef 8 in het naar binnen gekeerde gedeelte van de wand van de steekbuis 1. Zij worden in deze stand gehouden door een prop 15 9 die over een beperkte afstand binnen het vergrendelingshuis 6 op en neer verplaatsbaar is en door middel van een trekorgaan 10 dat vanaf het maaiveld omhoog kan worden getrokken. Dit trekorgaan 10 is bevestigd aan een oog 11 dat op zijn beurt via een stang 12 is verbonden met een bodemplaat 13 van de prop 9· 20

Tussen de bodemplaat 13 en de bodem van prop 9 is een rubber plaat of ring 3a aangebracht.

De prop 9 heeft een deel 14 van relatief kleine diameter en een daarboven gelegen deel 15 van grotere diameter. Tussen deze delen 14 en 15 bevindt zich een oploopvlak 16. 25

In het huis 6 en de prop 9 zijn enkele openingen 17 res-pektievelijk 18 voor het doorlaten van water aangebracht.

De inrichting werkt als volgt:

Om een grondmonster te kunnen nemen wordt de steekbuis 1 aan het ondereinde van een pijpenserie in de grond geduwd. De J0 houder 3 en het vergrendelingsmechanisme daarvan nemen de in de figuur weergegeven stand in. Door middel van de in de groef 8 vallende kogels 7 wordt verhinderd dat de houder 3 door de grond omhoog wordt geduwd. Zodra de houder 3 is gevuld, wordt de prop 9 door middel van het trekorgaan 10 omhoog getrokken. Wanneer het 55 790 6 2 80 =*» 4 propdeel 14 van relatief kleine diameter tegenover de groef 8 is gekomen, zullen de kogels 7 uit die groef 8 treden waardoor de vergrendeling teniet is gedaan. Bij het verder omhoog trekken van de prop 9 zal de rubber plaat 13a aanslaan tegen de tussenwand 6a van het vergrendelingshuis 6. Dit huis met de eraan bevestigde 5 gevulde houder 3 wordt omhoog meegenomen en door de rubberplaat afgedicht. Het vangorgaan 5 verhindert het uit de houder 3 vallen van de grond. Door de afdichting wordt uitspoeling van het grondmonster voorkomen.

Op het maaiveld wordt het grondmonster uit de houder 3 10 verwijderd of wordt de gevulde houder 3 vervangen door een lege. Vervolgens wordt het samenstel van houder 3» vergrendelingshuis 6 en prop 9 opnieuw in de pijpenserie gebracht en door het vieren van het trekorgaan 10 omlaag bewogen.

Zodra de onderrand van de houder 3 op een aanslagschouder 15 2a van de snijmond 2 terecht komt, zullen de kogels 7 zich tegenover de groef 8 bevinden. Door, het verder laten vieren van het trekorgaan 10 zal de prop 9 ten opzichte van het vergrendelingshuis 6 omlaag bewegen, waarbij de kogels door het oploopvlak 16 en de wand van het deel 15 van de prop in de grendelstand in de 20 groef 8 worden gedrukt. De steekbuis is nu gereed om verder in de grond te worden gedrukt.

Het belangrijkste voordeel van de beschreven constructie is dat bij het ophalen van een grondmonster de steekbuis en de pijpenserie niet behoeven te worden getrokken. De tijdwinst is 25 bijzonder groot. Ben ander niet te onderschatten voordeel is dat het gevormde gat steeds door de pijpenserie en de steekbuis tegen instorten wordt behoedt.

Binnen het kader van de conclusies zijn verschillende wijzigingen van de beschreven en getoonde construktie mogelijk. 30

Bijvoorbeeld zouden de kogels 7 kunnen worden vervangen door een enkele op het huis 6 liggende splitring.

7906280

Claims (2)

1. Steekapparaat voor het nemen van grondmonsters voorzien van een aan het ondereinde van een serie pijpen te bevestigen steekbuis, met het kenmerk, dat zich in de steekbuis (l) een afzonderlijk omhoog te voeren houder (3) voor het opnemen van een grondmonster bevindt, welke houder op zijn 3 plaats in de steekbuis kan worden gehouden door een vergrende-lingsmechanisme (6,7,8,9) dat door een zich door de pijpenserie uitstrekkende orgaan (10) vanaf het maaiveld ontgrendelbaar is.

2. Steekapparaat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het vergrendelingsmechanisme een met de mon- 10 sterhouder (3) verbonden cilindrisch vergrendelingshuis (6) omvat met ten minste een radiaal verplaatsbaar vergrendelingsorgaan (?)» dat in de grendelstand in een groef (δ) in de wand van de steekbuis (1) steekt, dat in het vergrendelingshuis een op en neer verplaatsbare prop (9) is aangebracht, die door een trekor- 15 gaan (10) omhoog kan worden getrokken en in de hoogste stand de monsterhouder (3) met vergrendelingshuis (6) kan meenemen, dat de prop (9) een deel (14) van relatief kleine diameter en een daarboven gelegen deel (15) van relatief grote diameter heeft, welke delen door een conisch oploopvlak (16) van elkaar zijn geschei- 20 den, welk oploopvlak het vergrendelingsorgaan (7) radiaal naar buiten kan duwen. 7906280