NL7905766A - Kabelmof alsmede werkwijze voor het tot stand brengen van een verbinding tussen een hoofd-respectievelijk aftakkabel in electriciteitsnetten. - Google Patents

Description

V.

1 * v ! -1- r ' ........... .........; N.V. Electriciteitsmaatschappij IJsselcentrale j te Zwolle, Nederland.

i ! Korte aanduiding: Kabelmof alsmede werkwijze voor het tot j' ! stand brengen van een verbinding tussen een hoofd-\ respectievelijk aftakkabel in electriciteitsnetten. i___________________________________________________________ ! : • De uitvinding heeft betrekking op een kabelmof voor aftakverbindingen tussen een hoofd- respectievelijk : aftakkabel in electriciteitsnetten.

De uitvinding beoogt een geheel nieuwe kabelmof 5 te verschaffen, waarbij geen mechanische middelen zoals . schroeven, frezen of andere vervormingselementen worden toegepast voor een permanente contactverbinding met althans . de aders van de hoofdkabel.

De kabelmof onderscheidt zich door een huis 10 met êên of meer daarin ondergebrachte stoelen van isolerend materiaal, elk voorzien van twee uitsparingen voor het opnemen van een hoofd- respectievelijk aftakader, waarbij tussen de uitsparingen een kanaal met een daarbuiten openende monding is aangebracht.

15 Na het verwijderen of doorboren van de isolatie rondom de aders wordt de gewenste verbinding tot stand gebracht door het in het kanaal aanbrengen van een contactmedium, bij voorkeur een geleidende pasta.

Deze pasta kan via de monding van het kanaal van buitenaf 20 in het kanaal worden geperst.

Bij voorkeur is het kanaal voorzien van een ' zich vanaf de monding tot aan de uitsparing voor de hoofdader uitstrekkend, recht verlopend gedeelte.

In deze uitvoeringsvorm kan na het aanbrengen van de 25 geïsoleerde ader in de stoel met een mechanisch voorwerp, 7905766 -2- zoals beitel, mes of dergelijke, dat in het' rechte gedeelte ' van het kanaal kan worden gestoken, de. isolatie 'van de ' hoofdader worden verwijderd.. Na het j terugtrekken van het gereedschap kan vervolgens de 5 geleidende massa in het kanaal worden geperst..

Dit biedt het voordeel dat de kabelmof ook bij onder spanning staande hoofdaders op veilige wij zé. kan worden aangebracht.

I Teneinde er zeker van te zijn dat de ' 10 verbinding tussen hoofd- en aftakader tot stand is ' I gebracht is het van voordeel dat het kanaal nabij de juitsparing voor de aftakader een naar buiten openende | verbinding heeft. Hiermee kan da monteur gemakkelijk , vaststellen of er voldoende pasta in het kanaal is _ 15 | gebracht, in welk. geval de pasta via de. genoemde, open jverbinding naar buiten komt.

i De uitvinding heeft voorts betrekking op een ! werkwijze, voor het tot stand brengen van een verbinding )tussen hoofd- en aftakkabel van electriciteitsnetten 20 middels een hierboven beschreven kabelmof, welke werkwijze zich kenmerkt door het aanbr.engen van geïsoleerde aders: in de uitsparingen van de stoel, het verwijderen van de isolatie van althans de hoofdader door middel van een in het rechte gedeelte van het verbindingskanaal te 25 voeren hulpgereedschap en het volpersen van het kanaal met een geleidende massa.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening tonen; 30 fig.1 een bovenaanzicht van een kabelmof volgens de uitvinding, met verwijderd bovendeksel, fig.2 en 3 een doorsnede volgens de lijn Il-XI .respectievelijk III-IIX in figuur 1.

i 7905766 iy -3- r ' ......: j 1 I De kabelmof bestaat in hoofdzaak uit een I i ; huis gevormd door twee schaalvormige delen 1,2 die door i • middel van omtreksflenzen en bouten op elkaar te bevestigen· i ; zijn.

5 ; In het huis zijn stoelen opgenomen, -welke | stoelen zijn verenigd tot een tweetal blokken 3 en 4, die passend middels nokken 5 in de schalen van het huis.

! worden vastgehouden.

! Het huis is voorts voorzien van een doorvoer- 1Ö ’ opening voor de hoofdkabel 6, aan weerseinden van de | schalen, terwijl tevens een doorvoer opening voor de aftakkabel 7 aan êén einde van het huis is aangebracht.

: De aders van de hoofdkabel 6 alsmede die van de aftakkabel 7 worden op een hieronder nader toe te lichten wijze 15 i door de stoelen heen gevoerd, respectievelijk daaraan bevestigd.

Elk blok 3, 4 bestaat uit een op elkaar klembaar boven- en onderdeel 8 respectievelijk. 9.

De delen worden op elkaar geklemd door middel van schroef— 20 bouten 10 in de hoeken van de blokken. De delen hebben voorts uitsparingen 11 voor het opnemen van de aders van de hoofdkabel, die in de getoonde uitvoeringsvorm een viertal aders heeft. De uitsparingen in het bovendeel 8 ten opzichte van het onderdeel 9 zijn ten opzichte van 25 elkaar versprongen, zie figuur 2 en 3, teneinde een gemakkelijk contact met de aders van bovenaf .' het blok. mogelijk te maken hetgeen hieronder nog wordt toegelicht.

De aders van de aftakkabel 7, waarvan er eveneens vier zijn, zijn elk met hun kern in een contact-30 blok 12 vastgeschroefd door middel van schroeven 13. Het contactblok 12 past in een daartoe aangebrachte uitsparing 14 van het bovendeel 8 van het blok 3, respectievelijk 4.

Volgens de uitvinding Is tussen de uitsparing 11 en 14 voor de hoofd- respectievelijk aftakader 7905766 -4- τ een kanaal 15 aangebracht, dat bij 16 een open verbinding naar buiten heeft. Vanaf de monding 16 strekt zich een recht gedeelte 17 in de richting van de uitsparing 11 uit, welk gedeelte in dwarsdoorsnede een rechthoekige gestalte 5 vertoont, zie figuur 1.

| Door dit rechte gedeelte 17 kan een gereedschap met t 1 overeenkomstige dwarsdoorsnede worden gevoerd, welk stuk gereedschap een deel van de isolatie van de ader in de uitsparing 11 kan afsnijden en doorstoten tot onderin i 10 j het kanaal 17, zie bij A in figuur 2 en 3.

Zoals blijkt uit de figuren bestaat elk blok.

3, 4 uit twee naast elkaar gelegen stoelen, waarbij elke ! stoel een uitsparing 11 vertoont, die in verbinding j staat met een kanaal 17. üit figuur 1 blijkt dat de 15 j kanalen 17 versprongen ten opzichte van elkaar in een blok.

! 3 respectievelijk 4 zijn aangebracht, waarbij tevens de i uitsparingen 11 versprongen liggen, zodanig dat elke stoel een andere ader van de hoofdkabel 6 in verbinding brengt i met een contactblok 14 van één der aders van de aftakkabel 7. 20 Het kanaal 15 is nabij de uitsparing 14 voor de ader van de aftakkabel voorzien van een stijghuis 18, die eveneens naar buiten opent.

4

De volgens de uitvinding voorgeschreven montage van de kabelmof vindt als volgt plaats.

25 Na het verwijderen van de buitenisolatie van de hoofd- en aftakkabel 6, 7 worden de boven- en onderdelen 8, 9 van de blokken rond de nog geisoleerde aders van de . hoofdkabel 6 aangebracht, waarop blijvend spanning kan staan. De blokken worden vervolgens in de onderschaal 1 van 30 het huis gebracht, zodat deze tussen de aanslagen 5 passen. Vervolgens worden de schroeven 10 van de blokken aangedraaid, zodat de aders van de hoofdkabel 6 stevig worden vastgehouden. Vervolgens worden de contactblokken 12 op de van isolatie vrij gemaakte einden van de aftakaders 7905766 -5- > ί ' · .......; .

I van de aftakkahel 7 bevestigd door middel van de schroeven : l ‘ 13, waarna de blokken 12 in de. uitsparingen 14 van de ! ! blokken 3, 4 worden gelegd. De uitsparingen 14 zijn zodanig j dat de blokken 12 daarin onder klemkracht blijven zitten..

5 ! Met een hulpgereedschap, dat in de openingen 17 I past, wordt de isolatie van de hoofdaders afgestroopt, > waarna een geleidende massa in de vorm van een pasta, via ' de opening 16 in het kanaal 15, 17 wordt geperst . Zodra ! de pasta via de stijgbuis 18 omhoog komt, weet de monteur 10 ; dat het gehele kanaal 15 gevuld ia en het contact tot stand ; is gebracht. Vervolgens kan de bovenschaal 2 van het huis. iworden aangebracht en kan het huis met een isolerende . kunststof vulling worden afgevuld.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven 15 beschreven uitvoeringsvorm. Zo kunnen de aders van de aftakkabel 7 op overeenkomstige wijze als die van de hoofdkabel 6 in de blokken worden ondergebracht eri van isolatie worden ontdaan.

7905766

Claims (4)

1. Kabelmof voor aftakverbindirigen tussen een hoofd- respectievelijk aftakkabel in electriciteits-I netten, gekenmerkt door een huis met êén of meer j daarin ondergebrachte stoelen van isolerend materiaal, elk 5 | voorzien van twee uitsparingen voor het opnemen van een j hoofd- respectievelijk aftakader, waarbij tussen de i uitsparingen een kanaal met een naar buiten openende ! jmonding is aangebracht.

2. Kabelmof volgens conclusie 1, met het 10. k e n m e r k, dat het kanaal een zich vanaf de monding tot | aan de uitsparing voor de hoofdader uitstrekkend recht ; verlopend gedeelte vertoont. 1 ,

3. Kabelmof volgens conclusie l en 2, met het 'kenmerk, dat het kanaal nabij de uitsparing voor de 15 ! aftakader een naar buiten openende verbinding heeft.

4. Werkwijze voor het tot stand brengen van een , verbinding tussen hoofd- en aftakkabel^van electriciteits- netten middels een kabelmof volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door het aanbrengen van 20 geïsoleerde aders in de uitsparingen van de stoel, het verwijderen van de isolatie van althans de hoofdaders door ; middel van een in het rechte gedeelte van het verbindings-: kanaal te voeren hulpgereedschap en het volpersen van het , kanaal met een geleidende massa. i 7905766