NL7905261A

NL7905261A - Werkwijze voor het inbrengen van kabels in kunststof- buizen.

Info

Publication number: NL7905261A
Application number: NL7905261A
Authority: NL
Original assignee: Ruhrchemie Ag
Priority date: 1978-07-19
Filing date: 1979-07-05
Publication date: 1980-01-22
Also published as: FR2431786A1; DE2831702A1; BE877667A; FR2431786B1

Description

. ' -1- ^ N.O. 27.893

Ruhrchemie Aktiengesellschaft, te Oberhausen, Bondsrepubliek Duitsland.

¥erkwi.ize voor het inbrengen van kabels in kunststofbuizen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het inbrengen van kabels in kunststofbuizen.

Taak is het doelmatig kabels in buizen te brengen. De kabels kunnen op deze wijze tegen beschadigingen worden beschermd. Door het brengen van kabels in buizen wordt ook een gedwongen koeling 5 met water mogelijk gemaakt, die vooral in aanmerking komt indien vele kabels in een nauwe ruimte dienen te worden ondergebracht.

Gewoonlijk worden eerst de buizen aangelegd, waarna de kabels in de buizen worden getrokken. Tolgens deze methode moeten trekkrachten worden opgebracht die uit twee gedeelten zijn samenge- 10 steld, namelijk: 1. de met een toenemende lengte van het tracé lineair groter -wordende krachten volgens de vergelijking:

Fj. = m . px . L, waarin betekenen: Fj. trekkracht; 15 m gewicht van de kabel per meter; yu wrijvingsfactor tussen de kanel en de buis; L lengte van de kabel; 2. de met iedere bocht volgens de vergelijking van Eytel wein 20 exponentieel groter wordende krachten volgens de formule F = F . e /Ua, x: o waarin betekenen: F trekkracht aan het einde van een bocht;

Fq trekkracht aan het begin van een bocht; α hoek van de bocht; 25 e basis van de natuurlijke logaritme; ju wrijvingsfactor tussen de kabel en de _ buis.

790 5 2 61 -I- y 2

In de kabel techniek worden in het algemeen bij de vervaardiging van kabels met knnststofmantels doelmatig lage wrijvings-coëfficiënten bereikt door buizen van kunststof als buismateriaal en als isolatiemateriaal te gebruiken. Bijzonder goede wrijvings-waarden worden bereikt met kabelmantels uit polyetheen (bij- 5 voorbeeld Hostalen G3P 93^0 K (merknaam) met een smeltindex ΚΕΡΙ 190/5 = 1,2 - 1,5 g/10 min., dichtheid = 0,95 g/cm'”’) en buizen van hard polyetheen (bijvoorbeeld Hostalen GM 5010 (merknaam), dat een molecuulgewicht van ongeveer 100.000 en de volgende fysische waarden heeft: dichtheid = 0,954 g/cm^, smeltindex MFI 190/5 = 10 2 *2 0,3 g/10 min., treksterkte = 24 H/mm , grensbuigspanning " 52 H/mm , o buig-kruip-modulus 1-minuut-waarde -9OO ïï/mm ) als ten opzichte van elkaar glijdende componenten. Bij deze combinatie is de wrij-vingscoëfficiënt voor de droge wrijving ongeveer 0,3· Deze wrijvingswaarde kan door toevoegen van glijdmiddelen tot 0,1 15 worden verminderd. Doelmatig is de toepassing van glycerol als extra-glijdmiddel. Dit extra-glijdmiddel kan nadat de kabel in de buis is getrokken daarin blijven, zonder dat de buis en de kabel door invloeden uit de omgeving nadelig worden beïnvloed; het extra-glijdmiddel kan echter ook met water gemakkelijk worden 20 gecirculeerd of uitgespoeld, zonder nadelige beïnvloeding van het systeem te vrezen. Tan bijzonder belang is de toepassing van glycerol bij het construeren van kabelsystemen met gedwongen koeling.

Het inbrengen van lange kabels met een aanzienlijk aantal 25 bochten volgens de vermelde methode is ondanks gunstige glijd-componenten en extra-glijdmiddelen vanwege de bochten spoedig begrensd, daar de optredende grote trekkrachten een beschadiging van de kabel kunnen veroorzaken.

Aan de uitvinding lag derhalve het probleem ten grondslag 30 een werkwijze voor het inbrengen van kabels in buizen te verschaffen, waarbij grote trekkrachten worden vermeden.

De werkwijze volgens de uitvinding voor het inbrengen van kabels in kunststofbuizen is gekenmerkt, doordat men de kabel in een gerede kunststofbuis trekt vóór de aanleg daarvan en doordat 35 men daarna de kunststofbuis met de daarin getrokken kabel aanlegt.

790 52 61 Ί* 3 %

Polyetheenbuizen met een betrekkelijk kleine diameter (tot ongeveer 180 mm) worden voor de werkwijze volgens de uitvinding direct van de rol afgetrokken. Dikkere of minder flexibele buizen worden stuk voor stuk aan elkaar gelast, zodat de stukken een rechte buisleiding met de vereiste lengte vormen. 5

Bij het intrekken van de kabel in de rechte, uitgestrekte buis worden de wrijvingskrachten en derhalve de trekkrachten met een waarde overeenkomstig de vergelijking = m . yu . L verminderd, daar de bochten en dus de door de bochten veroorzaakte extra wrijvingskrachten of trekkrachten worden vermeden. 10

Verrassenderwijze is gebleken dat de kunststofbuis met de daarin getrokken kabel zodanig flexibele is, dat de kunststofbuis zonder meer in een voorbereide tracering kan worden gebracht, die zoals bij het conventionele kabeltrekken, dus ook met de gebruikelijke bochten is getraceerd. Overeenkomstig klein zijn de 15 trekkrachten ook bij het systeem "buis met daarin aanwezige kabel" bij het doortrekken van tracé-bochten.

De elasticiteit en het relaxatievermogen van het systeem polyetheenbuis met daarin aanwezige kabel kunnen voor de vorming van bochten uitgaande van de buis met daarin getrokken kabel 20 worden benut.

Er kunnen bochten met buigradii worden bereikt die het 20- tot 30-voudige uitmaken van de diameter van de buis. Door toepassing van de buis met daarin ^brokken kabel is het mogelijk de aparte vervaardiging van buisboehten en het invoegen daarvan te be- 25 sparen. Volgens de werkwijze van de uitvinding worden dus de moeilijkheden vermeden die onvermijdelijk bij het overstulpen van buisboehten over kabels optreden. De methode van de uitvinding is bijzonder doelmatig ter verkrijging van eindbochten voor het aansluiten van kabels onder een schakelaar, transformator of 30 een andere inrichting.

790 52 61

Claims

1. Werkwijze voor het inbrengen van kabels in kunststof-buizen, met het kenmerk, dat men de kabel in een gerede kunststofbuis trekt vóór de aanleg daarvan en dat men daarna de kunststofbuis met de daarin getrokken kabel aanlegt. 5

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men een kunststofbuis uit polyetheen gebruikt.

3. Werkwijze voor het traceren van eindbochten met kabels in kunststofbuizen voor het aansluiten van de kabels aan elektrische inrichtingen, met het kenmerk, dat men met kabels 10 in kunststofbuizen traceert, die in de kunststofbuizen zijn gebracht volgens conclusie 1 of 2. 790 52 61