NL7905211A - Zowel in gewone rechte als omgekeerde standen bruik- bare verstuiver. - Google Patents

Zowel in gewone rechte als omgekeerde standen bruik- bare verstuiver. Download PDF

Info

Publication number
NL7905211A
NL7905211A NL7905211A NL7905211A NL7905211A NL 7905211 A NL7905211 A NL 7905211A NL 7905211 A NL7905211 A NL 7905211A NL 7905211 A NL7905211 A NL 7905211A NL 7905211 A NL7905211 A NL 7905211A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cylinder
atomizer
pressure chamber
sleeve
suction channel
Prior art date
Application number
NL7905211A
Other languages
English (en)
Other versions
NL182542B (nl
NL182542C (nl
Original Assignee
Yoshino Kogyosho Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP1978153522U external-priority patent/JPS61899Y2/ja
Priority claimed from JP16478178U external-priority patent/JPS6026840Y2/ja
Application filed by Yoshino Kogyosho Co Ltd filed Critical Yoshino Kogyosho Co Ltd
Publication of NL7905211A publication Critical patent/NL7905211A/nl
Publication of NL182542B publication Critical patent/NL182542B/nl
Priority to NLAANVRAGE8702997,A priority Critical patent/NL185610C/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL182542C publication Critical patent/NL182542C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/0005Components or details
    • B05B11/0059Components or details allowing operation in any orientation, e.g. for discharge in inverted position
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1001Piston pumps

Landscapes

  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

'ë YOSHINO KOGYOSHO CO., LTD., te Tokio, Japan
Zowel in gewone rechte als omgekeerde standen bruikbare verstuiver
De uitvinding heeft betrekking op een verstuiver, die zowel in gewone rechte als in omgekeerde standen bruikbaar is en in staat is stroming van lucht, die een drukkamer binnentreedt, feilloos te verhinderen in deze beide standen.
Er is een verstuiver voorgesteld met twee aanzuigpijpen, die zijn verbonden met de zuigpoort van een pompmechanisme en leiden naar de hals- en bodemgedeelten van een vat voor vloeistof, zodat de verstuiver zowel in de gewone rechte als in de omgekeerde stand kan worden gebruikt. Bij dit type verstuiver moet het halsgedeelte van het vloeistof-jq vat een voldoende grote middellijn bezitten, opdat twee aanzuigpi jpen erdoorheen kunnen. Indien de middellijn van het halsgedeelte klein is, is het niet mogelijk de verstuiver stabiel te ondersteunen in het midden van het halsgedeelte, zodat de verstuiver op onstabiele wijze wordt vastgehouden en een soepel hanteren ervan bij het verstuiven wordt belemmerd.
15 Bij dit type verstuiver is de omschakelklep voor het scha kelen van het zuigkanaal tussen de twee aanzuigpijpen gescheiden van die pijpen aangebracht, waardoor de ruimte in het vloeistofvat op ongewenste wijze wordt beperkt.
Door proeven is nu een verstuiver gevonden, die in de gewone 20 en. in de omgekeerde standen bruikbaar is, waarbij de aanzuigpoort voor werking in de omgekeerde stand is aangebracht aan het bovengedeelte van de cilinder van het pompmechanisme. In dit geval wordt de vloeistof aangezogen uit de aanzuigpoort voor werking in omgekeerde stand alleen nadat de zuiger volledig is teruggezet voor het onder de grootste druk brengen 25 van de drukkamer, zodat het nodig is het pompmechanisme zodanig te construeren dat het sterk genoeg is om aan een hoog vacuum weerstand te bieden. Bovendien was het bij deze inrichting moeilijk een voldoende grote hoeveelheid vloeistof in de drukkamer aan te zuigen.
De uitvinding beoogt een verstuiver te verschaffen, die 30 zowel in de gewone rechte als in de omgekeerde stand bruikbaar is met een 790 5 2 11 1 i .
' ϊ 2 vloeistofzuigklep en een klep voor het verhinderen van aanzuigen van lucht in de beide standen, waarbij de klep is belichaamd in het pompmechanisme voor het waarborgen van het aanzuigen van een voldoende hoeveelheid vloeistof bij het werken in de beide standen.
5 De uitvinding beoogt verder een toeneming van afmetingen van de verstuiver te voorkomen, zodanig dat de ruimte in het vloeistofvat niet wordt beperkt.
Verder heeft de uitvinding tot doel het aanzuigkanaal voor het werken in omgekeerde stand te vormen door middel van een buitenbus, 10 die is aangebracht rond de cilinder van het pompmechanisme, waardoor de buitenmiddellijn van het bovengedeelte van de cilinder wordt verkleind en het mogelijk wordt het pompmechanisme te ondersteunen in het midden van de hals van het vloeistofvat.
Aan de hand van de tekening wordt de uitvinding nader toe- 15 gelicht.
Figuur 1A is een vertikale doorsnede van een verstuiver, die zowel in de gewone als in omgekeerde stand bruikbaar is, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 1B is een doorsnede van een wezenlijk onderdeel 20 van de verstuiver en toont vooral een variant van een afsluiter aangebracht in het vloeistofaanzuigkanaal voor werking in omgekeerde stand; figuur 2A is een vertikale doorsnede van een verstuiver, die in gewone en omgekeerde stand bruikbaar is, volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; 25 figuur 2B en 2C zijn een doorsnede en een aanzicht in perspectief van het wezenlijke onderdeel van de verstuiver van de tweede uitvoeringsvorm en tonen vooral een verandering van de afsluiter, die is aangebracht in het aanzuigkanaal voor een werking in de omgekeerde stand; figuur 2D is een aanzicht in perspectief van een wesenlijk 30 onderdeel van een afsluitklep voor een verdere uitvoeringsvorm; figuur 3 is een vertikale doorsnede van een verstuiver, die zowel in gewone als in omgekeerde stand bruikbaar is in een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 1* is een vertikale doorsnede van een verstuiver, 35 die in gewone en omgekeerde stand bruikbaar is, in een vierde uitvoerings- 790 5 2 11 > 3 * vorm van de uitvinding en figuur 5 is een vertikale doorsnede van een verstuiver, die in gewone en in omgekeerde stand bruikbaar is in een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding.
5 Sen eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, die voorkeur verdient, wordt hierna beschreven aan de hand van de figuren 1A en 1B.
Een pompmechanisme 2 is bevestigd aan het halsgedeelte van een vloeistofvat 1. Een verstuifkop 3 is aangebracht boven het pompmechanisme 2. De kop 3 is voorzien van een verstuivend mondstuk h en is ΙΟ bevestigd aan het boveneinde van een plunjer 5, die een dubbele rol heeft, namelijk een zuiger vormt voor het pompmechanisme 2 en een kanaal voor de vloeistof.
Het pompmechanisme 2 heeft een drukkamer 7, af gebakend door de plunjer 5 en een samenwerkende cilinder 6. De cilinder 6 is 15 opgehangen in het vloeistofvat 1 en met zijn boveneinde losneembaar verbonden met het mondingsgedeelte van het vloeistofvat 1 door middel van een schroefbus 8. Een schroefveer 9 voor het naar boven drijven van de plunjer is geplaatst in de cilinder 6. De plunjer 5 is gestoken in de cilinder 6 van de bovenzijde van laatstgenoemde af onder overwinnen van de 20 kracht van de veer 6 en is verschuifbaar in de cilinder 6.
De cilinder 6 is aan zijn ondergedeelte voorzien van een aanzuigklep 10, terwijl een niet getekende afvoerklep aanwezig is in het bovengedeelte van de plunjer 5. Een kleine bus 11 vormt één geheel met het ondergedeelte van de cilinder 6.
25 Bij deze inrichting is het mogelijk de vloeistof in de drukkamer 7 onder druk te brengen en de afvoerklep gedwongen te openen voor het verstuiven van de vloeistof van het mondstuk ^ af door indrukken van de verstuiverkopzuiger 3. Deze inrichting was bekend.
Indien de inwendige druk wordt verwaarloosd kunnen ver-30 schillende typen van kleppen worden toegepast, die het kanaal in de gewone en omgekeerde standen kunnen sluiten en openen, bijvoorbeeld een kogel-klep, een tongvormige klep en dergelijke. Die kleppen zijn dan de aanzuig-kleppen. De aanzuigklep 10 kan worden aangebracht aan het bovengedeelte van de cilinder 6, hoewel in de beschreven uitvoeringsvorm de aanzuigklep 35 10 is geplaatst bij het onderste gedeelte van de cilinder 6.
790 52 11 ' '4 ί
Verschillende dwarsboringen 12 zijn gevormd in het tussen-deel van de kleine bus 11. Deze boringen 12 kunnen samenwerken met een cilindrisch kleplichaam 13, vervaardigd van een elastisch materiaal, zoals zachte kunststof of rubber en opgenomen in de kleine boring 11. Het 5 kleplichaam 13 en de boringen 12 vormen tezamen een afsluitklep 13A. Het cilindrische kleplichaam 13 heeft een onderste voeteinde. Een naar binnen gerichte flens 13a is aanwezig, teneinde te verhinderen, dat het kleplichaam 13 aan het ondereinde wordt uitgebogen.
Tijdens de werking van de verstuiver in de gewone stand 10 sluit het cilindrische kleplichaam 13 de gaten 12 af, teneinde te verhinderen, dat lucht wordt aangezogen door een later nog tevermelden aanzuig-kanaal voor de werking in omgekeerde stand.
Anderzijds sluit tijdens de werking van de verstuiver in omgekeerde stand de kogelklep 17a van een een later te vermelden klep 17 15 voor het verhinderen ran het aanzuigen van lucht af op de tapse klepzitting 16. Wanneer dan vacuum in de drukkamer een bepaalde waarde overtreft, wordt het bovengedeelte van het cilindrische kleplichaam 13 naar binnen gebogen, zodat de dwarsboring 12 wordt geopend.
Een bus 1U is aangebracht rond de cilinder 6.
20 la het binnenomtreksvlak van deze bus 1U is een aanzuig- kanaal 15 gevormd voor de werking in omgekeerde stand. Dit kanaal heeft de vorm van een groef, die voert van het bovengedeelte van het vloeistof vat 1 naar de dwarsboring 12 van de kleine bus 11. De bus 1U heeft een onderste cilindrisch gedeelte lUa, dat naar omlaag uitsteekt uit het 25 ondereinde van de cilinder 6 en is„bevestigd aan een kleine cilinder 12, waarbij het onderste cilindrische gedeelte 1^a in die cilinder 12 is opgenomen.
Het ondereinde van de kleine bus 11 is gevormd als een naar omlaag gerichte tapse klepzitting 16. Een kogelklep 17a is aangebracht 30 in een cilindrisch deel 1*+a aan de onderzijde van de tapse klepzitting, zodat een klep 17 is gevormd voor het voorkomen van aanzuigen van lucht tijdens de werking in de omgekeerde stand. De kogelklep 17a wordt verhinderd te vallen door een schotel 18 aangebracht in het onderste cilindrische deel 14a. Een aantal groeven 18a is gevormd in het buitenste omtreks-35 vlak van de schotel 18. Een aanzuigpijp, die voert naar de bodem van het '790 5 2 11 «τ' 5 * vloeistofvat 1, is aangebracht aan het ondereinde van het onderste cilindrische orgaan ita. Wanneer dan de druk in de drukkamer 7 wordt verkleind tot een vacuum in de gewone stand van de verstuiver, stroomt de vloeistof in de drukkamer 7 door de aanzuigpijp 19» groef 18a, cilindrisch cj kleplichaam 13 en aanzuigklep 10. In dit geval sluit de kogelklep niet af op de tapse klepzitting 16, omdat de vloeistof aan de buitenzijde van de schotel 18 stroomt.
Het is mogelijk de tapse klepzitting 16a te vormen door het ondereinde van het cilindrische kleplichaam 13 te laten uitsteken uit 1Q het ondereinde van de kleine bus 16., zoals getekend in figuur 1B, in plaats van het aanbrengen van de tapse klepzitting 16 aan het ondereinde van de kleine bus 11.
De verstuiver, die bruikbaar is zowel in de gewone als in de omgekeerde stand, werkt bij deze constructie als volgt: .jcj Wanneer dé verstui verkop 3 wordt neergedrukt in de gewone stand van de verstuiver, gaat de plunjer 5 van het pomprnechanisme 2 naar omlaag. Aangezien de aanzuigklep 10 is gesloten, wordt de vloeistof in de drukkamer 7 onder druk gebracht, zodat de vloeistof wordt gedreven door de afvoerklep, die niet is getekend, naar het verstuivende mondstuk ^ en 2q door dit mondstuk wordt verstoven. De afvoerklep wordt automatisch gesloten, wanneer de druk in de drukkamer daalt. Dan houdt het verstuiven op.
Wanneer dan de verstuiverkop 3 wordt losgelaten, worden de plunjer 5 en de kop 3 naar omhoog bewogen door de veren 9, zodat de druk in de drukkamer 7 tot een vacuum wordt verminderd. Het gevolg is, 25 dat de aanzuigklep 10 wordt geopend, zodat vloeistof door de aanzuigpijp 19 kan worden aangezogen en verder*door de groef 18 en het cilindrische kleplichaam 13.
Tijdens dit aanzuigen rust de kogel 17a niet tegen de tapse klepzitting 16, omdat de kogel 17a tengevolge van zijn gewicht wordt 2Q op de schotel 18, zodat de vloeistof kan stromen door de buitenste om- treksgroef 18a van de schotel 18. Het vacuum, dat wordt getrokken in het cilindrische kleplichaam 13 is iets groter dan dat aan de buitenzijde daarvan. Aangezien echter de klep 17 voor het verhinderen van aanzuigen van lucht wordt gehouden in de geopende toestand, wordt de dwarsboring 25 12 nooit geopend door het cilindrische kleplichaam 13, zulks in tegen- 790 52 11 A .
ei i 6 stelling tot het geval van verken in omgekeerde stand, dat later vordt "beschreven, zodat de lucht wordt verhinderd in de drükkamer 7 binnen te stromen.
Bij de werking in omgekeerde stand wordt de vloeistof in 5 de drükkamer 7 onder druk gebracht voor het sluiten van de aanzuigklep 10, wanneer de verstuiverkop 3 wordt ingedrukt. Naarmate de kop 3 verder wordt ingedrukt wordt een hogere druk tot stand gebracht in de drükkamer 7, zodat de afvoerklep gedwongen wordt geopend en dan de vloeistof kan worden verstoven door het mondstuk De afvoerklep wordt automatisch 10 gesloten, wanneer de druk in de drükkamer daalt en het verstuiven ophoudt.
Wanneer de kop 3 wordt losgelaten, wordt de plunjer 5 teruggebracht door de kracht van de veer 9. De kogelklep 17a van de klep 17, die het aanzuigen van lucht verhindert, rust echter tegen de tapse klepzitting 16 als gevolg van de zwaartekracht. Ook is de aanzuigklep 1o 15 geopend. Daardoor worden de ruimten in de drükkamer 7 en het cilindrische kleplichaam 13 geevacueerd, zodat het cilindrische kleplichaam 13 de dvarsboring 12 kan openen en vloeistof de drükkamer 7 kan binnenstromen door het aanzuigkanaal 15 voor het werken in Omgekeerde stand en door de dvarsboring 12. Aangezien de klep 17 voor het verhinderen van luchtaan-2o zuiging gesloten wordt gehouden, wordt verhinderd dat lucht wordt binnengezogen in de drükkamer 7 door de zuigpijp 19, hoewel in deze toestand laatstgenoemde is blootgesteld aan de lucht.
De boven vermelde verstuiving vindt plaats, wanneer de verstui verkop 3 vervolgens wordt ingedrukt.
25 Bij de verstuiver, die in de gewone en in de omgekeerde stand bruikbaar is, zijn volgens de uitvinding een aanzuigklep 10 voor de werking in de gewone stand, een cilindrische klep 13, die zorgt voor het verhinderen van lucht aanzuigen en een aanzuigklep bij de werkingen in de gewone en de omgekeerde standen, alsmede een klep 17 voor het verhin-30 deren van luchtaanzuiging voor werking in de omgekeerde stand aangebracht in het ondergedeelte van het pompmechanisme 2, zodat lucht feilloos wordt verhinderd te stromen naar de drükkamer 7 bij de werking in een van de beide standen, teneinde het aanzuigen van alleen de vloeistof te waarborgen.
35 De aanzuigklep 10, het cilindrische kleplichaam 13 en'de klep 17 voor het verhinderen van lucht aanzuiging, die het mogelijk maken, 790 52 11 7 dat de verstuiver verstuift zowel in de gewone als in de omgekeerde stand, zijn achter elkaar opgesteld in het ondergedeelte van het pompmechanisme 2, zodat zij de ruimte in het vloeistofvat niet beperken. Door toevoeging" van het cilindrische kleplichaam 13, de bus 1U en de klep 17 voor het 5 verhinderen van luchtaanzuiging aan een gewone verstuiver, wordt die ook geschikt voor werken in de omgekeerde stand.
Het aanzuigkanaal 15 voor werking in omgekeerde stand wordt gevormd door een bus 14, die past rond de cilinder 6 van het pompmechanisme 2. Het is derhalve niet nodig een grote middellijn toe te pas-1Q sen voor het bovengedeelte van het pompmechanisme. Het pompmechanisme 2 kan gemakkelijk worden bevestigd aan de hals van de houder voor vloeistof en het pompmechanisme 2 kan stabiel worden ondersteund in het midden van de hals van die houder, zelfs wanneer laatstgenoemde een kleine middellijn heeft.
Aan de hand van de figuren 2A tot 2D wordt een tweede uit-voeringsvoorbeeld van de uitivhding beschreven.
Bij deze uitvoering is et cilindrische kleplichaam 13, dat de sluitklep 13A bij de eerste uitvoeringsvorm vormt, aangebracht aan de buitenomtrek van de kleine bus 11 van de cilinder 6. Blijkens figuur 20 2A wordt het centrale gedeelte 21a van een cilindrisch kleplichaam 21 in aanraking gehouden met hét tredevormig deel 22a van het binnenomtreks-vlak van een bus 22, die is aangebracht rond de cilinder 6, waardoor het cilindrische lichaam 21 wordt bevestigd aan de binnenzijde van de bus 22. Dan wordt het cilindrische kleplichaam 21 aangebrachtjond de cilinder 25 6 van de onderzijde van die cilinder af. Na dit aanbrengen is een vloei stof kanaal gevormd in het binnenoppervlak van het cilindrische kleplichaam 21 en aan de buitenzijde van de kleine bus 11 van de cilinder. Bovendien zijn een aantal ribben 23, gevormd aan het binnenomtreksvlak van de bus 22 op een geschikte afstand van elkaar, aangebracht aan de cilinder 6, 30 waardoor de bus 22 wordt bevestigd aan het pompmechanisme 2. Aanzuigkana-len 2h voor werking in de omgekeerde stand zijn gevormd tussen aangrenzende ribben 23 en staan in verbinding met de drukkamer 7 door de onderste kamer van de kleine bus 11.
Het cilindrische kleplichaam 21 is bovenaan bevestigd 35 aan het binnenomtreksvlak van de bus 1U, terwijl het ondergedeelte daar- 790 52 11 a 8 van is gevormd tot een kantelbaar onderdeel 2Vb, dat in innige aanraking is met de kleine bus 11 van de cilinder 6 op luchtdichte wijze. De klep 17 voor het verhinderen van luchtaanzuiging hij de eerste uitvoering is bij de tweede uitvoering als volgt uitgevoerd. Bij die tweede uitvoerings-5 vorm is de schotel 18 van de eerste weggelaten. Een steun 25 voor de kogelklep 17a is aangebracht in het ondergedeelte lUa van de bus 1U, De klepzitting 17b voor de kogelklep 17a is gevormd aan het bovengedeelte van het onderstuk iHa. Een groefvormig vloei stof kanaal 2 6 is gevormd in de binnenwand van het onderstuk 1^a.
10 De verdere onderdelen van deze tweede uitvoeringsvorm zijn gelijk aan die bij de eerste uitvoering. De verstuiver werkt bij de tweede uitvoering in hoofdzaak op dezelfde wijze als bij de eerste uitvoering, zowel in de gewone als in de omgekeerde stand voor het aanzuigen van vloeistof in de drukkamer en voor het verhinderen dat lucht de drukkamer 15 binnenstroomt. De tweede uitvoering heeft een voordeel, dat gelijkwaardig is met dat van de eerste uitvoering.
Het kantelbare onderdeel 21b van het cilindrische klep- · lichaam 21 kan naar omlaag worden gebogen aan zijn einde voor het openen van het aanzuigkanaal 2k, zulks alleen wanneer de druk in de kamer 7 20 wordt verkleind tot een vacuum, tijdens het werken in de omgekeerde stand.
De figuren 2B en 2C tonen een variant van het cilindrische kleplichaam 21 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld. Bij deze variant is een cilindrisch kleplichaam 27 aangebracht en bevestigd aan de kleine bus 11 van de cilinder 6 en een zwenkbaar onderdeel 27a is gevormd aan 25 het onderste omtreksgedeelte van het cilindrische kleplichaam 27, zodat het in aanraking is met de binnenomtrek van de bus 22 en daarop afdicht. Verder is een aantal ribben 27b gevormd op de omtrek van het bovengedeelte van het cilindrische kleplichaam 27, zodat vloeistofkanalen zijn gevormd tussen het cilindrische kleplichaam 27 en de bus 22. De bus 22 is aan 30 zijn binnenzijde voorzien van ribben 28 voor het versterken van de koppeling tussen de bus en de kleine bus 11.
Figuur 2D toont een andere uitvoeringsvorm van het cilindrische kleplichaam 27 van de tweede uitvoeringsvorm. In dit geval is het zwenkbare deel 27a van het kleplichaam 27 volgens figuur 2B gevormd 35 als een zijdelings lopend zwenkbaar deel 29, dat een afdichtende aanraking 790 5 2 11.
9 ί kan hebben aan zijn omtrek met de binnenomtrekswand van de bus 22.
Aan de hand van figuur 3 wordt een derde uitvoeringsvoorbeeld beschreven. Bij deze uitvoering is het cilindrische kleplichaam 13 volgens de eerste uitvoering aangebracht aan de omtrek van het boven-5 gedeelte van de cilinder 6. Een cilindrisch kleplichaam 31 van deze uitvoeringsvorm heeft een voetgedeelte, dat is aangebracht aan en bevestigd aan het bovenomtreksgedeelte van de cilinder 6 van het pornpmechanisme 2.
Het ondergedeelte van het cilindrische kleplichaam 31 vormt een hemd 31a, dat naar buiten is uitgespreid en het einde van het hemd 31a dicht 10 af op het binnenomtreksvlak van de bus 22.
Andere onderdelen van deze derde uitvoeringsvorm zijn gelijk aan die bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld. De verstuiver volgens deze derde uitvoeringsvorm kan een betrouwbaar aanzuigen van vloeistof tot in de drukkamer bewerkstelligen, terwijl wordt verhinderd, dat lucht 15 de drukkamer binnentreedt, zulks zowel in de gewone als in de omgekeerde stand, hetgeen ook het geval is bij de eerste uitvoeringsvorm.
Figuur h toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij het cilindrische kleplichaam 21 volgens de tweede uitvoeringsvorm is geplaatst tussen de kleine bus 11 van de cilinder 6 en een tussengelegen 20 steun biedend onderstuk aangebracht in de bus 22 in een gedeelte daarvan boven de klepzitting 1Tb. Het cilindrische kleplichaam k2 van deze uitvoeringsvorm heeft een voet, die is bevestigd aan de tussengelegen steun hl, terwijl een bovenste afdichtorgaan h2a ervan is opgenomen in de kleine bus 11. Derhalve staat de drukkamer 7 in verbinding met het aan-25 zuigkanaal 2h bij de werking in omgekeerde stand, wanneer het afdichtende gedeelte h2a naar binnen is gebogen. Wanneer dit gedeelte h2a niet is omgebogen, staat de aanzuigpijp voor vloeistof, die van de bus 22 naar omlaag loopt, in verbinding met de drukkamer 7 door het centrale gat van het cilindrische kleplichaam h2.
30 Andere onderdelen zijn hier gelijk aan die bij de tweede uitvoeringsvorm. De verstuiver volgens het vierde uitvoeringsvoorbeeld kan vloeistof aanzuigen in de drukkamer 7 zowel in de gewone als in de omgekeerde stand, terwijl weer verhinderd wordt, dat lucht de drukkamer 7 binnentreedt.
35 Figuur 5 toont een vijfde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij 790 5 2 11

Claims (5)

  1. 50 Andere gedeelten van deze vijfde uitvoeringsvorm zijn gelijk aan die van het tweede uitvoeringsvoorbeeld. Bij de vijfde uitvoeringsvorm staat de drukkamer 7 met een kenaal 53 in verbinding voor de werking in omgekeerde stand, wanneer het hemd 51a naar binnen wordt gebogen. Deze verstuiver kan derhalve 55 vloeistof in de drukkamer aanzuigen, terwijl wordt verhinderd, dat lucht die kamer binnentreedt, zulks zowel in de gewone stand als in de omgekeerde stand. Derhalve heeft deze uitvoeringsvorm hetzelfde voordeel als de eerstbeschreven uitvoering. 2o 1· Onder druk te brengen verstuiver, voorzien van een pompmechanisme, gevormd door een cilinder en een zuiger, welk pompmecha-nisme bedienbaar is door een verstuiverkop met een vertikale slag, zodanig dat, wanneer die kop naar omhoog wordt bewogen, de druk in de kamer afgebakend tussen de zuiger en de cilinder tot een vacuum daalt, zodat 25 een vloeistof kan worden binnengezogen uit een vloeistofvat door een- aan-zuigklep, zulks voor werking in de gewone stand van de verstuiver, terwijl, wanneer de verstuiverkop naar omlaag wordt bewogen een hoge druk wordt ontwikkeld in de drukkamer, zodat een afvoerklep gedwongen 'wordt geopend, wanneer de druk een zekere waarde heeft bereikt, waarna de' vloei-2o stof wordt geleid naar een verstuivend mondstuk in de verstuiverkop, met het kenmerk, dat een aanzuigkanaal aanwezig is voor werking in de omgekeerde standen een sluitklep is aangebracht in dat aanzuigkanaal en ingericht om slechts te worden geopend, wanneer de druk in de drukkamer is verminderd tot een vacuum, dat hoger is dan een bepaalde waarde bij het 35 werken van de verstuiver in omgekeerde stand. 790 52 11 \
  2. 2. Verstuiver volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sluitklep een dwarsboring heeft in een ondergedeelte van de cilinder en een cilindrisch kleplichaam is aangebracht aan de binnenzijde of de buitenzijde van dat gedeelte van de cilinder, vaar die dvarse boring is 5 gevormd.
  3. 3. Verstuiver volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat rond de cilinder van het pompmechanisme een bus is aangebracht, zodanig dat het aanzuigkanaal voor werking in de omgekeerde stand wordt gevormd tussen de bus en de cilinder en het aanzuigkanaalrordt geopend aan zijn 10 boveneinde en met zijn ondereinde in verbinding komt met de drukkamer in de cilinder, waarbij voorts een meegevend cilindrisch kleplichaam is geplaatst tussen de cilinder en de bus, zodat het aanzuigkanaal wordt omgeschakeld voor werking in omgekeerde toestand tussen een geopende stand en een gesloten stand. 15 1*. Verstuiver volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een bus is aangebracht rond de cilinder van het pompmechanisme, zodanig dat daartussen het aanzuigkanaal is gevormd voor de werking in omgekeerde stand, welk aanzuigkanaal is geopend aan zijn boveneinde en met zijn ondereinde in verbinding staat met de ruimte in een kleine bus, die steekt 20 uit het ondereinde van de cilinder en waarbij een meegevend cilindrisch kleplichaam is geplaatst tusse-n het ondereinde van de kleine bus en de andere bus en is ingericht voor het omschakelen van het aanzuigkanaal naar werken in ontkeerde stand tussen de geopende stand en de gesloten stand.
  4. 5. Verstuiver volgens êên van de conclusies 2, 3 en U, met het kenmerk, dat verder een terugslagklep is geplaatst in het aanzuigkanaal voor de werking in de gewone stand en verbonden met het ondereinde van de cilinder, welke klep is ingericht om te verhinderen, dat lucht de drukkamer binnenstroomt, wanneer de verstuiver zich bevindt in de om- 30 gekeerde stand.
  5. 6. Verstuiver, in hoofdzaak zoals beschreven en/of getekend. 790 52 11
NLAANVRAGE7905211,A 1978-11-07 1979-07-04 Verstuiver. NL182542C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8702997,A NL185610C (nl) 1978-11-07 1987-12-11 Handbediende verstuiver.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1978153522U JPS61899Y2 (nl) 1978-11-07 1978-11-07
JP15352278 1978-11-07
JP16478178U JPS6026840Y2 (ja) 1978-11-30 1978-11-30 手動ポンプ式噴霧器
JP16478178 1978-11-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7905211A true NL7905211A (nl) 1980-05-09
NL182542B NL182542B (nl) 1987-11-02
NL182542C NL182542C (nl) 1988-04-05

Family

ID=26482116

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7905211,A NL182542C (nl) 1978-11-07 1979-07-04 Verstuiver.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU513168B2 (nl)
IT (1) IT1124562B (nl)
NL (1) NL182542C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL182542B (nl) 1987-11-02
NL182542C (nl) 1988-04-05
IT7923916A0 (it) 1979-06-27
IT1124562B (it) 1986-05-07
AU4859479A (en) 1980-05-29
AU513168B2 (en) 1980-11-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4230242A (en) Triple seal valve member for an atomizing pump dispenser
US4735347A (en) Single puff atomizing pump dispenser
US4606479A (en) Pump for dispensing liquid from a container
US4371098A (en) Atomizer usable in both normal and inverted orientations
EP0930102B1 (en) Manual liquid sprayer
US4277001A (en) Invertible miniature atomizer of manual type
US4986453A (en) Atomizing pump
US5192006A (en) Low profile pump
US5341967A (en) Trigger sprayer for upright or inverted dispensing without leakage
EP0407494B1 (en) Sealing pump
US5115980A (en) Manually operated dual invertible pump
US5353969A (en) Invertible pump sprayer having spiral vent path
US6974055B2 (en) Adapter for a manually operated dispensing device of containers of liquid
JPH04267962A (ja) 出口通路内にある流体製品を作動の終期に吸入する流体製品噴霧または分与装置
US5301852A (en) Manually operated pump for dispensing liquid or creamy substances at a predetermined constant pressure
US5715973A (en) Manually operated fluid pump for dispensing lotion and the like
US5711461A (en) Liquid dispenser
US5738252A (en) Upright/inverted sprayer
US3949910A (en) Dispensing pump
US5108013A (en) Pump for dispensing liquid from a container
US6003737A (en) Enhanced micropump for the nebulization of fluids
JP5095357B2 (ja) ポンプ及びそれに取付ける容器
US7503466B2 (en) Pump and receptacle fitted therewith
US5775547A (en) Lotion dispensing pump with sealing plug for sealing pump chamber
NL7905211A (nl) Zowel in gewone rechte als omgekeerde standen bruik- bare verstuiver.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19990704