NL7905102A - Adaptor voor met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel. - Google Patents

Adaptor voor met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel. Download PDF

Info

Publication number
NL7905102A
NL7905102A NL7905102A NL7905102A NL7905102A NL 7905102 A NL7905102 A NL 7905102A NL 7905102 A NL7905102 A NL 7905102A NL 7905102 A NL7905102 A NL 7905102A NL 7905102 A NL7905102 A NL 7905102A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
adapter
adapter according
insulator
lead
Prior art date
Application number
NL7905102A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Amerace Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Amerace Corp filed Critical Amerace Corp
Publication of NL7905102A publication Critical patent/NL7905102A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/08Cable junctions
    • H02G15/10Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes
    • H02G15/103Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes with devices for relieving electrical stress
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/20Cable fittings for cables filled with or surrounded by gas or oil
    • H02G15/30Cable fittings for cables filled with or surrounded by gas or oil with devices for relieving electrical stress

Landscapes

  • Cable Accessories (AREA)
  • Gas Or Oil Filled Cable Accessories (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)

Description

p & c * «-_ % LW 5013-13 Ned.
Amerace Corporation, New York, N.Y., Verenigde Staten van Amerika.
Adaptor voor met papier geïsoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op elektrische verbindingen en betreft meer in het bijzonder een adaptor voor het af dichten van het einde van een met olie gevulde, met papier geisoleerde, met een loodmantel· uitgeruste elektrische energiedistributiekabel en 5 welke de installatie zo in het veld mogelijk maakt van een elektrisch verbindingsorgaan (connector) van het type, dat een vooraf gegoten elastomeer componentdeel toepast.
In de afgelopen jaren heeft de komst van geëxtrudeerde massieve diëlektrische kabels, zoals polyetheen geisoleerde elektrische kabels, 10 geleid tot de vervanging van de eerder gebruikte met olie gevulde, met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven kabels (bekend als "PILC" kabels) bij de installatie van elektrische energiedistributie-systemen. Vele bestaande systemen bevatten echter nog steeds werkzame met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven kabels. Wanneer een 15 sectie van een bestaande PILC kabel een gebrek vertoont, ontstaat de noodzaak door lassen een verbinding te maken met de nieuwe kabel, hetzij in de vorm van een andere PILC kabel of in de vorm van een moderne geëxtrudeerde massieve diëlektrische kabel, ter plekke in het veld, met de bestaande PILC kabel in het netwerk. Daarenboven is het soms nood-20 zakelijk enkel een bestaande PILC-kabel af te sluiten, ter plekke in het veld, met een geschikte afsluitinrichting.
Talloze lassen en terminatoren zijn vandaag de dag beschikbaar voor gebruik met papier geisoleerde, van een loodmantel voorziene kabels. Maar deze inrichtingen zijn in het algemeen omvangrijk en vragen 25 geschoolde werkers voor het tot stand brengen van de' olie-keringen, het omwikkelen met tape en het aaneen solderen van loden pijpen of buizen voor het gebruik van dergelijke inrichtingen. De behoefte is ontstaan aan een eenvoudige las of afsluiting, welke gemakkelijk wordt geïnstalleerd ter plekke in het veld aan het einde van een met olie 30 gevulde, met papier geisoleerde, met een loodmantel omgeven elektrische energiekabel. Daarenboven kan een dergelijke las worden gebruikt om een bestaand distributiesysteem, waarin PILC-kabels worden gebruikt, uit te 7905102 fr 4 * _ ' s t t ’ - 2 _ _ breiden door middelen te verschaffen waarmede PILC-kabels op eenvoudige wijze verbonden kunnen worden.
*· Tezamen met de ontwikkeling van de moderne geëxtrudeerde massieve diëlektrische kabels, is een verscheidenheid van elektrische verbindings-5 organen (connectors) ontwikkeld, waaronder verbindingsorganen en afsluitelementen ter plaatse van de las, welke geconstrueerd zijn uit vooraf gegoten elastomere componentdelen, die op eenvoudige wijze ter plekke in het veld samengesteld kunnen worden om verbindingen en afsluitingen tot stand te brengen in massieve diëlektrische kabels. In 10 een eerdere Amerikaanse aanvrage nr. 737.421, ingediend op 1 november 1976, wordt een werkwijze en een inrichting beschreven, die in staat is de alom tegenwoordige met olie gevulde, met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven kabel aan te passen voor gebruik met componentdelen van dergelijke moderne elektrische verbindingsorganen bij het construeren 15 van verbindingen tussen de PILC-kabel van het oudere type· en de nieuwere massieve diëlektrische kabel en in het enkel afsluiten van de PILC-kabel van het oudere type met een modern af sluitmiddel. Het zou voordelig zijn om het gebruik van de eerder geopenbaarde werkwijze en inrichting te kunnen uitbreiden zodanig dat daaronder op economische wijze een 20 wijder bereik van kabelgrootten valt alsmede de verschillende kabel- constructies.
Dienovereenkomstig verschaft de onderhavige -uitvinding een adaptor voor het af dichten van het einde van een met olie gevulde, met. papier geisoleerde,. met loodmantel omgeven (PILC) elektrische energie-25 kabel met diametrale afmetingen, die vallen binnen een wijd bereik van _ grootte en voor het aanpassen van de kabel aan het gebruik met elektrische verbindingsorganen van het type, dat vooraf gegoten elastomere componentdelen toepast voor verbinding of afsluiting van de kabel in een elektrisch energiedistributiesysteem.
30 In een ander opzicht verschaft de uitvinding een adaptor, zoals hierboven'beschreven, welke in het bijzonder geschikt is om te worden gebruikt in het veld door werkers, die niet erg geschoold behoeven te zijn bij handelingen zoals het omwikkelen met tape, het ingewikkelde aaneen solderen van loden pijpen of buizen en de constructie van olie-35 keringen.
790 5 1 02 -3 - k * Λ 3
In een ander opzicht verschaft de uitvinding een adaptor, zoals hierboven beschreven, welke, indien toegepast aan het einde van een met papier geïsoleerde, met loodmantel omgeven kabel, het einde compatibel zal maken met momenteel verkrijgbare elektrische verbindingsorganen van 5 het type, dat toegepast wordt bij het maken van verbindingen en afsluitingen, in het veld, bij de installatie van energiedistributie-systemen, welke geëxtrudeerde massieve diëlektrische kabels toepassen.
Daarnaast verschaft de uitvinding een adaptor, zoals hierboven beschreven, die een betrekkelijk eenvoudige constructie bezit, die in 10 staat is :op betrouwbare wijze dienst te doen in het veld en in staat is eenvoudige handelingen te verrichten, in het veld, voor het handhaven en installeren van elektrische energiedistributiesystemen.
Het is een oogmerk van de uitvinding de uitbreiding, reparatie en algemene modernisering van bestaande elektrische energiedistributie-15 systemen te vereenvoudigen.
Voorts verschaft de uitvinding een adaptor van het hierboven beschreven type, dat in staat is een ruim bereik van kabelgrootten aan te nemen zonder overeenkomstige veranderingen in grootte bij fundamentele componentonderdelen van de adaptor.
20 Bovendien verschaft de uitvinding een adaptor van het hierboven beschreven type, dat in staat stelt lasverbindingen te maken tussen PILC—kabels onder toepassing van moderne elektrische verbindingsorganen van het type, dat vooraf gegoten elastomere compónentdelen toepast.
Anderzijds verschaft de uitvinding een adaptor, zoals hierboven 25 beschreven, die verbeterde elektrische en mechanische gedragseigenschappen bezit, terwijl hij toch goedkoop te vervaardigen is in grote hoeveelheden van gelijkmatige hoge kwaliteit.
Teneinde aan alle hierboven genoemde doeleinden te kunnen beantwoorden verschaft de uitvinding een adaptor ingericht voor plaatsing 30 aan het einde van een elektrische hoogspanningskabel, waarvan de diametrale afmetingen binnen een gegeven bereik van grootten vallen, waarbij de kabel van het met olie gevulde type is, omvattende een geleider, een papieren isolator en een loden mantel, die elk een einde bezitten nabij het kabeleinde ten einde dat einde af te dichten en de 35 installatie mogelijk te maken van een elektrisch aansluitorgaan 790 5 1 02 ♦ « 4 ' ' ' ' .-4-. - (connector) van het type dat een voorgegoten elastomeer componentdeel toepast voor gebruik in een elektrisch energiedistributiesysteem, welke - adaptor bevat: een hulsgedeelte van isolerend materiaal, dat zich in axiale 5 richting uitstrekt tussen een eerste einde en een tweede einde, welk hulsgedeelte een zich in axiale richting uitstrekkend buitenoppervlak bezit alsmede een zich in axiale richting uitstrekkende boring met een inwendige diameter groter dan de diameter van de isolator van de kabel met de grootste diameter in het gegeven bereik van grootten, welk" 10 isolerend materiaal in wezen ondoordringbaar is voor water en voor de olie in de kabel; een geleider af dichtend gedeelte, dat één geheel vormt met het eerste einde van het hulsgedeelte en de boring in het hulsgedeelte afdicht nabij het eerste einde ervan, waarbij het geleider afdichtende 15 gedeelte een zich in axiale richting uitstrekkend (elektrisch geleidend omhulsel bezit, waaronder een inwendig kanaal, dat in verbinding staat met de boring in het hulsgedeelte en in diameter correspondeert met de diameter van de geleider van de kabel , waarbij het inwendige kanaal een gesloten einde bezit, verwijderd van het eerste einde van de huls; 20 een mantel afdichtend gedeelte, dat één geheel vormt met het tweede einde van het hulsgedeelte, welk mantel afdichtend gedeelte een zich in axiale richting uitstrekkend buiswandig gedeelte omvat, dat in staat is om te worden geplaatst naast de loden mantel ter afdichting van de voeg tussen de loden mantel en de adaptor; 25 een diëlektrisch vulmiddel aangebracht tussen de isolator van de kabel en het hulsgedeelte van isolerend materiaal om elke ruimte of luchtzak ertussen op te vullen; en een elektrisch spanning (stress) regelorgaan geplaatst naast het aansluiteinde van de loden mantel voor het regelen van een elektrische 30 spanning (stress) langs het tussenvlak tussen de isolator van de kabel en het diëlektrische vulmiddel.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van. de figuren der bijgaande tekeningen nader worden toegelicht.
Fig. 1 geeft in uitgetrokken toestand een langsaanzicht gedeelte-35 lijk in doorsnede van een adaptor vervaardigd volgens de uitvinding, 790 5 1 02 -5- V * 5 welke adaptor op het punt staat te worden geïnstalleerd aan het einde van een hoogspanningskabel in een energiedistributiesysteem;
Fig. 2 toont een langsdoorsnede van de adaptor van fig. 1 op zijn plaats aan het einde van de kabel; 5 Fig. 3 toont een langsdoorsnede van een volledig samengestelde las verbinding;
Fig. 4 geeft in uitgetrokken toestand een langsaanzicht, tevens doorsnede, waarbij een andere adaptor getoond wordt, die geconstrueerd is volgens de uitvinding en op het punt staat te worden geïnstalleerd 10 aan het einde van een hoogspanningskabel in een energiedistributie systeem?
Fig. 5 toont een langsdoorsnede van de adaptor van fig. 4 die op zijn plaats aan het kabeleinde is aangebracht; en
Fig. 6 toont een langsdoorsnede van een alternatieve constructie.
15 Onder verwijzing thans naar de tekening, en in het bijzonder naar fig. 1 t/m 3, dient een lasverbinding te worden gemaakt tussen de elektrische hoogspanningskabels 10 en 12 tzie fig. 3) in een energiedistributiesysteem. De kabel 10 is een met olie gevulde, met papier geïsoleerde, met loodmantel omgeven (PILC) kabel in een bestaand 20 energiedistributiesysteem. De kabel 12 is een meer moderne geëxtrudeerde massieve diëlektrische kabel, welke in het systeem dient te worden ingelast. De kabel 12 zou echter een andere PILC-kabel kunnen zijn, soortgelijk aan kabel 10. De las dient te worden gemaakt ter plekke in het veld, onder toepassing van een elektrisch verbindingsorgaan van het 25 hype, waarbij vooraf gegoten elastomere componentdelen worden toegepast, één en ander zoals uitvoeriger hieronder zal worden toegelicht.
De kabel 10 omvat een geleider 14, omhuld door een papieren isolator 16, die op zijn beurt omgeven is door een loden mantel 18, die een uitwendige afscherming vormt. Een relatief dunne laag 20 van geleidend 30 ' materiaal, in de vorm van een met koolstof geïmpregneerde papieren tape, is gelegen tussen de papieren isolator 16 en de loden mantel 18 en dient als een inwendige afscherming. De kabel 10 is gevuld met een (niet-weergegevenl diëlektrische olie. In tegenstelling daarmede omvat de kabel 12 een geleider 24, omhuld door een isolator 26 van een 35 geëxtrudeerd massief diëlectricum zoals een polytheen, dat op zijn beurt 790 5 1 02 -e-
* I
J ' » - 6 - omgeven is door een uitwendige afscherming 28 van een geleidend geëxtrudeerd massief materiaal, zoals geleidend polytheen.
Ten einde een lasverbinding tussen de afsluiteinden van kabels 10 en 12 te kunnen bewerkstelligen, is het afsluiteinde 32 van de kabel 5 10 voorbereid door eerst een gedeelte van de loden mantel 18 te verwijderen, en een gedeelte van de laag 20 ten einde een stuk van de papieren isolator 16 nabij het afsluiteinde 32 van de kabel van buiten af toegankelijk te maken en vervolgens een gedeelte van de van buiten af toegankelijke papieren isolator te verwijderen ten einde een stuk van 10 de geleider 14 lang te maken bij het afsluiteinde 32 van de kabel 10.
De laag 20 strekt zich iets voorbij het afsluiteinde van de loodmantel 18 uit. Een adaptor 50, vervaardigd volgens de uitvinding, wordt geschoven over het einde 32 van de kabel 10 en wordt bewogen langs de kabel naar de in fig. 2 weergegeven positie ten einde het kabeleinde 15 binnen de adaptor af te sluiten.
Zoals het beste te zien is in fig. 1 bestaat de adaptor 50 uit één stuk, waaronder een centraal hulsgedeelte in de vorm van huisorgaan 52, een voorste geleider afdichtend gedeelte in de vorm van een geleider afdichtend orgaan 54 en een achterste mantel afdichtend gedeelte in de 20 vorm van een mantel afdichtend orgaan 56. Het huisorgaan 52 is in het algemeen buisvormig, strekt zich' in axiale richting uit tussen een - voorste einde 60 en een achterste einde 62 en is geconstrueerd van isolerend materiaal. Het uitwendige oppervlak 64 van het huisorgaan 52 is in het algemeen cilindrisch en strekt zich in axiale richting uit 25 langs het huisorgaan, terwijl het inwendige oppervlak 66 een zich in axiale richting uitstrekkende boring 68 begrenst, die loopt door het huisorgaan. Het materiaal van het huisorgaan 52 is niet alleen voor zijn hoge diëlektrische eigenschappen gekozen , maar daarnaast voor zijn vermogen om de absorptie of doorlating van water, of olie van het type 30 toegepast binnen de kabel 10 te weerstaan. Een geschikt materiaal voor het huisorgaan 52 kan gekozen worden uit een verscheidenheid van glas en keramische materialen, alsmede uit kunstharsmaterialen.
Het geleider afdichtende orgaan 54 vormt één geheel met het huisorgaan 52 en omvat een overgangslichaam in de vorm van een kraag 7o, 35 die bevestigd is aan het voorste einde 60 van het huisorgaan 52 en een 7905102 7 t, * omhulsel in de vorm van een ferrule 72, die bevestigd is aan de kraag 70 en zich in axiale richting daarvan uitstrekt.
De ferrule 72 bezit een inwendig kanaal 74, dat in verbinding staat met de boring 68 in het huisorgaan 52 via een keel 76, die taps toeloopt van-5 af de nabije grotere diameter van de boring 68 naar de kleinere diameter van het kanaal 74, om redenen' die hieronder vollediger nog zullen worden beschreven. De ferrule 72 is gesloten door een eindwand 78 ter vorming van een afdichtende ferrule. Een schort 80 strekt zich naar achteren toe 'uit vanaf het andere einde van het geleider afdichtend orgaan 54, de 10 schort 80 en de kraag 70, die een gemeenschappelijk uitwendig oppervlak 82 bezit, dat zich bevindt in een oppervlak, dat gemeenschappelijk is met het uitwendige oppervlak 64 van het huisorgaan 52.
Het mantel afdichtende orgaan 56 vormt één geheel met het huisorgaan 52 en omvat een buiswandig gedeelte 84, dat in axiale richting 15 naar achteren uitsteekt, en een naar voren uitstekend verder gedeelte 86, dat bevestigd is aan het achterwaartse einde 62 van het huisorgaan 52.
Het mantel afdichtende orgaan 56 omvat een boring 96 met een inwendige diameter, die zeer nauwgezet is afgepast op de inwendige diameter van de boring 68 in het huisorgaan 52. Het mantel afdichtende orgaan 56 is 20 bij voorkeur vervaardigd uit een geleidend metaal, zoals lood, dat betrekkelijk gemakkelijk permanent kan worden gedeformeerd en dat gemakkelijk verenigd kan worden met de loden mantel 18, ter plekke in het ' veld, zoals door soldeertechnieken tussen loden pijpen of buizen voor doeleinden, die later duidelijk zullen worden.
25 De adaptor 50 is zodanig vervaardigd, dat het huisorgaan 52, de kraag 70 van het geleider afdichtend orgaan 54 en het mantel af dichtend orgaan 56 gebruikt kunnen worden in een wijd bereik van grootten voor de kabel 10. Aldus is de diameter D^ van de boring 96 van het mantel afdichtend orgaan 56 groot genoeg om te waarborgen dat het mantel afdichtend 30 orgaan 56 de loden mantel 18 zal opnemen van een kabel, die de grootste diameter D^ bezit in het bereik van kabel-grootten, waarop moet worden % aangepast, zoals geïllustreerd in fig. 2. De inwendige diameter D^ van de boring 68 is groter dan de diameter D^ van de isolator 16 van een kabel, die de grootste diameter bezit in het bereik van kabel-grootten, 35 waarop moet worden aangepast. Het verschil tussen D^ en of tussen D^ 7905102 * * f ~ 8 -- en D^ zal variëren afhankelijk van de kabel-grootte, maar en zijn groot genoeg gemaakt zodat er een ruimte zal bestaan tussen de kabel en het huisorgaan 52 en tussen de kabel en het mantel afdichtende orgaan 54. Ten einde die ruimte op te vullen en het vereiste elektrische gedrag in 5 de adaptor 50 te verkrijgen, wordt een diëlektrisch vulmiddel in de vorm van een verdere huls 100 van voegbaar elastomeer diëlektrisch materiaal geplaatst tussen de isolator 16 en het huisorgaan 52 ten einde elke ruimte of luchtzak ertussen op te vullen. De huls 100 kan vervaardigd zijn uit sponsachtig materiaal met gesloten cellen, waarbij de gesloten cellen 10 van beperkte grootte zijn en gevuld zijn met een geselecteerd gas ten einde ionisatie te weerstaan onder de spanningen, die zich in bedrijf voordoen. De samendrukbaarheid van het materiaal van de huls 100 stelt de huls 100 in staat zich te voegen naar de in beslag genomen ruimte en alle luchtzakken op te vullen, ongeacht het wijde bereik van kabel-15 grootten die geaccommodeerd moeten worden. De huls 100 kan geplaatst worden over de isolator 16 als een afzonderlijk constructiedeel voorafgaande aan de installatie van het huisorgaan 52, of kan verenigd worden met het huisorgaan 52 op de fabriek.
Elektrische spanning (stress) wordt geregeld door het gebruik van 20 een elektrische spanning (stress) regelorgaan in de vorm van een ring vormig orgaan 102 van elektrisch geleidend elastomeer materiaal met een boring 104, die een inwendige diameter bezit voor het aangrijpen van de kabel 10 nabij het afsluiteinde van de loodmantel 18, zoals te zien is in fig. 2. De uitwendige diameter van het ringvormige orgaan 102 is in 25 ingrijping met het huisorgaan 52 en het mantelafdichtende orgaan 54 nabij het achterste einde 62 van het huisorgaan 52. Aldus compenseert de wanddikte van een speciaal gekozen ringvormig lichaam 102 eventuele variaties in de afstand tussen de kabel en de adaptor als gevolg van de verschillende kabel-grootten in het te overbruggen bereik. Een naar buiten toe 30 trechtervormige spanning (stress) regelprofiel configuratie is aangebracht bij 106 ten einde de gewenste ontlasting van de spanning (stress) tot stant te brengen. De ventilatiekanalen 108 zijn aanwezig om eventuele lucht u«Lt het samenstel tijdens de installatie te ventileren.
Aldus wordt de vervaardiging van de adaptor 50 voor een wijd 35 bereik van kabel-grootte economisch gemaakt door het gebruik van een 7905102 i, * - 9 » t huisorgaan 52 van een enkele afmeting, verenigd met een mantel afdichtend orgaan 54 van een enkele afmeting en een kraag 70 van een enkele afmeting. Veranderingen in de grootte van de kabelmantel 18 en de isolator 16 worden dan geaccommodeerd door het ringvormige orgaan 102 en 5 de huls 100. Variaties in de grootte van de geleider 14 worden geaccommodeerd door de keuze van een geschikt verbindingsorgaan, zoals de ferrule 72, die verenigd is met de kraag 70. De kraag 70 vormt dus een overgangslichaam, waaraan kan worden bevestigd een elektrisch verbindings-elemetit van verschillende vormen en grootten.
10 Onder verwijzing thans naar fig. 2 wordt het einde 32 van de kabel 10 afgesloten.binnen de adaptor 50 door het ringvormige lichaam 102 te plaatsen in een positie boven het afsluiteinde 48 van de loodmantel 18 en het aangrenzende gedeelte van de isolator 16, de huls 100 te plaatsen over de rest van het van buiten af toegankelijke stuk isolator 15 16 en vervolgens het huisorgaan 52 te plaatsen, met het mantel afdichtende orgaan 54 en de ferrule 72, over het einde 32 van de kabel 10.
De diameter van het kanaal 74 binnen de ferrule 72 is in het algemeen complementair aan de diameter van het blank gemaakte gedeelte van de geleider. 14, waarbij de keuze van de kanaaldiameter bepaald wordt 20 door vaste toleranties, die standaard geworden zijn bij het ontwerp van buisvormige elektrische verbindingsorganen van het type, die in het algemeen gekrompen worden op geleiders van diverse afmetingen. De trechtervorm of keel 76 vergemakkelijkt het insteken en het zitting vinden van de geleider 14 binnen de ferrule 72. In bepaalde gevallen kan 25 het gewenst zijn om het van buiten af toegankelijke stuk isolator 16 te omwikkelen met een dun wikkel voorafgaande aan het instéken van het van buiten af toegankelijke stuk isolator in het huisorgaan 52 ten einde het uitrafelen van het papier van de isolator 16 uit te sluiten. In het geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld is een dun buisvormig wikkel 109 30 geplaatst over het van buiten af toegankelijke stuk isolator 16. De wikkel 109 kan vervaardigd zijn uit een elastisch of warm krimpbaar materiaal. Bij voorkeur is de wikkel 109 een buisvormig orgaan van warm krimpbaar elastomeer of een tape van siliconen rubber. Indien een wikkel 109 wordt toegepast wordt innig kontakt verkregen tussen de 35 isolator 16 en de wikkel 109, en tussen de wikkel 109 en het inwendige 7905102 ' - ; ·; ' ,ιο_ oppervlak van de huls 100.
Wanneer eenmaal de adaptor 50 op de juiste wijze zitting gevonden heeft aan het einde 32 van de kabel 10, wordt een afdichting bewerkstelligd tussen het buisvormige wandgedeelte 84 van het mantel afdichtende 5 orgaan 56 en de loden mantel 18 door het gedeelte 84 te reformeren tot de conische configuratie weergegeven in fig. 2, zodanig dat het gedeelte 84 in innig kontakt gebracht wordt met de loden mantel 18. De afdichting wordt voltooid door het gedeelte 84 te verenigen met de loden mantel 18, zoals door het aaneen solderen van loden pijpen bij 110 voor 10 het tot stand brengen van een waterdichte en voor olie ondoorlaatbare afdichting.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is de ferrule 72 een deel-van een elektrisch verbindingsorgaan in de vorm van een krimpsteel 111 met een equivalente ferrule 112 aan het tegenovergestelde einde ervan. De 15 krimpsteel 111 wordt gekrompen bij 113 op geleider 14. Zoals het beste te zien is in fig. 3 wordt een lasverbinding 114 voltooid tussen de kabels 10 en 12, zoals thans zal worden beschreven.
Naast een loden mantel 18 omvat de kabel 10 een niet-metallisch beschermend deksel 116. De kabel 12 bezit een metalen draadafscheming 20 118 naast de geleidende geëxtrudeerde afscherming 28, welke de kabel- isolatie omgeeft. De lasverbinding 114 past een uit één stuk bestaand huis 120 toe.
Bij het maken van de lasverbinding 114 ter plekke in het veld wordt het huis 120 geschoven over één der kabels 10 of 12 en bewogen 25 langs de kabelweg van het einde ervan. De afsluiteinden van de kabels worden voorbereid zoals beschreven en de adaptor 50 wordt geïnstalleerd op het einde van de kabel 10. In het geval, dat de kabel 12 een andere PILC-kabel is, zal de adaptor 50 een verder huisorgaan dmvatten, en een mantel afdichtend orgaan voor installatie over het einde van de kabel 12 30 op een wijze die identiek is met het installeren op de kabel 10, met een geleider afdichtend orgaan, dat voor beide adaptors gemeenschappelijk is. Indien de kabel 12 echter een massieve diëlektrische kabel is, zoals geïllustreerd, wordt een huls 124 geïnstalleerd op het einde van de kabel 12. De huls 124 wordt tegen beweging naar het afsluiteinde van de 35 geleider 24 van de kabel 12 (naar links zoals gezien in fig. 3) tegen- 7905102 -n- - 11 V * * gehouden door een gesplitste vasthoudring 128, die geklemd is aan de geleider 24 en aanligt tegen het voorste einde van de huls 124. De geleider 24 wordt gestoken in het andere einde van de krimpsteel 111.
De krimpplaatsen 34 bevestigen de geleider 24 in de krimpsteel 111.
5 Het huis 120 wordt vervolgens verplaatst over de gekrompen ver binding bewerkstelligd door de krimpsteel 111 ten einde de in fig. 3 geïllustreerde positie in te nemen. Het door de loden mantel 18 verschafte afscherming wordt elektrisch gecontinueerd door het elektrisch geleidende uitwendige gedeelte 140 van het huis 120 en het elektrisch geleidende 10 achterste gedeelte 142 van de huls 124 naar de afscherming 28 van de kabel 12. De door de draadafscherming 118 van de kabel 12 verschafte aarding wordt verbonden met de loden mantel 18 van de kabel 10 door een gekrompen verbinding 150 tussen een uitsteeksel 152 van de draad van de afscherming 118 en een stuk aardingskabel 154 gesoldeerd aan de loden 15 mantel 18 bij 156. Het huis 120 omvat een tussengelegen gedeelte 160 van isolerend elastomeer materiaal en een inwendig afschermingssysteem in de vorm van een inwendig gedeelte 162 van geleidend elastomeer materiaal.
Terugkerend thans naar fig. 4 en 5 wordt daarin een andere adaptor 180 weergegeven die vervaardigd is volgens de beginselen van de 20 uitvinding en op het punt staat te worden geïnstalleerd aan het einde 32 van een PILC-kabel 10, die een geleider 14 bevat alsmede een isolator 16 en een loden mantel 18, zoals in het hiervoor beschreven uitvoerings-voorbeeld. De adaptor 180 is soortgelijk aan de adaptor 50 doordat de adaptor 180 een huisorgaan 52 omvat, alsmede een geleider afdichtend 25 orgaan 54 en een mantel afdichtend orgaan 56, die allen vervaardigd zijn op dezelfde wijze zoals beschreven hierboven in verband met de adaptor 50.
In dit geval echter is het diëlektrische vulmiddel, dat bestemd is om de ruimte tussen het blank gemaakte stuk isolator 16 en het huisorgaan 52 op te vullen, in de vorm van een niet-migrerend diëlektrisch 30 fluïdum 182. Het diëlektrische fluïdum 182 wordt geplaatst binnen het huisorgaan 52 en het mantel afdichtend orgaan 56 voorafgaande aan de plaatsing van de adaptor 180 overeet kabeleinde 32. Een elektrische spanning (stress) regelorgaan 184 met een constructie soortgelijk aan het ringlichaam 102 wordt geïnstalleerd zoals hiervoor. In dit geval echter 35 is het lichaam 184 voorzien van extra ventilatiekanalen 186, zodat naar- 7905102 - 12 - mate het opgevulde huisorgaan 52 en het mantel afdichtende orgaan 56 geschoven worden op het kabeleinde 32, overmaat diëlektrische fluïdum 182 afgescheiden wordt door de ventilatiekanalen 186, welke eventueel ingesloten lucht wegdraagt met afgescheiden diëlektrische fluïdum. Aldus 5 vult het diëlektrische fluïdum 182 de gehele ruimte op tussen de blank gemaakte isolator 16 en het huisorgaan 52.
Het diëlektrische fluidum 182 is niet-migrerend zodat het zal blijven binnen de adaptor 180 en zich niet zal verplaatsen langs de kabel. Het diëlektrische fluidum 182 is voldoende vloeibaar tijdens de 10 aanvankelijke samenstelling ten einde het invangen van lucht zo gering mogelijk te maken en te laten afvloeien door ventilatiekanalen 186, doch biedt voldoende viscositeit om verspilling ervan tijdens de montage te voorkomen. Het zal zich in een betrekkelijk korte periode zetten tot een gel-achtige verbinding van hoge viscositeit, die een afdruipen in de 15 kabel zal voorkomen en een vergrote diëlektrische sterkte zal verschaffen.
Het moet compatibel zijn met de verschillende oliën, die in een kabel 10 kunnen voorkomen. Diëlektrische oliën, zoals polybuteen en siliconen oliën zijn geschikt als diëlektrisch fluidum 182.
Onder verwijzing thans naar fig. 6 wordt daarin een alternatieve 20 constructie weergegeven, waarbij een adaptor 200 wordt geïnstalleerd aan het einde 32 van de PILC-kabel 10. In dit geval wordt elektrische spannings (stress) regeling verkregen door het gebruik van een elektrisch spannings (stress) regelorgaan 202, dat een buisvormige structuur bezit, geconstrueerd uit een spannings (stress) sorteermateriaal, 25 dat rechtstreeks opgebracht is op de isolator 16 van de kabel 10, langs het blank gemaakte stuk van de isolator 16 tussen het afsluiteinde van de loden mantel 18 en het afsluiteinde van de isolator 16. Het geïllustreerde spannings (stress) sorteermateriaal is een half-resistief materiaal, dat opgebracht wordt hetzij in de vorm van een half-resistieve 30 tape of een buis van warm krimpbaar, half resistiéf elastomeer materiaal geplaatst over de isolator 16. Spannings (stress) sortering wordt verkregen door een constructie, welke een buitenste oppervlak 204 omvat, dat een grotere diameter bezit nabij het afsluiteinde van de loden mantel 18, waarbij het uitwendige oppervlak 204 in diameter vermindert 35 naar het afsluiteinde toe van de isolator 16 uit hoofde van de 7905102

Claims (15)

1. Adaptor ingericht voor plaatsing aan het einde van een elektrische hoogspanningskabel, waarvan de diametrale afmetingen binnen een gegeven bereik van grootten vallen, waarbij de kabel van het met 20 olie gevulde type is, omvattende een geleider, een papieren isolator en een loden mantel, die elk een einde bezitten nabij het kabeleinde ten einde dat einde af te dichten en de installatie mogelijk te maken van een elektrisch aansluitorgaan (connector) van het type dat een voorgegoten elastomeer componentdeel toepast voor gebruik in een elektrisch 25 energiedistributiesysteem, welke adaptor bevat: een hulsgedeelte van isolerend materiaal, dat zich in axiale richting uitstrekt tussen een eerste einde en een tweede einde, welk hulsgedeelte een zich in axiale richting uitstrekkend buitenoppervlak bezit alsmede een zich in axiale richting uitstrekkende boring met een 30 inwendige diameter groter dan de diameter van de isolator van de kabel met de grootste diameter in het gegeven bereik van grootten, welk isolerend materiaal in wezen ondoordringbaar is voor water en voor de olie in de kabel; 790 5 1 02 -i4- * *r ' * • * « - - Ilf— een geleider afdichtend gedeelte, dat len geheel vormt met het eerste einde van het hulsgedeelte en de horing in het hulsgedeelte afdicht nabij het eerste einde ervan, waarbij het geleider afdichtende gedeelte een zich in axiale richting uitstrekkend elektrisch geleidend 5 omhulsel bezit, waaronder een inwendig kanaal, dat in verbinding staat met de boring in het hulsgedeelte en in diameter correspondeert met de diameter van de geleider van de kabel, waarbij het inwendige· kanaal een gesloten einde bezit, verwijderd van het eerste einde van de huls; een mantel afdichtend gedeelte, dat een geheel vormt met het 10 tweede einde van het hulsgedeelte, welk mantel af dichtend gedeelte een zich in:axiale richting uitstrekkend buiswandig gedeelte omvat, dat in staat is om te worden geplaatst naast de loden mantel ter afdichting van de voeg tussen de loden mantel en de adaptor; een diêlektrisch vulmiddel aangebracht tussen de isolator van de 15 kabel en het hulsgedeelte van isolerend materiaal om elke ruimte of luchtzak ertussen op te vullen; en een elektrisch spanning (stress) regelorgaan geplaatst naast het aansluiteinde van de loden mantel voor het regelen van een elektrische spanning (stress) langs het tussenvlak tussen de isolator van de kabel 20 en het diëlektrische vulmiddel,
2. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buiswandige gedeelte van het mantel afdichtende gedeelte een inwendige diameter bezit die groter is dan de uitwendige diameter van de loden mantel van de kabel van de grootste diameter in het gegeven bereik van 25 grootten, zodanig dat de loden mantel opgenomen zal worden in het buiswandige gedeelte, welk buiswandige gedeelte in staat is tot permanente vervorming naar de lodenmantel en de vorming van een olie- en wat eraf-'. \ dichting daarmede.
3. Adaptor volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het 30 buiswandige gedeelte vervaardigd is uit een metaal, dat zich kan verenigen met de loden mantel voor het tot stand brengen van de olie- en water- afdichting. k. Adaptor volgens êên der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mantel afdichtende gedeelte een uit ëên stuk bestaand, 35 elektrisch geleidend metalen lichaam is, dat een buitenste oppervlak bezit, 790 5 1 02 -15- " - i, C * 15- dat gelegen is in een gemeenschappelijk uitwendig oppervlak met het buitenste oppervlak van het hulsgedeelte.
5. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleider afdichtende gedeelte een overgangslichaam omvat, dat bevestigd 5 is aan het hulsgedeelte en een geleider verbindingselement, dat integraal gemaakt kan worden met het overgangslichaam.
6. Adaptor volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat het overgangslichaam een metalen kraag omvat, die grenst aan het eerste einde van het hulsgedeelte, waarbij de kraag een zich in axiale richting 10 uitstrekkend uitwendig oppervlak bezit, dat gelegen is in een gemeenschappelijk oppervlak met het buitenste oppervlak van het hulsgedeelte. 7* Adaptor volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het geleider verbindingselement omvat: een ferrule, die het inwendige kanaal draagt voor het opnemen 15 van het afsluiteinde van de geleider; en een verder verbindingsorgaan om een direkte verbinding van het geleider verbindingselement in een voltooide elektrische verbinding mogelijk te maken.
8. Adaptor volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de ferrule 20 vervaardigd is uit een krimpbaar metaal.
9. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het diêlektrische vulmiddel een verdere huls van een voegbaar elastomeer dielektrisch materiaal omvat voor plaatsing tussen de isolator van de kabel en de inwendige diameter van het hulsgedeelte van de adaptor, 25 waarbij de verdere huls een wanddikte bezit om dimensionele variaties te compenseren, die het gevolg zijn van het wijder bereik van grootten van de kabel. * 10. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het diêlektrische vulmiddel een niet-migrerend diêlektrisch fluidum omvat.
11. Adaptor volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het niet-migrerende diêlektrische fluidum een diêlektrische olie bevat.
12. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het elektrische spannings (stress) regelorgaan een ringvormig lichaam omvat van elektrisch geleidend elastomeer materiaal met een inwendige diameter 35 voor het aangrijpen van de kabel nabij het afsluiteinde van de loden 790 5 1 02 16-. mantel» een uitwendige diameter voor het aanliggen tegen het hulsgedeelte en het mantel afdichtend gedeelte nabij het tweede einde van het huls gedeelte, en een naar buiten toe trechtervormig verlopende spannings (stress) regelprolielconfiguratie.
13. Adaptor volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het dielektrische vulmiddel een verdere huls van voegbaar diëlektrisch materiaal omvat voor plaatsing tussen de isolator van de kabel en de inwendige diameter van het hulsgedeelte van de adaptor, waarbij de verdere huls een wanddikte bezit voor het compenseren van dimensionele 10 variaties die resulteren uit het wijde bereik van grootten van de kabe. lU. Adaptor volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het dielektrische vulmiddel een niet-migrerend diëlektrisch fluïdum omvat en het elektrische spannings (stress) regelorgaan ten minste êén ventilatiekanaal omvat voor het ventileren van lucht en overmaat fluïdum 15 tijdens het installeren van de adaptor.
15. Adaptor volgens conclusie 1k, met het kenmerk, dat het dielektrische fluïdum een dielektrische olie bevat.
16. Adaptor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het elektrische spannings (stress) regelorgaan een buisvormige structuur 20 omvat van spannings (stress) sorteermateriaal voor plaatsing langs de isolator van de kabel tussen het afsluiteinde van de loden mantel en het afsluiteinde van de isolator.
17. Adaptor volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de buisvormige constructie een half-resistieve tape bevat.
18. Adaptor volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de buisvormige constructie een half-resistieve kunstharsen buis bevat.
19. Adaptor volgens êén der conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de buisvormige constructie een uitwendig oppervlak omvat met een maximale diameter nabij het afsluiteinde van de loden mantel, welk 30 uitwendig oppervlak in diameter verminderd gaande naar het afsluiteinde van de isolator. 7905102
NL7905102A 1978-06-29 1979-06-29 Adaptor voor met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel. NL7905102A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US92040178 1978-06-29
US05/920,401 US4234755A (en) 1978-06-29 1978-06-29 Adaptor for paper-insulated, lead-jacketed electrical cables

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905102A true NL7905102A (nl) 1980-01-03

Family

ID=25443679

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905102A NL7905102A (nl) 1978-06-29 1979-06-29 Adaptor voor met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4234755A (nl)
JP (1) JPS5510895A (nl)
BE (1) BE877360A (nl)
BR (1) BR7904106A (nl)
CA (1) CA1133996A (nl)
CH (1) CH634693A5 (nl)
DE (1) DE2926122A1 (nl)
FR (1) FR2430118A1 (nl)
GB (1) GB2024536B (nl)
IT (1) IT1119781B (nl)
MX (1) MX146849A (nl)
NL (1) NL7905102A (nl)
SE (1) SE7905288L (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK156351C (da) * 1986-05-07 1990-01-02 Nordiske Kabel Traad Fremgangsmaade ved retablering af halvledende lag omkring en kabelsplejsning samt manchet til brug ved udoevelse af fremgangsmaaden
JPS63241481A (ja) * 1987-03-30 1988-10-06 Yokogawa Medical Syst Ltd ソナ−システムのヘテロダイン受信機
SE514063C2 (sv) * 1997-12-22 2000-12-18 Abb Ab Förfarande för framställning av en elektrisk anordning med ett isoleringssystem som omfattar en porös, fibrös och/eller laminerad fast del impregnerad med en dielektrisk vätska, en porös, fibrös och/eller laminerad kropp och användning därav i en elektrisk anordning
US6957720B2 (en) * 2003-02-28 2005-10-25 Kuo Yung-Pin Self-lubrication cable assemblies
WO2008131179A1 (en) 2007-04-20 2008-10-30 Shell Oil Company In situ heat treatment from multiple layers of a tar sands formation
EP2182602B1 (de) * 2008-10-28 2014-12-03 Nexans Vorrichtung für eine Verbindungungsstelle zwischen zwei elektrischen Hochspannungskabeln
US8178782B2 (en) * 2008-11-11 2012-05-15 Tyco Electronics Corporation High voltage electrical cable assembly
US8816203B2 (en) * 2009-10-09 2014-08-26 Shell Oil Company Compacted coupling joint for coupling insulated conductors
US9466896B2 (en) * 2009-10-09 2016-10-11 Shell Oil Company Parallelogram coupling joint for coupling insulated conductors
US8967259B2 (en) 2010-04-09 2015-03-03 Shell Oil Company Helical winding of insulated conductor heaters for installation
US8943686B2 (en) 2010-10-08 2015-02-03 Shell Oil Company Compaction of electrical insulation for joining insulated conductors
US8732946B2 (en) 2010-10-08 2014-05-27 Shell Oil Company Mechanical compaction of insulator for insulated conductor splices
US8857051B2 (en) 2010-10-08 2014-10-14 Shell Oil Company System and method for coupling lead-in conductor to insulated conductor
CA2832295C (en) 2011-04-08 2019-05-21 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Systems for joining insulated conductors
ES2648265T3 (es) * 2011-05-19 2017-12-29 Prysmian S.P.A. Terminación para cables eléctricos y fabricación de dicha terminación
JO3139B1 (ar) 2011-10-07 2017-09-20 Shell Int Research تشكيل موصلات معزولة باستخدام خطوة اختزال أخيرة بعد المعالجة الحرارية.
JO3141B1 (ar) 2011-10-07 2017-09-20 Shell Int Research الوصلات المتكاملة للموصلات المعزولة
US9080917B2 (en) 2011-10-07 2015-07-14 Shell Oil Company System and methods for using dielectric properties of an insulated conductor in a subsurface formation to assess properties of the insulated conductor
BR112015009862A2 (pt) * 2012-10-30 2017-07-11 Eaton Ind Netherlands Bv conexão de média voltagem
US10439383B2 (en) * 2016-12-21 2019-10-08 Te Connectivity Corporation Seal systems for oil-filled cable terminations and assemblies and methods including the same
US10381817B1 (en) 2018-02-28 2019-08-13 Te Connectivity Corporation Cable oil barrier systems for oil-filled cable terminations and assemblies and methods including the same

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD22294A (nl) *
GB542842A (en) * 1940-06-25 1942-01-29 Standard Telephones Cables Ltd Improvements in or relating to barrier joints or terminations for electric power cables
US2523313A (en) * 1941-07-08 1950-09-26 Int Standard Electric Corp Joint and termination for electric power cables
US2373843A (en) * 1942-10-28 1945-04-17 G & W Electric Speciality Co Insulated electrical conductor terminal structure
CH320899A (it) * 1953-04-22 1957-04-15 Pirelli Dispositivo di giunzione di due conduttori elettrici ad alta tensione di cui uno almeno è un cavo isolato
US3242255A (en) * 1964-02-03 1966-03-22 Cons Edison Co New York Inc Cable terminal assembly
US3317654A (en) * 1964-12-16 1967-05-02 Joslyn Mfg & Supply Co Electrical cable terminal
US3471628A (en) * 1967-11-15 1969-10-07 Ohio Brass Co Oil-filled cable terminal with conductive,elastomeric stress cone
US3548070A (en) * 1969-05-06 1970-12-15 Chance Co Ab Pothead with pressurized dielectric
BE794352A (fr) * 1972-01-21 1973-05-16 Joslyn Mfg & Supply Co Dispositif d'extremite dit de terminaison pour cables a haute tension pour leur fermeture ou leur jonction a un autre cable
US3796821A (en) * 1972-10-06 1974-03-12 G & W Electric Speciality Co High voltage cable termination
US3876820A (en) * 1974-02-01 1975-04-08 Detroit Edison Co Pressurized fluid insulation for high voltage cable
US4159860A (en) * 1975-05-14 1979-07-03 The Scott & Fetzer Company High voltage cable coupler with termination adaptor
US4110550A (en) * 1976-11-01 1978-08-29 Amerace Corporation Electrical connector with adaptor for paper-insulated, lead-jacketed electrical cables and method

Also Published As

Publication number Publication date
GB2024536B (en) 1982-11-17
FR2430118A1 (fr) 1980-01-25
GB2024536A (en) 1980-01-09
MX146849A (es) 1982-08-25
BE877360A (fr) 1979-12-31
CH634693A5 (fr) 1983-02-15
CA1133996A (en) 1982-10-19
JPS5510895A (en) 1980-01-25
IT7949559A0 (it) 1979-06-27
FR2430118B1 (nl) 1984-11-23
DE2926122A1 (de) 1980-01-10
US4234755A (en) 1980-11-18
SE7905288L (sv) 1979-12-30
BR7904106A (pt) 1980-04-01
JPS6227608B2 (nl) 1987-06-16
IT1119781B (it) 1986-03-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7905102A (nl) Adaptor voor met papier geisoleerde, met loodmantel omgeven elektrische kabel.
US4110550A (en) Electrical connector with adaptor for paper-insulated, lead-jacketed electrical cables and method
CN104620444B (zh) 线缆连接器系统和包括其的方法
US5573410A (en) Variable size entry insert for cable accessories and method
US3992567A (en) Internal stress-grading system for electrical connections
EP0233002B1 (en) Electrical cable splice enclosure
CA1073537A (en) Fluid assisted installation of electrical cable accessories
KR900013684A (ko) 차폐단부 접속장치용 댐
US4238639A (en) Joint for low and medium voltage electric cables
US3402381A (en) Corona resistant connector assembly
GB1591597A (en) Electrical connector
GB2141882A (en) Co-axial cable plugs and sockets
GB2040112A (en) Splice connector housing with shield break
US3244796A (en) Mineral-insulated cable connector
US11476598B2 (en) Partly pre-assembled cable joint
US4225746A (en) Oil-filled electric cable joint without oil channel in joint insulation
US11424608B2 (en) Devices and methods for electrical cable splices
EP0039161B1 (en) Multi-core cable connection for medium voltage cable
US2871283A (en) Cable termination
GB2288696A (en) Cable splice or termination
US1756080A (en) Insulated cable joint
US1819882A (en) Insulated cable joint
CN110199147A (zh) 用于两个液压回路之间流体通道的连接体、配件、液压系统及相关安装方法
GB2080010A (en) High Tension Ignition Cable
EP0322160A2 (en) Cable seals

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed