NL7903760A - Tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal. - Google Patents

Description

1 t C. van der lely ïï.V. te Maasland "Tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal”

De uitvinding heeft betrekking op een tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal, voorzien van ten minste één wielstel...

Volgens de uitvinding zijn ten minste twee zich 5 in de rijrichting uitstrekkende tanks onder een hoek tot het horizontale .vlak aan het wielstel aangebracht. Met deze constructie kan de inhoud van de tank gemakkelijk gelost worden. Verder wordt hierdoor een laag zwaartepunt van de tank verkregen.

JO Volgens een verdere constructie van de tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal voorzien van ten minste een wielstel, bestaat volgens de uitvinding de tank uit ten minste twee in de langsrichting gescheiden delen. Op deze wijze wordt in het bijzonder bij het rijden 15 in bochten een betere wegligging verkregen. In het bijzonder wanneer de tanks niet geheel gevuld zijn zal hierdoor het zwaartepunt van de tank met de vloeistof zich in de dwars-richting van de lengte van de tanks niet zodanig kunnen - verplaatsen dat de wegligging daardoor op ongewenste wijze 20 nadelig zou worden beïnvloed. Een gunstige constructie van deze tank volgens de uitvinding wordt verkregen wanneer de beide tanks aan weerszijden van een vertikaal vlak zijn gelegen dat de langshartlijn van de tank bevat.

De tank voor het transporteren van vloeibaar 25 materiaal voorzien van ten minste een wielstel, heeft volgens een verder uitvoeringsvorm van de uitvinding ten minste twee ongeveer cilindrische tanks die met een derde, ongeveer cilindrische, tank zijn verbonden. Op deze wijze wordt een gunstige constructie verkregen voor de 30 opstelling van de drie tanks. De derde tank kan hierbij vast~verbonden zijn met de eerste twee tanks en achter de 790 3 7 6 0 2 eerste twee tanks zijn aangebracht en met het wi els tel worden gekoppeld. Hierdoor kunnen de twee eerste tanks althans gedeeltelijk laag aangebracht worden zodat een laag zwaartepunt wordt verkregen wat de wegligging van de tank 5 aanzienlijk verbetert. Een verbetering van de wegligging wordt ook bereikt wanneer bij de tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal voorzien van een wielgestel volgens de uitvinding een bovenkant van een zich in de rijrichting uitstrekkende tank lager is dan een andere zich in de 10 rijrichting uitstrekkende aan het zelfde wielstel aangebrachte tank.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen van een gunstig uitvoeringsvoorbeeld. .

Pig. 1 is een zijaanzicht van een tank volgens de 15 uitvinding,

Pig. 2 is een bovenaanzicht van de tank volgens fig. 1, gezien in de richting volgens de pijl II -in-fig. 1,

Pig. 3 geeft op vergrote schaal een doorsnede over de tank weer, gezien volgens de lijn III - III in 20 figuur 1.

De in de figuren weergegeven tank volgens de Uitvinding is als trailerwagen uitgevoerd, die met een voertuig zoals een trailertrekker gekoppeld kan worden.

Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de tank 1 .volgens 25 de uitvinding omvat twee lange tanks 2 en 3 die gelijkelijk verdeeld over hun lengte met elkaar zijn gekoppeld door koppelingsstrippen 4· Nabij de, ten opzichte van de normale voortbewegingsrichting 38, voorzijde van de tank 1 zijn de tanks 2 en 3 met elkaar gekoppeld door een koppelingsplaat 30 5. De koppelingsplaat 5 is, wat in de tekeningen niet verder is weergegeven, uitgevoerd als een koppeling, die aan een trekkervoertuig gekoppeld kan worden. De, ten opzichte van de normale voortbewegingsrichting 38, achterzijden van de tanks 2 en 3 zi jn nog met elkaar gekoppeld 35 door een derde tank 6.

7903760 % 3

De tank 6 heeft een lengte 7» die aanzienlijk korter is dan de lengte δ van de tanks 2 en 3, die van gelijke lengte zijn· De lengte van de tank 6 is ongeveer 4 m, terwijl de lengte 8 van de tanks 2 en 3 ongeveer 11 m 5 is· De lengte van de tanks 2 si 3 is dus 2,5 a 3 maal zo groot als de lengte 7 van de tank 6· De tank 6 ligt met het voor einde op en tussen de achtereinden van de tanks 2 en 3« De achtereinden van de tanks 2 en 3 en het vooreinde van de tank 6 zijn zodanig gevormd dat zij passend op 10 elkaar aansluiten en onderling met elkaar zijn bevestigd.

De tanks 2 en 3 hebben doorsneden die aan elkaar gelijk zijn·

De tanks 2 en 3 zijn cilindrisch met diameters 9 van ongeveer 1,10 m. De tank 6 is eveneens cilindrisch en heeft een diameter 18, die kleiner is dan de diameters van de 15 tanks 2 en 3· De diameter 18 bedraagt in dit uitvoerings- voorbeeld ongeveer 90 cm· Bij voorkeur zullen de diameters van de tanks 2, 3 en 6, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld, althans ongeveer aan elkaar gelijk zijn.

Onder het midden van de lengte 7 van de tank 6 20 is een wielstel 11 aangebracht. Het wielstel 11 is bevestigd aan een brug 15, die met de tank 6 is verbonden.

Het wielstel omvat twee tandemassen met vier wielen 21 ·

De tanks 2, 3 en 6 zijn ieder over hun gehele lengte van gelijke doorsnede en recht, waarbij zij evenwijdig aan 25 elkaar zijn gelegen. De tanks 2, 3 en 6 liggen in de nor male vervoersstand van de tank, zoals die in de tekeningen is weergegeven, schuin naar beneden naar achteren onder een hoek 14 ten opzichte van het horizontale vlak van ongeveer 4,5°· De achtereinden van de tanks 2 en 3 zijn 30 nog met het wielstel 11 verbonden door halken 12, die met het brugstuk 15 zijn gekoppeld en met een ver bindings plaat 13, die tussen de achtereinden van de tanks 2 en 3 is aangebracht· Het wielstel 11 ligt geheel achter de tanks 2 en 3. De tank 6 ligt in zijn geheel op een hoogte 35 zodanig, dat de onderzijde daarvan gelijk ligt met een 790 3 7 60 ,: ' 4 > =/ vlak 10, dat de langshartlijnen van de tanks 2 en 3. bevat.. Door deze bevestiging van de tanks 2 en 3 aan de tank 6 en de bevestiging van bet wielstel 11 aan de tank 6, ligt het achtereinde van de tanks 2 en 3 met de onderkant op een 5 hoogte gelijk aan ongeveer het midden van de wielen 21 van het wielstel 11. Door deze constructie ligt het zwaartepunt .tank- _ 39 van de totale/trailerwagen op een afstand 16 van ongeveer 1,50 m boven de grond, De tanks 2 en 3 liggen op gelijke hoogten en zijn gelegen aan weerszijden van het 10 verticale vlak 17, dat de langshartli jn van de trailer-wagen bevat. De tanks 2 en 3 zijn geheel van elkaar gescheiden en liggen bij voorkeur op een afstand 20 van elkaar van enkele centimeters, bijvoorbeeld zoals in het weergegeven ui tvo er ingsvo or be eld op een afstand van 5 cm. : 15 In bovenaanzicht gezien ligt de tank 6 midden tussen het verlengde van de tanks 2 en 3· De tank 6 ligt hierbij met de hartlijn in het vlak 17· Het wielstel 11 is zodanig, dat de buitenzijden van de aan weerszijden van de trailerwagen gelegen wielen 21 bijna op gelijke breedte 20 liggen als de totale breedte waarover de tanks 2 en 3 zich uitstrekken (fig. 3)· Ieder van de tanks 2 en 3 is voorzien van een buis 25 resp. 26. Deze buizen strekken zich vanaf de ondereinden van de tanks 2 en 3 langs de onderzijde van de tank 6 naar achteren toe uit, zodanig 25 dat de mondingen 41 van deze buizen 25 en 26 nabij de achterzijde van de'tank zijn gelegen (fig. 3) · Ieder van de tanks 2 en 3 heeft aan de bovenzijde van het hoogst . gelegen vooreinde een dom 27 resp. 28, waarop leidingen 29 resp. 30 aansluiten. Deze leidingen verlopen vóór de 30 tanks 2 en 3 naar beneden en zijn voorzien van’ kranen 31 resp. 32. De leidingen 29 en 30 zijn met één of twee pompen gekoppeld, welke pompen bij voorkeur zuigperspompen zijn, zodanig dat met deze pompen via de leidingen zowel lucht in de tanks geperst als lucht uit de tanks gezogen 35 kan worden. Bij voorkeur zijn de beide leidingen 29 en 30 790 3 7 30

Sr 5 met óen en dezelfde pomp gekoppeld, waarbij tussen de pomp en de leidingen 29 en 30 zodanig kranen zijn aangebracht, dat naar keuze óf de ene tank óf de andere tank met de pomp gekoppeld kan worden, of eventueel beide 5 tanks tegelijk met de pomp zijn te koppelen. Pit is in de tekeningen niet nader weergegeven.

Pe tanks 6 en 2 zijn met elkaar gekoppeld door een opening 34, zodanig, dat de ruimte van de tank 2 met de ruimte van de tank 6 in verbinding staat. Een verdere 10 verbinding tussen de tank 6 en de tank 2 is gevormd door een leiding 34» die zich uitstrekt tussen bet hoogst gelegen gedeelte van de tank 6 en de dom 27 van de tank 2.

Het laagst gelegen gedeelte van de tank 6 dat nabij het achtereinde daarvan is gelegen is met de buis 25 van de 15 tank 2 gekoppeld door een verbindingspijp 35· Pe tanks 6 en 2 vormen aldus óen tankruimte, die geheel gescheiden is van de tankruimte, gevormd door de tank 3· Pe trailer-wagen 1 is aldus voorzien van twee geheel gescheiden tahkgedeelten, die ieder zijn voorzien van een aan een 20 pomp aan te sluiten zuig- persleiding en een uit- resp. inlaatbuis, zoals de buizen 25 resp. 26.

ITabij hun laagst gelegen gedeelten aan de achtereinden van de tanks zijn deze voorzien van hulpuitlaten 36 resp. 37» welke afgesloten zijn door afsluitdeksels 40.

25 Pe tanks 2, 3 en 6 zijn ieder nabij hun achtereinden en elk in het midden daarvan, voorzien van mangatstukken 19» die door deksels zijn afgesloten.

Pe tank volgens de uitvinding, waarvan de figuren een uitvoeringsvoorbeeld weergeven is geschikt voor * 30 het vervoeren van vloeistoffen van zowel een soortgelijk _ gewicht dat gelijk of kleiner is dan het soortgelijk gewicht van water, als vloeistoffen die een aanzienlijk hoger soort-elijk gewicht hebben dan water, bijv. een soortgelijk gewicht hebben van 5maal zo groot als het s.g.

35 van waber. Pe als trailerwagen uitgevoerde tank is zodanig van vorm en opzet, dat de wegligging van de trailerwagen 790 3 7 60 0 6 in 'het bijzonder bij het rijden in bochten beter is. Door de tank te voorzien van twee volledig van elkaar gescheiden delen, in het uitvoeringsvoorbeeld van twee van elkaar gescheiden tanks, die aan weerszijden van de 5 langshartlijn van de trailerwagen zijn gelegen, zal bij niet geheel gevulde tanks het zwaartepunt zich in de breedterichting van de wagen niet aanzienlijk kunnen · verplaatsen. Hierdoor wordt de wegligging, in het bijzonder bij het rijden in bochten^ aanzienlijk verbeterd. Het 10 zwaartepunt van de tanl/ laaggehouden door de schuine naar achteren toe neerwaartse helling van de tanks 2 en 3 en het koppelen van deze beide tanks met de hoger gelegen » tank 6, die op het wielstel 11 is aangebracht. Hierdoor ligt een aanzienlijk gedeelte van de tanks 2 en 3 lager 15 dan de bovenzijde van de wielen 21 van het wielstel* Door het bevestigen van de twee zich in de rijrichting uitstrekkende tanks 2 en 3 middels de derde tank 6 met het wielstel 11, wordt de inhoud van de tanks 2, 3 en 6 zo groot mogelijk gehouden voor de tankwagen. Door slechts 20 één tank 6 nabij de achtereinden van de tanks 2 en 3 aan te brengen, zodanig dat de tank 6, in bovenaanzicht gezien, in het midden van de langsrichting van de trailerwagen ligt, zal het zwaartepunt van de totale trailerwagen zo goed mogelijk in het midden gehouden worden.

25 . In het bijzonder wanneer de tanks 6 en 2 gezamenlijk niet geheel gevuld zijn, zal het lege gedeelte van-de totale inhoud van de tanks 6 en 2 zich in de bovenzijde van de tank en de tank 2 bevinden, zodat het zwaartepunt van de totale inhoud zo laag mogelijk gehouden wordt. Ook ♦ 30 in de naar achteren neerwaarts hellende tank 3 zal het materiaal zich zo veel mogelijk in het laagst gelegen achtergedeelte verzamelen, wanneer deze tank 3 niet geheel gevuld is. Hierdoor zal het zwaartepunt bij niet geheel gevulde tanks zo dicht mogelijk nabij het wielstel 11 35 liggen, hetgeen de wegligging van het geheel verbetert.

7903760 i 7

Door de hellende stand van de tanks zal het materiaal uit de tanks gemakkelijk gelost kunnen worden door de buizen 25 resp. 26, die aansluiten op de laagst gelegen gedeelten van de tanks. Het materiaal kan hierbij 5 onder druk uit de tanks gestuwd worden door lucht via de leidingen 29 resp. 30 in de tank te pompen. De tanks kunnen gevuld worden door lucht uit de tanks te zuigen via de leidingen 29 resp. 30. De mondingen 41 van de buizen 25 en 26 kunnen op slangen worden aangesloten om de vloei-10 stof in de tanks op te zuigen of daaruit af te voeren.

Het zwaartepunt van de tank kan' laaggehouden worden doordat althans een groot gedeelte van de tanks 2 en 3 met de bovenzijde lager ligt dan de bovenkant van de derde tank 6. Voor het schoonmaken van de tanks zijn de 15 tanks toegankelijk dooi/mangaten 19· Verder zijn de hulp- afvoeren 36 en 37 te gebruiken om resten materiaal uit de tanks te kunnen afvoeren. Hiervoor kunnen de deksels 40 van de hulpuitlaten 36 en 37 verwijderd worden. De gehele inhoud van de tanks 2, 3 en 6 is ongeveer 25.000 liter. De 20 cilindrische tanks 2, 3 en 6 hebben,, zoals in dit uit- voeringsvoorbeeld, bij voorkeur een diameter die althans ongeveer 1 meter is.

Het hoogstgelegen gedeelte van de tank als aanhangerwagen kan met de koppeling van een trekker worden 25 gekoppeld om de tank over de weg te kunnen vervoeren. Door het hoogste gelegen gedeelte van de tank op het trekker- voertuig aan te sluiten kan een goede wegligging worden verkregen. Het zwaartepunt van de tank komt zodanig te liggen dat het wielstel 11 op gunstige wijze vele krachten 30 kan opnemen, die tijdens het transport ontstaan. Door de buizen 25 en 26 vanaf de onderzijden van de tanks enigszins naar het midden van de trailerwagen te laten verlopen, liggen de mondingen 41 nabij het langsvlak 17 van de trailerwagen. Hierdoor zullen deze mondingen 41 van de 35 buizen 25 en 26 gemakkelijk zowel naar de ene als naar de 7903760 r 8 andere zijde van de wagen aangesloten kunnen worden óp aanzuig- resp. afvoerleidingen.

De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven en in de conclusies is weergegeven, 5 doch strekt zich ook uit tot datgene wat uit de tekeningen volgt en in de details daarvan is weergegeven, doch niet is beschreven.

Conclusie s » 7903760

Claims (43)

1. Tank voor liet transporteren van vloeibaar materiaal, voorzien van ten minste één wielstel, met liet kenmerk, dat ten minste twee zich. in de rijrichting uitstrekkende tanks onder een hoek tot het horizontale vlak aan het 5 wielstel zijn aangebracht.

2. Tank volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de twee tanks in de normale voortbewegingsrichting van de tank naast elkaar zijn gelegen.

3. Tank volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 10 tanks ten opzichte van elkaar op dezelfde hoogte boven de bodem zijn gelegen.

4. Tank volgens conclusie 1, 2 of 3» met het kenmerk, dat de tanks aan elkaar gelijke doorsneden hebben.

5· Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de beide tanks in de langsrichting van elkaar zijn gescheiden.

6. Tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal, voorzien van ten minste één wielstel, met het kenmerk, dat de tank uit ten minste twee in de langsrichting 20 gescheiden delen bestaat.

7. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide delen aan weerszijden van een verticaal vlak zijn gelegen dat de langshartlijn van de tank bevat.

8. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide tanks cilindrisch zijn.

9. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide delen een doorsnede hebben van ongeveer 1 m.

10. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tank aan de voorzijde een koppeling heeft voor het opleggen van de tank op een tr ekkervo er tuig.

11. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wielstel achter de beide tanks is gelegen. 790 3 7 60 \ jr

12. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met liet kenmerk, dat de tank ten opzichte van de normale voort-bewegingsrichting naar achteren toe naar beneden helt.

13. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de tank ten opzichte van de bodem schuin is opgesteld onder een hoek van ongeveer 4,5°.

14. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het het laagst gelegen gedeelte van de tank lager ligt dan de bovenzijde van de wielen van een wielstel.

15. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee ongeveer cilindrische tanks met een derde ongeveer cilindrische tank zijn gekoppeld.

16. Tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal, voorzien van ten minste lén wielstel, met het kenmerk, 15 dat ten minste twee ongeveer cilindrische tanks met een derde ongeveer cilindrische tank zijn verbonden.

17. Tank volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat aan de derde tank een wielstel is aangebracht.

18. ..... Tank' volgens een der conclusies 15 - 17? met het 20 kenmerk, dat de derde tank althans nagenoeg evenwijdig ligt aan de eerste twee tanks. ,

19. Tank volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de hartlijn van de derde tank althans nagenoeg in het verticale langsvlak van de tankwagen is gelegen.

20. Tank volgens een der conclusies 15 -19» met het kenmerk, dat de derde tank in de lengterichting van de tanks gezien, althans nagenoeg geheel boven het midden van de..... ........ eerste twee tanks is gelegen.

21. Tank volgens een der conclusies 15 - 20, met het 30 kenmerk, dat de derde tank een doorsnede heeft die althans ongeveer gelijk is aan de doorsnede van de beide eerste tanks.

22. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenkant van een tank lager is gelegen dan 35 de bovenzijde van een andere tank. 790 3 7 60 11 * * r

23. Tank voor het transporteren van vloeibaar materiaal, voorzien van ten minste één wielstel, met het kenmerk, dat een zich in de rijrichting- uitstrekkende tank een bovenkant heeft die lager is dan een andere, zich in de 5 rijrichting uitstrekkende, aan hetzelfde wielstel aangebrachte tank.

24. Tank volgens een der conclusies 15 - 23, met het kenmerk, dat het wielstel ongeveer onder het midden van de lengte van de derde tank is aangebracht.

25. OGD liter.

25. Tank volgens eender voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vanaf het laagste punt van één van beide eerste tanks een uitlaat- resp. inlaatbuis zich langs het wielstel naar achter het wielgestel uitstrekt.

26. Tank volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat beide 15 tanks ieder van een buis zijn voorzien die van elkaar zijn gescheiden.

27. Tank volgens conclusie 26, voorzover afhankelijk van conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat éln van beide buizen is gekoppeld met de derde tank.

28. Tank volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de derde tank door middel van een doorstroomopening is gekoppeld met de tank met welks uit- resp. inlaatbuis hij is gekoppeld.

29* Tank volgens een der conclusies 15 - 28, met het 25 kenmerk, dat de derde tank met het vooreinde is bevestigd aan de achtereinden van de beide eerste tanks.

30. Tank volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, dat een van de beide eerste tanks volledig is gescheiden van de andere tank en de derde tank. 30

31 · Tank volgens een der. voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wielstel dat aan de derde tank is aangebracht, is bevestigd aan een brugstuk dat is gekoppeld met de eerste twee tanks.

32. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat het laagste gedeelte van de tanks is voor- 7903760 5 - V" \ zien van een schermplaat.

33. ' Tank volgens een der voorgs.ande conclusies, met liet kenmerk, dat de laagste delen van de beide eerste tanks zijn voorzien van liulpuitlaten, die aan.de tank aansluiten 5 nabij liet laagste gedeelte waar de in- resp. uitlaatbuis aan de tank aansluit.

34. Tank volgens, een der voorgaande conclusies, met liet kenmerk, dat de tank een innoud heeft van ongeveer,-’

35. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het ksnmerk, dat het zwaartepunt van de tank op een hoogte boven de bodem ligt van ongeveer 1,50 m.

36. Tank volgens een der voorgaande conclusies, die is voorzien van een zuigpomp die met de tanks is gekoppeld. 15

37· Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tank is gekoppeld met een perspomp.

38. Tank volgens conclusie 36 of 37, met. het kenmerk, dat de zuig- en perspomp zijn gecombineerd in een zuig-. perspomp. 20

39· Tank volgens een der conclusies 36 - 38, met het kenmerk, dat de zuig- en perspomp via gescheiden leidingen met • de beide tanks is (zijn) gekoppeld en is (zijn) vosrzien van een kranenmechanisme waarmede de koppeling via de desbetreffende leiding met één van beide tanks onafhanke-25 lijk ingesteld kan worden ten opzichte van de andere tank.

40. Tank volgens conclusie 39 > met het kenmerk, dat de derde tank via een leiding is gekoppeld met . één van de eerste twee tanks.

41· Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat deze is gekoppeld met slechts één aanzuigpomp.

42. Tank volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmverk, dat de wielen van het wielgestel, in bovenaanzicht gezien, aan weerszijden van de derde tank zijn gelegen.

43. Tank zoals hiervoor is beschreven en in de tekeningen is weergegeven. _0.0»0- 790 3 7 6 0 .