NL7903166A - Veiligheidsstoel voor een voertuig. - Google Patents

Description

Aanvrager: Stavros Dimitropoulos te Hilversum.

Gemachtigde: Ir. E.A. van der Hoek te Hilversum.

Korte aanduiding: Veiligheidsstoel voor een voertuig.

1 De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsstoel voor een voertuig.

Bij de constructie van voertuigen, in het bijzonder automobielen, wordt steeds meer aandacht besteed aan de verho- 5 ging van de veiligheid van de inzittenden, blijkens de vele nieuwe voorzieningen, zoals verbeterde remsystemen, kreu-kelzones aan de voorzijde en de achterzijde van het voertuig, veiligheidsglas, bekleding van het dashboard.met plastisch materiaal, hoofdsteunen, veiligheidsgordels en dergelijke.

10 De verschillende bekende soorten veiligheidsgordels (heupgordels, driepuntsgordels met of zonder automatische vergrendeling), die buiten de stoel met bepaalde delen van het voertuig vast zijn verbonden, bieden de inzittenden bij een frontale botsing of een andere botsing, waarbij een ster- 15 ke vertragingskracht optreedt, slechts een beperkte bescherming. Immers, bij een frontale botsing, waarbij de door de inzittende gebruikte driepuntsgordel nog bestand is tegen de daarbij optredende sterke vertragingskracht, zal de gordel weliswaar verhinderen, dat de inzittende tegen het dashboard 20 wordt geworpen of naar buiten wordt geslingerd, doch de inzittende geenszins bescherming bieden tegen de gevolgen van het afschuiven van de bovencarrosserie en rondvliegend glas, waardoor het meest kwetsbare deel van het lichaam, het hoofd, zwaar letsel kan oplopen.

25 De tweepunts- of heupgordel, die weliswaar de inzittende in bepaalde gevallen nog de mogelijkheid biedt om weg te duiken voordat een afschuiving van de bovencarrosserie plaatsheeft, wordt in het algemeen minder veilig geacht dan de dr iepunts gor de 1.

50 De onderhavige uitvinding beoogt een voor voertuigen be stemde veiligheidsstoel te verschaffen, die de inzittende tegen verwondingen beschermt of tenminste de omvang van de verwondingen reduceert bij het optreden van sterke ver tra- 7903166 2 .-¾ 1 gingskrachten als gevolg van een frontale botsing of een andere soort botsing met een ander voertuig of een object, dat een afschuiving van de bovencarrosserie kan veroorzaken.

Bij de veiligheidsstoel volgens de uitvinding is daartoe 5 de stoelzitting met de daarmede verbonden rugleuning door middel van, bij een sterke vertragingskracht te activeren verbindingselementen kantelbaar opgenomen in een op de vloer van bet voertuig aangebracht gestel en is de veiligheidsgordel in of op de stoel zelf verwerkt. Wanneer een sterke vertra-10 ging van het voertuig optreedt als gevolg van een frontale botsing wordt hierop door een ontgrendelmechanisme gereageerd, waardoor de vergrendeling van de normaal vergrendelde verbindingselementen wordt opgeheven. Als gevolg hiervan zal de zitting met de daarmede gekoppelde rugleuning zijn normale posi-15 tie onder de werking van de sterke vertragingskracht kunnen verlaten en over een bepaalde hoek achterwaarts worden gekanteld. De zitting vormt hierbij een, de schokenergie absorberend steunvlak voor het onderlichaam van de in de veiligheidsgordel opgesloten inzittende van de stoel.

20 De uitvinding wordt, in het navolgende nader toegelicht onder verwijzing naar de figuren.

Fig.l toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de stoel volgens de uitvinding in zijaanzicht.

Fig.2 geeft schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een 25 ontgrendelmechanisme in bovenaanzicht.

De schematisch in fig.l afgebeelde stoel bevat een gestel 1, dat op de vloer 2 van het voertuig op rails 3 is aangebracht. . Het aldus in. lengterichting van het voertuig verplaatsbare gestel 1 kan door de inzittende naar behoefte worden versteld 30 en door vergrendelmiddelen in een gewenste positie worden vastgezet. In het gestel. 1 is een, van een montageplaat 4 voorziene zitting 5 opgenomen. De inzittende heeft ook nog de mogelijkheid om de hoek tussen de rugleuning 6 en de zitting 5 naar wens binnen bepaalde grenzen te verstellen en de rugleu-35 ning in een gewenste positie vast te zetten. Ter bescherming van de inzittende tegen een botsing tegen de achterzijde van het voertuig is de rugleuning 6 aan het boveneinde van een 790 3 1 66 -3 Η 1 hoofdsteun 7~ το or zién. Opgemérkt wordt, dat e envoudighe id's -halve in de figuur verschillende details niet zijn weergegeven, zoals de vergrendelmiddelen van het gestel en de rugleuning, aangezien deze details voor een juist begrip van de 5 onderhavige uitvinding van weinig belang zijn en de constructie hiervan voor deskundigen bekend wordt geacht.

De in het voorgaande beschreven constructie van de stoel komt in hoofdzaak overeen met de constructie zoals in de meeste voertuigen (automobielen) wordt aangetroffen. Bij de 10 veiligheidsstoel volgens de uitvinding zijn de uiteinden van de losneembare veiligheidsgordel 8 (in dit geval een drie-puntsgordel), in tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk is, niet met, buiten de stoel gelegen, delen van het voertuig (n.l. de vloer en een stijl van het voertuig) vast verbonden, 15 doch zijn deze uiteinden, voor het bereiken van het gestelde doel, in of op de stoel zelf verwerkt. Een dergelijke uitvoering van de gordel heeft bovendien het voordeel, dat de inzittende eerder op het gebruik van de gordel wordt geattendeerd.

20 Volgens de uitvinding wordt de montageplaat 4 van de zit ting 5 in het gestel 1 ondersteund door middel van, bij een sterke vertragingskracht te activeren verbindingselementen, die met het gestel beweegbaar zijn gekoppeld. De verbindingselementen bestaan uit twee tussen de montageplaat 4 en het 25 gestel 1 aangebrachte stangen 9 en uit twee, met de montageplaat verbonden nokken 10, die beweegbaar zijn in schuin gerichte geleide gleuven 11 in zijvlakken 12 van het gestel. De montageplaat bezit in het gegeven voorbeeld twee loodrecht op deze plaat staande zijvlakken 13 waarop een nok 10 aan de 30 buitenkant en nabij de achterzijde hiervan is bevestigd. Elke stang kan draaien om aan zijn uiteinden aangebrachte draaipunten 14 en 15, waarbij het draaipunt 14 is gelegen op een zijvlak 12 van het gestel terwijl -het draaipunt 15 zich bevindt op een vast met de montageplaat 4 verbonden steunorgaan 16.

35 De stangen 9 staan onder veerspanning van een veer, bijv. een om een as gewonden veer (niet afgebeeld), waardoor een koppel wordt uitgeoefend op de stangen, dat de stangen 9 om de draai- 7903165 • * -4 * < 1 punten 14 rechtsom (gezien in de figuur) tracht te draaien.

Elke geleidegleuf 11 bevat nabij een uiteinde een dwarsuit-sparing 17, die als rustplaats dient van de daarmede samenwerkende nok 10. Normaal wordt elke nok 10 in zijn rustplaats 5 gehouden door een blokkeringsorgaan 18, dat een deel vormt van een bij een sterke vertraging van het voertuig reagerend ontgrendelmechanisme 19. De geleidegleuven 11 zijn aan hun, nabij de dwarsuitsparingen 17 gelegen einden verbreed om een onbelemmerde doorgang te verschaffen voor de blokkeringsor-10 ganen 18. .

Wanneer een sterke vertraging als gevolg van een frontale botsing of een andere soort botsing optreedt zullen beide ontgrendelmechanismen 19 hierop reageren en zullen de bijbehorende blokkeringsorganen 18 de blokkering van de beide nok-15 ken 10 opheffen. Direct na de ontgrendeling zal de zitting 5 met de daarmede gekoppelde rugleuning 6, met behoud van de hoek tussen de zitting en de rugleuning, zijn normale positie verlaten onder de werking van de sterke vertragingskracht.

De geactiveerde verbindingselementen brengen de zitting met 20 de rugleuning naar een eindpositie, die in fig.l met gestippelde lijnen is weergegeven. Uit de figuur blijkt, dat in deze eindpositie de zitting over een bepaalde hoek achterwaarts is gekanteld en dat bovendien de zitting in het gestel 1 enigszins naar voren is verplaatst terwijl het achterste deel van 25 de zitting in het gestel 1 sigszins omlaag is verplaatst omdat de nokken de schuin gerichte -geleidegleuven volgden. Aangezien direct na de ontgrendeling de zitting met de inzittende van de stoel naar voren wordt verplaatst en bij deze beweging de weerstand van de onder veerspanning staande stan-30 gen ondervindt, wordt over deze'weg de schokenergie reeds voor een deel geabsorbeerd. De absorptie van het resterende deel van de schokenergie wordt echter bewerkstelligd door de kantelbeweging. Gedurende het kantelen zal de zitting bij de verandering van zijn oorspronkelijke stand, totdat de eindposi-35 tie is bereikt, in toenemende mate de druk opnemen van het onderlichaam van de steeds meer achterover hellende, in de veiligheidsgordel opgesloten inzittende van de stoel. De zit- 7903168 5 * 1 ting met zijn inwendig aangebracht verenstelsel kan worden beschouwd als een de schokenergie absorberend steunvlak voor het onderlichaam van de inzittende van de stoel. Het is algemeen bekend, dat het onderlichaam van de mens, in het bij-5 zonder het zitvlak, met minder of zelfs zonder schadelijke gevolgen een grotere mechanische druk kan doorstaan dan andere delen van het menselijke lichaam. In de eindpositie bevindt de nog steeds in de veiligheidsgordel opgesloten inzittende van de stoel zich in een houding, die hem een doel-10 treffende bescherming biedt tegen verwondingen van het hoofd bij een afschuiving van de bovencarrosserie van het voertuig.

Fig.2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een in het gestel 1 aangebracht ontgrendelmechanisme 19, dat normaal een nok 10 in zijn rustplaats blokkeert. Het mechanisme is voorzien lp van een bij sterke vertraging in beweging komend segment 20, dat een betrekkelijk grote massa bezit. Het segment 20 kan een zwaaibeweging uitvoeren om een loodrecht op de vloer 2 van het voertuig staande pen 21 en daarbij het uitsteeksel 18, dat het blokkeringsorgaan vormt, bedienen. De reactiekracht 20 van het mechanisme is instelbaar, bijv. met behulp van een veer (niet afgebeeld), zodat het mechanisme niet op ongewenste wijze in werking kan komen.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden, doch dat binnen het kader 2p van de uitvinding nog verschillende varianten kunnen worden bedacht. Inplaats van de om een as gewonden veer, die de stangen 9 onder veerspanning houdt, kan een telescoopveer worden gebruikt waarvan de veerkracht pneumatisch regelbaar is. Verder kan het ontgrendelmechanisme worden betrokken bij het ont-30 grendelen van het gestel op de rails 3, zodat de stoel naar voren kan schieten en het lichaam van de inzittende de juiste plaats kan vinden om het stuur te ontwijken terwijl de daardoor verkregen wegverlenging kan bijdragen om de schok van de botsing te reduceren. Het ontgrendelmechanisme kan ook bestaan 35 uit een of meer, normaal de beweging van de verbindingselementen blokkerende organen, die, althans wanneer de stoel wordt gebruikt en de massa van de inzittende in beschouwing 790 3 1 66

Claims (4)

1. 5. Veiligheidsstoel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindingselementen (9,10,11) bestaan uit twee tussen de montageplaat (4) van de zitting en het gestel (l) aangebrachte stangen (9) en uit twee, met de montageplaat van de 10 zitting verbonden nokken (10), die beweegbaar zijn in, in zijvlakken (12) van het gestel (l) aangebrachte geleidegleuven (11), waarbij elke geleidegleuf (11) nabij een uiteinde van een dwarsuitsparing (17) is voorzien, die als rustplaats dient van de daarmede samenwerkende nok, en elke geleidegleuf vanaf 15 het genoemde uiteinde schuin omlaag verloopt.
2. 4. Veiligheidsstoel volgens conclusie 1, 2 of 5, met het kenmerk, dat de stangen (9) van de verbindingselementen onder veerspanning staan,
3. 5. Veiligheidsstoel volgens conclusie 1, 2, 5 of 4, met het 20 kenmerk, dat het omtgrendelmechanisme (19) bestaat uit een, bij een bepaalde sterke vertraging in beweging komend orgaan (18), dat normaal een nok (10) in zijn rustplaats blokkeert, waarbij de reactiekracht van dit mechanisme instelbaar is.
4. 6. Veiligheidsstoel volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het 25 kenmerk, dat het ontgrendelmechanisme (19) bestaat uit een normaal de beweging van een van de verbindingselementen (9, 10. of de montageplaat (4) van de zitting blokkerend orgaan, dat bij een sterke vertraging van het voertuig wordt gedeformeerd of wordt weggedrongen. 790 3 1 66