NL7902037A

NL7902037A - Verpakking.

Info

Publication number: NL7902037A
Application number: NL7902037A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1979-03-14
Filing date: 1979-03-14
Publication date: 1980-09-16
Also published as: DE3068765D1; EP0017276B1; DK111380A; EP0017276A1; ATE8764T1

Description

79« 5022/vdV/MvC 9· : -1 -

Aanvraagster: WAYIU B.Y. te Zwolle.

Titel i Yerpakking

Door aanvraagster wordt als uitvindèr genoemd:

Thomas Jean HAASBROEK te Bennekom.

De uitvinding heeft "betrekking op een verpakking, omvattende een onderste of eerste houder en een Bovenste of tweede houder die met elkaar samenwerken.

Dergelijke verpakkingen Bestaande uit een onderste en 5 Bovenste houder, waarvan de Bovenranden op elkaar liggen en met elkaar verBonden zijn, zijn algemeen Bekend.

Zij heBBen het nadeel dat men Bijzondere maatregelen moet toepassen om de Bovenste en de onderste houder met elkaar te verenigen, terwijl na het verbreken van de sluiting, de verpakking 10 niet meer vochtdicht- afgesloten^ kan-worden om het Binnendringen van vocht in de houder tegen te gaan.

Yooral Bij het verpakken van knapperige voedingspro-iukten, zoals Beschuit, is dit een Bijzonder groot nadeel. Ook Bij verpakkingen, gevuld met vochtige prcdukten, zoals Bijvoorbeeld rogge-15 brood, is de onmogelijkheid van het weer dicht met elkaar in aanraking Brengen van een onderste en Bovenste houder, zeer nadelig, daai lan vocht uit de voedingsmiddelen kan ontsnappen.

De uitvinding Beoogt nu een verpakking van het Bovengenoemde type te verschaffen, waarbij deze nadelen niet optreden.

20 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding Bereikt doordal hij een verpakking, omvattende een onderste houder en een Bovenste houder, een randgedeelte van de Bovenste houder snappend met een rand-gedeelte van de onderste houder samenwerkt.

Op deze wijze kan men de Beide houders van elkaar ver-25 1 rij deren wanneer men toegang wenst tot een verpakking, doch na het ver- 1 rijderen van voedingsmiddelen zoals Bijvoorbeeld Beschuit uit de ver- 7902037 - 2 - . * i - 2 - pakking, kan de bovenste houder weer dicht met de onderste houder verbonden worden door de randgedeelten van de heide houders snappend met elkaar in aanraking te brengen.

Met bijzonder voordeel zijn de onderste en bovenste 5 houder nestbaar uitgevoerd, en werken bij het nesten bovenrandgedeel-ten van de onderste en bovenste houder snappend met elkaar samen, waardoor een andere voordelige verpakking verkregen kan worden. Met voordeel zijn zowel de onderste houders als de bovenste houders onderling nestbaar. Hierbij verkrijgt men het voordeel, dat bij transport 10 van de geneste onderste houders en bovenste houders naar een fabrikant, welke deze verpakking vult, ruimte bespaard wordt.

Een ander voordeel is, dat men bijvoorbeeld bij genesto onderste en bovenste houder de onderste houder tot een bepaalde hoogte ka-w vullen met één bestanddeel, bij voorkeur droogprodukt.waarna men 15 de bovenste houder in de onderste houder nest, welke bovenste houder dan gevuld is met een ander produkt. Het geheel kan dan afgesloten worden door een afdekfoelie, zoals bijvoorbeeld een aluminiumfoelie.

Verpakkingen kunnen vanzelfsprekend ook verkregen worden door de onderste en bovenste houder niet · in elkaar te nesten, maar 20 omgekeerd op elkaar te plaatsen. De onderste houder wordt dan aan zijn bovenrand voorzien van een af deklaag in de vorm van bijvoorbeeld een Λ aluminiumfoelie/ kunststoffoelie, terwijl de tweede of bovenste houden· eveneens voorzien wordt van een af deklaag, die aangebracht is- op de bovenrand van deze houder.

25 Een dergelijke verpakking bestaande uit omgekeerd op elkaar geplaatste onderste en bovenste houder, is zeer voordelig walmeer men bijvoorbeeld soepprodukten wil afleveren met bijbehorende irleesbestanddelen. De vleesbestanddelen kunnen dan bijvoorbeeld in de anderste houder bewaard worden en de soep in de bovenste houder, waar-30 loor aan de consument een eindprodukt afgeleverd kan worden wat optimal e smaakeigenschappen bezit.

Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld het aanbrengen ran verfprodukten in de onderste houder en verdunningspro'dukten in de bovenste houder, of ook wel lijmprodukten waarvan het ene bestanddeel 35 in de vorm van de hars opgenomen is in de onderste houder en de kata- - 5 - 790 20 37 - 3 - f « lysator "bijvoorbeeld in de bovenste houder.

De onderste of eerste houder verwijdt zich vanaf de bodem konisch naar boven waarna een bovengedeelte van deze eerste houder vervolgens weer konisch naar binnen toe loopt. Met bijzonder 5 voordeel bevindt zich op de overgang van het onderste gedeelte van de onderste houder en het bovenste gedeelte van de onderste houder een binnenste omtreksrand. De bovenste of tweede houder verwijdt zich eveneens konisch vanaf de bodem, en gaat vervolgens over in een bovenste gedeelte van de bovenste houder of tweede houder, welk tweede 10 gedeelte zich konisch vernauwt in de richting van de bovenzijde.

De binnendiameter van de bovenrand van de onderste houder is doelmatig kleiner dan de buitendiameter van de bovenste houder ter plaatse van de overgang tussen onderste en bovenste gedeelte van de bovenste houder, zodat een snapverbinding tot stand 15 komt bij het in elkaar nesten van de onderste en bovenste houder als de bovenranden van deze beide houders in de geneste toestand op elkasr rusten.

SenminsTB iên der houders is aan de omtrek van zijn bovenrand verlengd met een naar binnen gebogen gedeelte, dat snappend 20 kan samenwerken met een uitstekend gedeelte, aangebracht aan de omtrek van de rand van de andere houder.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, met behulp van de tekening waarin ï fig. 1 een verpakking volgens de uitvinding toont; 25 fig. 2 een gedeeltelijke langsdoorsnede van een derge lijke verpakking; fig. 3 een verpakking waarbij de houders in elkaar genest zijn; en fig, 4 een doorsnede in langsrichting van een dergelijke 50 verpakking volgens fig. 3·

In fig. 1 is een verpakking weergegeven omvattende een onderste of eerste houder 1, en een bovenste of tweede houder 2. De onderste houder 1 verwijdt zich vanaf de bodem 5 met een eerste gedeelte 4 konisch naar boven, waarna dit onderste gedeelte van de on-35 derste houder of eerste houder 1 overgaat in een vlakke omtreksrand 5 790 20 37 - 4 - - 4 - J > aan de 'binnenzijde van de onderste of eerste houder 1, waarna de onderste houder 1 zich voortzet met een naar hoven konisch toelopend tweede gedeelte van de eerste houder 1, welk tweede gedeelte aangegeven is met het verwijzingscijfer 6. Dit tweede gedeelte 6 is naar 5 buiten omgezet onder vorming van een vlakke oplegrand 7» die op haar beurt weer een in de richting van de bodem omgezette rok S draagt.

Op de vlakke oplegrand J kan een foelie 10 aangebracht zijn van bijvoorbeeld kunststof of aluminium, voor het afsluiten van in de onderste houder aanwezige materialen.

10 33e bovenste houder 2 omvat een zich vanaf de bodem 11 uitstrekkend wandgedeelte 12, dat zich konisch naar boven toe verwijdt, onder vorming van een vlakke overgangsrand 13» van de bovensta of tweede houder, waarna op deze vlakke overgangsrand een wandgedeel-· te 14 volgt dat zich konisch naar binnen toe verwijdt in de richting 15 van het vrije uiteinde van de bovenste of tweede houder 2. Het wandgedeelte 14 bezit een naar buiten gerichte vlakke oplegrand 15» die overgaat in een cilindrisch wanddeel 16, voorzien van een naar binnez. gebogen gedeelte 17, dat snappend kan samenwerken met de onderrrand 19, van de rok 8.

20 Om de betrekkelijk dunwandige verpakking tegen bescha digingen te beschermen, is het naar binnen gebogen gedeelte 17 bij voorkeur voorzien van een naar buiten gerichte omtreksrand 20. Deze omtreksrand 20 biedt bovendien de mogelijkheid om zeer gemakkelijk de naar binnen gerichte lip 1.7 van de rok 8 te kunnen verwijderen 25 teneinde de verpakking te openen.

Hoewel het gedeelte 16 in de tekening cilindrisch is weergegeven behoeft dit vanzelfsprekend niet zo te zijn. Het is ook mogelijk de rok 8 cylindrisch uit te voeren en bijvoorbeeld het wandgedeelte 16 een naar binnen gericht konisch verloop te geven.

30 0p de vlakke binnenoplegrand 15 kan weer een afdekfoelie, bijvoorbeeld uit aluminium of kunststof aangebracht zijn, welke dient voor het afsluiten van in de tweede houder 2 aanwezige materialen.

Om bij het transport van de onderste en bovenste houders naar de afnemer die de verpakking moet vullen ruimte te besparen, 35 kunnen de tweede of bovenste houders 2 en de onderste of eerste hou- 79 0 20 37 - 5 -

Claims

1. Yerpakking, omvattende een onderste of. eerste houder en een bovenste of tweede houder die met elkaar samenwerken, met het kenmerk, dat een randgedeelte van de bovenste houder snappend met een randge-25 deelte van de onderste houder samenwerkt.

2. Yerpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderste en bovenste houder nestbaar zijn uitgevoerd en bij het nesten de bovenrandgedeelten van de onderste en bovenste houder _ i— 50. snappend met elkaar samenwerken._ - 6 - 790 20 37 <s - 6 -

3. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderste en bovenste houder in de omgekeerd op elkaar geplaatste stand snappend met elkaar samenwerken door middel van een 5 bovenrandgedeelte.

4. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusiss, met het kenmerk, dat tenminste één der houders afgesloten is door een afdeklaag, bij voorkeur in de vorm van een metaal- of kunststoffoelie.

5. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een eerste of onderste houder voorzien is van een konisch naar binnen toelopend bovengedeelte (6, 9)·

5 De mantel 12 van de bovenste of tweede houder, sluit met de vertikaal een hoek in van bijvoorbeeld 8°. Overigens houden deze waarden geen enkele beperking in» Opgemerkt wordt, dat de goede snapperife samenwerking tussen de eerste en tweede houder bevorderd wordt doordat tengevolge 10 van de wijze van vervaardiging de oplegrand 7 met rok 8 en het gedeelte 9 verdikt zijn ten opzichte van de andere delen van de houders. De buitendiameter van de bovenste of tweede houder 2 ter plaatse van de overgangsrand 13 is groter dan de binnendiameter van de onderste of eerste houder 1 ter plaatse van de binnenrand 9» 15 waardoor bij het nesten van de tweede houder 2 in de eerste houder 1 een snappende verbinding tussen de beide houders ontstaat. De houders 1 en 2 zijn vervaardigd uit thermo vormbaar materiaal zoals polyvinylchloride, polystyreen, polyester of poly-alkenen, in het bijzonder bestaan de houders uit polyetheen of poly-20 propeen.

6. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat zich op de overgang van het onderste gedeelte van de onderste of eerste houder en het bovenste gedeelte van de onderste of eerste houder, een binnenste omtreksrand (5) bevindt.

7. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, 20 met het k e n m e iTk“, ~- dat de tweede of bovenste houder voorzien is van een bovenste gedeelde, dat zich konisch vernauwt in de richting van de vrije bovenzijde.

8. Verpakking volgens conclusie 7, met het kenmerk, 25 dat het bovenste gedeelte aansluit op een vlakke overgangsrand (13).

9. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnendiameter van de bovenzijde (9a) van de eerste of ordersie houder kleiner is dan de buitendiameter van de tweede of bovenste 30 houder ter plaatse van de buitenzijde van de overgangsrand (13), zodat een snapverbinding tot stand komt bij het in elkaar nesten van de eerste of onderste en tweede of bovenste houder zodanig dat de bovenranden van deze houders in de geneste toestand op elkaar rusten.

10. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, 790 20 37 - 7 - . . - 7 - dat tenminste één der houders aan de omtrek van zijn bovenrand verlengd is met een naar binnen gebogen gedeelte (17), dat snappend kan samenwerken met een uitstekend gedeelte (8) aangebracht aan de omtrei van de rand (7) van de andere houder.

11. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide hotders in elkaar genest zijn en de bovenzijde van de verpakking afgesloten is door een afdeklaag.

12. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de eerste houder en de tweede houder elk een afzonderlijke afdeklaag (10, 21) dragen.

13. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusiss, met het kenmerk, 15 dat de eerste houder voorzien is van een afdeklaag (10), die draagt op de draagrand (7) van de eerste of onderste houder.

14. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afdeklaag (21) gedragen wordt door de draagrand (15) van een 20 tweede of bovenste houder.

15. Verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houders uit thermovormbaar kunststofmateriaal, in het bijzonde:: polypropeen of polyetheen bestaan.

16. Houder geschikt voor toepassing als eerste of als tweede houder bij een verpakking volgens één of meer der voorgaande conclusies. 7902037