NL7901115A - Inrichting voor het reinigen van stenen. - Google Patents

Description

-1- - 20447/CV/tl

Aanvrager: Arie Cornells Groot te Drunen.

Korte Aanduiding: Inrichting voor het reinigen van stenen.

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van stenen voorzien van een gestel en in het gestel tegenover elkaar opgestelde schraaporganen.

Dergelijke inrichtingen worden bijvoorbeeld gebruikt voor het reinigen van stenen,die afkomstig zijn uit een opgebroken wegdek. Voordat 10 deze stenen opnieuw kunnen worden benut voor bestratingsdoeleinden moeten althans vier tegenover elkaar liggende oppervlakken,namelijk die oppervlakken die in het wegdek tegenover naburige stenen komen te liggen, van aanhangend vuil zoals grond worden gereinigd om het op de juiste wijze inbrengen van deze stenen in het wegdek weer mogelijk te maken.

15 Een bekende inrichting voor dit doel is voorzien van aangedreven rollen,waartussen de stenen door worden bewogen. Afgezien van het zeer hinderlijke lawaai dat een dergelijke inrichting maakt is een dergelijke inrichting ook sterk aan slijtage en vervuiling onderhevig,waarbij tijdens bedrijf ook vaak breuk in de aandrijving van de rollen optreedt,zodat 20 een dergelijke inrichting ook bijzonder duur in onderhoud is. Bij een andere bekende inrichting worden de stenen door in trilling gebrachte schraaporganen doorbewogen. De capaciteit van een dergelijke inrichting is gering en het toevoeren van stenen vormt hierbij tevens een vermoeiende handeling.

25 Een verder nadeel van deze bekende inrichtingen is,dat de hoogte waarop de gereinigde stenen uit de machine worden afgevoerd verhoudingsgewijs gering is. Nadat dan ook een betrekkelijk kleine door de gereinigde stenen gevormde stapel achter de machine is gevormd moet de machine weer worden verplaatst,hetgeen eveneens de productiviteit laag houdt.

30 Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen ,waarbij bovengenoemde nadelen althans grotendeels kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het gestel is voorzien van een magazijn geschikt voor het opnemen van stenen en een 35 nabij de onderzijde van het magazijn opgesteld heen en weer beweegbaar duworgaan met behulp waarvan de stenen een voor een uit het magazijn en 790 1 1 1 5 -2- . ' 20447/CV/tl £ achter elkaar volgend tussen de schraaporganen door kunnen worden geduwd.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een een eenvoudige opbouw bezittende inrichting worden verkregen,waarbij,zoals in de praktijk is gebleken,een effectieve reiniging van de stenen 5 kan worden bewerkstelligd,zonder dat hiertoe zwaar belaste en/of op moeilijke wijze aan te drijven organen noodzakelijk zijn,zodat een rustig werkende, een lange levensduur bezittende inrichting wordt verkregen.Een verder voordeel is ,dat hierbij zonder bezwaar met behulp van het duwor-gaan de stenen tijdens de reinigiig langs een zich omhoog uitstrekkende 10 baan kunnen worden verplaatst,zodat de stenen op een vrij hoog gelegen punt uit de machine komen. Indien men hierbij de stenen zonder meer op1 de grond laat vallen kan toch een verhoudingsgewijs grote stapel gereinigde stenen worden gevormd voordat de machine moet worden verplaatst.

Ook kunnen hierbij echter zonder bezwaar onder de afvoer van de inrict·-15 ting middelen worden opgesteld voor het verder transporteren van de stenen of dergelijke.

Bij voorkeur is de lengte van een schraaporgaan ,gezien in de ver-plaatsingsrichting van de stenen groter dan de slag van het duworgaan. Zodoende zal deyfeteen tijdens zijn veirplaatsing althans eenmaal in rust 20 komen ten opzichte van het schraaporgaan,waardoor het'schraaporgaan een eventueel tijdens de verplaatsing van de steen enigszins verstoorde greep op de steen kan herstellen,hetgeen de reiniging ten goede komt. Bij voorkeur is daarbij een schraaporgaan ten opzichte van een daarover liggend schraaporgaan verend beweegbaar opgesteld,zodat de schraaporganen zich 25 op eenvoudige wijze aan afwijkingen in de afmetingen van de te reinigen stenen kunnen aanpassen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van een inrichting volgens de uitvinding.

30 Fig. 1 toont een zijaanzicht op een inrichting volgens de uitvin ding.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op de in fig.l weergegeven inrichting.

Fig. 3 töont op grotere schaal in zijaanzicht een deel van de in 35 fig.l weergegeven inrichting,waarbij het magazijn voor de toevoer van stenen gedeeltelijk in doorsnede is weergegeven tesamen met een daarop aans-lui- —, 790 1 1 1 5 * -3- . 20447/CV/tl ύ· tend stel schraaporganen.

Fig. 4 toont een bovenaanzicht op fig.3.

Fig. 5 toont een zijaanzicht op een deel van de in fig.l weergegeven inrichting en wel dat deel,dat gezien in de verplaatsingsrichting 5 van de stenen tijdens bedrijf op het in fig.3 weergegeven deel aansluit, waarbij dit deel een tweede stel schraaporganen omvat.

Fig. 6 toont een bovenaanzicht op fig.5.

Fig. 7 toont gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht het duworgaan met de daarbij behorende aandrijfcilinder.

10 Fig. 8 toont een dwarsdoorsnede over fig.7.

Fig. 9 toont een aanzicht op het naar de te verplaatsen stenen toegekeerde uiteinde van het duworgaan.

De inrichting volgens de uitvinding omvat een raamvormig gestel 1, dat wordt ondersteund door loopwielen 2 en aan het vooreinde waarvan een 15 trekarm 3 is bevestigd met behulp waarvan de inrichting aan een wagen of dergelijke kan worden gekoppeld.

Op het gestel 1 is een een pomp 4 aandrijvende motor 5 geplaatst.

Verder is op het gestel een voorraadtank 6 aangebracht,welke met behulp m van d pomp te verpompen olie bevat. De pomp is via niet nader weerge-20 geven leidingen verbonden met de tank en een hieronder nog nader te beschrijven verstelmechanisme,waarbij in deze leidingen ook veiligheidskleppen en dergelijke zijn aangebracht.

Zoals schematisch in fig.l en 2 is weergegeven i$Öe inrichting verder voorzien van een nabij een uiteinde van het gestel opgesteld 25 duwmechanisme 7. Zoals in de fig.7 - 9 is weergegeven omvat dit duwme-chanisme een U-vormige balk 8 aan een uiteinde waarvan een duwplaat 9 en aan het andere uiteinde waarvan een sluitstuk 10 is aangebracht. Tussen de duwplaat 9 en het sluitstuk 10 zijn een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende stangen 12 aangebracht,die in hun lengterichting 30 verschuifbaar zijn gelegerd in bussen 13,die zijn opgenomen in een aan het gestel bevestigde steun 14.

In de steun 14 is tussen de beide stangen een zich evenwijdig aan de stangen uitstrekkende dubbel werkende Verstelcilinder 15 gelegen en het buiten de verstelcilinder uitstekende uiteinde van de zuigerstang 35 16 van deze verstelcilinder 15 is aan de duwplaat 9 bevestigd. Het zal duidelijk zijn,dat zodoende met behulp van de verstelcilinder 15 de duw- 790 1 1 1 5 -4- 20447/CV/tl plaat 9 heen en weer kan worden bewogen,waarbij de duwplaat 9 wordt geleid met behulp van de stangen 12.

Zoals eerder nog uit fig.9 blijkt is in de duwplaat 9 een T-vormig gat 17 aangebracht. De bedoeling van dit gat zal hieronder nog nader wor-5 den uiteengezet.

Naast het ' mechanisme 7 is op het gestel een magazijn B aangebracht, welk magazijn bestemd is voor de opname van de te reinigen stenen.Zoals in het bijzonder uit de fig. 3 en 4 blijkt omvat dit magazijn een tweetal zich omhoog uitstrekkende evenwijdig aan elkaar verlopende platen 19.Aan 10 de naar het mechanisme toegekeerde uiteinden van de platen 19 zijn zich schuin omhoog uitstrekkende hoekijzers 20 bevestigd. Aan de andere uiteinden van de platen zijn geleidingsstukken 21 bevestigd,waarvan,zoals in het bijzonder uit fig.3 blijkt de breedte van boven naar beneden althans over een deel van de hoogte van deze geleidingsstukken geleidelijk toe-15 neemt. In de geleidingsstukken zijn zich omhoog uitstrekkende sleufgaten 22 aangebracht waardoorheen niet nader weergegeven bouten kunnen worden gestoken met behulp waarvan de geleidingsstukken 21 in de gewenste hoogte-ligging aan de platen 19 kunnen worden vastgeklemd.

Gezien in bovenaanzicht (fig.4) liggen tussen de beide platen 19 20 van het magazijn de uiteinden van een tweetal zich vanaf het magazijn in een van het mechanisme 7 afgekeerèe/^uxBItrekkende,vast in het gestel opgestelde strippen 23, die bestemd zijn voor het ondersteunen van door de machine te voeren stenen. Daarbij ligt de bovenste begrenzingsrand van een strip 23 over dat gedeelte van de strip,dat zich in het magazijn uit-25 strekt bij voorkeur een weinig hoger dan de bovenste begrenzingsrand van het overige deel vanfstrip,zodat bij de punten 24 (fig,4) als het ware een trapvormige verlaging in de strip is gevormd,waardoor wordt voorkomen,dat op hieronder nader te beschrijven wijze uit het magazijn geschoven stenen in het magazijn kunnen terug glijden.

30 Ter hoogte van de strippen 23 zijn op het gestel tegenover elkaar liggende schraaporganen 25 en 26 aangebracht. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de schraaporganen zijn,gezien in fig.3 zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende schraapstrippen 27 aangebracht, die bij vporkeur uit goed tegen slijtage bestendig materiaal,bijvoor-35 beeld uit mangaan zijn vervaardigd. Zoals uit fig.3 blijkt zijn de strippen 27 op regelmatige afstand van elkaar op de schraaporganen 25 en 26 7901115 * -5- . 20447/CV/tl aangebracht,waarbij gezien in de richting volgens pijl A,waarin tijdens bedrijf de stenen door de inrichting worden verplaatst de strippen zich vanaf hun boveneinden schuin naar achteren en naar beneden toe uitstrekken.

5 Aan de van elkaar afgekeerde zijden van de schraaporganen zijn steu nen 28 bevestigd,die met alzijdige scharnierbewegingen mogelijk makende scharnierverbindingen 29 zijn gekoppeld met armen 30 .De armen 30 zijn gekoppeld aan zich verticaal uitstrekkende assen 31,die zijn ingebed in veerkrachtig materiaal,bijvoorbeeld rubber,dat de assen,welke een onronde 10 doorsnede kunnen hebben,omgeeft. Dit veerkrachtige materiaal is bevestigd in bussen 32,die met behulp van bouten 33 aan het gestel 1 zijn vastgeklemd. Het zal duidelijk zijn,dat dank zij deze ondersteuning de beide schraaporganen ten gevolge van de veerkracht van het in de bussen 32 opgenomen materiaal verend ten opzichte van elkaar kunnen uitwijken.

15 Ter hoogte van de beide schraaporganen 25 en 26 is een zich lood recht op de lengterichting van de schraaporganen en horizontaal uitstrekkend as 34 draaibaar in het gestel gelegerd. Aan de as 34 is een zich in de richting van het magazijn uitgtrekkende arm 35 bevestigd. Aan het ter hoogte van het magazijn gele;en uiteinde van de arm 35 is een plaat 36 20 bevestigd waarvan de van het duwmechanisme 7 afgekeerde rand 37 afgeschuind is (fig.3).

Verder is aan de as 34 een zich naar beneden toe uitstrekkende arm 3?a bevestigd in het vrije uiteinde waarvan een bout 38 instelbaar is aangebracht. De bout 38 werkt samen met het uiteinde van een buiten een 25 klep 39 uitstekende stang 40. De klep 39 is op niet nader weergegeven wijze aan het gestel 1 bevestigd en door het verschuiven van de stang 40 kan de toe- en afvoer van onder druk staand fluïdum naar en van de cilinder 15 worden geregeld. Een in de klep 39 opgestelde veer houdt normaal dehs 34 met de daaraan bevestigde armen 35 en 37ain de weergegeven stand,waar-30 bij eventueel een aanslag kan zijn aangebracht,welke een verder omhoog bewegen van de arm 35 met de plaat 36 verhindert.

Aan de van het magazijn afgekeerde zijde van de beide schraaporganen 25 en 26 zijn op het gestel zich omhoog uitstrekkende kolommen 41 aangebracht. Aan ieder van deze kolommen is een met een bus 32 overeenkomende 35 bus 42 bevestigd,zodanig,dat de hartlijn van iedere bus 42 horizontaal en loodrecht op de lengterichting van de inrichting is gelegen.(fig.5 en 6).

790 1 1 1 5 ί -6- 20447/CV/tl

In de twee aan twee in eikaars verlengde gelegen bussen zijn op soortgelijke wijze als hierboven is beschreven voor de bussen 32 onder tussenkomst van veerkrachtig mderiaal met de assen 31 overeenkomende assen 43 opgenomen. Aan de buiten de bussen 42 uitstekende,naar elkaar 5 toegekeerde uiteinden van de assen 43 zijn de uiteinden van armen 44 bevestigd welke armen 44 zich vanaf de assen 43,in bovenaanzicht gezien in de verplaatsingsrichting volgens pijl A van de stenen uitstrekken.'

In zijaanzicht gezien strekken de armen zich bij voorkeur vanaf de assen 43 enigszins schuin naar beneden toe uit. De van de assen 43 afge-10 keerde uiteinden van de armen 44 zijn weer met behulp van alzijdige- scharnierbewegingen mogelijk makende koppelingsorganen 45 gekoppeld met steunen 46 die zijn bevestigd aan een zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend schraaporgaan 47. Aan zijn onderzijde is het schraap-orgaan voorzien van V-vormig opgestelde schraapstrippen 48,die eveneens 15 uit slijtvast materiaal,bijvoorbeeld mangaan zijn vervaardigd. Op enige afstand onder het schraaporgaan 47 is een in fig.5 slechts schematisch aangeduid schraaporgaan 49 aan het gestel 1 bevestigd,welk schraaporgaan is voorzien van met de strippen 48 overeenkomende schraapstrippen waarvan de bovenranden althans nagenoeg op hetzelfde niveau zijn gelegen op 20 de bovenzijden van de strippen 23.

Tussen de schraaporganen 47 en 49 kunnen aan het gestel bevestigde strippen op dergelijke worden aangebracht om te voorkomen, dat tijdens bedrijf stenen zijdelings tussen de schraaporganen uit bewegen.

Voor bedrijf zal de hierboven omschreven inrichting zodanig worden 25 opgesteld,dat het gestel 1 de in fig.l met stippellijnen weergegeven stand 1’ inneemt,waarbij het gestel een hoek van ongeveer 15° met de horizontaal insluit. Daarbij is de uitvoering bij/Voorkeur zodanig,dat de zich omhoog uitstrekkende hoekijzers 20 van het magazijn zich onder een hoek van ongeveer 30° schuin omhoog uitstrekken. De bediener van de in-30 richting kan dan enige op elkaar gestapelde stenen tegen de strippen 20 aanleggen,waarop deze stenen langs de strippen naar beneden zullen glijden.

Over het onderste gedeelte van hun baan worden daarbij de stenen tevens geleid door de geleidingsstroken 21. De afstand van de ondereinden van de geleidingsstroken tot de bovenzijde van de strippen 23 zal ingesteld 35 worden m afhankelijkheid van de hoogte van de te verwerken stenen. De 7901115 * -7- 20lW7/CV/tl s» geleidingsstukken 21 zijn gemakkelijk verwisselbaar,zodat afhankelijk van de dikte van de stenen bepaalde geleidingsstukken in de inrichting kunnen worden gemonteerd,zodanig,dat de afstand tussen de strippen 20 en de naar deze strippen toegekeerde zijden van de geleidingsstukken 21 5 aan de dikte van de stenen zal zijn aangepast.

Onder invloed van het gewicht van de op de plaat 36 drukkende stapel stenen zal de arm 35,gezien in fig..3 in de richting van de wijzers van de klok draaien tegen de werking van de in de klep 39 opgenomen veer in. Dientengevolge wordt de klep 39 zodanig versteld,dat onder druk staand 10 fluidum naar de verstelcilinder 15 wordt gestuurd,zodat met behulp van deze verstelcilinder 15 het duworgaan 9 gezien in fig.3 in de richting volgens pijl A zal worden verplaatst,waarbij dit duworgaan de onderste steen van de zich in het magazijn bevindende stapd. over de strippen 23 voor zich uit en tussen de beide schraaporganen 25 en 26 zal duwen. De overige 15 stenen komen dan boven op de met de duwplaat 9 verbonden balk 8 te liggen. Dientengevolge wordt de arm 35 en de plaat 36 ontlast van het gewicht van de stapel stenen,zodat de arm 35 de neiging heeft om gezien in fig.3 tegen de wijzers van de klok in te verdraaien onder invloed van de in de klep 39 opgenomen veer. Aanvankelijk wordt dit verh'nderü doordat de duw-20 plaat 9 bovenfle plaat 36 is gelegen. Aan het einde an de slag van het duworgaan is echter de duwplaat 9 gezien in de richting volgens pijl A tot voorbij de plaat 36 bewogen,zodat dan de plaat 36 achter de duwplaat omhoog kan bewegen. Daarbij komt de klep 39 in een stand ,waarin zodanig fluidum naar de verstelcilinder 15 wordt teruggevoerd,dat het duworgaan weer 25 terug zal bewegen. Daarbij loopt de plaat 36 mede door de afgeschuinde rand 37 in de eveneens afgeschuinde uitsparing 17,zodat een positieve opheffing van de plaat 36 en daarmede een omhoog zwenken van de arm 35 wordt bewerkstelligd, zodat voorkomen wordt dat,bijvoorbeeld door tijdens bedrijf opgewekte trillingen, de klep 39 door de armen 35 en 37a zodanig wordt beinvloed, dat geen 30 regelmatige toevoer ' van fluidum naar de verstelcilinder voor het terug bewegen van het duworgaan wordt verkregen.

Om bij stenen,die onregelmatig zijn gevormd,te voorkomen dat tijdens bedrijf de plaat 36 de neiging heeft om reeds voor de duwplaat omhoog te bewegen kan de inrichting zijn voorzien van een permanente magneet, 35 welke bijvoorbeeld aangrijpt op de arm 37a indien de arm 35 naar beneden is 790 1 1 1 5 » -8- 20447/CV/tl verzwenkt. Daarbij kan dan aan het heen en weer beweegbare duworgaan een aanslag zijn aangebracht,die bij het einde van de slag van dit duworgaan -de arm 35 omhoog zwenkt, waar door de arm 37a weer/rrij komt van de desbetreffende permanente magneet.

tj Zodra het duworgaan weer in zijn uitgangsstand is terug bewogen zal de zich in< het magazijn bevindende stapel stenen weer op de plaat 36 drukken zodat de bovenbeschreven cyclus weer wordt herhaald. Daarbij zal de het eerst tussen de beide schraaporganen 25 en 26 geduwde steen door de daarop volgende steen verder vooruit worden bewogen.

^ Doelmatig is de uitvoering zodanig getroffen,dat de arm 35 gezien in fig.3 niet in de richting volgens de wijzers van de klok zal verzwenken onder invloed van het gewicht van slechts een enkele steen. Daardoor wordt in verregaande mate het gevaar voorkomen,dat de bediener eventueel met zijn hand tussen het duworgaan en overige delen van de inrichting be-,j(j klemd zou kunnen raken.

Het zal duidelijk zijn,dat de zo met behulp van het duworgaan uit het magazijn afgevoerde stenen stapsgewijs tussen de beide schraaporganen 25 en 26 zullen worden doorgevoerd. Daarbij zullen twee tegenover elkaar gelegen zijkanten door de in de schraaporganen 25 en 26 opgenomen schraap-2o ijzers 27 worden afgeschraapt. Door de hierboven omschreven schuine op-sielling van de schraapijzers 27 zullen daarbij de stenen tevens een naar beneden gerichte kracht ondervinden,zodat deze stevig tegen de de stenen ondersteunende strippen 23 zullen worden gedrukt en zodoende niet de neiging zullen hebben om uit de machine te bewegen. Door de verende opstel-25 ling van de beide schraaporganen 25 en 26 kunnen deze zich aan de afmetingen van de stenen aanpassen. Daarbij kan de op de stenen uitgeoefende drukkracht nog enigszins worden beïnvloed door het om hun lengteassen verdraaien van de bussen 32,die met behulp van de bouten 33 in iedere gewenste stand aan het gestel 1 kunnen worden vastgeklemd. De stapsgewijze ver-30 plaatsing tussen de schraaporganen door heeft een gunstig effect op de werking,daar tijdens de perioden,dat de stenen stilstaan,de schraaporganen hun greep op de stenen,die tijdens de verplaatsing van de stenen enigszins nadelig kan zijn beïnvloed,weer kunnen verbeteren,zodat een bijzonder effectfef afschrapen van de stenen wordt verkregen.

35 Na het passeren van de beide schraaporganen 25 en 26,welke schraap- - 7901115 -9- 20447/CV/tl organen zich althans in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken komen de stenen tussen de beide j althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende en boven elkaar gelegen schraaporganen 47 en 49,waarvan de V-vormige schraapijzers 48 de boven en ondervlakken van de stenen zullen schoon 5 schrapen op soortgelijke wijze als hierboven is beschreven voor het schoon schrapen van de zijvlakken van de stenen. Door de V-vormige opstelling van de schraaporganen 48,welke duidelijk in fig.6 is weergegeven wordt een neiging van de stenen om naar een zijkant van de inrichting te bewegen onderdrukt. Na het verlaten van de beide boven elkaar gelegen schraapor-10 ganen 47 en 49 zullen de door de inrichting bewogen stenen op effectieve wijze op de vereiste vier vlakken van aanhechtend vuil zijn ontdaan. Zoals nog in fig.l schematisch is weergegeven kan op het achtereinde van het schraaporgaan 49 nog een bij voorkeur van de inrichting los te koppelën, zich tijdens bedrijf schuin omhoog uitstrekkende opvoergoot 50 zijn aan-15 gebracht,zodat onder het afvoereinde van de opvoergoot een vrij grote hoogte beschikbaar is voor het vormen van een hoop gereinigde stenen resp. voor het daar onder opstellen van een afvoerinrichting of dergelijke voor de stenen.

Het duwmechanisme voor de stenen kan eenvoudig en robuust worden 20 uitgevoerd,terwijl dit duwmechanisme tevens eenvoudig tegen vervuiling te beschermen is,zodat dit duwmechanisme voor het door de inrichting duwen van de stenen een lange levensduur kan hebben.Ook de verende ondersteuning voor de schraaporganen kan eenvoudige en solide worden uitgevoerd,waarbij ook deze onderdelen niet aan overmatige slijtage zullen zijn blootgesteld.

25 Door het opeenvolgend tussen de verend opgestelde afstrijkorganen heendu-wen van de stenen zal ook weinig lawaaivorden veroorzaakt.Verder is het magazijn door een bedieningsman eenvoudig te vullen,waarbij meerdere stenen gelijktijdig in het magazijn kunnen worden geplaatst. Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding is dan ook een eenvoudige en doelmatige 30 inrichting voor het reinigen van stenen te verkrijgen.

Het zal duidelijk zijn,dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding diverse variaties en/of aanvullingen op het bovenomschreven ea in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvindhg kunnen worden aangebracht.Zo zal tijvoorbeeld ieder 35 van de hierboven genoemde schraaporganen uit meerdere ieder afzonderlijk 790 1 1 1 5 * -10- 20447/CV/tl verend opgestelde delen kunnen zijn opgebouwd. Verder zal het mogelijk zijn om een schraaporgaan te vormen üit een elastische plaat,waarop de zich loodrecht op deze plaat uitstrekkende schraapstrippen 27 resp. 48 zijn aangebracht. Een dergelijke plaat kan dan in meerdere punten verend 5 worden ondersteund,waarbij de plaat het verloop van de afmetingen van opeenvolgend langs de plaat gevoerde stenen kan volgen.

4 7901115

Claims (12)

1. Inrichting voor het reinigen van stenen voorzien van een gestel en in het gestel tegenover elkaar opgestelde schraaporganen,met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van een magazijn geschflt voor hét opnemen van stenen en een nabij de onderzijde van hetfragazijn opgesteld heen en weer 5 beweegbaar duworgaan met behulp waarvan de stenen een voor een uit het magazijn en achter elkaar volgend tussen de schraaporganen door kunnen worden geduwd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de lengte van een schraaporgaan gezien in de verplaatsingsrichting van de stenen groter 10 is dan de slag van het duworgaan.

'3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat een schraaporgaan ten opzichte van een daar tegenoverliggend schraaporgaan verend kan uitwijken.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 15 dat twee stellen schraaporganen in de verplaatsingsrichting van de stenen achter elkaar en over 90° ten opzichte van elkaar verdraaid staan opgesteld.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het magazijn is voorzien van een tweetal zich tijdens bedrijf schuin omhoog uitstrekkende hoekijzers,waartegen in het magazijn te plaatsen ste- 20 nen kunnen worden gelegd.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat op afstand van de ondereinden van de hoekijzers instelbare geleidingsstukken zijn aangebracht waarvan de breedte van boven naar heneden toeneemt,een en ander zodanig,dat de stenen tussen de ondereinden van de hoekijzers en de gelei- 25 dingstukken door te bewegen zijn,terwijl de ondereinden van de geleidings-stukken zodanig zijn opgesteld,dat juist een steen onder deze ondereinden door kan bewegen.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat nabij de onderzijde van het magazijn een bedieningsorgaan is opgesteld, 30 dat onder invloed van het gewicht van althans een zich in het magazijn bevindende steen kan worden versteld om zodoende het op gang brengen van het duworgaan te bewerkstelligen.

8. Inrichting volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat het duworgaan is voorzien van een met het duworgaan meebewegend plaatvormig deel,dat 35 tijdens de werkzame slag van het duworgaan onder de zich in het magazijn bevindende stapel stenen door beweegt ten einde een scheiding te bewerk- 790 1 1 1 5 * _12_ ' 20447/CV/tl stelligen tussen het bedieningsorgaan en de' desbetreffende stapel stenen,

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8,met het kenmerk,dat het bedieningsorgaan wordt gevormd door een verzwenkbare hefboom,die samenwerkt met een klep,met behulp waarvan de fluidumtoevoer naar een het duworgaan 5 bedienende verstelcilinder kan worden geregeld.

10. Inrichting volgens een der voorgaande 7- 9,met het kenmerk,dat het duworgaan en het bedieningsorgaan zijn voorzien van met elkaar samenwerkende geleidingsmiddelen,zodanig dat bij de teruggpnde slag van het duworgaan het bedieningsorgaan door het duworgaan in zijn oorspronkelijke stand 10 wordt teruggedwongen.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het de inrichting is voorzien van een tweetal zich omhoog uitstrekkende schraap- organen,die aan de naar elkaar toegekeerde zijden zijn voorzien van schraap- ( strippen,die zih gezien in de verplaatsingsrichting van de stenen door de 15 inrichting van boven naar beneden schuin naar achteren toe uitstrekken.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van een tweetal althans nagenoeg horizontaal en tegenover elkaar opgestelde schraaporganen,die aan de naar elkaar toegekeerde zijden zijn voorzien van V-vormig opgestelde schraapstrippen. 790111¾ 0 • · . *6