NL7900373A - Systeemwand. - Google Patents

Description

- 1 - \ X Sch/AS/10 Λ

Kruisheer + Hallink B.V. te Rotterdam ien I Beheermaatschappij H.D. Groeneveld B.V.

I te Bolnes I "Systeemwand" j I -------------------------------------------------------! i ί ί * 1 De uitvinding heeft betrekking op een systeem wand, omvattende een aantal gelijkvormige, met elkaar ver-j bonden, aan de boven— en onderzijde aan resp. het plafond j en de vloer bevestigde wandelementen, en beoogt een derge- j i 5 lijke systeemwand te verschaffen, die eenvoudig en snel j i kan worden geplaatst, zonder dat de toe te passen wand- ! t elementen speciaal aan de gewenste wandlengte behoeven te j zijn of worden aangepast. :

Om dit doel te bereiken verschaft de uitvin- ; • i 10 ; ding een systeemwand van het in de aanhef vermelde type, ! | waarbij ten minste één van de. wandelementen door klemver- .

i I bindingsorganen aan het plafond en de vloer is bevestigd, ! ! j waarbij de wandelementen een zodanige profilering vertonen,' ί ί j dat ze vormsluitend in elkaar kunnen grijpen, welke profi-j 15 ; lering in ten minste ëën richting een zich met een vaste j | onderlinge afstand herhalend ribbenpatroon vertoont, en j | waarbij ten minste ëën passtuk aanwezig is, waarvan een j I niet-geprofileerd deel het aangrenzende wandelement ge- ! : deeltelijk overlapt.

20 Bijzonder voordelig is die uitvoering, waarbij ’ elk klemverbindingsorgaan wordt gevormd door een in hoofd- ! zaak S-vormig gebogen veerkrachtige strook, waarvan een open zijde om een aan het plafond of de vloer aangebrachte, | zich verticaal uitstrekkende rand klemt en de andere open , 7900373

5CS2S4F

/ 2 - zijde om resp. de boven- of de onderrand van het wandele-ment klemt.

Grote voordelen biedt verder een wand, bestaande uit twee evenwijdige, tussen de vlakken een ruimte 5 vrijlatende systeemwanden, waarbij de zich verticaal uitstrekkende rand wordt gevormd door een been van een aan de van resp. het plafond of de vloer afgewende zijde open balk met een in hoofdzaak U-vormig profiel.

De uitvinding zal nu worden verduidelijkt en 10 verder uiteengezet aan de hand van een tekening. Hierin toont: fig. 1 een verticale doorsnede, loodrecht op het vlak van de wand, door een als voorzetwand geplaatste systeemwand volgens de uitvinding; 15 fig. 2 een perspektivisch aanzicht van een ten dele weggebroken wand volgens de uitvinding; fig. 3 een horizontale doorsnede van een deel van een wand, bestaande uit twee onder een hoek geplaatste wandstukken; 20 fig. 4 een perspektivisch aanzicht van een ten dele weggebroken, van een deurkozijn en een raam voorziene, in aanbouw zijnde wand volgens de uitvinding; fig. 5 een perspektivisch aanzicht van een koppeling tussen een horizontale en een verticale ü-balk; 25 fig. 6 een verticale doorsnede, loodrecht op het vlak van de wand, door een wand volgens de uitvinding, waaraan sanitair en een kast zijn bevestigd; en fig. 7 een horizontale doorsnede langs de lijn VII-VII in fig. 6.

30 Pig. 1 verduidelijkt het principe van de systeemwand volgens de uitvinding aan de hand van een eenvoudig uitvoeringsvoorbeeld. Aan de vloer 6 en het plafond 7 zijn zich verticaal uitstrekkende randen, respl 1 en 2 bevestigd. Het wandelement 3 wordt hieraan door 35 middel van de klemmen resp. 4 en 5 bevestigd. Uit de —.figuur blijkt, 7900373.....................

- 3 - \ dat het gewicht van het wandelement 3 in hoofdzaak wordt gedragen door de rond de onderste rand 1 en de onderkant van het wandelement 3 grijpende klem 4. Bij het plaatsen van het wandelement 3 wordt eerst zijn bovenkant in de 5 klem 5 geschoven, waarvan de andere zijde rond de rand 2 wordt gebracht. Vervolgens laat men het element 3 zakken, totdat het op de boven aangeduide wijze klemmend is gekoppeld met de rand 1.

Het behoeft geen betoog, dat op deze wijze 10 een wandelement eenvoudig en snel kan worden aangebracht.

Fig. 1 toont verder plintelementen 8 en 9 voor het resp. · tegen de vloer en het plafond afdichten van de wand.

Fig. 2 toont de bovenbeschreven bevestiging - 15 verder aan de hand van een dubbelwandige variant, waarbij de zich verticaal uitstrekkende randen 1 en 2 worden gevormd door elk een been van een aan de van resp. het pla- · fond of de vloer afgewende zijde open balk resp. 10 en 11, met een in hoofdzaak U-vormig profiel.

20 Het wandelement bezit een zich periodiek herhalend ribbenpatroon, waardoor twee elementen vormslui-tend over ten minste één ribbe in elkaar kunnen grijpen.

Verder vertoont de wand een een kokervormig deel vertonend aansluitstuk 12 voor aansluiting van de wand 25 * tegen een muur.

Ten einde te bereiken, dat de horizontale wandlengte over ten minste de afstand tussen twee opeenvolgende ribben continu kiesbaar is, dient in het getekende uitvoeringsvoorbeeld het aansluitstuk 12 tevens als pas-30 stuk, waartoe het een niet-geprofileerd deel 13 omvat, dat het aangrenzende wanddeel gedeeltelijk overlapt.

De in fig. 2 getoonde wand omvat een vrije ruimte of spouw. In het getekende voorbeeld is deze spouw ten dele opgevuld door warmte-isolatiemateriaal of akoes-35 tisch dempingsmateriaal in de vorm van een door middel van - haak-oogverbindingselementen 14 aan de aan het plafond 7900373 r* ‘ --4- bevestigde U-balk opgehangen deken 15.

Fig. 3 toont een horizontale doorsnede van een wand, omvattende twee onderling loodrecht geplaatste systeemwanden, voorzien van twee koppelstukken 16 en 17 5 met onder een hoek van 90° geplaatste benen. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld dienen de koppelstukken 16 en 17 tevens als passtuk. Hiertoe zijn ze voorzien van niet-geprofileerde delen, resp. 18 en 19.

Het zal duidelijk zijn, dat ook hoeken met 10 van 90° afwijkende waarden kunnen worden gekozen, terwijl ook meer dan twee systeemwanden op één hoekpunt met elkaar verenigd kunnen worden.

Aan de wand volgens fig. 3 is verder een kozijn 38 aangebracht. Aan dit kozijn is een zich verticaal 15 uitstrekkende U-balk 39 ingelaten en door een schroef 40 bevestigd.

Aan een vrije buitenzijde zijn twee afdekplaten 41, 42 aangebracht. In de van buiten af bereikbare, kokervormige delen van het profiel zijn kabels 25 opgeno-20 men, terwijl, ten dele verzonken, een wandcontactdoos 24 op een daartoe bestemd paneel 45 is bevestigd.

Fig. 4 toont een in aanbouw verkerende wand volgens de uitvinding. Bij dezë wand zijn tussen de aan het :plafond bevestigde rand en de aan de vloer bevestigde 25 rand buigstijve verticale elementen aangebracht. Deze elementen worden gevormd door U-balken 20 - 24. Tussen het paar U-balken 20,21 is een deurkozijn 26 aangebracht; tussen het paar U-balken 22, 23 een kozijn 27, waarin zich een raam met dubbele beglazing bevindt. Aan de bovenrand 30 van elk kozijn is een extra U-balk 36, 37 aangebracht.

De opstaande benen daarvan kunnen dienen voor het met klemmen bevestigen van wandelementen. Eveneens kan aan de onderrand van het kozijn 27 een U-balk zijn aangebracht, waarbij tussen deze U-balk. en de U-balk 10 een wandelement 35 kan worden bevestigd.

In fig. 4 is verder aangegeven, hoe een o 7900373 5 plintelement 8 passend kan worden geplaatst voor het tegen de vloer afdichten van de wand.

Fig. 5 toont een voorbeeld van de bevestiging van een verticale ü-balk 20, 21, 22 of 23 aan. de aan de 5 vloer bevestigde ü-balk 10 uit fig. 4. De onderlinge verbinding tussen beide balken wordt gevormd door. een L-stuk 29, waarvan beide benen van een sleuf 30 zijn. voorzien voor het doorlaten van een bout 31, waarbij de lengte van de sleuf een positiekeuze mogelijk maakt. De onderrand van 10 de balk 23 en de bovenrand van de balk 10 .vertonen een onderlinge tussenruimte, ten einde het aanbrengen van een klem 4 mogelijk te maken.

Fig. 6 toont een wand met'buigstijve verticale elementen, in het getekende voorbeeld kokerbalken 30, 15 waaraan een kast 46 met een lamp 32, een kraan 33 eri een aanrecht.34 met een wasbak 35 zijn aangèbracht.

Fig. 7 ten slotte toont een dwarsdoorsnede ' langs de lijn VII-VII van fig. 6. Duidelijk is hierin te zien, dat de kokerbalken 30 met de klemmen 5 op dezelfde 20 wijze aan de verticale.randen 2 zijn bevestigd als de wandelementen. Aan de vrije buitenzijde van de wand is een afdekplaat 43 aangebracht. Aan de achterzijde daarvan zijn leidingen 44, aan het oog onttrokken, aangebracht.

Fig. 7 toont verder, dat twee aangrenzende 25 wandelementen elkaar met ten minste één volledige profiel-afstand kunnen overlappen.

* De wandelementen kunnen van voldoend sterk materiaal zijn, bijvoorbeeld staal. Deze keuze verschaft verder het voordeel van een uitstekende hittebestendigheid, 30 in het bijzonder in combinatie met een spouwvulling van bijvoorbeeld' steenwol. De klemverbindingselementen kunnen zijn vervaardigd uit verenstaal.

Als passtukken kunnen ook strookvormige elementen (niet getekend) dienen.

35 De beschreven profielvorm van de wandelementen . maakt een geneste stapeling van de wandelementen mogelijk, hetgeen voorai met het oog op transport van belang is.

7900373

Claims (17)

1. Systeemwand, omvattende een aantal ge-lijkvormige, met elkaar verbonden, aan de boven- en onderzijde aan resp. het plafond en de vloer bevestigde wand-elementen, met het kenmerk, dat ten minste één van de wandelementen door klemverbindingsorganen aan het plafond en de vloer is bevestigd, dat de wandelementen een zodanige profilering vertonen, dat ze vormsluitend in elkaar kunnen grijpen, welke profilering in ten minste één richting een zich met een vaste onderlinge afstand herhalend ribbenpatroon vertoont, en dat ten minste één passtuk aanwezig | is, waarvan een niet-geprofileerd deel het aangrenzende wandelement gedeeltelijk overlapt.

2. Systeemwand volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk klemverbindingsorgaan wordt gevormd door een in hoofdzaak S-vormig gebogen veerkrachtige strook, waarvan een open zijde om een aan het plafond of de vloer aangebrachte zich verticaal uitstrekkende rand klemt en de andere open zijde om resp. de boven- of de onderrand van het wandelement klemt.

3. Wand, bestaande uit twee evenwijdige, . tussen de vlakken een ruimte vrijlatende systeemwanden volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zich verticaal uitstrekkende rand wordt gevormd door een been van een aan de van resp. het plafond of de vloer afgewende zijde open balk met een in hoofdzaak U-vormig profiel.

4. Wand volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vrije ruimte tussen de systeemwanden ten minste ten dele is opgevuld door warmte-isolatiemateriaal.

5. Wand volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vrije ruimte tussen de systeemwanden ten minste ten dele is opgevuld door akoestisch dempingsmateriaal. 79 Ó 03 73.................·..................... .. 7 .

6. Wand volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk/ dat het materiaal de vorm-van een deken bezit, en dat deze deken door middel van haak-oogverbindings-elementen is opgehangen aan de aan het plafond bevestigde ü-balk.

7. Wand, omvattende ten minste twee, onder een vooraf gekozen hoek geplaatste systeemwanden, gekenmerkt door ten minste één koppelstuk met onder de gekozen hoek geplaatste benen. :

8. Wand volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het koppelstuk tevens als passtuk dienst doet.

9. Wand volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een een kokervormig deel vertonend aansluitstuk voor aansluiting van de wand tegen een muur.

10. Wand volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het aansluitstuk tevens als passtuk dienst doet.

11. Wand volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de aan het plafond bevestigde rand en de aan de vloer bevestigde rand twee buigstijve verticale elementen zijn aangebracht.

12. Wand volgens conclusie 11, gekenmerkt door een tussen die verticale elementen geplaatst kozijn.

13. Wand volgens conclusie 11, gekenmerkt door middelen voor het aan die verticale elementen aanbrengen van sanitair, kasten en dergelijke.

14. Wand volgens één der conclusies 11-13 en één der conclusies 3-10, met het kenmerk, dat beide buigstijve verticale elementen worden gevormd door een prof ielba3.k,

15. Wand volgens conclusie 14 en 12, met het kenmerk, dat aan ten minste één horizontale buitenrand van het kozijn een naar de van de van het kozijn af gerichte zijde open ü-balk is aangebracht.

16. Wand volgens ëën der voorgaande con-„ clusies, gekenmerkt door plintelementen voor het tegen 7900373 * de vloer en het plafond afdichten van de wand.

17. Wand volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één vrije buitenzijde is bedekt met ten minste één afdekplaat. i ; i ! . i ? \ 7900373