NL7900371A - Reservoir voor opslag en afgifte van een strookvormig, vochtig absorptiemateriaal. - Google Patents

Description

1# t C Ca/Se/3

Lamaf-Kunststoffen B.V. te Groningen “reservoir voor opslag en afgifte van een strookvormig, vochtig absor.ptiemateriaal"

De uitvinding heeft betrekking op een reservoir voor opslag en afgifte van een strookvormig, vochtig absorbtiema-teriaal, dat tot secties van voor afgifte gewenste lengte kan zijn voorgeperforeerd, voorzien van een tweedelig deksel, 5 waarvan het vaste dekselonderdeel een afgifte-opening vertoont en het verplaatsbare dekselbovendeel afdichtend over het onderdeel tot afsluiting kan worden gebracht, terwijl voorts middelen voor het afscheiden van steeds êén materiaal sec tie aanwezig zijn.

10 . Een dergelijk reservoir is bekend uit het Britse oc-trooischrift 1.472.366 en vindt tegenwoordig op betrekkelijk grote schaal toepassing bij het eenmalige gebruik van een hier als "sectie" aangeduide hoeveelheid absorbtiemateriaal, welke met een behandelingsvloeistof, bijvoorbeeld een desin-15 feeterende vloeistof, is bevochtigd. Bij het bekende reservoir gaat de afgifte-opening op enige plaatsen langs zijn omtrek over in hoofdzakelijk radiale sleuven of sleufvormige uitlopers, waartussen zich tongen uitstrekken, waarvan de randen de genoemde middelen voor het afscheiden van steeds 20 een materiaalsectie vormen. In de praktijk blijkt nu, dat het strookvormige materiaal tijdens afgifte uit de afgifte-opening zelf althans tenminste gedeeltelijk in tenminste ëên van de genoemde sleuven of sleufvormige uitlopers wordt getrokken, waarbij het zoveel weerstand ondervindt, dat opeen-25 volgende secties ter plaatse van of nabij de randen van de genoemde tongen tenminste ongeveer volgens een door de reeds aanwezige perforaties bepaalde scheurlijn van elkaar worden gescheiden. Daarbij blijft een op een afgescheiden materiaal-sectie volgende sectie in de afgifte-opening achter. Daar 30 “900371 35

«V

* » 2 deze als gevolg van de sleufvormige uitlopers een betrekkelijk grillige vorm heeft, zal de achterblijvende materiaal-sectie echter niet in staat zijn om de afgifte-opening geheel te vullen, zodat via het openblijvende gedeelte van de afgif- 5- te-opening vochtverlies door verdamping optreedt. Dit is in het bijzonder het geval, wanneer door nalatigheid, of zoals tijdens frequent gebruik veelal met opzet geschiedt, het dek-selbovendeel niet tot afsluiting over het dekselonderdeel en de daarin aanwezige, gedeeltelijk open afgifte-opening wordt gebracht. Pogingen om de afgifte-opening onder behoud van de sleufvormige uitlopers zo klein mogelijk te maken, leiden er veelal toe, dat de zich tussen de uitlopers uitstrekkende tongen dermate strak tegen het vochtige absorptiemateriaal komen te liggen, dat zij daarop tijdens verdere afgifte een ^ afstrijkende bewerking uitoefenen, waardoor de behandelings-vloeistof tijdens de doorgang van het materiaal door de opening gedeeltelijk uit het materiaal gedrukt wordt en in het reservoir achterblijft.

De uitvinding stelt zich nu ten doel, hierin verbetering 2q te brengen en een reservoir voor opslag en afgifte van een strookvormig, vochtig absorbtiemateriaal te verschaffen, dat een goede afgifte van vochtig absorbtiemateriaal mogelijk maakt zonder, gevaar voor een aanzienlijk verlies aan vocht door voortijdige verdamping en zonder dat als gevolg van af-25 strijken behandelingsvloeistof in het reservoir achterblijft.

Daartoe stelt de uitvinding bij een reservoir van het in de aanhef genoemde type voor, dat de afgifte-opering een van sleufvormige, radiale uitlopers vrije contour vertoont en een 2Q effectieve doorsnede heeft, welke door een in geringe mate naar buiten getrokken sectie van het absorbtiemateriaal wordt in beslag genomen, terwijl de afscheidingsmiddelen worden gevormd door een zich nabij de rand van de afgifte-opening boven het dekselonderdeel bevindend orgaan, dat tijdens af-35 gifte in of nabij een of meer perforaties tussen twee opeen- 7900371 3 volgende secties op het materiaal kan aangrijpen. Het voordeel van een dergelijk reservoir volgens de uitvinding is, dat een uit de afgifte-opening getrokken materiaalsectie, die langs het genoemde orgaan wordt.getrokken, bij de aangrijping 5 door het orgaan op het materiaal, respectievelijk in de perforaties, van de volgende sectie wordt gescheiden nadat deze laatstgenoemde in de afgifte-opening van het reservoir is getrokken en deze heeft afgesloten. De volgende sectie behoeft daarbij slechts buiten de afgifte-opening uit te steken 10 met een gedeelte, dat voldoende groot is om met de vingers te worden vastgepakt, zodat de eventueel optredende vloeistof-verdamping zich in eerste instantie tot dit gedeelte zal beperken. Het binnen het reservoir overblijvende absorbtie-materiaal wordt door de in de afgifte-opening overblijvende 15 materiaalsectie van de omgevingslucht afgesloten en als gevolg daarvan tegen ongewenste vloeistofverdamping beschermd. Hoewel volgens de uitvinding ook andere contourvormen mogelijk zijn, wordt een zeer eenvoudige uitvoering verkregen, wanneer de afgifte-opening een althans tenminste nagenoeg 20 cirkelvormige contour heeft.

Eenvoudigheidshalve wordt door de uitvinding voorgesteld, dat het zich boven het dekselonderdeel bevindende orgaan, wordt gevormd door een op het dekselonderdeel aangebracht uitsteeksel, dat aan zijn vrije uiteinde tenminste een 25 scherpe punt of kant vertoont, waarmede het uitsteeksel in de perforaties en/of het absorbtiemateriaal daaromheen kan binnendringen voor het tot stand brengen van de afscheiding van een naar buiten getrokken materiaalsectie. Volgens de uit- 30 35 7900371 <f 4 'V .... ..---- vinding wordt een doeltreffende afscheiding verkregen wanneer het uitsteeksel aan zijn vrije uiteinde een snijkant heeft of aan zijn vrije uiteinde een vertanding vertoont.

Teneinde zeker te stellen, dat de tweede of volgende van twee van elkaar te scheiden materiaalsecties tijdens afgifte slechts ter plaatse van het genoemde orgaan een voor de afscheiding noodzakelijke tegenkracht ondervindt, verdient het volgens de uitvinding in sommige gevallen aanbeveling, dat zich onder de afgifte-opening een leitrechter uitstrekt, via welke het absorptiemateriaal naar buiten kan worden getrokken zonder ter plaatse een weerstand van enige betekenis te ondervinden. Daardoor wordt zekergesteld, dat de afscheiding van een materiaalsectie uitsluitend ter plaatse van het zich boven het dekselonderdeel uitstrekkende orgaan plaatsvindt.

Door vergelijkende proeven is gebleken, dat een reser-15 voir volgens een van de hiervoor genoemde uitvoeringsvormen van de uitvinding in vergelijking met bekende reservoirs afgifte van absorptiemateriaal met een hoger gehalte aan vloeistof mogelijk maakt en een aanzienlijk lager vloeistofverlies door verdamping laat zien.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1, in perspectief, een reservoir volgens een uit-25 voeringsvorm van de uitvinding, met geopend dekselbovendeel, figuur 2 een axiale doorsnede door het reservoir volgens figuur 1, met gesloten dekselbovendeel, en figuur 3 een soortgelijke doorsnede als in figuur 2 door 2Qeen detail van een reservoir volgens een gewijzigde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Zoals de figuren 1 en 2 laten zien, kan een reservoir volgens de uitvinding bestaan uit een cylindervormige bus 1 met een deksel 2, dat aan het uiteinde van zijn cylinder- __ vormige flensrand een verdikking 4 vertoont, waarmede het in 35 7900371 5

A

een omtreksgroef 5 van de bus 1 grijpt. Als gevolg van de elastische vervormbaarheid van het materiaal van zowel de bus 1 als het deksel 2, respectievelijk de cylindervormige flens-rand 3 van het deksel, kan het laatstgenoemde gemakkelijk op 5 de bus 1 worden geplaatst en daarvan worden verwijderd. Het materiaal is kunststof.

Binnen het reservoir bevindt zich een wikkel 6 van een strookvormig, vochtig absorbtiemateriaal, bijvoorbeeld een met een desinfecterende vloeistof bevochtigde drager van ve-10 zelmateriaal. Afgifte van het strookvormige absorbtiemateriaal, dat door middel van perforaties 7 in secties 8 van steeds een zelfde gewenste lengte is voorverdeeld, vindt vanaf het inwendige van het wikkel 6 in bovenwaartse richting plaats.

15 Het deksel 2 vertoont aan zijn bovenzijde een vast, enigszins verdiept onderdeel 2a en een beweegbaar dekselbo-vendeel 2b, dat langs een rand 2c aan het dekselonderdeel 2a kan scharnieren en, zoals figuur 2 laat zien, afdichtend over het dekselonderdeel 2a tot afsluiting kan worden gebracht.

20 Een tot in het dekselbovendeel 2b doorlopende, halfkogelvormige verdieping 9 in de cyl indervormige flensrand 3 van het deksel vergemakkelijkt het openen van het dekselbovendeel 2b door middel van de duim van de gebruiker. Aan de binnenzijde van het scharnierende dekselbovendeel 2b bevindt zich 25 een cylindervormige kraag 10, die in de in figuur 2 weergegeven, gesloten toestand van het reservoir passend om een eveneens cylindervormige kraag 11 van het dekselonderdeel 2a grijpt en op die wijze zowel een afdichtend als een klemmend effect heeft.

30 Alle tot nog toe beschreven onderdelen van het reservoir zijn vervaardigd van kunststof, zoals polyethyleen of poly-propylee . De verschillende onderdelen van het deksel 2 zijn al tijdens de vervaardiging als een samenhangend geheel gevormd.

7900371 35 *· 6

In het vaste dekselonderdeel 2a bevindt zich binnen de kraag 11, dat wil zeggen ongeveer in het hart daarvan, de afgifte-opening 12. Deze heeft bij de in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen een cirkelvormige contour en boven-5 dien een effectieve doorsnede, welke door een in geringe mate naar buiten getrokken sectie 8 van het absorbtiemateriaal practisch geheel in beslag wordt genomen, zoals uit de verschillende figuren van de tekening blijkt. Als gevolg van de gesloten contourvorm, die vrij van sleufvormige uitlopers in 10 radiale richtingen is, kan het absorbtiemateriaal uitsluitend via de afgifte-opening 12 uit het reservoir worden getrokken; dit wil zeggen, dat de afgifte-opening 12 practisch voortdurend door een absorbtiemateriaalsectie 8 gesloten wordt gehouden. Een eventuele insnoering van het materiaal, welke 25 tijdens de afscheiding van twee opeenvolgende secties 8 kan optreden, vindt niet ter hoogte van de afgifte-opening 12 doch enigszins daarboven plaats, zoals nog zal worden beschreven. Het effect van een dergelijke insnoering is ter plaatse van de afgifte-opening 12 practisch verwaarloosbaar, 20 zodat de afgifte-opening practisch voortdurend door het afgif te-materiaal gesloten wordt gehouden. Als gevolg hiervan vertoont een reservoir volgens de uitvinding een minimaal verlies van bevochtigingsvloeistof door binnen het reservoir optredende verdamping.

25 30 35 7900371 7

Binnen de kraag 11 strekt zich op het dekselonderdeel 2a ter zijde van de afgifte-opening 12 een aan zijn vrije uiteinde vertand orgaan 13 uit, dat dient om een via de afgifte-opening 12 uit het reservoir getrokken materiaalsectie 8 van 5 de daarop volgende sectie 8 te scheiden. Daartoe wordt de eerste sectie zover naar buiten getrokken, dat de door de voorperforaties 7 bepaalde scheurlijn ongeveer ter hoogte van het vertande uiteinde van het orgaan 13 komt, waarna een zijdelingse verplaatsing met de vingers van de reeds in zijn 2Q geheel naar buiten getrokken materiaalsectie 8 in de richting van het orgaan 13 het absorptiemateriaal in aanraking met het vertande uiteinde van het orgaan 13 brengt. Hierdoor wordt de weerstand tegen uittrekken zodanig verhoogd, dat verder trekken tot afscheuren volgens de'perforaties 7 leidt. Ter hoogte 25 van het vertande uiteinde van het orgaan 13 kan daarbij een insnoering van het absorbtiemateriaal optreden; deze insnoe- ' ring heeft echter practisch geen effect ter hoogte van de afgifte-opening 12, welke door de volgende materiaalsectie 8 goed afgesloten wordt gehouden. Indien de afscheiding van 20 materiaalsecties in het vlak van de afgiftel-opening 12 zou plaatsvinden, bijvoorbeeld door in dat vlak werkzame afscheiding smiddelen in de vorm van sleufvormige, radiale uitlopers van de afgifte-opening, dan zou een grotendeels openstaande verbinding met het inwendige van het reservoir resulteren, 25 via welke vochtverlies door verdamping kan optreden.

Opgemerkt wordt, dat het voor afscheiding van twee opeenvolgende materiaalsecties 8 dienende orgaan 13 ook op andere dan in de tekening weergegeven wijze kan zijn uitgevoerd. Zo behoeft het orgaan 13 aan zijn vrije uiteinde geen 30 vertanding te vertonen; ook toepassing van een orgaan met een scherpe punt of kant, bijvoorbeeld een snijkant, aan zijn vrije uiteinde kan worden toegepast. Indien het orgaan 13 van kunststof is, kan het als een geheel met het dekselonderdeel 2a zijn gevormd. Uitvoering en bevestiging van het orgaan 13 7S00371 35 8 * kunnen van willekeurig geschikt type zijn; voorwaarde is slechts, dat het orgaan 13 op enige afstand boven het deksel-onderdeel 2a een voor afscheiding van een materiaalsectie 8 geschikte vorm heeft, zodanig, dat het orgaan in of nabij de 5 perforaties 7 op het absorbtiemateriaal kan aangrijpen.

Figuur 3 toont op soortgelijke wijze als in figuur 2 een detail van een gewijzigde uitvoeringsvorm. Bij deze uitvoeringsvorm strekt zich onder de afgifte-opening 12 een leitun-nel 14 uit. Deze heeft het voordeel, dat een materiaalsectie 10 8 voorafgaande aan het bereiken van de afgifte-opening 12 geleidelijk en zonder veel wrijving te ondervinden in een voor het vullen van de afgifte-opening 12 geschikte doorsne-devorm wordt gebracht.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding 15 een reservoir voor opslag en afgifte van een strookvormig, vochtig absorbtiemateriaal, welke zowel tijdens als na gebruik een goede afdichting van het inwendige van het reservoir zekerstelt, waardoor vochtverliezen als gevolg van verdamping zoveel mogelijk worden verraden. Bovendien ontbreekt 20 de noodzaak om de randen van de afgifte-opening zodanig strak om het absorptiemateriaal te laten aansluiten, dat tijdens het passeren van een geheel of gedeeltelijk met behandelings-vloeistof verzadigde sectie absorptiemateriaal door de opening, d.w.z. tijdens afgifte van een dergelijke sectie, door 25 afstrijken een deel van de vloeistof in het reservoir achterblijft. Het laatstgenoemde verschijnsel doet zich bij een reservoir volgens de uitvinding niet voor.

30 35 7900371

Claims (6)

1. Reservoir voor opslag en afgifte van een strookt or-mig, vochtig absorbtiemateriaal, dat tot secties van voor afgifte gewenste lengte kan zijn voorgeperforeerd, voorzien van een tweedelig deksel, waarvan het vaste dekselonderdeel een afgifte-opening vertoont en het verplaatsbare dekselbo-vendeel afdichtend over het onderdeel tot afsluiting kan worden gebracht, terwijl voorts middelen voor het afscheiden van steeds een materiaalsectie aanwezig zijn, met het kenmerk, dat de afgifte-opening (12) een van sleufvormige, radiale uitlopers vrije contour vertoont en een effectieve doorsnede heeft, welke door een in geringe mate naar buiten getrokken sectie (8) van het absorbtiemateriaal wordt in beslag genomen, terwijl de afscheidingsmiddelen worden gevormd door een zich nabij de rand van de afgifte-opening (12) boven het dekselonderdeel (2a) bevindend orgaan (13), dat tijdens afgifte in of nabij een of meer perforaties (7) tussen twee opeenvolgende secties (8) op het materiaal kan aangrijpen.

2. Reservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afgifte-opening een althans tenminste nagenoeg cirkelvormige contour heeft.

3. Reservoir volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het zich boven het dekselonderdeel (2a) bevindende orgaan wordt gevormd door een op het dekselonderdeel (2a) aangebracht, bovenwaarts uitsteeksel (13), dat aan zijn vrije uiteinde tenminste een scherpe punt of kant vertoont.

4. Reservoir volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (13) aan zijn vrije uiteinde een snijkant heeft.

5. Reservoir volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (13) aan zijn vrije uiteinde een vertanding vertoont.

6. Reservoir volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich onder de afgifte-opening (12) een leitrechter (14) uitstrekt. 7900371