NL7810887A - DEVICE FOR MANUFACTURING A CAST. - Google Patents

DEVICE FOR MANUFACTURING A CAST. Download PDF

Info

Publication number
NL7810887A
NL7810887A NL7810887A NL7810887A NL7810887A NL 7810887 A NL7810887 A NL 7810887A NL 7810887 A NL7810887 A NL 7810887A NL 7810887 A NL7810887 A NL 7810887A NL 7810887 A NL7810887 A NL 7810887A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
parts
scallop
mold
spring
support
Prior art date
Application number
NL7810887A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Pecker Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from BE190003A external-priority patent/BE869887A/en
Application filed by Pecker Nv filed Critical Pecker Nv
Publication of NL7810887A publication Critical patent/NL7810887A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22CFOUNDRY MOULDING
    • B22C5/00Machines or devices specially designed for dressing or handling the mould material so far as specially adapted for that purpose
    • B22C5/12Machines or devices specially designed for dressing or handling the mould material so far as specially adapted for that purpose for filling flasks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22CFOUNDRY MOULDING
    • B22C15/00Moulding machines characterised by the compacting mechanism; Accessories therefor
    • B22C15/10Compacting by jarring devices only

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Casting Devices For Molds (AREA)

Description

783602/Timmers ”783602 / Timmers ”

Aanvraagster : Naamloze Vennootschap De Pecker te GENT, BelgiëApplicant: Public Company De Pecker in GHENT, Belgium

Titel : Inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm*Title: Apparatus for manufacturing a mold *

Door aanvraagster worden als uitvinders genoemd: - Jan Caluwé en Charles Defrancq.The Applicants named as inventors: - Jan Caluwé and Charles Defrancq.

De uitvinding heeft betrekking öp een inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm, welke inrichting een steun bevat, ten minste twee daarop gemonteerde coquilledelen waarvan er ten minste een verplaatsbaar ten opzichte van de steun gemonteerd is, een 5 tussen deze delen aangebracht model van het te gieten stuk, middelen om vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen en middelen om de coquilledelen tijdelijk bij elkaar te houden.The invention relates to a device for manufacturing a mold, which device comprises a support, at least two scallop parts mounted thereon, at least one of which is mounted movably relative to the support, a model of the material to be arranged between these parts. casting, means for arranging molding material in the space between the model and the scallop parts and means for temporarily holding the scallop parts together.

Bij bekende inrichtingen van deze soort zijn de middelen om 10 vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen gevormd door een verplaatsbare spuitinrichting waarmee vormmateriaal, dit is meestal tand waaraan toevoegstoffen toegevoegd werden, onder druk in de ruimte gespoten wordt. Het onder druk inspuiten van het vormmateriaal Vergt evenwel relatief veel energie.In known devices of this type, the means for arranging molding material in the space between the model and the molded parts are formed by a movable spraying device with which molding material, this is usually tooth to which additives have been added, is injected into the space under pressure. Injecting the molding material under pressure, however, requires relatively much energy.

15 Daarenboven is de slijtage van het model en de coquilledelen door het schurend effect van het onder druk ingespoten vormmateriaal relatief groot. De coquilledelen en het model moeten ook speciaal aangepast zijn aan het spuiten hetgeen hun constructie ingewikkelder maakt. Bijzondere voorzieningen zijn immers nodig om toe te laten 20 dat de lucht uit de vorm ontsnapt. De samendrukkingsgraad en de homogeniteit van het ingebrachte vormmateriaal hangen af van de druk van het spuiten en zijn niet altijd zoals gewenst.In addition, the abrasion of the molded material injected under pressure is relatively great because of wear on the model and the scallop parts. The scallop parts and model must also be specially adapted to spraying, which complicates their construction. After all, special provisions are necessary to allow the air to escape from the mold. The degree of compression and homogeneity of the introduced molding material depends on the pressure of the spraying and is not always as desired.

ί_o-_Iί_o-_I

7810887 Y7810887 Y

* 4 _ 2 _* 4 _ 2 _

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een inrichting voor het gieten van metaal te verschaffen waarbij met een minimum aan energietoevoer en aan slijtage van de coquilledelen en het model en zonder een ingewikkelde constructie van de coquilledelen 5 en het model te vereisen een zeer homogene vulling met vormmateriaal tussen het model en de coquilledelen met de gewenste samendrukkings-graad, kan bekomen worden.The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide a metal casting device in which with a minimum of energy supply and wear of the mold parts and the model and without requiring a complicated construction of the mold parts 5 and the model homogeneous filling with molding material between the model and the scallop parts with the desired degree of compression can be obtained.

Tot dit doel bevatten de middelen om vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen een doseermecha-10 nisme om een dosis vormmateriaal te bepalen, toevoermiddelen om vormmateriaal aan het doseermechanisme toe te voeren en een tril-mechanisme dat ten minste een van de delen gevormd door de steun, de coquilledelen en het model kan doen trillen.To this end, the means for introducing molding material into the space between the model and the scallop parts includes a metering mechanism for determining a dose of molding material, feeding means for feeding molding material to the dosing mechanism and a vibrating mechanism comprising at least one of the parts formed by the support, the scallop parts and the model may vibrate.

De volledige ruimte tussen het model en de bij elkaar horende 15 coquilledelen wordt gevuld met een dosis vormmateriaal die onder invloed van zwaartekracht in de ruimte valt. Door het trillen met he1; trilmechanisme wordt de ruimte uniform gevuld. Uiteraard is de dosis aangepast aan de grootte van deze ruimte.The entire space between the model and the associated scallop parts is filled with a dose of molding material which falls into the space under the influence of gravity. By vibrating with he1; the vibration mechanism fills the space uniformly. Naturally, the dose is adapted to the size of this space.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het 20 doseermechanisme een reservoir welk van een uitlaat voorzien is, een afsluitinrichting op deze uitlaat, uitschakelbare middelen om vormmateriaal aan het reservoir toe te voeren, middelen welke de laatstgenoemde middelen besturen om, wanneer de gewenste hoeveelheid vormmateriaal in het reservoir aangevoerd is, het aanvoeren uit te 25 schakelen zodat de toevoer aan het reservoir stopt, en middelen om de afsluitinrichting te openen.In a special embodiment of the invention, the dosing mechanism comprises a reservoir which is provided with an outlet, a closing device on this outlet, switchable means for supplying molding material to the reservoir, means which control the latter means when the desired amount of molding material is in the reservoir, to switch off the supply so that the supply to the reservoir stops, and means for opening the closing device.

De uitvinding heeft ook betrekking op de middelen om de coquilledelen bij elkaar te houden.The invention also relates to the means for holding the scallop parts together.

Bij de bekende inrichtingen voor het vervaardigen van een 30 gietvorm wordt de vorm gesloten hetzij door starre haken hetzij door zuiqermechanismen. Het is vanzelfsprekend dat het gebruik van_ 7810887 0 --:5- - τ."··· !· · ··· - -- - -- -SW? ' - 3 - gedoelde haken die volledig geschikt is. De coquilledelen moeten immers tegen elkaar gehouden worden tijdens het aanbrengen van het vormmateriaal, en tijdens het gieten maar moeten van elkaar tijdelijk verwijderd worden om het inbrengen van het model toe te laten, ver-5 volgens na het harden van het vormmateriaal het verwijderen van dit model toe te laten en tenslotte ook het uitnemen van het gegoten stuk toe te laten. Daarenboven stelt het gebruik van haken wel problemen indien een gietmateriaal gegoten wordt dat, zoals bijv. grijs gietijzer, bij het stollen, uitzet.In the prior art mold making devices, the mold is closed either by rigid hooks or by piston mechanisms. It goes without saying that the use of_ 7810887 0 -: 5- - τ. "···! · · ··· - - - - -SW?" - 3 - purpose-designed hooks which are fully suitable. after all, they must be held together during the application of the molding material, and during the casting, but must be temporarily removed from each other in order to allow the insertion of the model, then, after curing the molding material, to allow the removal of this model. and finally also to allow the removal of the cast piece.In addition, the use of hooks does pose problems if a casting material is cast which, such as, for example, gray cast iron, expands upon solidification.

10 Bij dit uitzetten moeten de twee coquilledelen immers een weinig uit elkaar kunnen worden verplaatst. Men heeft dit opgelost door tussen de haken en de coquilledelen loden stukjes te plaatsen welke kunnen worden vervormd. De vervorming van deze stukjes is evenwel niet elastisch maar wel plastisch zodat telkens nieuwe loden stukjes 15 moeten gebruikt worden. Al de hiervoor genoemde nadelen worden wel verholpen bij het gebruik van zuigermechanismen hetzij pneumatische, hetzij hydraulische. Bij de bekende inrichtingen voor het gieten van metaal met dergelijke zuigermechanismen, zijn deze mechanismesn blijvend op de steun gemonteerd waarop ook de coquilledelen gemon-20 teerd worden. Deze zuigermechanismen zijn dubbelwerkend en bevelen hetzij het sluiten en het tegein elkaar houden van de coquilledelen, hetzij het openen en open houden van de coquilledelen. Deze zuigermechanismen laten wel een kleine uitzetting van de gietvorm toe. Het grote nadeel van deze inrichtingen is evenwel dat gedurende de ganse 25 gietbewerking, met andere woorden op alle plaatsen waar de gietvorm zich kan bevinden, de zuigermechanismen in werking zijn en er dus een energiebron voor de nodige druk van het fluïdum waarmee deze zuigermechanismen werken, moet zorgen. Inderdaad, gedurende het grootste gedeelte van de tijd nodig voor de volledige gietbewerking, 30 en onder meer tijdens het vormen var* het vormmateriaal, tijdens het iqieten en tijdens het of koelen., vnn he±_gegnfp.n-g.ia±ma±Bri ππΐ-j—mnoton U 7810887 - 4 - de coquiliedelen tegen elkaar aangedrukt blijven.After all, the two scallop parts must be able to be moved slightly apart during this expansion. This was solved by placing lead pieces between the hooks and the scallop parts which can be deformed. However, the deformation of these pieces is not elastic, but it is plastic, so that new lead pieces must always be used. All the aforementioned drawbacks are remedied when using piston mechanisms, either pneumatic or hydraulic. In the known devices for casting metal with such piston mechanisms, these mechanisms are permanently mounted on the support on which the scallop parts are also mounted. These piston mechanisms are double-acting and command either closing and holding the scallop parts together or opening and holding the scallop parts together. These piston mechanisms allow a small expansion of the mold. The major drawback of these devices, however, is that during the entire casting operation, in other words in all places where the mold can be located, the piston mechanisms are in operation and thus there is an energy source for the necessary pressure of the fluid with which these piston mechanisms operate, should take care. Indeed, during most of the time required for the complete casting operation, including the molding of the molding material, during the molding and during the cooling or cooling., Vnn he ± _gegnfp.ng.ia ± ma ± Bri ππΐ -j — mnoton U 7810887 - 4 - the chill parts remain pressed together.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm te verschaffen waarbij.de middelen om de coquiliedelen bij elkaar te houden zeer 5 gemakkelijk automatisch kunnen worden geopend en het enigszins uit elkaar gaan van de coquiliedelen toelaten wanneer het gegoten giet-materiaal bij het stooien uitzet, maar die toch zeer eenvoudig van constructie en gebruik zijn.The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide a device for manufacturing a mold, wherein the means for holding the scallop parts together can be opened very easily automatically and allow the scallop parts to separate slightly when the molded casting material expands when stowing, but is still very simple in construction and use.

Tot dit doel zijn de middelen om de coquiliedelen bij elkaar te 10 houden gevormd door ten minste een veer die onder spanning op het geheel gevormd door de steun en de erop gemonteerde coquiliedelen gemonteerd is en die steeds de coquiliedelen naar elkaar poogt te verplaatsen, terwijl de inrichting middelen bevat om de werking van de veer op te heffen en de coquiliedelen van elkaar weg te verplaatsen eti 15 tijdelijk van elkaar weg te houden.To this end, the means for holding the scallop parts together are formed by at least one spring which is tension-mounted on the whole formed by the support and the scallop parts mounted thereon and which always attempts to move the scallop parts together, while device comprises means for canceling the action of the spring and moving the scallop parts away from each other and temporarily keeping them away from each other.

Door veer wordt hier elk elastisch vervormbaar element bedoeld, in het bijzonder metalen spiraalveren en bladveren, welke continu en uit hun aard zelf een kracht kunnen uitoefenen op ten minste één van Je coquiliedelen, in tegenstelling tot zuigermechanismen welke slechts 20 cracht uitoefenen wanneer het fluïdum onder druk gehouden wordt. Door Je veer worden dus de coquiliedelen zonder blijvende toevoering van snergie tegen elkaar gehouden. Wanneer de coquiliedelen moeten van ïlkaar verwijderd worden, is dan wel energie vereist maar dit is ook iet geval bij zuigermechanismen.By spring is meant here any elastically deformable element, in particular metal coil springs and leaf springs, which can continuously and by their nature exert a force on at least one of your scallop parts, as opposed to piston mechanisms which exert only 20 force when the fluid is under is kept busy. Your feather thus holds the scallop parts together without the permanent supply of snergy. When the coil parts have to be removed from each other, energy is required, but this is also not the case with piston mechanisms.

25 In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de veer vast gemonteerd tussen een rand, welke vast op de steun staat en een van de coquiliedelen, terwijl ten minste een ander coquilledeel vast i>p de steun gemonteerd is.In a special embodiment of the invention, the spring is fixedly mounted between an edge which is fixed on the support and one of the scallop parts, while at least another scallop part is fixedly mounted on the support.

In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevatten <ï(fj de middelen om de coquiliedelen bij elkaar te houden een mechanisme >010887 . --.5-.-..In a curious embodiment of the invention, the means for holding the scraper parts together contain a mechanism> 010887.

« dat voor het zacht bij elkaar komen van de coquilledelen zorgt.That ensures that the scallop parts come together gently.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de steun verplaatsbaar volgens een gegeven baan, terwijl de middelen om de coquilledelen van elkaar weg te verplaatsen langs 5 deze baan opgesteld zijn.In a preferred embodiment of the invention, the support is movable along a given path, while the means for moving the mold parts away from each other are arranged along this path.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvindinc 10 niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde teke-ningenrOther particularities and advantages of the invention will become apparent from the following description of an apparatus for manufacturing a mold according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit invention 10; the reference numbers refer to the accompanying drawings no

Fig. 1 is een zijaanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm volgens de uitvinding; fig, 2 is een bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 1.Fig. 1 is a side view of an apparatus for manufacturing a mold according to the invention; Fig. 2 is a top view of the device of Fig. 1.

15 In de twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers be trekking op dezelfde elementen·15 In the two figures, like reference numerals refer to like elements

De inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm volgens de figuren bevat een wagentje 1 dat oyer rails 2 loopt. Deze rails 2 lopen in gesloten kring. De wagentjes 1 worden op een bekende en 20 hier niet nader in detail beschreven manier hetzij continu, hetzij intermitterend verplaatst waarbij de opeenvolgende bewerkingen zoals het vormen van de gietvorm, het gieten en het stallen op opeenvolgende plaatsen plaatsvinden.The device for manufacturing a mold according to the figures comprises a trolley 1 running along rails 2. These rails 2 run in closed circuit. The trolleys 1 are moved in a known manner and not further described in detail here, either continuously or intermittently, with the successive operations such as molding, casting and stabling taking place in successive places.

De te vervaardigen gietvorm is van het type bestaande uit de 25 combinatie van een coquille en een zandvorm. De inrichting bevat dan ook twee metalen coquilledelen 3 en 4 waartussen een holte 5 gevormd wordt welke nog gedeeltelijk met vormmateriaal gevuld wordt. Het ene coquilledeel 3 is losneembaar bevestigd op een opstaande wand 6 welke onwrikbaar vastgemaakt is op een horizontale steun 7 die op het wagentje 1 gemonteerd is.The mold to be manufactured is of the type consisting of the combination of a scallop and a sand mold. The device therefore contains two metal scallop parts 3 and 4, between which a cavity 5 is formed which is still partly filled with molding material. One scallop section 3 is releasably mounted on an upright wall 6 which is rigidly secured to a horizontal support 7 mounted on the trolley 1.

' \78 10887 _ 6 _ «'\ 78 10887 _ 6 _ «

Het andere coquilledeel 4 is eveneens losneembaar vastgemaokt op een opstaande wand 8 maar deze wand 8 is door middel van uitsteek-' seis welke glijden in groeven die in de steun 7 aangebracht zijn ten opzichte van de wand ó verplaatsbaar. De coquilledelen 3 en 4 kunnen 5 op deze manier van elkaar weg en naar elkaar toe verplaatst worden.The other scallop part 4 is also releasably mounted on an upright wall 8, but this wall 8 is displaceable relative to the wall by means of projections which slide in grooves arranged in the support 7. The scallop parts 3 and 4 can be moved away and towards each other in this way.

Om stukken van andere vorm te gieten kunnen zo nodig de coquilledelen 3 en 4 vervangen worden.To cast pieces of a different shape, the scallop parts 3 and 4 can be replaced if necessary.

De twee coquilledelen 3 en 4 worden continu naar elkaar geduwd onder invloed van een zware metalen spiraaldrukveer 9 welke tussen 10 de opstaande wand 8 en een er tegenovergelegen opstaande wand 10 onder spanning, dit is dus gedeeltelijk samengedrukt, opgesteld wordt. De opstaande wand 10 is onwrikbaar op de horizontale steun 7 vastgemaakt. Deze veer 9 zorgt ervoor dat, zonder enige toevoeging van energie, de vorm toegehouden wordt, dit is dus de coquilledelen 15 3 en 4 bij elkaar gehouden worden. Er is een kracht nodig om deze delen van elkaar te verwijderen.The two mold parts 3 and 4 are continuously pushed together under the influence of a heavy metal spiral compression spring 9 which is arranged between the upright wall 8 and an opposite upright wall 10 under tension, that is to say partially compressed. The upright wall 10 is fixedly attached to the horizontal support 7. This spring 9 ensures that, without any addition of energy, the shape is maintained, i.e. the scallop parts 3, 3 and 4 are held together. A force is needed to separate these parts from each other.

Om te beletten dat na het wegvallen van de kracht welke de coquilledelen 3 en 4 tegen de werking van de veer 9 in uit elkaar houden, deze coquilledelen 3 en 4 zeer snel met een klap tegen elkaar 20 vliegen is er tussen de wanden 8 en 10 nog een demper 11 van bekende constructie gemonteerd. Deze demper 11 belet niet het uit elkaar gaan van de coquilledelen 3 en 4 maar zorgt ervoor dat deze delen slechts traag naar elkaar toe kunnen bewegen en bij gevolg slechts zachtjes tegen elkaar komen.In order to prevent that after the loss of the force which keeps the scallop parts 3 and 4 apart against the action of the spring 9, these scallop parts 3 and 4 fly together very quickly with one another, between the walls 8 and 10 another damper 11 of known construction is mounted. This damper 11 does not prevent the scallop parts 3 and 4 from separating, but ensures that these parts can only move slowly towards each other and consequently only come together gently.

25 De steun 7 is door middel van veren 12 op het wagentje 1 ge monteerd. Op dit wagentje 1 is een trilmechanisme 13 van op zichzelf bekende constructie gemonteerd welke de steun 7 en dus de volledige gietvorm kan doen trillen ten opzichte van het wagentje 1. Het is uiteraard ook mogelijk het trilmechanisme 13 in plaats van op het |^30 wagentje 1 langs de baan van dit wagentje op te stellen, welk tril-\ mechanisme dan tijdelijk in contact komt met de gietvorm om deze te \ 7810887 \ ' . ; ' — 7 - φ- * trillen.The support 7 is mounted on the trolley 1 by means of springs 12. On this trolley 1 a vibrating mechanism 13 of known construction is mounted, which can cause the support 7 and thus the entire mold to vibrate with respect to the trolley 1. It is of course also possible to use the vibration mechanism 13 instead of on the trolley 1 along the track of this cart, which vibration mechanism then temporarily contacts the mold to form it. ; - 7 - φ- * vibrate.

Het openen van de gietvorm, dit ie dus het van elkaar verwijderen van de coquilledelen 3 en 4 kan door op zichzelf bekende toestellen plaatsvinden. Een daarvoor geschikt toestel 14 is schema-5 tisch in fig. 2 voorgesteld. Hit bevat twee armen 15 welke door middel van een zuigermechanisme 16 uit elkaar kunnen worden geduwd, en welke ten opzichte van het wagentje 1 verplaatsbaar zijn door een zuigermechanisme 18 dat zo bestuurd wordt dat, op het gepaste ogenblik, wannéér een wagentje 1 zich tegenover de armen bevindt, deze 10 armen twee uitsteeksels 17 welke op respectievelijk de wanden 6 en 8 aangebracht zijn kunnen grijpen, Deze armen kunnen dan de wand 8 van de wand 6 wegduwen, waarbij dus de veer 9 zal worden samengedruM.Opening the mold, i.e. removing the mold parts 3 and 4 from each other, can be effected by devices known per se. A suitable device 14 is shown schematically in Fig. 2. Hit contains two arms 15 which can be pushed apart by means of a piston mechanism 16, and which are movable relative to the trolley 1 by a piston mechanism 18 which is controlled in such a way that, at a suitable moment, when a trolley 1 is opposite the arms, these arms can grip two projections 17 which are arranged on the walls 6 and 8 respectively. These arms can then push the wall 8 away from the wall 6, so that the spring 9 will be compressed.

Bij continue verplaatsing van de wagentjes 1 tal dit toestel 14 zich met het wagentje 1 meeverplaatsen zolang de coquilledelen 3 en 4 van 15 elkaar moeten worden gehouden. Wanneer dit niet langer nodig is, verplaatsen de armen zich van de gietvorm weg zodat ze los komen van de uitsteeksels 17 en, zoals hiervoor beschreven, de coquilledelen 3 en 4 onder invloed van de veer 9 terug naar elkaar verplaatst worden. De armen van het toestel 14 worden terug naar hun beginstand 20 gebracht hetzij door veren, hetzij door het zuigermechanisme 16 welke ze uit elkaar verplaatst heeft, welk zuigermechanisme 16 dan dubbel-werkend moet zijn.When the carts 1 are moved continuously, this device 14 moves with the cart 1 as long as the scallop parts 3 and 4 of 15 are to be held together. When this is no longer necessary, the arms move away from the mold so that they separate from the protrusions 17 and, as described above, the scallop parts 3 and 4 are moved back together under the influence of the spring 9. The arms of the device 14 are returned to their initial positions 20 either by springs or by the piston mechanism 16 which has moved them apart, which piston mechanism 16 must then be double-acting.

De cyclus, doorlopen door een wagentje 1 tijdens de volledige gietbewerking, begint bij een van de toestellen voor het openen 14.The cycle, run through a trolley 1 during the entire casting operation, begins with one of the opening devices 14.

25 Terwijl door dit toestel 14 de coquilledelen 3 en 4 van elkaar gehouden worden plaatst men een model 19 van het te vormen gietstuk in de holte 5. Dit model 19 is op een bekende manier op een plaat 20 gemonteerd die tussen de coquilledelen 3 en 4 ten opzichte van de steun 7 vastgehouden wordt. Bij volledig gesloten toestand van de ^s=30 gietvorm, dit is de in de figuren voorgestelde stand, sluiten de 'W coquilledelen 3 en 4 tegen de plaat 20 aan._1 7810887 « -8 -While this device 14 keeps the scallop parts 3 and 4 apart, a model 19 of the casting to be formed is placed in the cavity 5. This model 19 is mounted in a known manner on a plate 20 which is between the scallop parts 3 and 4. is held relative to the support 7. When the mold is completely closed, this is the position shown in the figures, the 'W mold parts 3 and 4 connect against the plate 20._1 7810887 «-8 -

Onmiddellijk na het bevestigen van het model 19, laat men de coquilledelen 3 en 4 terug bij elkaar komen. Het vrijblijvende gedeelte van de holte 5 dit is de ruimte tussen het model 19 en de aansluitende coquilledelen 3 en 4, vult men met vormmateriaal. In 5 tegenstelling tot de bekende werkwijzen waarbij het vormmateriaal onder druk in de hoger gedoelde ruimte gespoten wordt, laat men dit vormmateriaal door de zwaartekracht in de ruimte vallen. De inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm bevat hiertoe dan ook een doseermechanisme en een inrichting voor het aanvoeren van vorm» 10 materiaal aan dit doseermechanisme terwijl het trilmechanisme 13 ervoor zorgt dat het vormmateriaal homogeen in de hoger gedoelde ruimte verdeeld wordt en geen luchtinsluitsels bevat. Het doseermechanisme is gevormd door een reservoir 21 dat onderaan van een uitlaat 22 voorzien is waarin een afsluiter 23 gemonteerd is. Het 15 reservoir 21 is gemonteerd op een weeginrichting 24 welke op een vaste plaats langs de baan van het wagentje 1 op een niet in de figuren voorgesteld gestel gemonteerd is. Aan de bovenkant is het reservoir 21 open. Het vormmateriaal wordt aan het reservoir toegevoerd door een band zonder einde 25 die ten opzichte van het hier-20 voor genoemde stel gemonteerd is en welke gedreven wordt door een niet in de figuren voorgestelde motor. Het vormmateriaal valt, bijv. uit een trechter, op de bovenkant van de band zonder einde 25. Deze band zonder einde 25 is zo opgesteld dat hij met een langse rand boven de open bovenkant van het reservoir 21 gelegen is. Ter hoogte 25 van het reservoir 21 is een schraper 26 opgesteld die schuin ten opzichte van de langsrichting van de bovenzijde van de band zonder einde 25 gericht is . Deze schraper 26 is op-en-neer verschuifbaar door middel van een zuigermechanisme 27 dat op het hoger genoemde gestel gemonteerd is. In zijn laagste stand komt de schraper 26 ✓"Sjp tegen de bovenzijde van de band zonder einde 25 zodat het vormmate-l' Iriaal dat zich op de bovenzijde van de band zonder einde 25 bevindt 1 7810887 » -jl. ' van deze band afgeleid wordt tot in het reservoir 21. De verplaat-sinszin van deze band zonder einde 25 is in de figuren 1 en 2 door de pijl met het verwijzingscijfer 28 aangeduid. Het zuigermechanisme 27 wordt bediend door het weegmechanisme 24. Dit weegmechanisme is 5 zo ingesteld dat, wanneer een bepaald gewichtvormmateriaal in het reservoir 21 aanwezig is dit mechanisme een signaal geeft aan het zuigermechanisme 27 waardoor dit zuigermechanisme de schraper 26 oplicht en dus geen vormmateriaal .meer aan het reservoir 21 toegevoerd wordt. Wanneer het wagentje 1 op de juiste positie is gekomen 10 wordt een signaal aan de afsluiter 23 gegeven waardoor deze opent en er dus een nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vormmateriaal in de holte 5, die zich juist onder de uitlaat 22 bevindt, valt. Het is vanzelfsprekend dat deze holte 5 aan de bovenkant geheel of althans gedeeltelijk open moet zijn.Immediately after attaching the model 19, the scallop parts 3 and 4 are brought back together. The non-binding part of the cavity 5, which is the space between the model 19 and the adjacent scallop parts 3 and 4, is filled with molding material. In contrast to the known methods in which the molding material is injected under pressure into the space referred to above, this molding material is dropped into the space by gravity. To this end, the device for manufacturing a mold contains a metering mechanism and a device for supplying mold material to this metering mechanism, while the vibrating mechanism 13 ensures that the mold material is distributed homogeneously in the above-mentioned space and does not contain air inclusions. The dosing mechanism is formed by a reservoir 21 which is provided at the bottom with an outlet 22 in which a valve 23 is mounted. The reservoir 21 is mounted on a weighing device 24 which is mounted in a fixed position along the path of the trolley 1 on a frame not shown in the figures. The reservoir 21 is open at the top. The molding material is fed to the reservoir by an endless belt 25 mounted relative to the aforementioned set and driven by a motor not shown in the figures. The molding material falls, for example from a funnel, onto the top of the endless belt 25. This endless belt 25 is arranged so that it has a longitudinal edge above the open top of the reservoir 21. At the height of the reservoir 21, a scraper 26 is arranged which is oriented obliquely to the longitudinal direction of the top of the belt without end 25. This scraper 26 is slidable up and down by means of a piston mechanism 27 mounted on the aforementioned frame. In its lowest position the scraper 26 ✓ "Sjp" touches the top of the endless belt 25 so that the shape material located on the top of the endless belt 25 is derived from this belt. is moved into the reservoir 21. The displacement of this endless belt 25 is indicated by the arrow with the reference numeral 28 in Figures 1 and 2. The piston mechanism 27 is operated by the weighing mechanism 24. This weighing mechanism is set such that when a certain weight of molding material is present in the reservoir 21, this mechanism gives a signal to the piston mechanism 27 whereby this piston mechanism lifts the scraper 26 and thus no more molding material is supplied to the reservoir 21. When the trolley 1 has come to the correct position 10, a signal is given to the valve 23 through which it opens, and thus an accurately dosed amount of molding material in the cavity 5, which is located just below the outlet 22, lt. It goes without saying that this cavity 5 must be completely or at least partly open at the top.

15 Tijdens het harden van hef vormmateriaal heeft het wagentje 1 zich verplaatst van onder de doseerinrichting tot aan een nieuw toestel 14 waar de coquilledelen 3 en 4 van elkaar weggetrokken worden. Dit laat toe het model 19 uit de vorm te verwijderen. Na dit verwijderen laat men de vorm terug sluiten en verplaatst men 20 het wagentje 1 naar het eigenlijke giettoestel. Daar wordt in het gedeelte van de holte 5 dat zoëven ingenomen werd door het model 19, vloeibaar metaal gegoten. Het is vanzelfsprekend dat dit gedeelte van de holte 5 langs een vulopening op de bovenkant van de vorm moet uitgeven.During the hardening of the molding material, the trolley 1 has moved from under the metering device to a new device 14 where the mold parts 3 and 4 are pulled away from each other. This allows the model 19 to be removed from the mold. After this removal, the mold is allowed to close again and the trolley 1 is moved to the actual casting device. There, in the part of the cavity 5 just occupied by the model 19, liquid metal is poured. It goes without saying that this part of the cavity 5 has to project along a filling opening on the top of the mold.

25 Het wagentje 1 verplaatst zich verder terwijl het vloeibaar metaal in de vorm stolt en afkoelt. Een kleine uitzetting tijdens het stollen is mogelijk. De coquilledelen 3 en 4 kunnen immers, tegen de werking van de veer 9 in, uit elkaar verplaatst worden.The trolley 1 moves further while the liquid metal solidifies in the mold and cools. A small expansion during solidification is possible. After all, the mold parts 3 and 4 can be moved apart against the action of the spring 9.

Na de koelzone bereikt het wagentje 1 opnieuw een toestel 14 waar de . coquilledelen 3 en 4 opnieuw van elkaar weg verplaatst worden. Men J 78 1 0 8 8 7 -10 - « 4 verwijdert zowel het gegoten gestolde stuk als het vormmateriaal uit de holte 5 tussen de coquilledelen 3 en 4. Dit vormmateriaal wordt naar een recyclageinrichting gestuurd om opnieuw te kunnen worden gebruik in de inrichting. Desgewenst kan men de coquille-5 delen 3 en 4 vervangen.After the cooling zone, the trolley 1 again reaches a device 14 where the. scallop parts 3 and 4 are moved away from each other again. Both the cast solidified piece and the molding material are removed from the cavity 5 between the mold parts 3 and 4. This molding material is sent to a recycling device for reuse in the device. If desired, the scallop-5 parts 3 and 4 can be replaced.

De hele inrichting vergt een minimum aan energietoevoer. Om tussen de verschillende stappen van de volledige cyclus de coquilledelen 3 en 4 tegen elkaar te houden is geen energietoevoer nodig. Di" gebeurt door de veer 9 welke veer toch desgewenst een uitzetting van < 10 het gietmateriaal bij het stollen toelaat. De constructie van de inrichting voor het vervaardigen van de gietvorm is vrij eenvoudig.The entire establishment requires a minimum of energy supply. No energy supply is required to hold the scallop parts 3 and 4 between the different steps of the full cycle. This is done by the spring 9, which spring still allows, if desired, an expansion of <10 the casting material during solidification. The construction of the device for manufacturing the mold is quite simple.

Ook het vullen van de inrichting bij het vormen van de gietvorm is vrij eenvoudig doordat het vulmateriaal gewoon door de zwaartekracht in de holte tussen de coquilledelen 3 en 4 en het model 19 valt.The filling of the device when forming the mold is also quite simple, because the filling material simply falls into the cavity between the mold parts 3 and 4 and the model 19 by gravity.

15 Daarenboven is dit vormmateriaal na trillen zeer homogeen verdeeld en kan de in de holte 5 aanwezige lucht gemakkelijk ontsnappen.Moreover, after vibrating, this molding material is very homogeneously distributed and the air present in the cavity 5 can easily escape.

De hiervoor beschreven inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm kan zowel in een Mlijn"~opstelling als in een "caroussel" gemonteerd zijn. In dit laatste geval kunnen de vormen, bestaande 20 uit de steunplaat en de erop gemonteerde coquilledelen op een draaiende schijf gemonteerd zijn in plaats van op wagentjes.The above-described mold making apparatus may be mounted in either an Mline arrangement or a "carousel." In the latter case, the molds consisting of the support plate and the molded parts mounted thereon may be mounted on a rotating disk. instead of on carts.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht 25 worden, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.The invention is by no means limited to the above-described embodiment, and within the scope of the patent application many changes can be made to the described embodiment, including as regards the shape, the composition, the arrangement and the number of the parts used for the realization of the invention are used.

In het bijzonder moet de vorm niet noodzakelijk op een verplaatsbare steun gemonteerd zijn. Men kan de vorm gewoon oplichten, 30 bijv. door een hijswerktuig en zelfs is het mogelijk de verschillend* | ["Bewerkingen uit te voeren zonder de vorm te verplaatsen._ I 7810887 £In particular, the mold need not necessarily be mounted on a movable support. One can simply lift the mold, eg by a hoist and even it is possible the different * | ["Perform operations without moving the shape ._ I 7810887 £

Claims (9)

1. Inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm, welke in-15 richting een steun bevat, ten minste twee daarop gemonteerde coquillo-delen waarvan er ten minste een verplaatsbaar ten opzichte van de steun gemonteerd is, een tussen deze delen aangebracht model van het te gieten stuk, middelen om vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen en middelen om de coquille-20 delen tijdelijk bij elkaar te houden, met het kenmerk dat de middelen om vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen een doseermechanisme om een dosis vormmateriaal te bepalen, toevoermiddelen om vormmateriaal aan het doseermechanisme toe te voerenen een trilmechanisme dat ten minste 25 een van de delen gevormd door de steun, de coquilledelen en het model kan doen trillen, bevatten. :;V 78TÜT87-- ' ’ V . :-^ « - 12 - Λ1. Device for manufacturing a mold, comprising a support, at least two coquillo parts mounted thereon, at least one of which is movable relative to the support, a model of the material to be arranged between these parts. casting, means for arranging molded material in the space between the model and the molded parts and means for temporarily holding the molded parts together, characterized in that the means for placing molded material in the space between the mold and the molded parts a metering mechanism for determining a dose of molding material, feeding means for feeding molding material to the dosing mechanism and a vibrating mechanism which can vibrate at least one of the parts formed by the support, the mold parts and the model. :; V 78TÜT87-- '' V. : - ^ «- 12 - Λ 2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dot het doseermechanisme een reservoir bevat welk van een uitlaat voorzien is, een afsluitinrichting op deze uitlaat, uitschakelbare middelen om vormmateriaal aan het reservoir toe te voeren, middelen 5 welke de laatstgenoemde middelen besturen om, wanneer de gewenste hoeveelheid vormmateriaal in het reservoir aangevoerd is, het aanvoeren uit te schakelen zodat de toevoer aan het reservoir stopt, en middelen om de afsluitinrichting te openen.2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the dosing mechanism comprises a reservoir which is provided with an outlet, a closing device on this outlet, switchable means for supplying molding material to the reservoir, means which control the latter means, when the desired amount of molding material has been fed into the reservoir, turn off the feeding so that the supply to the reservoir stops, and means to open the shut-off device. 3. Inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm die een 10 steun bevat, ten minste twee daarop gemonteerde coquilledelen waarvan er ten minste een verplaatsbaar ten opzichte van de steun gemonteerd is, een tussen deze delen aangebracht model van het te gieten stuk, middelen om vormmateriaal in de ruimte tussen het model en de coquilledelen aan te brengen en middelen om de coquille- 15. delen tijdelijk bij elkaar te houden, met he t kenmerk, dat de middelen om de coquilledelen bij elkaar te houden gevormd zijr door ten minste een veer die onder spanning qo het geheel, gevormd door de steun en de erop gemonteerde coquilledelen, gemonteerd is en die steeds de coquilledelen naar elkaar poogt te verplaatsen, ter- 20 wijl de inrichting middelen bevat om dè werking van de veer op te heffen en de coquilledelen van elkaar weg te verplaatsen en tijdelijk van elkaar weg te houden.3. Apparatus for manufacturing a mold comprising a support, at least two scallop parts mounted thereon, at least one of which is movable relative to the support, a model of the piece to be cast between these parts, means for forming material in the space between the model and the scallop parts and means for temporarily holding the scallop parts together, characterized in that the means for holding the scallop parts together are formed by at least one spring which under tension qo the whole, formed by the support and the scallop parts mounted thereon, is mounted and which always tries to move the scallop parts to each other, while the device comprises means for canceling the action of the spring and the scallop parts of move each other away from each other temporarily. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de veer vast gemonteerd is tussen een rand, welke vast op de 25 steun staat en een van de coquilledelen, terwijl ten minste een ander coquilledeel vast op de steun gemonteerd is.4. Device according to claim 3, characterized in that the spring is fixedly mounted between an edge which is fixed on the support and one of the mold parts, while at least another part of the mold is fixed on the support. 4 , -11 - De veer welke de coquilledelen tegen elkaar duwt, moet niet noodzakelijk een spiraalveer zijn. Men kan bijv, ook gebruik maken van een schotelveer en de veer kan ook een trekveer zijn in plaats van een du weer.4, -11 - The spring that pushes the scallop parts together should not necessarily be a coil spring. For example, one can also use a cup spring and the spring can also be a tension spring instead of a du weather. 5. Inrichting volgens een van de conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat de middelen om de coquilledelen bij elkaar te houden een mechanisme bevatten dat voor het zacht bij elkaar komen 30 van de coquilledelen zorgt. O 7810887 a ·» - 13 -5. Device according to any one of claims 3 and 4, characterized in that the means for holding the scallop parts together comprise a mechanism for causing the scallop parts to come together softly. O 7810887 a · »- 13 - 5 Voor het verzekeren op zacht sluiten kunnen andere mechanismen gebruikt worden dan de beschreven demper. Verder moet het trilraechanisme niet noodzakelijk op het - * wagentje gemonteerd zijn maar kan het onder meer ook langs de baan van de wagentjes opgesteld zijn.5 Mechanisms other than the described damper may be used to ensure soft closing. Furthermore, the vibration mechanism does not necessarily have to be mounted on the trolley, but it can also be arranged along the track of the carriages. 10 Ook de doseerinrichting moet niet noodzakelijk van het hier voor beschreven type zijn. Men kan bijv. ook doseren door middel van een schroef van Archimedes. C 0 N C l U S I ESThe metering device must not necessarily be of the type described here. For example, one can also dose by means of an Archimedes screw. C 0 N C l U S I ES 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het mechanisme dat voor het zacht bijl elkaar komen van de . coquilledelen zorgt een demper is.6. Device according to claim 5, characterized in that the mechanism for the soft ax coming together from the. scalloped parts ensures a damper. 7. Inrichting volgens een ven de conclusies 3-é, met het 5 kenmerk , dat de steun verplaatsbaar is volgens een gegeven baan, terwijl de middelen om de coquilledelen van elkaar weg te verplaatsen langs deze baan opgesteld zijn.7. Device as claimed in any of the claims 3-é, characterized in that the support is movable along a given path, while the means for moving the scallop parts away from each other are arranged along this path. 8. Inrichting volgens een van de conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de veer een metalen veer is.Device according to any one of claims 3-7, characterized in that the spring is a metal spring. 9. Inrichting voor het vervaardigen van een gietvorm zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld. 178 1 0 8 8 79. Apparatus for manufacturing a mold as described above or shown in the accompanying drawings. 178 1 0 8 8 7
NL7810887A 1978-08-22 1978-11-01 DEVICE FOR MANUFACTURING A CAST. NL7810887A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE190003 1978-08-22
BE190003A BE869887A (en) 1978-08-22 1978-08-22 DEVICE FOR MANUFACTURING A MOLD

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7810887A true NL7810887A (en) 1980-02-26

Family

ID=3843140

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7810887A NL7810887A (en) 1978-08-22 1978-11-01 DEVICE FOR MANUFACTURING A CAST.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0008427A1 (en)
NL (1) NL7810887A (en)

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR578779A (en) * 1923-05-18 1924-10-03 Molding machines
DE840579C (en) * 1951-03-20 1952-06-03 Alfred Rexroth Casting machine
FR1074911A (en) * 1952-02-25 1954-10-11 Method and device for loading and precreating granulated masses
US2842827A (en) * 1955-01-14 1958-07-15 Richmond Foundry & Mfg Co Inc Block forming machine
US3149392A (en) * 1961-06-22 1964-09-22 Edward P Ripley Block molding machine with inverting mold box
US3369645A (en) * 1966-02-04 1968-02-20 Link Belt Co Rotary table feeder
US3331112A (en) * 1966-05-10 1967-07-18 Raymond W Clanton Machine for molding concrete blocks

Also Published As

Publication number Publication date
EP0008427A1 (en) 1980-03-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1082859C (en) Linear mold handling system with double-deck pouring and cooling lines
US4075301A (en) Method and apparatus for depositing material into a moving receptacle
US2012478A (en) Mold making machine
US4299269A (en) Handling system for foundry sand molds
NL7810887A (en) DEVICE FOR MANUFACTURING A CAST.
US3844335A (en) Moulding of metallic articles
PL143301B1 (en) Foundry mould making method
BE869887A (en) DEVICE FOR MANUFACTURING A MOLD
SU605528A3 (en) Machine for making vertical stacks of removable-flask moulds
US3695339A (en) Mold forming apparatus
US3964541A (en) Apparatus for metal casting
US1033254A (en) Casting-machine.
US5535809A (en) Method and apparatus for packing a granular material for foundry use
US1337268A (en) Mold-handling machine
CN209238986U (en) A kind of casting moulding machine with reaction presser device
US1925890A (en) Apparatus for the mass production of cast articles
US1721514A (en) Plastic-block mold
US951576A (en) Foundry plant.
US3624825A (en) Concrete molding machine
US3516477A (en) Core making machine
US2794222A (en) Shell mold making machine
SU1066727A1 (en) Moulding automatic machine for producing casting half-moulds
GB1296850A (en)
US4106545A (en) Method of automatic mold and core forming
CN214053574U (en) Ejection device for moving mold on wax pressing machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed