NL7808556A - Trilholte met verbeterde temperatuursstabiliteit. - Google Patents

Description

PHN 9205______________________ N.V. Philips'Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Trilholte met verbeterde temperatuursstabiliteit.

De uitvinding heeft betrekking op een tril- !holte welke tenminste gedeeltelijk is vervaardigd van een

I I

1 materiaal met een lage uitzettingscoëfficiënt voor het j I stabiliseren van een dimensie van de trilholte welke hoofdj-5 zakelijk bepalend is voor de resonantiefrequentie van de ! trilholte en bevattende een geleidende wand welke zich over genoemde dimensie uitstrekt.

Een dergelijke trilholte is van algemene bekendheid en kan worden benut in een microgolf oscilla- 1 10 torcircuit of versterker welke kunnen worden toegepast in I

onder andere radar, straalzenders en satelliet-TV-ontvangst.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3>119>082 is bekend dat de invloed welke de temperatuur heeft op de resonantiefrequentie van de trilholte wordt gereduceerd 15 door tenminste de wand welke zich uitstrekt in de dimensie van de trilholte welke hoofdzakelijk bepalend is voor de resonantiefrequentie te vervaardigen uit een materiaal met een lage thermische uitzettingscoëfficiënt zoals bijvoorbeeld INVAU. Een dergelijk materiaal is kostbaar en bezit 20 vergeleken met bijvoorbeeld koper een laag electrisch ge- leidingsvermogen. Om dit bezwaar te ondervangen kan het materiaal worden voorzien van een goed geleidende metaal-laag. De dikte van de aan te brengen metaallaag is in verband met het skineffect zodanig dat de laag electrolytisch 25 moet worden aangebracht. Een nadeel is dat het electrische geleidingsvermogen van de electrolytisch aangebrachte metaallaag aanzienlijk lager is dan die van het zuivere metaal. Dit heeft tot gevolg dat de kwaliteitsfactor Q vanj j de trilholte eveneens aanzienlijk lager is dan een tril- 1 30 holte vervaardigd uit het zuivere metaal. Een verder nadeel 7808556 - 2- PHN 9205____________ is dat de maatnauwkeurigheid door het electrolytisch aanbrengen van de metaallaag wordt verslechterd. Vooral bij trilholten welke uit meerdere onderdelen worden samengesteld zijn daardoor de noodzakelijk nauwkeurige passingen 5 moeilijk te verwezenlijken.

Het is het doel van de uitvinding op eenvoudige wijze de frequentiestabiliteit van de trilholte bij temperatuursvariaties te verhogen en aan de genoemde bezwaren tegemoet te komen.

10 De trilholte overeenkomstig de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat de geleidende wand door een tenminste hoofdzakelijk dwars op de genoemde dimensie gelegen ] zaagsnede in twee delen is verdeeld waarbij elk van de delen met een ander uiteinde van een zich in genoemde 15 dimensie uitstrekkend buiten de trilholte bevindend i lichaam is gekoppeld welk lichaam is vervaardigd van het genoemde materiaal met lage uitzettingscoëfficiënt.

De uitvinding berust op het inzicht dat enerzijds de dimensieverandering van de geleidende wand in de 20 richting welke bepalend is voor de frequentiestabiliteit I wordt geaccomodeerd door de zaagsnede welke in de geleidende wand is aangebracht en dat anderzijds de temperatuurs-invloed op afstand van de beide delen van de wand zeer j sterk wordt gereduceerd door de geschikte keuze van het ! 25 I materiaal van het lichaam waaraan deze delen bevestigd | zijn.

t De geleidende wand van de trilholte kan in velerlei vormen uitgevoerd zijn zoals cirkel-cilindrisch, rechthoekig-parallellepipedum, coaxiaal. Het genoemde 30 lichaam kan de vorm van beugels hebben of eveneens een i cirkel-cilindrische of rechthoekig-parallellepipedum vorm bezitten.

Een eenvoudige trilholte bevat een bodem, een deksel en een buitengeleider welke geleidend met bodem en 35 deksel is verbonden. In een eerste uitvoeringsvorm over eenkomstig de uitvinding is de geleidende wand de buiten-geleider. Bodem, deksel en buitengeleider van de trilbol-hp 78 0 8 5 5 6 - 3 - PHN Q205---- kunnen van een materiaal met een hoog electrisch gelei-dingsvermogen vervaardigd worden terwijl het frequentie-stabiliteitsbepalende element - het lichaam - van een materiaal met een lage thermische uitzettingscoëfTiciënt 5 vervaardigd kan worden waarbij geen eisen aan het elec- trische geleidingsvermogen van dit materiaal behoeven te worden gesteld.

In een verdere uitvoeringsvorm van de trilholte overeenkomstig de uitvinding bevat een trilholte 10 een bodem, een deksel, een buitengeleider en een binnenge- leider welke geleidend met deksel en bodem is verbonden waarbij de geleidende wand de binnengeleiden is. In deze trilholte dient het lichaam tevens als buitengeleider.

Het lichaam kan aan de binnenzijde op bekende wijze worden 15 voorzien van een goed geleidende metaallaag. Indien het ; lichaam een geometrisch eenvoudige vorm bezit, zoals bijvoorbeeld een cilindrische vorm dan zal de electrolytisch aangebrachte metaallaag een gelijkmatige dikte bezitten en is tevens nabewerking van deze laag (polijsten en 20 dergelijke), ter verdere verhoging van het electrische ge leidingsvermogen, zeer goed mogelijk.

Een verdere uitvoeringsvorm van de trilholtej overeenkomstig de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat j de geleidende wand wordt gevormd door de binnengeleider ent 25 de buitengeleider. Deze uitvoeringsvorm bezit het voordeel dat bodem, deksel, binnen- en buitengeleider van een materiaal met een hoog electrisch geleidingsvermogen kunnen worden vervaardigd en het lichaam - het temperatuurs-I stabiliteitsbepalende element - van een materiaal met een 30 lage uitzettingscoëfTiciënt kan worden vervaardigd.

Een verdere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat de binnengeleider en de buitengeleider coaxiaal zijn. Een dergelijke trilholte heeft het voordeel dat deze bij uitstek geschikt is 35 voor toepassing in een coaxiaal oscillatorcircuit volgens het principe van Harkless (Amerikaans octrooi 3534293) zoals i> as ch neven in een andere Nederlandse_octrooi aan.-- 78 0 8 55 6

‘tSïïiF

- k - PHN 9205____ vrage 7806617 van Aanvraagster.

Voor een resonantiefrequentie f van de trilholte zal de afstand L tussen bodem en deksel van de trilholte gelijk dienen te zijn aan een oneven geheel 5 aantal malen de halve golflengte bij de resonantiefre quentie fQ. De straling naar buiten ten gevolge van de zaagsnede is volgens een verdere uitvoeringsvorm van de trilholte overeenkomstig de uitvinding minimaal indien de zaagsnede op een oneven geheel aantal malen een kwart golf-10 lengte vanaf bodem of deksel is aangebracht.

De temperatuursinvloed op de frequentiesta-biliteit van de trilholte kan verder worden gereduceerd door een trilholte welke volgens een verdere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding daardoor is gekenmerkt, 15 dat het eerste uiteinde van het lichaam is gekoppeld met i de bodem en het tweede uiteinde van het lichaam is gekoppeld met de deksel en de afstand tussen het eerste en het tweede uiteinde gelijk is aan L/(l+°^/X2) waarbij L de afstand tussen bodem en deksel is eno(^ en de ther- 20 mische uitzettingscoëfficiënten van het materiaal van het j lichaam en het materiaal van de wand zijn. Hieraan ligt j het inzicht ten grondslag dat de lengte van het lichaam in genoemde dimensie en gemeten tussen bodem en deksel precies evenveel maar in tegengestelde richting variëert als func-25 tie van de temperatuur als de som van de diktevariaties van dat gedeelte van de wand van bodem en deksel dat tussen j de beide bevestigingspunten gelegen is. De resonantiefrequentie van de trilholte is hiermede onafhankelijk van de temperatuur gemaakt waardoor een zeer hoge stabiliteit 30 wordt bereikt.

Een trilholte overeenkomstig de uitvinding kan worden benut als resonator en frequentiestabiliserend element in overigens bekende microgolf oscillatorcircuits. Een dergelijk oscillatorcircuit verkrijgt daarmee een 35 hoge thermische frequentiestabiliteit.

Een verdere bijzonder voordelige uitvoerings -vorm van een oscillatorcircuit welke een coaxiale tril- 7808556 - 5 - PHN 9205_ holte overeenkomstig de uitvinding bevat wordt verkregen door de binnengeleider van de coaxiale trilholte deel uit te laten maken van een buitengeleider van een coaxiale transmissielijn waarbij een binnengeleider van de trans-missielijn twee uiteinden bevat waarbij een eerste uiteinde is gekoppeld met een diode met negatieve weerstand voor het opwekken van oscillaties op een frequentie f en een tweede uiteinde reflectievrij is afgesloten en de binnengeleider van de trilholte is voorzien van een koppelgat.

Het koppelgat dient om de microgolfenergie welke in de transmissielijn propageert in de trilholte te koppelen. Daarbij kan het koppelgat afzonderlijk in de wand van de binnengeleider zijn aangebracht waardoor de vorm van het koppelgat optimaal aan de functie kan worden aangepast of overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding kan de zaagsnede tevens dienst doen als koppelgat. Het voordeel daarbij is dat één gat - met een gecombineerde functie - constructief eenvoudiger is.

De uitvinding zal aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Daarbij worden dezelfde verwijzingssymbolen benut voor dezelfde of overeenkomstige elementen.

Daarbij toont;

Fig. 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een trilholte overeenkomstig de uitvinding,

Pig. 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een trilholte overeenkomstig de uitvinding,

Pig. 3 een derde uitvoeringsvoorbeeld van een trilholte overeenkomstig de uitvinding,

Fig. 4 een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een trilholte overeenkomstig de uitvinding,

Fig. 3 een oscillatorcircuit voorzien van ee:i trilholte overeenkomstig Fig. k,

Pig. 6 een oscillatorcircuit voorzien van een trilholte overeenkomstig de uitvinding.

- Een trilholte is een ruimte welke omsloten 7808556 - 6 - PHN 9205_ wordt door geleidende wanden. In principe kan een trilholte een willekeurige vorm bezitten maar in de praktijk worden slechts enkele eenvoudige vormen benut zoals een cirkel-cilindrische, coaxiale of* rechthoekig parallellepi-5 pedum vorm. De verdere beschrijving is gebaseerd op een cirkel-cilindrische dan wel een coaxiale trilholte maar de uitvinding is evenzeer van toepassing voor andere dan de beschreven vormen.

De in figuur 1 weergegeven trilholte 1 bevat 10 een cirkel-cilindrische buitengeleider 2, een bodem 3 en een deksel 4. De buitengeleider 2 is met de bodem 3 en de deksel 4 verbonden. De afstand tussen bodem 3 en deksel 4 is L. Onder invloed van temperatuursveranderingen zal de afstand L variëren waardoor de resonantiefrequentie f 15 - voor modi waarbij de resonantiefrequentie in sterke mate i wordt bepaald door de afstand L - eveneens zal variëren.

De temperatuursstabiliteit van de resonantiefrequentie is derhalve gering. Om dit te verbeteren is in de buitengeleider 2 van de trilholte 1 een zaagsnede 6 aangebracht 20 en is de trilholte voorzien van een lichaam 5 voor het be vestigen van de beide delen van buitengeleider 2. Lichaam 5 is daartoe verbonden met bodem 3 en deksel 4. Lichaam 5 is vervaardigd van een materiaal met een lage thermische uitzettingscoëfficiënt. Bij temperatuursveranderingen bij-l 25 ]voorbeeld bij een temperatuursverhoging zet lichaam 5 in.

| jslechts zeer geringe mate uit, terwijl de uitzetting van J de beide helften van de buitengeleider 2 slechts tot gevolg heeft dat de breedte ¥ van de zaagsnede 6 afneemt. Hiermede wordt bereikt dat de buitengeleider 2, bodem 3 en 30 deksel 4 van een electrisch zeer goede geleider (koper) kunnen worden vervaardigd terwijl de eventueel grote uitzettingscoëfficiënt van het geleidermateriaal niet nadelig is voor de stabiliteit van de resonantiefrequentie. Een verder voordeel is dat aan het electrische geleidingsver-35 mogen van lichaam 5 geen eisen behoeven te worden gesteld.

De frequentiestabiliteit van de trilholte 1 bij temperatuurs-variaties wordt geheel bepaald don-r de ui tzetti.ng.sp.nëf.f.i.-«— 7808556

Ï09-294F

- 7 - PHN 9205______^ ciënt van het materiaal van het lichaam 5· Lichaam 5 kan worden uitgevoerd in de vorm van beugels, in de vorm van een cirkel-cilindrische bus of een andere voor dit doel geschikte vorm en is vervaardigd van bijvoorbeeld INVAR.

5 De in figuur 2 weergegeven trilholte is voor zien van een cirkel-cilindrische binnengeleider 7 welke geleidend is verbonden met bodem 3 en deksel 4. Een cirkel-cilindrische bus 5 welke concentrisch met binnengeleider 7 is aangebracht, is geleidend verbonden met bodem 10 3 en deksel 4. Bus 5 bezit hier tevens de functie van buitengeleider. In de binnengeleider is een zaagsnede 6 aangebracht. Binnengeleider 7> bodem 3 en deksel 4 zijn van een materiaal met een zeer hoog electrisch geleidings-vermogen vervaardigd terwijl bus 5 van een materiaal met 15 een lage uitzettingscoëfficiënt is vervaardigd. De stabi liteit van de resonantiefrequentie bij temperatuursveranderingen is verhoogd omdat het de frequentiestabili-teit bepalende element - de bus 5 - vervaardigd is van een materiaal met een lage thermische uitzettingscoëffi-20 ciënt.

Indien het materiaal waarvan bus 5 is vervaardigd een laag electrisch geleidingsvermogen bezit dan kan de binnenzijde van de bus 5 worden voorzien van een geleidende laag van bijvoorbeeld zilver. Omdat de bus 5 een geo-25 metrisch eenvoudige vorm bezit is het mogelijk deze laag gelijkmatig door electrolyse aan te brengen. Een nabewerking van het oppervlak van de laag door bijvoorbeeld slijpen of polijsten, wat een verdere verhoging van het geleidingsvermogen bewerkstelligt, is zeer goed mogelijk.

30 De in figuur 3 weergegeven trilholte 1 bevat een cirkel-cilindrische binnengeleider 7 en een concentrisch aangebrachte cirkel-cilindrische buitengeleider 2. Binnengeleider 7 en buitengeleider 2 zijn geleidend verbonden met bodem 3 en deksel 4. In binnengeleider 7 en 35 buitengeleider 2 is een zaagsnede 6 aangebracht. De beide delen van het coaxiale geleiderstelsel 2, 7 worden beves-tigd aan een lichaam 5 welk lichaam is vervaardigd van gen 7808556

00527ïF

- 8 - PHN 9205____ materiaal met een lage temperatuurscoëfficiënt. Lichaam 5 kan worden uitgevoerd bijvoorbeeld als beugel(s), of:als bus. Het voordeel is dat een coaxiale trilholte wordt verkregen waarvan de wanden kunnen worden vervaardigd van een 5 materiaal met een hoog electrisch geleidingsvermogen waar door een trilholte met een hoge kwaliteitsfactor wordt gerealiseerd en het de frequentiestabiliteit bepalende element - het lichaam 5 - kan worden vervaardigd van een materiaal met een lage thermische uitzettingscoëfficiënt 10 terwijl aan het materiaal van het lichaam 5 geen eisen voor wat betreft het electrische geleidingsvermogen behoeven worden te gesteld. De frequentiestabiliteit van de trilholte bij temperatuursvariaties wordt geheel bepaald door de (lage) uitzettingscoëfficiënt van het materiaal 15 van het lichaam.

Bij de in figuur 4 weergegeven trilholte is bovendien de uitzetting van het lichaam 5 gecompenseerd door de gelijke maar in tegengestelde richting werkende uitzetting van bodem 3 en deksel 4. Dit wordt bewerkstel-20 ligd door de afstand L tussen de bevestigingspunten van het lichaam 5 aan deksel 4 en bodem 3 groter te kiezen dan de binnenwerkse afstand L tussen bodem 3 en deksel 4 van de trilholte 1. Indien voor L* een waarde gelijk aan L/(1+ OÓ^/oC wordt gekozen, waarbij ^ de uitzettings- 25 coëfficiënt van het lichaam en OC _ de uitzettingscoëffi- |ciënt van bodem 3 en deksel 4 van de trilholte 1 is, dan j zal de afstand L als functie van de temperatuur constant zijn. Dit houdt in dat de frequentiestabiliteit zeer hoog is.

30 | Indien de trilholte bijvoorbeeld van koper en het lichaam van INVAR worden vervaardigd dan bedraagt de afstand L tussen bodem 3 en deksel 4 circa 12 mm bij-een resonantiefrequentie van 12 GHz terwijl de afstand L' dan circa 13 mm bedraagt. Dit voorbeeld toont aan dat met ge-35 bruikelijke materialen een afmeting voor L' ontstaat welke enerzijds groot genoeg is om met precisie te vervaardigen en anderzijds klein genoeg is om de dikte van bodem 3 p-n 7808556 - 9 - PHN 9205_____ deksel 4 binnen aanvaardbare grenzen te houden.

Het is overigens mogelijk om de bevestiging van het lichaam 5 aan bodem 3 en deksel 4 op overeenkomstige wijze zodanig uit te voeren dat de uitzetting (bij 5 temperatuursverhoging) van hetzij alleen bodem 3 hetzij alleen deksel 4 de uitzetting van het lichaam 3 compenseert .

De bevestigingswijze van het lichaam 5 overeenkomstig figuur 4 kan eveneens worden toegepast bij een 10 trilholte als weergegeven in de uitvoeringsvoorbeelden van een trilholte volgens figuur 1, 2 of 3·

De breedte w van de zaagsnede 6 welke in de trilholte 1 wordt aangebracht wordt bepaald door het gewenste temperatuurbereik van de trilholte en de lengte L 15 en de uitzettingscoëfficiënt OC^ van de geleider welke is voorzien van de zaagsnede. De zaagsnede wordt niet breder gemaakt dan strikt noodzakelijk teneinde het electromag-netische veld in de trilholte zo min mogelijk te beïnvloeden en de straling naar buiten via de zaagsnede te be-20 perken. De uitstraling via de zaagsnede is minimaal (nul) indien de zaagsnede wordt aangebracht op een plaats waar de wandstromen in een richting dwars op de zaagsnede nul zijn. Indien de lengte L gelijk is aan de halve golflengte van de resonantiefrequentie fQ van de trilholte 1 dan is 25 dit het geval voor een zaagsnede op een afstand van L/2 vanaf bodem en deksel. Bij hogere modi, bijvoorbeeld indien L gelijk is aan (2n+l) maal de halve golflengte waarbij n = 1, 2 enz. kan de zaagsnede op een aantal plaatsen worden aangebracht, waarbij geen uitstraling optreedt 30 namelijk op (2m+l) maal een kwart golflengte van de reso nantiefrequentie van de trilholte vanaf bodem of deksel waarbij m = 0, 1, 2, enz.

Een trilholte overeenkomstig figuur 1 t/m 4 kan worden benut als resonator en frequentiestabiliserend 35 element in overigens bekende microgolf oscillatorcircuits.

Een dergelijk oscillatorcircuit verkrijgt daarmede een hoge thermische freauentiestabiliteit..---—— 7808556 - 10- PHN 9205___

In figuur 5 is een microgolf oscillatorcir-cuit weergegeven dat berust op het principe van Harkless en het welk is voorzien van een trilholte overeenkomstig figuur 4. Daarbij maakt binnengeleider 7 van de trilholte 5 1 tevens deel uit van de buitengeleider van een coaxiale transmissielijn 9 welke een binnengeleiden 10 bevat welke aan een eerste uiteinde is gekoppeld met een diode met negatieve weerstand 11 en aan een tweede uiteinde reflectie-vrij is afgesloten met de karakteristieke impedantie 12 10 van de transmissielijn 9· De diode 11 is met een diode- houder 13 bevestigd aan de binnengeleiden 10. De binnengeleiden 7 van de trilholte is verder voorzien van een kop-pelgat 8. Het koppelgat 8 vormt op de resonantiefrequentie f van de trilholte 1 een hoge impedantie in serie met de 15 transmissielijn 9· Het doel van koppelgat 8 is om het ver mogen dat door de diode 11 in de transmissielijn 9 met de genoemde frequentie f wordt opgewekt te koppelen in trilholte 1. Het vermogen in de trilholte wordt via een niet weergegeven antenne in de trilholte 1 aan een even-20 eens niet weergegeven belasting toegevoerd. Het lichaam 5 is zodanig met bodem 3 en deksel 4 gekoppeld dat enkel bodem 3 de lengte-verandering van het lichaam 5 compenseert. De zaagsnede 6 is aangebracht op een plaats waar wandstromen nul zijn en derhalve zal via zaagsnede 6 geen 25 vermogen worden ingekoppeld of uitgekoppeld. De vorm van het koppelgat 8 kan optimaal worden aangepast aan deze functie.

In figuur 6 is een oscillatorcircuit weergegeven waarbij een zaagsnede 14 in de binnengeleider 7 van 30 de trilholte 1 zodanig is aangebracht dat deze tevens dienst doet als koppelgat. Omdat de breedte van een koppelgat in het algemeen groter is dan de breedte van de zaagsnede welke nodig is om de temperatuurvariaties op te vangen kan de positionering en de dimensionering van de 35 zaagsnede 14 in de binnengeleider 7 van de trilholte 1 hier worden geoptimaliseerd voor de functie van koppelgat: de zaagsnede 14 vangt daarbij de lengtevariaties van de 7808556

Claims (11)

1. Een trilholte, tenminste gedeeltelijk vervaar digd van een materiaal met lage uitzettingscoëfficiënt voor het stabiliseren van een dimensie van de trilholte welke hoofdzakelijk bepalend is voor de resonantiefrequen-tie van de trilholte, bevattende een geleidende wand welke 15 zich over genoemde dimensie uitstrekt daardoor gekenmerkt, dat de geleidende wand door een tenminste hoofdzakelijk dwars op de genoemde dimensie gelegen zaagsnede in twee delen is verdeeld waarbij elk van de delen met een ander uiteinde van een zich in genoemde dimensie uitstrekkend 20 buiten de trilholte bevindend lichaam is gekoppeld welk lichaam is vervaardigd van het genoemde materiaal met lage uitzettingscoëfficiënt.

2. Een trilholte volgens conclusie 1, bevattende een bodem, een deksel en een buitengeleider welke met dek- 25 sel en bodem is verbonden, daardoor gekenmerkt, dat de ge leidende wand de buitengeleider is.

3. Een trilholte volgens conclusie 1, bevattende een bodem, een deksel, een buitengeleider en een binnenge-leider welke met deksel en bodem geleidend is verbonden 30 daardoor gekenmerkt, dat de geleidende wand de binnenge leiden bevat.

4. Een trilholte volgens conclusie 3» daardoor gekenmerkt, dat het lichaam de buitengeleider is.

5. Een trilholte volgens conclusie 3» daardoor ge- 35 kenmerkt, dat de geleidende wand verder de buitengeleider bevat.

6. __Een trilholte volgens conclusie 4 of 5,_flaar. 78 0 8 5Τδ -12- PHN 9201__ door gekenmerkt, dat de binnengeleider en de buitengeleider coaxiaal zijn.

7· Een trilholte volgens één der conclusies 2 tot en met 6 waarbij de afstand L tussen bodem en deksel ge-5 lijk is aan (2n+l) maal de halve golflengte van de reso- nantiefrequentie f waarbij n = 0, 1, 2,..enz daardoor gekenmerkt, dat de zaagsnede is gelegen tussen bodem en deksel op een afstand van (2m+l)L/2 vanaf bodem of deksel waarbij m = 0, 1, 2,...enz.

8. Een trilholte volgens één der conclusies 2 tot en met 7, met het kenmerk, dat het eerste uiteinde van het lichaam is gekoppeld met de bodem en het tweede uiteinde van het lichaam is gekoppeld met de deksel en de afstand tussen het eerste en het tweede uiteinde gelijk is 15 aan waarbij L de afstand tussen bodem en deksel is en Ot ^ en de thermische uitzettingscoëffi- ciënten van het materiaal van het lichaam en het materiaal van de wand zijn.

9· Oscillatorcircuit voorzien van een trilholte 20 volgens één der voorgaande conclusies.

10. Oscillatorcircuit voorzien van een trilholte volgens conclusie 6, waarbij de binnengeleider van de trilholte deel uit maakt van een buitengeleider van een coaxiale transmissielijn en een binnengeleider van de transmis- 25 sielijn twee uiteinden bevat waarbij een eerste uiteinde is gekoppeld met een diode met negatieve weerstand voor het opwekken van oscillaties op een frequentie fQ en een tweede uiteinde reflectievrij is afgesloten en waarbij de binnengeleider van de trilholte is voorzien van een koppel-30 gat.

11. Oscillatorcircuit volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt, dat het koppelgat wordt gevormd door de zaagsnede in de binnengeleider van de trilholte. 7808556