NL7807601A

NL7807601A - Drijvende hopper met zuigsysteem voor het lossen van de hopper.

Info

Publication number: NL7807601A
Application number: NL7807601A
Authority: NL
Original assignee: Koninkl Adriaan Volker Groep N
Priority date: 1978-07-14
Filing date: 1978-07-14
Publication date: 1980-01-16
Also published as: US4253782A

Description

'Y .

V

$ N.O. 26.263 KONINKLIJKE ADRIAAN VOLKER GROEP.N.V., te Botterdam.

Drijvende hopper met zuigsysteem voor het lossen van de hopper.

De uitvinding heeft betrekking op een drijvende hopper, voorzien van een ....... ;pomp, een zuigleiding en een persleiding om de lading af te voeren van de hopper, waarbij de zuigleiding in hoofdzaak horizontaal verloopt.

Een dergelijke hopper is in de praktijk algemeen bekend, o.a. 5 uit het Nederlandse octrooischrift 155*326.

Hierbij strekt de zuigleiding zich uit op korte afstand boven de bodem van hopper, waarbij het vrije einde in de lading steekt.

Om het lossen van de hopper te bevorderen wordt een speciale waterpomp en een speciale waterleiding gebruikt, die de lading 10 fluldiseert om de afvoer daarvan door de zuigleiding mogelijk te maken.

Deze methode werkt wel goed als de lading bijvoorbeeld bestaat uit zand. Wanneer de hopper gevuld is met grind, dan werkt deze methode niet bevredigend. 15

De uitvinding beoogt de bekende hopper te verbeteren en dit wordt bereikt, doordat de zuigleiding boven de hodem is opgesteld, dat het vrije einde van de zuigleiding via een regelbare afsluiter in verbinding staat met het buitenwater, dat op de zuigleiding een aantal in hoofdzaak vertikaal verlopende zuigbuizen aansluit,.., 20 waarvan de vrije einden eindigen op enige afstand boven de bodem van de hopper, dat in de zuigbuizen afsluiters zijn aangebracht en dat nabij de vrije einden van de zuigbuizen middelen zijn aangebracht, die zorgen voor toevoer van buitenwater naar de zuigbuizen. 25

Wanneer de lading in een vak van een bepaalde zuigbuis gelost moet worden, dan worden de afsluiters in de andere zuigbuizen gesloten.

Door de afsluiter in de zuigleiding te smoren, daalt de druk 780 7 6 0 1 /' i 2 in de zuigleiding en zal de vloeistofstroom via de open staande zuigbuis toenemen, waarbij de lading wordt meegenomen.

De middelen voor het toevoeren van buitenwater kunnen bestaan uit een waterpomp en een waterleiding zoals bij het Nederlandse ootrooischrift 155*326, waarbij de waterleiding dan moet uit- 5 monden nabij de mond van iedere zuigbuis.

Wanneeer echter de hopper voorzien is van bodemkleppen, die gebruikt worden om de hopper via de bodem te lossen, dan kunnen de middelen voor het toevoeren van buitenwater gevormd worden door de bodemkleppen zelf, die zich onder de monden van de in 10 hoofdzaak vertikale zuigbuizen bevinden en die daartoe zodanig zijn uitgevoerd, dat zij in een tussenstand een doorlaat voor het buitenwater vrijmaken.

Op gunstige wijze is daartoe de bodemklep voorzien van een verhoging, waaruit een segment ontbreekt, zodat in de tussenstand 15 buitenwater via dit segment naar binnen kan stromen.

' Als de hopper wordt geladen en/of getransporteerd, dan zijn de bodemkleppen gesloten. Als de hopper via de bodemkleppen moet worden gelost, dan staan deze geheel open. Als de hopper moet worden leeggezogen met behulp van de zuigpomp, dan worden de bodem- 20 kleppen achtereenvolgens in de tussenstand geplaatst.

De uitvinding zal aan de hand van schematische tekeningen nader worden toegelicht, waarin: fig. 1 schematisch het leidingsysteem van de hopper volgens de uitvinding toont; 25 fig. 2 een schematische perspectivisch aanzicht toont van een kegelvormige bodemklep, die bestemd is voor de hopper volgens de Uitvindingƒ en fig. 3 de bodemklep volgens, fig. 2 toont in de tussenstand.

In fig. 1 is van de hopper volgens de uitvinding de bodem aan- 30 gegeven met 1 en een opstaande wand met 2.

Evenwijdig met de bodem 1 loopt een zuigleiding 3> die via de wand 2 uitmondt in het omringende water, waarvan het niveau is aangegeven met 4·

In de zuigleiding 3 is een regelbare afsluiter 5 opgesteld, 35 780 7 6 0 1 ' 5 v .

nabij de wand 2. De zuigleiding 3 sluit aan op de zuigzijde van een pomp 6, die een persleiding 7 beeft om de inhoud van de hopper af te voeren.

De zuigleiding 3 strekt zich uit op afstand hoven de bodem 1, boven de lading 8 en kan horizontaal in dwars- en/of langsrich- 5 ting van de hopper verlopen.

Op de zuigleiding 3 is een aantal vertikale zuigbuizen 9 aangesloten, ieder voorzien van een afsluiter 10.

De zuigbuizen 9 monden op enige afstand boven de bodem 1 uit om toegang te verschaffen voor de lading 8, die bijvoorbeeld be- 10 staat uit grind.

De hopper volgens het uitvoeringsvoorbeeld is op bekende wijze voorzien van kegelvormige bodemkleppen 11. De zuigbuizen 9 worden dan zodanig opgesteld dat boven iedere bodemklep 11 een zuigbuis 9 is geplaatst. 15

Een bekende bodemklep bestaat uit een kegel 11a met een be-dieningsspil 11b. De rand van de kegel 11a dicht in gesloten stand af tegen een cilindrische zitting 12 in de bodem 1 van de hopper.

Om een dergelijke klep 11 geschikt te maken voor de hopper volgens de uitvinding, is op de kegel 11a een tweede kegel 11c aange- 20 bracht, die met een cilindrische rand 11d verbonden is met de kegel 11a.

Door nu van de klep 11 één of meer segmenten 13 weg te nemen zal de klep 11 in de gesloten stand dicht zijn, maar zal in de tussenstand volgens fig. 3 water doorlaten. 25

Dit water zorgt ervoor dat een in hoofdzaak vertikale stroming van water plus lading in stand wordt gehouden in de betreffende zuigbuis 9> wanneer de afsluiter 10 is geopend en de pomp 6 werkt.

Het zuigsysteem werkt als volgt:

De afsluiter 5 en de eerste afsluiter 10 worden geopend, de 30 ppmp 6 wordt gestart. De bodemklep 11 wordt in de tussenstand gezet. De andere afsluiters 10 zijn gesloten.

De weerstand over de afsluiter 5 is kleiner dan over de eerste afsluiter 10, omdat de lading daardoor moet.

Door nu de afsluiter 5 te smoren, daalt de druk in de zuig- 35 780 7 6 0 1

Claims

1. Drijvende hopper, voorzien van een pomp, een zuigleiding 15 en een persleiding om de lading af te voeren van de hopper, waarbij de zuigleiding in hoofdzaak horizontaal verloopt, met het kenmerk, dat de zuigleiding op -enige afstand boven de bodem is opgesteld, dat het vrije einde van de zuigleiding via een regelbare afsluiter in verbinding staat met het buitenwater, 20 dat op de zuigleiding een aantal in hoofdzaak vertikaal verlopende zuigbuizen aansluit waarvan de vrije einden eindigen op enige afstand boven de bodem van de hopper, dat in de zuigbuizen afsluiters zijn aangebracht en dat nabij de vrije einden van de zuigbuizen middelen zijn aangebrabht, die zorgen voor toevoer van buiten- 25 water naar de zuigbuizen.

2. Eopper volgens conclusie 1, voorzien van bodemkleppen, met het kenmerk, dat de middelen voor het toevoeren van buitenwater worden gevormd door de bodemkleppen, die zich onder de monden van de in hoofdzaak vertikale zuigbuizen 30 bevinden en die daartoe zodanig zijn uitgevoerd, dat zij in een tussenstand een doorlaat voor het buitenwater vrijmaken.

3. Hopper volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat iedere bodemklep voorzien is van een verhoging, waaruit een segment ontbreekt, zodat in de tussenstand buitenwater via dit 35 segment naar binnen kan stromen. 780 7 6 0 1